Site-archief
De mug en de wolf
Ivan Krylov
.
Terwijl de oorlog die Rusland is begonnen tegen de Oekraïne voortduurt zou je soms bijna vergeten dat Rusland vele prachtige schrijvers en dichters heeft voortgebracht. In de bundel ‘Bij mij op de maan, Russische kindergedichten’ uit 2018, staat een schat aan gedichten van Poesjkin, Krylov, Achmatova, Majakovski en Brodski. Gedichten van schrijvers en dichters die voor volwassenen schreven maar die dus ook poëzie voor kinderen schreven.
Vertaler en samensteller Robbert-Jan Henkes kreeg voor zijn vertaling van deze bundel de Aleida Schotprijs en de Filter Vertaalprijs. NRC noemde dit boek een poëtische goudmijn, tijdloos en briljant, de Nederlandse kinderpoëzie is in één klap met honderden nieuwe gedichten uitgebreid.
Een van de dichters uit deze bundel is Ivan Krylov (1769-1844). Krylov is Ruslands bekendste schrijver van fabels en waarschijnlijk de meest epigrammatische van alle Russische auteurs. Voordat hij op 40 jarige leeftijd dit genre ontdekte was hij toneelschrijver en journalist. . Hoewel veel van zijn eerdere fabels losjes gebaseerd waren op die van Aesopus en La Fontaine , waren zijn latere fabels origineel werk, vaak met een satirische inslag.
Dat dit geen bezwaar was om ook in een bundel vol poëzie voor kinderen te worden opgenomen blijkt uit zijn ‘gedicht’ ‘De mug en de wolf’. En bij de laatste twee zinnen moet je dan onwillekeurig toch weer denken aan de oorlog die nu woedt.
.
De mug en de wolf
.
Een mug
Onder de brug
Bij de Tataren
Of de Khazaren
Kreeg bezoek van een wolf,
Die hem stopte
En bij hem aan het deurtje klopte.
Binnen begon hij meteen te happen
En te klappen met zijn kaken.
Maar de mug was vlug
En wist op de kast
Te ontsnappen.
De wolf was woest:
– Ik ga je kraken, gast!
– Ja, vast! zei de mug,
Hou je maar koest.
Je kan me niet pakken,
Ik laat me niet zakken,
Jij kan er niet bij
Ik blijf lekker vrij!
Maar de wolf
Sprong
En heeft toen met zijn tong
De mug opgelikt
En doorgeslikt.
.
Hieruit kan men enigszins leren
Hoe de sterken de zwakken kunnen ruïneren.
.
Wys my die plek
Zuid Afrikaans dichter
.
Christian Frederik Louis Leipoldt (1880 -1947) was dichter, toneelschrijver, arts, verslaggever en voedselexpert. Hij was een van de leidende figuren in de poëzie van de Tweede Taalbeweging. De slogan van het Afrikaanse Taalgenootschap dat de Tweede Taalbeweging was gestart was “Afrikaans schrijven en spreken, Hollands leren, allebei lezen”. De beweging was vooral gericht tegen de om de verengelsing van het Zuid-Afrikaanse volk – iets dat toen ook al een actueel onderwerp was – tegen te gaan.
Behalve poëzie schreef Leipoldt romans, toneelstukken, verhalen, kinderboeken, kookboeken en een reisdagboek. Hij wordt gerekend tot de grootste Afrikaanse dichters. Van zijn hand is het onderstaande titelloze gedicht dat ik voor de liefhebbers in de Nederlandse vertaling en in het Afrikaans heb opgenomen.
.
Toon me de plaats waar we naast elkaar stonden,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, voordat je liefde voor mij stierf,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, zij is hetzelfde: de zilveren zee
Schittert in de zonnestralen, net zoals zij voorheen
Eens schitterde, als een welkom
Voor onze liefde die standhoudt en alles goedmaakt.
.
Toon me de plaats waar we samen knielden,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, toen één ziel ons samen hield,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, hij is hetzelfde: de hemel, zo blauw,
Lacht ons net als voorheen toe,
En blijft stralen als een welkom
Voor onze liefde die standhoudt en alles goedmaakt.
.
Toon me de plaats waar we samen liepen,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, toen onze harten zoveel hoopten,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, het is hetzelfde! Behalve voor jou.
Wie van ons heeft het meeste leed te dragen?
Jij, die bent vergeten – of ik, die moet boeten
Voor mijn liefde die standhoudt en alles goedmaakt?
.
En in het Afrikaans:
.
Wys my die plek waar ons saam gestaan het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, voor jou liefde vir my getaan het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde: die silwer see
Blink in die sonskyn, soos lang verlee
Dit eenmaal geblink het, ’n welkomsgroet
Vir ons liefde wat uithou en alles vergoed.
.
Wys my die plek waar ons saam gekniel het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, toe een siel vir ons saam besiel het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde; die hemel, blou,
Lag soos voorheen op my en op jou
Dit skitter nog altyd ?n welkomsgroet
Vir ons liefde wat uithou en alles vergoed.
