Site-archief
Geruisloos verdwenen
Mark Deckers
.
Bibliotheekcollega en schrijver Mark Deckers (1971) werkt als bestuurssecretaris bij Rijnbrink (Provinciale Ondersteunings Instelling voor Overijssel en Gelderland). Bij archiefonderzoek stuitte hij op een bibliotheekmedewerker die in de oorlog uit haar functie was gezet omdat ze Joods was. Dit stimuleerde hem om op zoek te gaan naar meer Joodse bibliotheekmedewerkers die ditzelfde lot trof. In zijn boek ‘Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis’ het lot van de Joodse bibliotheekmedewerkers, beschrijft hij de levens van 11 van hen. Verhalen over pijnlijk ontslag of in de knop gebroken levens. Maar ook verhalen over het overleven van meerdere kampen of door moedig onderduiken. Verhalen over levens die bijna onder het stof leken te verdwijnen maar die het waard zijn om opnieuw in het licht te zetten. Het boek verscheen deze maand (april) bij Walburg Pers.
Lezend in dit boek kwam ik het verhaal van Dora Belinfante uit Zeist tegen. Bij haar bleef ik plakken omdat zij met haar familie als kind letterlijk bij mij om de hoek woonde in Den Haag. Het verhaal van haar ontslag bij de bibliotheek Zeist, deportatie naar kamp Westerbork en Theresienstadt en vervolgens Zwitserland om daarna weer naar Nederland terug te keren als overlevende van de oorlog is geïllustreerd met een aantal gedichten van Dora Belinfante die zij tijdens deze periode schreef.
Het boek leest als een spannend boek van een trieste geschiedenis. De levensverhalen van de 11 Joodse bibliotheekmedewerkers mag dan een klein detail zijn uit 5 verschrikkelijke oorlogsjaren, het is goed en mooi dat ze zijn opgeschreven en bewaard zijn door Mark.
Uit het boek een gedicht van Dora getiteld ‘Basel 23.7.’45.’
.
Basel 23.7.’45.
.
Wij zitten op de grens van toekomst en verleden
Met de herinneringen aan de Geneefse dagen.
’t Verblijf te Basel vormt een merkwaardig heden
Van weerzien, wachten, staan en dragen.
Alleen het rustig samenzijn bij ’t eten
Geeft ons gelegenheid ons te bezinnen
Op het verleden, dat wij niet vergeten,
En op het leven, dat zal gaan beginnen.
.
Keizerin van Oostenrijk
Liefde die moet vrij zijn
.
Keizerin Sissi, zo is ze vooral bekend, al is het maar door de films met Romy Schneider, die haar beroemd maakte; Keizerin Elisabeth van Oostenrijk. Elisabeth Amalie Eugenie in Beieren (1837 – 1898) zoals haar naam was trouwde op zeer jonge leeftijd (16 jaar, haar man Keizer Frans Jozef was 23) en werd daardoor Keizerin van Oostenrijk en (vanaf 1867) Hongarije.
Ze was totaal onvoorbereid op een leven als Keizerin. Ze was van geboorte al prinses van Beieren en Hertogin in Beieren maar Keizerin was toch een ander verhaal. Ze had enorm veel moeite om zich aan te passen aan de strenge etiquette aan het hof en deed er van alles aan om aan de regels te ontsnappen.
Wat minder bekend is was dat ze in het diepste geheim honderden verzen schreef. Pas in 1952, ruim een halve eeuw na haar tragische dood, werd in het Zwitserse Bern een cassette gevonden waarin zij haar verzamelde gedichten had opgeborgen.
