Site-archief
Belgium Bordelio
Vreemdeling
.
Sinds 2014 is er in België een Dichter des Vaderlands. Om de twee jaar wordt een dichter uit een andere taalgemeenschap aangesteld. Deze eretitel werd in 2016 toegekend aan de Franstalige dichteres Laurence Vielle (1968), zij is een Franstalige Belgische dichteres en actrice.
Voor haar werk als schrijfster en voordrachtskunstenaar ontving ze verschillende prijzen. In 2015 kreeg ze een van de ‘Grands Prix Internationaux du Disque et du DVD’, in de categorie ‘Parole enregistrée’, van de Académie Charles Cros voor haar boek met bijhorende cd ‘Ouf’, die bij uitgeverij maelstrÖm verscheen.
De Dichter des Vaderlands is een “project” dat de taalgemeenschappen de kans biedt, in een verbrokkelend Belgisch landschap, om steeds weer spelenderwijs bruggen te slaan, om uitwisseling te stimuleren, gemeenschappelijke acties te bedenken en grenzen te doen vervagen.
Laurence Vielle droomde ervan dat er op school opnieuw ruimte komt om gedichten uit het hoofd te leren, dankzij een bloemlezing voor kinderen en jongeren vanaf 11 tot 18 jaar.
Bij uitgeverij Maelström verscheen in samenwerking met Poëziecentrum reeds eerder Belgium Bordelio, volume I en II, een tweetalige bloemlezing van levende Belgische dichters. In de mini versie zijn de volgende Vlaamse en Franstalige (jeugd) dichters opgenomen:
Joke van Leeuwen . Luc Baba
Lotte Dodion . Youness Mernissi
Stijn Vranken . Lisette Lombé
Geert De Kockere . Gioia Kayaga
Seckou Ouologuem . L’Ami Terrien
De bloemlezing werd voor de bescheiden prijs van 3 euro verkocht en bij elke nieuwe start van het schooljaar aan de leerlingen aangeboden. Maar dit mini tijdschrift is ook digitaal te lezen via https://poeziecentrum.be/sites/default/files/01_book_139_bookleg_mini_bordelio_entier_web_def.pdf
In dit mini magazine (A5 formaat, dus net iets groter dan de MUG zine) verrassende nieuwe namen maar ook een naam die ik niet verwacht had namelijk die van Joke van Leeuwen. Ik weet dat zij stadsdichter van Antwerpen was maar voor zover ik weet is ze toch een Nederlandse dichter. Dat doet overigens niets af aan de aantrekkelijkheid van dit magazine.
Ik koos voor een gedicht van Geert de Kockere getiteld ‘Vreemdeling’ en in het Frans ‘Étranger’.
.
Vreemdeling
.
Weet je
wat zo vreemd is
aan een vreemdeling?
.
Een vreemdeling
wordt maar een vreemdeling
als hij uit zijn decor stapt.
.
En een niet-vreemdeling
wordt een vreemdeling
als hij in dat decor stapt.
.
Het is dus vaak
maar een kwestie
van decor en attributen.
.
Étranger
.
Tu sais
ce qui devient si étrange
chez un étranger?
.
Un étranger
ne devient un étranger
qui lorsqu’il sort de son décor.
.
Et un non-étranger
devient un étranger
dès qu’il entre dans ce décor.
.
Ce n’est donc souvent
qu’un question
de décor et d’accessoires.
.
Het zingend meisje
De stem der muze
.
In de loop der tijd heb ik verschillende exemplaren van de ‘Muze’ reeks verzameld ( bijvoorbeeld De muze op zee, 2 muzen, De muze viert feest en De muze en Europa) en ik dacht een nieuw exemplaar aan deze reeks te kunnen toevoegen toen ik ‘De stem der muze’ kocht. Maar dit was niet het geval. Waren de exemplaren uit de Muze reeks allemaal Boekenweek geschenken, dat is ‘De stem der muze’ niet. Deze in 1961 uitgegeven bundel met als ondertitel ‘een bundel moderne gedichten om voor te dragen samengesteld door P. Maassen’ is een losse uitgave van uitgeverij J.M. Meulenhoff.
De bundel begint met een ‘Open brief’ of een inleiding van toneelspeler en voordrachtskunstenaar Hans Tiemeyer gericht aan ‘de jongeren van Nederland’. In een gloedvol betoog richt Tiemeyer zich tot de Nederlandse jongeren met de boodschap dit boek aan te schaffen, bij zich te dragen en regelmatig een gedicht eruit te lezen, waarna hij verder ingaat op de melodie, de muziek en het het metrum van de gedichten. Hij pleit er ook voor om de gedichten ‘mee te zingen’om ze zo eigen te maken.
Hij eindigt de brief met: “Nou nog een enkel woord over het meezingen zelf, het voordragen dus: doe het voor jezelf, net zolang tot je alles, maar dan ook alles weet wat de dichter bedoelde. Je zult gelukkig zijn met dit te weten, deel het dan mee aan iemand die je dierbaar is, laat hem of haar delen in je geluk en als je helemaal zeker bent van jezelf, draag het dan aan meer mensen voor. Door dit delen van je rijkdom word je zelf niet armer en worden zij rijker, want ‘Verzen zijn onsterfelijke geschenken’. ”
Ik kan het niet meer eens zijn met hem. Ook daarom een gedicht uit deze bundel van de Vlaamse dichter Karel Jonckheere (1906 – 1993). Deze wereldreiziger bezocht vele delen van de aardbol en zijn reizen waren een grote bron van inspiratie voor zijn gedichten.
