Site-archief
Autoloze zondag
Peter Theunynck
.
Ik schreef al eerder over Peter Theunynck https://woutervanheiningen.wordpress.com/2017/10/10/canadezen/, een voor mij nog steeds relatief onbekende Vlaamse dichter (1960) uit Antwerpen. En dat ga ik vandaag weer doen want toen ik in de vuistdikke bundel ‘600 gedichten over leven, liefde en dood’ of ‘Het nieuw Groot Verzenboek’ samengesteld door Jozef Deleu, weer eens ter hand nam en het gedicht ‘Vader’ van Peter Theunynck las bleven mijn ogen even hangen bij het begin van de vierde strofe; Het is de eerste autoloze zondag.
Ik herinner mij die eerste autoloze zondag nog goed, niet zozeer de datum (ik heb het opgezocht het was 4 november 1973) maar hoe het was. De stilte op straat, het rolschaatsen op de A12 bij Zoetermeer, het opschrikken als je toch ergens een auto hoorde en de vrijheid die ik voelde dat alles mogelijk was op straat op die dag.
Eerlijk gezegd dacht ik dat de autoloze zondagen in de jaren zeventig van de vorige eeuw de eerste in de geschiedenis waren maar wat blijkt; In 1939 (wegens de mobilisatie en het benzinetekort), 1946 (opnieuw benzine schaarste) en in 1956-1957 (na de Suezcrisis) waren er ook al autoloze (zon-)dagen.
In het gedicht tipt Theunynck heel even die dag aan en ik ben meteen weer terug op die eerste zondag in november. Dat is wat goede poëzie vermag. Daarom alleen al deel ik dit gedicht vandaag op dit blog.
.
Vader
.
Soms droom ik u terug
te zien wanneer de trein
langsheen uw landerijen raast.
.
U waant zich grijs en oud,
de hand aan het alaam,
gewapend tegen het voorbijgaan.
.
U zoekt de stal, de schapen
wilt u binnen halen. Geen poot,
geen steen is blijven staan.
.
Het is de eerste autoloze zondag
van het jaar. De ochtend hangt
zijn lakens in de boomgaard.
.
En ik verlies u zoals altijd
uit het oog, terwijl u toch
mijn aderen doorstroomt.
.
Alaam: gereedschap of mannelijke geslachtsdelen
Het was voorspeld
De mooiste gedichten over weer of geen weer
.
In de loop der jaren zijn er veel, heel veel poëziebundels verschenen rondom een bepaald thema. Inmiddels bezit ik er al vele tientallen van. Zo zijn er bundels over muziek, voetbal, dieren, moeders, kinderen, tuinieren, seks, Europa, het geloof, de oorlog (wereldoorlog I en II), de vrede, katten en ga zo maar door. Het aardige van dit soort bundels vind ik de variëteit in dichters en vormen van poëzie die samenstellers bij elkaar weten te vinden. Pas geleden heb ik weer een nieuw exemplaar aan mijn verzameling kunnen toevoegen, dit keer met als thema ‘het weer’, Nederlandser kun je het bijna niet krijgen.
In 2004 gaf uitgeverij Mozaïek uit Zoetermeer, de bundel ‘Het was voorspeld’ uit met als ondertitel ‘de mooiste gedichten over weer of geen weer’. Deze zelfde uitgeverij gaf al eerder themabundels uit over koeien en rivieren en dijken. Deze bundel werd samengesteld door Rien van den Berg en Liesbeth Goedbloed en bestaat uit gedichten van bekende dichters (Gerrit Achterberg, Herman de Coninck, Anna Enquist,Judith HerzbergToon tellegen, Vasalis en Willem Wilmink) en minder bekende dichters (Peter van Lier, Lenze L. Brouwers, Koos Geerds en Rouke van der Hoek). Onderwerpen zijn vormen van neerslag, de maanden, de seizoenen, weermannen maar ook de wind, de wolken en de zon.