In haar poëzie klinkt veelal haar eenzaamheid door en haar hunkering naar een eenvoudig en vervuld leven. In 2000 gaf uitgeverij Bert Bakker een selectie, samengesteld en vertaald door Gerda Meijerink, uit onder de titel ‘Liefde, die moet vrij zijn’. De 21 gedichten zijn opgenomen in het Duits en het Nederlands. Ik koos voor het gedicht Áfscheid van Zandvoort’ of ‘Abschied von Zandvoort’. Keizerin Elisabeth bezocht tijdens haar leven een aantal maand deze Hollandse badplaats en verbleef daar in hotel Kaufmann en Villa Paula. Ze bezocht Zandvoort voor fysiotherapie door de beroemde dr. Mezger in Amsterdam. Als ze in Zandvoort was hield ze zich bezig met snelwandelen langs het Zandvoortse strand en paardrijden.
.
Afscheid van Zandvoort
.
Nog een laatste, lange blik
Op jou, geliefde zee!
En dan vaarwel, hoe moeilijk ook;
God geve mij rentree!
.
Voor ’n afscheidsgroet vond ik het gepast,
Deze stille maanlichtnacht;
Jij trekt je uit- een glanzend beeld-
In al je zilverpracht.
.
Wanneer achter de duinenrij
De prille ochtend kriekt,
Ben ik met snelle vleugelslag
Al ver van jou gewiekt.
.
Maar ze vliegen hier altijd
De meeuwen, een witte schaar;
Dat één ervan er niet meer is,
Word jij dat dan gewaar?
.
Abschied von Zandvoort
.
Noch einen letzten, langen Blick
Auf dich geliebtes Meer!
Dann lebe wohl, so schwer´s auch fällt,
Gott geb´, auf Wiederkehr!
.
Zum Abschiedsgrusse wählt´ ich mir
Die stille Mondesnacht
Du liegst vor mir ein schimmernd Bild
In deiner Silberpracht.
.
Wenn morgen übers Dünenland
Die Sonne Strahl dich streift,
Bin ich mit raschem Flügelschlag
Schon weit von hier geschweift.
.
Umkreisen wird dich, wie zuvor,
Der Möven weisse Schar;
Dass unter ihnen eine fehlt,
Wirst du es wohl gewahr?
.
Gedichten aan de lijn
Zug, Zwitserland
.
Nu het bijna 2014 is en weer een heleboel mensen aan de lijn gaan doen dacht ik, laat ik eens over gedichten aan de lijn schrijven.
In het Zwitserse plaatsje Zug werd in 2011 door Sigit Susanto en Lisa Palak, de stadspromotor het idee uitgewerkt om in de zomer, wanneer iedereen naar het meer komt (Zug ligt aan het meer van Zug) gedichten aan lijnen op te hangen. Deze lijnen werden gespannen tussen bomen en in twee categorieën verdeeld; volwassenen gedichten en kindergedichten.
Op hard kartonnen borden staan teksten als: Neem een gedicht, Schrijf een gedicht, Lees een gedicht en Luister naar een voorgedragen gedicht. De gekozen gedichten waren onder andere van Georg Trakl, Hölderlin, Theodor Storm en Goethe. Daarnaast werden een aantal Indonesische gedichten opgehangen (zowel in het Schwizerdütsc als in het Bahasa Indonesia) van onder andere Desdemona Casio, Dadan S. Sanusi, Hoo Jan d’Ras, Iswadi Pratama, Elnisya Mahendra en Ally Dalijo.
Hieronder een voorbeeld van Iswadi Pratama.
.
Pulang
Jangan kau semprotkan parfum pada baju-baju itu
Ia telah tergantung dibalik pintu, sudah lalu
Aku tak mau kehilangan bau keringatku
Tolong matikan televisi
Supaya ada sunyi
Supaya terdengar keluh meja dan kursi
Aku ingin mengenangkanmu pada bunyi
air di kamar mandi, kecut ketiak
atau nasi basi di dalam rak
Dan kau bisa mengingatku
pada derit engsel di pintu kamar
Atau dengus nafas yang tak sabar
Ya, Aku sudah pulang
Lubang hitam di kepalaku makin dalam
Kau rumah dibatas kelam
.