.
Het zingend meisje
.
Zij wacht en rilt, als bloemen in de avondwind,
en voelt een tere bron zacht naar haar lippen vloeien.
Reeds deint de klamer in haar blik, die verten vindt,
waarin de melodie tot louter droom kan bloeien.
.
Zij zingt, alleen. Haar jonge, menselijke stem
schenkt aan elk slapend woord het glanzen van koralen;
soms fluistert zij om plots met innig schuchtre klem
de schone, wilde ziel uit éne klank te halen.
.
Wie luistert weet dat er muren zijn en tijd,
hij voelt zich weerom rijp voor reis en avonturen,
maar ook voor stilte en leed en oude innigheid,
en glimlacht wijs en hoopt dat ’t lied mag blijven duren.
.
Von Solo
De Jeff Koons van de vaderlandse poëzie
.
Ik heb al een tijdje niets meer vernomen van Von Solo, de self acclaimed Jeff Koons van de vaderlandse poëzie. Sinds het overlijden van zijn grote vriend Derrel Niemeijer is het, voor mij in ieder geval, wat stil geworden rond deze sympathieke dichter. Von Solo is een ware activist in de voordrachts- en slampoëzie. Sinds een vliegende start in het najaar van 2011 bestijgt hij podia door geheel Nederland en België. Hij wekt afschuw en afbraak en heeft hier een solide reputatie mee opgebouwd die hij maar al te graag tegelijk waarmaakt en ondergraaft. Dat staat op zijn website te lezen http://www.vonsolo.nl
Daar lees ik ook vooral columns van zijn hand, zeer leesbaar, actueel en gevat maar toch anders dan zijn poëzie. Zijn laatste optreden (en daar is Von Solo legendarisch om wat mij betreft), dateert alweer van 1 oktober jongstleden. Om de jonge lezers die Von Solo nog niet kennen te introduceren met zijn werk heb ik zijn gedicht ‘Pantserkruiser Potemkin’ gekozen om hier met jullie te delen. Wil je Von Solo ‘echt’ meemaken ga dan eens naar een voordracht van hem.
.
Pantserkruiser Potemkin
.
Aangedreven door schroeven
Grote kanonnen genoeg
Pompende machines in de buik
Doorklievend met een stalen boeg
In je haven aangemeerd
Tijd voor een groots onderhoud
De zaak moet doorgesmeerd
Pantserkruiser voor de ware liefde
Als graanschip vol met rijpe zaden
Pompende machines in de buik
Geen woorden meer, maar daden
Anker uit en trossen los
Hoe kan dat tegelijk
Net zo zinloos als je afvragen
Of ik op een pantserkruiser lijk
Toch is het zo, nu weet je het zeker
De ramboeg zit erin
Je maakt water nu, ontken het maar
Ontkennen heeft geen zin
De golven breken je, je verzuipt erin
En kreunt naar adem snakkend zacht
Pantserkruiser
Potemkin
.
Ik, schaduw
Simon Vinkenoog
.
Als dichter, schrijver maar vooral als voordrachtskunstenaar was Simon Vinkenoog (1928 – 2009) een fenomeen. Op 21-jarige leeftijd begon hij het Nederlandse literaire blad ‘Blurb’ waarvan 8 edities verschenen in 1950-1951. De titel verklaarde hij als volgt: “Wij geloven niet meer in het vinden van scabreuze woorden in nog niet bestaande woordenboeken en wij hebben dus gekozen: blurb. Waarvan één betekenis gebrabbel is”. Op 1 juni 1951 verscheen het achtste en laatste nummer met de woorden: “Laten we het mooi houden, er vooral geen literatuur van maken”. Dit kenschetst Simon Vinkenoog als geen ander. In 1961 begon hij het blad ‘Randstad’ en in 1964 het magazine ‘Kunst van nu’.
In 1950 debuteerde hij met de bundel ‘Wondkoorts’ en hij schreef in zijn leven meer dan 50 publicaties waarvan één van de bekendste toch wel ‘Atonaal’ uit 1951 is, het publieke manifest van de Vijftigers.
.
Uit de bundel ‘Spiegelschrift, gebruikslyriek’ uit ‘Vier gedichten tegen dood door angst’ het gedicht ‘Ik, schaduw’.
.
Ik, schaduw
.
Een ander ben ik,
gestoken in mijn kleren,
die met mijn naam wordt aangesproken.
.
Hij woont in hetzelfde huis als ik,
wij slapen met dezelfde vrouw
en lezen tezelfdertijd dezelfde boeken.
.
’s Morgens wordt hij in mij wakker,
staat met mij op, wast zich en scheert mij,
wij nemen samen afscheid, lopen samen door de straten.
.
Hij werkt, hij denkt, hij eet voor mij,
uit mijn mond komen ook zijn woorden.
Soms overvalt hij hersenschuddend mij
en grijpt de kans aan, in mij rond te moorden.
.
Ik haat hem; hij verraadt mijn geheimen.
Wat ik niet zeggen wil
schreeuwt hij voluit van de daken.
.
Ik weet niet meer wie ik ben,
ik weet niet waar hij mij zal leiden,
maar als ik niet meer leef
neem dan gerust zijn handschrift voor het mijne.
.