Ik koos voor en gedicht van dichter Menno Wigman getiteld ‘Stil maar, wacht maar’.
.
Stil maar, wacht maar
.
Wat een geluk dat Holland niet bestaat.
Alleen een tenger land van mist en klei,
alleen miljoenen doden zonder steen,
alleen het ultimatum van de zee.
.
En wat een troost dat er geen morgen is,
dat er nooit sprake was van sneeuw en hagel,
zon en voorjaarswind – helemaal niks.
.
Alleen het ultimatum van het licht.
.
Tot zover het weerbericht.
.
Misverstand
Menno Wigman
.
Al eerder besteedde ik aandacht aan de poëzie van Menno Wigman (1966). Wigman publiceerde vanaf 1984 verschillende bundels, hij publiceerde poëzie in bladen als Vrijstaat Austerlitz, Zoetermeer, Optima, Maatstaf, De Tweede Ronde, Millennium, Payola, Bunker Hill, De Zingende Zaag, Passionate en De Gids en hij ontving voor zijn werk de A. Roland Holst-Penning (2015) en de Jan Campert-prijs (2002) voor ‘Zwart als kaviaar’. Naast dichter is Wigman vertaler en samensteller van bloemlezingen.
Uit de bundel ‘Zwart als kaviaar’ uit 2001 het gedicht ‘Misverstand’.
.
Misverstand
.
Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand
of drie geloof ik meer en meer dat poëzie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,
.
een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en ’s nachts – een heelkunst is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poëzie verpesten ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets
.
wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.
.
Hulp bij zelfdoding
Marc van Biezen
.
In 2011 verscheen bij uitgeverij Mistral de bundel ‘Ex-mondschilder’ van Marc van Biezen. Marc van Biezen (1968) debuteerde in 2007 met de bundel Afwezigheidsassistente. Zijn poëzie werd ook gepubliceerd in diverse tijdschriften, waaronder Zoetermeer en De Brakke Hond. Samen met collega-dichter Jaap Stiemer maakte hij de cd KRANK ZIN, een ‘ontluisterboek voor zachthorenden’.
In ‘Ex-mondschilder’ zijn (zeer) korte gedichten of puntdichten en aforismen gebundeld die stuk voor stuk donkere thema’s behandelen. Tegelijkertijd zijn de gedichten licht van toon wat het lezen zeker geen onaangename bezigheid maakt. Ziekte, verval, ongeluk en de dood zijn thema’s die voorbij komen. Volgens de uitgever poogt de dichter in deze bundel “het leed dat leven heet te bezweren met troostende relativering en absurdistische humor”.
Oordeel zelf aan de hand van het gedicht ‘Hulp bij zelfdoding’.
.
Hulp bij zelfdoding
.
adem in
adem uit
.
adem in
adem uit
.
en
stop
.
Binnenstadboogie
Recensie
.
Alexander Franken, de sympathieke dichter/singer-songwriter uit Den Haag, heeft bij U2pi zijn nieuwe bundel Binnenstadboogie gepubliceerd met gedichten en liedteksten. Op de achterkant van de bundel staat te lezen: ‘Alexander schrijft wat in hem opkomt. Soms is dat kort, lang, grappig, serieus, muzikaal, werelds.’
Na lezing van de bundel kan ik dit beamen. Binnenstadboogie is gevuld met bekend werk van Alexander (gedichten en liedjes die hij regelmatig op allerlei podia ten gehore brengt) maar ook (voor mij) onbekend werk. Van kort (drie korte zinnetjes) tot lang (meerdere pagina’s), Haags (daarover straks meer), grappig en serieus (zeker) en werelds.
Bundels als deze hebben vaak een thema of een rode lijn maar in Binnenstadboogie is dat vooral de mens Alexander Franken. Dat hij niet alleen dichter is maar (misschien wel vooral) singer-songwriter blijkt voor mij uit het feit dat bij veel teksten je bijna automatisch een muzikale lijn, een melodie in je hoofd krijgt waarop de tekst gelezen kan worden. Dat veel van zijn teksten rijmen draagt hier zeker aan bij. In zekere zin is een deel van zijn teksten als light verse te betitelen.
