Site-archief
Als ik stil ben heb ik een bos in mijn hoofd
Siel Verhanneman
.
De Vlaamse dichter en schrijver Siel Verhanneman (1989) verloor in 2013 haar vader en drie jaar later haar zus. In 2016, een maand voor de dood van haar zus, bracht de overweldigende respons op sociale media Siel ertoe een dichtbundel in eigen beheer uit te brengen over de dood van haar vader. De 400 exemplaren waren onmiddellijk uitverkocht. Met haar instinctieve poëziedebuut ‘Als ik stil ben heb ik een bos in mijn hoofd’ (2016) maakte ze angst, verdriet en rouw wijd bespreekbaar.
In 2018 verscheen haar tweede poëziebundel ‘Zo scherp je kon er ook niet geweest zijn’ waarin ze de strijdlustige liefde, het geboetseerde geluk en de luide stilte van gemis verkent en in 2022 staat haar derde poëziebundel gepland (januari) ‘Wat nu met het licht dat binnenvalt’ waarin ze de impact die rouw heeft op intimiteit, spontaniteit en de zintuiglijke weergave van het leven belicht.
In 2020 werd Siel Verhanneman opgenomen in ‘Nu’ als één van de tien meest interessante jonge dichters van het moment. Werk van haar verscheen in Deus Ex Machina, De afstand en Watou 2020, een bloemlezing samengesteld door Peter Verhelst.
Uit haar debuutbundel ‘Als ik stil ben heb ik een bos in mijn hoofd’ komt het volgende gedicht.
.
Ben ik dan nu
een achterblijver
die uw auto ziet vertrekken
en in slow motion
haar met tranen
uit mijn gezicht veegt.
*
Je kleeft aan me vast als een slechte herinnering.
Je zit me op de huid, je kijkt me op de vingers.
En net als een hond na een regenbui,
probeer ik jou weer van me af te schudden.
Hoe graag ik je in duizend druppels als een plas wil achterlaten.
*
Het voelde als een hete douche
waarvan je
tijdens de eerste aanraking met je huid
twijfelt
of het niet gewoon ijskoud is.
*
De klok definitief op 11u43 gezet zodat de tijd zonder hem niet
verder hoeft te tikken.
.
Grootmoeder
Dubbel-gedicht
.
Vandaag in het Dubbel-gedicht twee gedichten over grootmoeders of oma’s. In deze twee gedichten is heel goed het verschil te lezen tussen hoe er naar een oma werd gekeken rond 1900 en hoe dat was rond het einde van de 20ste eeuw.
Het eerste gedicht is van de Vlaamse dichter Virginie Loveling (1863 – 1923). Virginie Loveling debuteerde, samen met haar twee jaar oudere zuster Rosalie, met realistische, observerende gedichten, die een sentimentele ondertoon hadden. Na Rosalies vroegtijdige overlijden in 1875 schreef ze in hoofdzaak novellen en romans in een vrij sobere en realistische stijl. Het gedicht van Loveling is getiteld ‘Grootmoeders portret’ en komt uit ‘Ik ben genoemd Meisje en Vrouw’ 500 gedichten over de vrouw uit de Nederlandstalige Letterkunde, samengesteld door Christine D’haen uit 1980.
Het tweede gedicht in dit Dubbel-gedicht over grootmoeders en oma’s is van Willem Wilmink (1936 – 2003). Het gedicht of eigenlijk de liedtekst is getiteld ‘Oma’s’ en ik nam het uit ‘Willem Wilmink verzamelde liedjes en gedichten’. De tekst is van het nummer ‘Oma’s van de CD ‘Loodzware tassen’ uit 2005.
.
Grootmoeders portret
.
In grootmoeders kamer daar hangt het beeld
uit hare kinderjaren:
Een lachend mondje, peerlenoog
En bruine kroezelharen
.
De kinderen stonden en staarden ’t aan,
En ’t zeî aan het ander:
”Och, waar’ dat schoone kindje hier,
Wij speelden met malkander!”
.
En de oude in haar leunstoel met bril en toer,
Keek op bij deze rede:
”Wie zou dat schoone kindje zijn?…
Gij speelt er altijd mede”.
.
Oma’s
.
Kinderen! Mijn oma komt
en ze blijft wel zeven dagen
en dan is het altijd feest
en ik kan haar alles vragen,
alles wat ik lekker vind,
-Ze verwent je, lieve kind.
.
En mijn oma heeft een brede hoed
en daar kom ik mee naar beneden
en mijn oma lacht erom,
want ze houdt wel van verkleden,
ze vindt mij zo’n leuke vent.
-Omdat oma jou verwent.
.
Oma neemt van alles mee
wat ik heel goed kan gebruiken.
Ze heeft snoepjes in haar tas
die naar odeklonje ruiken,
ze heeft lolly’s en kaneel.
-Ze verwent je veel te veel.
.
Spook en reus en toverheks,
daar kan oma van vertellen
en ze geeft me veel patat
en ze geeft me frikandellen
met een lekkere vette smaak.
-Ze verwent je veel te vaak.
.
Nooit praat oma erdoorheen
als ik ooit een keer wil praten,
Na het eten moet ze vaak
hele kleine windjes laten,
rikketikketikketik.
-Ze bederft je dat vind ik.
.