Site-archief
Na de zomer
Plint poëziekalender
.
Al jaren heb ik allerlei scheurkalenders in huis en het afgelopen jaar kreeg ik de Plint Poëziekalender cadeau. Elke dag een gedicht en tussendoor afbeeldingen van topstukken uit de collectie van het rijksmuseum. Ondanks dat ik de kalender elke dag zie hangen heb ik er, tegen mijn gewoonte in, niet dagelijks een blaadje afgescheurd. Op deze manier blijft die kalender een soort poëzieverzameling, een bundel in losse blaadjes die toch gewoon nog bij elkaar zitten.
In de kalender gedichten van vele bekende namen als Remko Ekkers, Vrouwkje Tuinman, Martin Bril, Jules Deelder en Ingmar Heytze maar ook van, voor mij, minder bekende namen als Margriet van Bebber, Gerard Berends en Mary Heylema. Uiteindelijk is het een zeer fraaie scheurkalender geworden waarin veel te genieten is. Als voorbeeld heb ik een gedicht van Marc Tritsmans gekozen met de toepasselijke titel ‘Na de zomer’ die op 6 oktober staat.
.
Na de zomer
.
na het al te droge, al te nadrukkelijke knerpen
van rotsen, de duizelende uitzichten over valleien
het broeierig geuren van in zomerzon stovende kruiden
.
sloop onaangekondigd binnen het verlangen naar
natte bladeren en humus, naar deze zware, donkere
aarde met zijn walm van schimmel en verrotting
.
die ik op mijn hurken nu dorstig in me opneem en
die me zelfzeker vertelt dat ik thuiskom, dat enkel hier
in modder, in gutsende regen heimwee kan worden gestild
.
Poëzie bij kunst
Werklicht # Fenix I
.
Enige tijd geleden werd ik door dichtervriend Joz Knoop gevraagd of ik een bijdrage wilde leveren aan het project Werklicht # Fenix I, een poëtische Raam-Wandel-Expositie bij Fenix I in Katendrecht Rotterdam aan de Nico Koomanskade 94 aldaar. Kunstenaarscollectief WERKLICHT van Joz Knoop en Theo Huijgens hebben in samenwerking met Verhalenhuis Belvédère en Poetry International de poëtische Raam-Wandel-Expositie georganiseerd.
100 Dichters presenteren nieuw werk bij de werken van 100 beeldend kunstenaars. De samenvoegingen zijn te zien in de vorm van een raamexpositie XL. Publiek wandelt rondom de Fenixloods 1 langs de ramen waar maar liefst de 100 van de nieuwe ‘gesamtkunstwerke’ zichtbaar zijn. Hiermee transformeren zij de Fenixloods in de zomer van 2021 tot een museumvitrine. Dat het een voornamelijk Katendrechts feestje is blijkt wel uit het feit dat maar liefst 70 kunstenaars en dichters woonachtig zijn in deze wiijk van Rotterdam.
Minder bekende namen en bekende namen doen mee aan dit project zoals Hans Wap, Vrouwkje Tuinman, Daniel Dee, Jana Beranová en Ahmed Aboutaleb. En ik heb dus ook meegedaan en mijn gedicht ‘Hou jij een oogje in het zeil?’ is deel van deze enorme museumvitrine. Hieronder het kunstwerk van Ronald Motta getiteld MOTTAORI waarbij ik het gedicht schreef en mijn gedicht. De gedichten en kunstwerken zijn nog de hele zomer te zien dus ga vooral eens kijken.
.
Hou jij een oogje in het zeil?
Hou jij een oogje In het zeil?
ogen in je rug, ogen van de ziel.
Zelden zag ik iets dat leek te kijken
zoals ik dacht, en waarvan ik had
verwacht, dat het bereik van wat ik
dacht te zien, nog groter was dan wat
het leek te zijn. Geen alziend oog, geen
god misschien maar alles in het vizier
van dooie mus, ongekend plezier, tot
waar het oog reikt; het nu en het hier.
.
Kompas
Anna Enquist
.
Pas geleden sprak ik een dichter over Awater. Volgens hem was dat dat blad met louter recensies. Ik heb hem meteen uit de droom geholpen door hem te vertellen dat Awater inderdaad recensies van dichtbundels plaats maar daar naast ook artikelen over dichters, gedichten, columns en interviews opneemt.
Zoals de nieuwe Awater (najaar 2020) met onder andere een artikel over Esther Jansma, columns van Thomas Möhlmann en Tsjead Bruinja, een artikel van Ingmar Heytze, poëzie van Mieke van Zonneveld, een verstript gedicht van Vrouwkje Tuinman en nog veel meer. En inderdaad ook een boel recensies van dichtbundels.
Zelf heb ik gekozen voor het abonnement waarbij je bij elk nummer de Poëzieclubkeuze krijgt toegestuurd. Dit keer de bundel ‘Berichten van het front’ van Anna Enquist (1945) uit 2020. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Kompas’.
.
Kompas
.
Je kan net zo goed een kruiswoordraadsel,
een cryptogram oplossen. Goochelen met
woorden een gordijn dat indringers uitsluit.
.