Als mede Hagenees kan ik ook veel van de teksten plaatsen. gedichten/liedteksten met titels als Scheveningen, Paleis Noordeinde, Zeebenen in de tram, Haags hart, De Oude Mol en Nu de duinen rusten zijn voor de inwoner van Den Haag pareltjes van herkenning en voor de niet Hagenaar/Hagenees een mooie reden om de Hofstad te bezoeken of te (leren) ontdekken.
Met veel liefde en warmte schrijft hij over zijn stad en haar inwoners. Vaak op een persoonlijke toon (Kees, Klaas, Maarten, Saskia en Bram, we leren ze allemaal via Alexander kennen) of in een beschrijving van situaties die Alexander meemaakt.
Ook de liefde komt regelmatig aan bod, het verlangen, de hoop, de hunkering. De liefde voor mensen en voor dingen, plaatsen. Zelfs uit het genadeloze gedicht Zoetermeer (waar ik ben opgegroeid en ook nog eens in de wijk Palestijn) blijkt een “Haagse liefde”.
Binnenstadboogie heb ik in één ruk uitgelezen maar met de wetenschap dat ik de bundel nog vaak even zal oppakken om een tekst terug te lezen of uit te citeren. Alexander Franken is geen dichter van de grote poëzie, zijn teksten neigen vaker naar liedteksten of anekdotes dan naar gedichten maar ik heb er van genoten. De poëtische teksten die ook in de bundel staan krijgen misschien daardoor juist wel een extra lading.
Omdat ik zelfspot een prachtige eigenschap vind, hier het gedicht ‘Zoetermeer’.
.
Zoetermeer *
.
Buien lusteloosheid
dalen op mij neer
als iemand mij verteld
“U nadert Zoetermeer”
.
De architect die dat bedacht heeft
was aan de drugs of straalbezopen
waarom heeft hij geen galg bedacht
om hem aan op te kunnen knopen
.
Een wijk heet er Palestijn
daar durft geen jood te komen
maar ook de vrome moslims
willen er niet wonen
.
Het Stadshart klopt er niet
.
De mensen zijn er chagrijnig
gelijk moet je ze geven
er valt toch niets te lachen
als je in Zoetermeer moet leven
.
Ik wou dat er een eind aan kwam
dus bad ik : “Lieve heer,”
“Als u ooit nog iets gaat scheppen”
“schep dan geen Zoetermeer”
.
* Met dank aan René Geerlings
Meer informatie over Alexander Franken en de bundel staat op zijn website http://www.alexanderen.nl
Nieuw gedicht
Zoetermeer 1967
Toen ik jong was was Zoetermeer nog een dorpje met 6.000 inwoners, werd een van de ssrte vinexwijken van Nederland gerealiseerd. Boerderijen maakten plaats voor nieuwbouwwoningen en al gauw was de Boerderij niet meer die plek waar de koeien op stal stonden en het graan werd verbouwd maar de poptempel te midden van flats en doorzonwoningen.
.
De Boerderij
.
Hier was de boomgaard met appelbomen en
perenbomen, waar kippen vrij rond liepen en wij,
niet gehinderd door enig historisch besef,
onze jeugdjaren gulzig genoten
.
Het uitzicht eindigde daar waar je ogen je brachten
waar de zon de scherpe lijnen tot wazigheid verwarmde
.
De eerste flatgebouwen klommen op uit de klei
van akkerbouwers en foerageergebieden van weidevogels
ze gaven ons een nieuwe horizon en brachten hoogte
in ons platte polderleven
.
we liepen gedachteloos van en naar school
terwijl zich om ons heen de wereld vormde
het dorp verdween als de seizoenen
zonder ooit nog terug te keren
.
daar lopen wij nu, in deze stad zonder grenzen,
waar alleen de poptempel nog verwijst naar vroeger tijden
.