Site-archief
Twee kerkhoven
Dichter van (de rest van) de maand
.
Ik lees in de bundel ‘Voor het onweer’ van de Duitse dichter Michael Krüger in vertaling van Cees Nooteboom uit 2012, en ik kom tot de conclusie dat ik zijn poëzie bijzonder krachtig en mooi vind. Reden om Krüger de rest van de maand augustus dichter van de maand te maken. Dus de komende zondag een gedicht van zijn hand op dit blog.
Vandaag het gedicht ‘Twee kerkhoven’, een niet heel verrassende keuze voor mensen die mij een beetje kennen. Kerkhoven zijn om meerdere reden plekken waar ik graag kom; om de rust en stilte, als plek van bespiegeling en beschouwing en om de cultuurhistorische waarde, kerkhoven zijn ook altijd een weerspiegeling van een tijd en een cultuur. Sommige zijn sober en ingetogen en andere zijn uitbundig en vol ‘leven’. Kruger beschrijft dit prachtig in onderstaand gedicht. Bezoek maar eens een willekeurige begraafplaats buiten Nederland of zelfs in een ander deel van Nederland en je begrijpt wat ik bedoel.
.
Twee kerkhoven
.
Vandaag ben ik langs twee kerkhoven gekomen.
Het ene lag afwijzend onder de gloeiende zon
en zei met al zijn houten kruisen: Nee!
Het andere prees zich aan met duizendhandige ahorn
en vogelgezang voor zijn gepolijst marmer.
Ik kon niet kiezen. Voor alle twee viel veel te zeggen.
Ook de doden konden me niet verder helpen,
vergeten dichters en scheikundeprofessoren,
hun gespeelde ernst verwarde me.
Toen voelde ik het potlood in mijn jaszak,
mijn vriend op alle reizen, en ik maakte me klein
en verdween.
.
Begraafplaats in Sighișoara, Transsylvanië (Roemenië) Foto: WvH
Dracula
Gedicht uit 2012
.
In de afgelopen jaren heb ik wat geëxperimenteerd met stijlen en vormen en een aantal voorbeelden heb je op dit blog kunnen lezen. Hoewel ik vaker verhalend dicht was dit een poging om een heel verhaal (van Dracula) in een gedicht te vatten met tal van verwijzingen. Misschien niet de meest verfijnde poging maar ik wilde hem jullie toch niet onthouden.
.
Levenslang lezen
In plaats van in zijn kist, klimt de graaf
de trap op van zijn boekenkast. Nog maar
1897 te gaan, hij veegt wat bloed van zijn
mondhoek. De ijzersmaak van Transsylvanische
aderen staat hem tegen
Als een chemokuur verlengt het echter
zijn getunnelde leven. Nog maar 1897 te gaan
dan is zijn werk gedaan, zijn de regels genoten,
de hoofdstukken verorbert, een levenswerk
geschreven en gelezen
Vannacht, bij het doven van de zon, wanneer
de stoker van zijn onrust het vuur in hem
aanwakkert, zijn dorst naar leven hem voert
naar jonge maagden en middernachtelijke
verjonging, zal hij denken
aan de vele woorden die hem nog wachten, 1897
titels te gaan. Laat hem zijn hoofd neer leggen,
de vrees in de zwarte uren van de dag wegnemen.
Alles gelezen wat hij wilde, verslaafd aan bloed en letters
zelf een verhaal geworden
.