Take that, dichter. Wat houdt je weg met
je regels? Een vrouw uit haar geboortejaar
met brede heupen, grijzend haar? Een kind
.
om mee te lachen, zingen, spelen? Dek maar
toe, die ellende. Verleng het grafrecht, teken
naarstig woorden op, rangschik je zinnen.
.
Alles zwart op wit en beeldspraak van steen.
Door de gordijnkier grijnst wanhoop je aan
als je klaar bent. Daar moet je heen.
.
Poëzie luisteren
LP en DVD
.
Vorige week was ik in een kringloopwinkel in Limburg en daar lag een LP box met bakelieten 78 toeren platen uit 1936 met als titel ‘Tweede album verzen van Nederlandse en Vlaamse dichters van 1500 tot op heden’ gezegd door Paul Huf. Omdat ik geen platenspeler bezit waarop je 78 toeren platen kan afspelen heb ik de box niet gekocht. Met enige spijt want verzen die ‘gezegd’ worden uit 1936 had ik graag beluisterd.
Gelukkig kocht ik in een andere kringloopwinkel de bundel ‘Meer poëzie in Carré 1966 & 2006’ van uitgeverij van Gennep. Deel 1 van de Awater-reeks. Bij deze bundel zit een DVD met daarop een televisieregistratie van de spraakmakende 28 februari 1966 van Poëzie in Carré.
Naast deze DVD is er in de bundel een terugblik te lezen op die avond in 1966 en een foto-impressie. En natuurlijk lijsten van de deelnemende dichters in 1966 en in 2006 (in 2006 deden drie dichters mee die ook in 1966 deelnemen te weten Simon Vinkenoog, Gerrit Kouwenaar en Hans Verhagen).
Naast deze drie ouwe rotten veel hedendaagse dichters als Tjitskes Jansen, Ingmar Heytze, Hagar Peeters, Vrouwkje Tuinman, H.H. ter Balk, Ilja Leonard Pfeijffer en nog een aantal. Luisteren naar poëzie is iets bijzonders. Reden waarom ik graag op poëziepodia sta en ze ook bezoek. Je kunt een gedicht vele malen hebben gelezen maar als je de dichter het gedicht voor hoort dragen kan ik daar extra van genieten, om de voordracht en de accenten die de dichter in het gedicht legt die je nooit van papier kunt lezen.
Uit de bundel met dichters van Poëzie in Carré uit 2006 koos ik voor het gedicht ‘Jij ziet goed uit vandaag’ van Vrouwkje Tuinman.
.
Jij ziet goed uit vandaag.
.
De man van de griesmeelpannenkoeken
zegt iets tegen mij. De man de bakker.
Ik heb hem niet verstaan verdiept
in het vooruitzicht van mijn volle maag.
Veilig vol hij zegt het nogmaals
en ik schaam me. Je laat niet eimand
twee keer zeggen jij ziet goed uit.
Hij zegt ik mooi. dat verstaan.
Zou hij weten hij is de eerste die tegen
mij praat vandaag – nooit spreken met
volle mond – dat het de derde pannenkoek
is deze week. Hij vraagt of ik getrouwd.
.
Epigram voor Chet Baker
Frank Koenegracht
.
In de bundel ‘Rock ‘n’ Roll klinkende gedichten’ uit 2003 zijn door Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze 62 gedichten bijeengebracht over muziek. Over allerlei soorten muziek, niet slechts over Rock & Roll. In deze bundel staat het gedicht ‘Epigram voor Chet Baker’ van Frank Koenegracht dat oorspronkelijk verscheen in zijn bundel ‘Zwaluwstaartjes’ uit 1994.
.
Epigram voor Chet Baker
.
Wat huilen die twee toch.
Er zit iets ongebrokens in hun huilen.
Nee dat vind ik niet.
Het is een soort vliegeren, geen
huilen, ze huilen niet.
Het spijt me maar ze huilen wel.
.
Harry en K.
De daad in 69 gedichten
.
Ik schreef al eerder over de bundel ‘ Seks, de daad in 69 gedichten’ , in 2001 uitgegeven door uitgeverij 521, een bloemlezing van Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze met erotische gedichten van Nederlandstalige dichters. In deze bundel staan twee gedichtjes naast elkaar die opvallen door hun inhoud maar ook door hun vorm. Daarom deze twee hier gezamenlijk weergegeven. Het ene is van Harry Mulisch zonder titel en de ander is van K. Schippers met als titel ‘ Blank verse’ .
.
terwijl ik
klaarkom gaat
de bel.
wie kan
dat zijn zo laat nog?
een kind?
.
Blank verse
.
je
je
je
je je je
je en je
.
ik raak je overal niet aan
.
Haarspeld
Erotische gedicht van Paul Claes
.
Uit de niet te versmaden bundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten’samengesteld door Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze vandaag een gedicht van de dichter Paul Claes (1943). Dit gedicht werd gepubliceerd in de bundel ‘Rebis’ uit 1999.
.
Haarspeld
.
Soms speelt hij met de haarspeld in zijn hand.
Over de ribbels van haar ruggengraat
strelen zijn vingers, tot ze zich ontspant
en opengaat,
.
als hij zijn vingertop ertussen brengt,
en telkens weer kan hij er niet genoeg
van krijgen het te doen, terwijl hij denkt
aan wie haar droeg
.