Site-archief
Het liegend konijn
Serge van Duijnhoven
.
Het Liegend Konijn is een tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie onder redactie van Jozef Deleu. Twee keer per jaar – in april en oktober – brengt het blad een gevarieerd beeld van onze actuele Nederlandstalige poëzie. Het bevat uitsluitend nieuwe, niet eerder gepubliceerde gedichten: uit het nest geroofd, zoals op de website van het tijdschrift te lezen is. Het eerste nummer verscheen in 2003 en elke uitgave is eigenlijk een gedichtenbundel op zich maar dan met gedichten van verschillende dichters. Mooi uitgegeven door Van Haewyck, Leuven & Meulenhoff leest elk exemplaar heel prettig. Je kunt een abonnement nemen op dit tijdschrift (€ 35,- per jaar) of de nummers los kopen (€ 17,50). Met gemiddeld 150 pagina’s is dat een hele mooie prijs voor zoveel poëzie.
Uit het oktober exemplaar van 2005 (jaargang 3 nummer 2) koos ik voor een gedicht van Serge van Duijnhoven. Serge ken ik al heel lang (van lezen) en wat minder lang (van correspondentie). Zo schreef ik in 2014 nog een recensie van zijn bijzondere bundel en cd ‘Vuurproef’ https://woutervanheiningen.wordpress.com/2014/02/24/dichters-dansen-niet-2/
Uit Het Liegend Konijn koos ik voor zijn gedicht ‘Paragoniet’ (een mineraal met een parelachtige gloed).
.
Paragoniet
.
Er is te weinig weinig. De vergevingsgezindheid
van het niets waarin wij, als we eveneens
niets zouden zijn, zouden passen.
.
Begraaf mijn lot in het stof.
Begraaf mijn lot in perceptie.
Begraaf mijn lot in de handen
.
van een vadsige God
die handelt in de Liefde per opbod:
de aandelenzwendel van Eros.
.
‘Funny how dreams can die…’ zingt Astrud Gilberto
in eem van haar bossanova cantates.
Maar het tegenovergestelde is juist opmerkelijk:
.
‘Funny how dreams can survive…’
De onverbeterlijke neiging van de mens
om te willen geloven in illusies, tegen beter weten in.
.
We zijn aan verschillende onverzoenbare machten
ten prooi. Niets komt terecht. Niets is terecht.
En wat je verdient heeft er niets mee te maken.
.
Serge van Duijnhoven
Een echtelijke slaapkamer
.
Serge van Duijnhoven (1970) is schrijver, dichter en historicus (dat laatste wist ik niet). Hij is de oprichter van het tijdschrift MillenniuM en de Stichting Kunstgroep Lage Landen. Daarnaast is hij frontman van het muzikale gezelschap Dichters Dansen Niet. Ik ken Serge vooral van het laatste, zo besprak ik zijn laatste werk (bundel en CD) ‘Vuurproef ‘ in februari van vorig jaar. Wat schetste mijn verbazing toen ik een gedicht van zijn hand tegen kwam in de onvolprezen bundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten’ met de nieuwsgierigmakende titel ‘Een echtelijke slaapkamer’.
.
Een echtelijke slaapkamer
.
Hij spoelde aan. Een vis
met rottende ingewanden
Soms deed hij hele dagen
niets dan zich ontlasten
of pogingen daartoe
.
de bloedkorstjes in het toilet
liet hij door zijn vrouw
verwijderen. Hij zag haar
gebukt op de toiletvloer
Hij wilde haar gebukt in bed
.
De kuit moet zwemmen
tot haar maag. Zij spartelde
happend naar adem. Na afloop
zonk hij neer tot hij
verbaasd de bodem raakte
.
Op een avond trof zijn vrouw
hem kruipend in de keuken
Zij sleepte hem naar boven
in de kamer waar zijn cellen
konden zwellen. Hij kreunde
.
richtte zich nog een keer
op, kwijlde op zijn knokkels
en doorboorde haar met een
gestrekte arm vol tot aan
zijn oksel. Zo werden zij
.
gevonden – man en vrouw
hun lichamen verwrongen
als wrakken die, onder
toeziend oog van de zoon
door een arts werden gedemonteerd
.
Dichters dansen niet
Vuurproef
.
Op weg naar Brielle, waar ik ging voordragen bij de Infirmerie, luisterde ik in de auto naar de nieuwste productie van Dichters dansen niet: Vuurproef.
Dichters dansen niet bestaat uit dichter Serge van Duijnhoven, frequency-wizzard Fred de Backer en pianist Edwin Berg. Vuurproef is een box, ter grootte van een ouderwets 45 toerenplaatje met daarin een CD en losse vellen met de teksten van Serge. Een bijzondere box, uitgegeven door uitgeverij Nieuw Amsterdam, met een fraai ontwerp in grijs, geel en zwart.
Deze box beoordelen is niet eenvoudig, het is een productie die zijn gelijke niet kent wat mij betreft. Op de achterkant van de box staat dat dit het spectaculaire slotdeel van een trilogie is die in 2003 begon met ‘Bloedtest’ en gevolgd werd in 2007 door ‘Klipdrift’.
Nu heb ik Serge en Fred bezig gezien in Walhalla bij Daniël Dee en ik was toen al onder de indruk van hun bijzondere samenwerking maar deze productie boort weer hele nieuwe werelden aan. Wat ik ervoer tijdens het luisteren valt moeilijk te beschrijven, net als de inhoud van de CD, daarom maak ik jullie deelgenoot van de beelden, ideeën en namen die bij mij boven kwamen tijdens het beluisteren.
Dat waren: Jacques Brel, klassiek, Laurie Anderson, native American, Jazz, Linton Kwesie Johnson, duister, lief, clubhouse, recht voor zijn raap, mystiek, what you hear is what you get, kabbelend, uitbundig.
Ik begrijp dat als je dit leest, je afvraagt waar dit over gaat. Ik begrijp dat heel goed, maar deze CD laat zich beluisteren, niet vanuit bestaande ideeën maar vanuit een open staan voor nieuwe geluiden, teksten en belevenissen. Steeds als je denkt dat je dit trio doorhebt komen ze met iets volledig vreemds, zo anders dan het voorgaande en toch is het een geheel. De losse vellen geven inzicht in de mindset van de dichter, de CD geeft je een totaal beleving. Een die ik nog vele malen tot me ga laten komen, hier valt nog veel te ontdekken en te genieten!
Meer informatie over Dichters dansen niet en hun producties op: http://dichtersdansenniet.eu/
.