.
Wys my die plek waar ons saam geloop het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, toe ons harte nog soveel gehoop het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde! Net jy nie. Vra,
Wie van ons twee moet die meeste dra?
Jy, wat vergeet het ? of ek wat boet
Vir my liefde wat uithou en alles vergoed?
.
Ik heb je lief
Nâzim Hikmet
.
Nâzim Hikmet (1902-1963) is de meest geliefde en gelezen dichter van Turkije. Met zijn poëzie veranderde hij het aanzien van de Turkse literatuur. Naast dichter was hij roman-, toneel- en memoiresschrijver. Tijdens de Eerste Wereldoorlog begint hij in Istanboel gedichten te schrijven. Hij studeert politieke economie aan de universiteit en moet omwille van zijn communistische gedachtegoed uit Turkije vluchten. In 1928 keert hij terug en wordt in 1938 opgepakt en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar; zijn boeken zouden aanzetten tot ongehoorzaamheid en rebellie. In 1950 komt hij eindelijk vrij en vlucht naar de Sovjet-Unie. In 1963 sterft hij er en wordt in Moskou begraven.
Als dichter wilde Hikmet schrijven over de universele gevoelens, hij zei daarover: “Ik wil dat alles wat eigen is aan de mens ook eigen is aan mijn poëzie”. Hij schreef over de liefde, de dood, vrede en revolutie, vreugde en verdriet, hoop en hopeloosheid. Ook zei hij: “Als de lezer een gedicht wil lezen over het 1 meifeest dan moet hij bij mij zijn, en als hij een gedicht wil lezen over zijn onbeantwoorde liefde, dan moet hij ook mijn boeken lezen”, om zijn brede interesse en thematiek maar aan te geven.
Ik koos uit de bundel ‘De mooiste gedichten van Nâzim Hikmet’ uit 2007 een liefdesgedicht getiteld ‘Ik heb je lief’ geschreven op 27 augustus 1960.
.
Ik heb je lief
.
Zoals men brood in zout dipt en eet, zo heb ik je lief,
zoals ik ’s nachts, door koorts uit mijn slaap gehaald,
mijn brandende mond aan de waterkraan druk, zo
[heb ik je lief,
zoals men een zwaar pakje van de post waar men inhoud, noch
[afzender van kent,
haastig, blij en nieuwsgierig opent, zo heb ik je lief,
zoals ik voor de eerste keer over de oceaan zou vliegen
[zo heb ik je lief,
zoals de avond zacht over Istanbul valt
en me ontroert, zo heb ik je lief,
zoals ik zou roepen ‘Goddank, we leven!’, zo heb ik je lief.
.
Biologica
Leo Vroman
.
Het thema van de Poëzieweek mag dit jaar dan Natuur zijn, in 2018 verscheen van dichter Leo Vroman (1915-2014) postuum de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ de mooiste gedichten over het leven in en rondom ons. Vroman was een Nederlands-Amerikaans dichter, (toneel)schrijver, tekenaar, schilder, bioloog en hematoloog. In Nederland is hij echter vooral bekend als dichter. Zelf beschouwde hij zich allereerst als wetenschapper. Vroman woonde en werkte vanaf 1947 in de Verenigde Staten en werd in 1951 Amerikaans staatsburger. Desalniettemin geldt hij als een van de belangrijkste Nederlandse dichters van de vorige eeuw.
Vromans werd tijdens zijn leven meerdere malen bekroond. Zo ontving hij onder andere in 1950 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor ‘Gedichten, vroegere en latere’ in 1964 de P.C. Hooft-prijs voor zijn oeuvre, en in 1996 de VSB Poëzieprijs voor ‘Psalmen en andere gedichten’.
Vromans gedichten zijn levendig en herkenbaar, al sinds zijn debuut in 1946. Hij behoort tot geen enkele stroming binnen de literatuur, maar heeft een speelse, grillige, soms surrealistische stijl. Criticus Kees Fens noemde Vroman ooit ‘de vlakbijste dichter’ van Nederland, wat iets zegt over de toegankelijkheid van zijn poëzie.
Zoals gezegd verscheen in 2018 de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ en uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Biologica’ dat eigenlijk voor zichzelf spreekt.
.
Biologica
.
Ik was altijd al omgeven
door al die schattige vormen
van het aardse leven.
Neem nou die regenwormen.
Als kind al, hoe mij zo’n regen-
worm dringend moest doorboren
tussen mijn vingertjes door en
terug naar de natte grond,
daar kon ik gewoon niet tegen.
Drukte ik niet vaak met mijn meest
innige liefde mijn mond
zoetsappig op zo’n beest?
Hoe dieren elkander vinden!
Eerst even snuffelen,
dan elkaar knuffelen
en dan verslinden.
Heerlijk te worden omgeven
door al dat leven.
.
Joy Harjo
Dichter laureate
.
De dichter-laureaat van de Verenigde Staten ( een soort Dichter des Vaderlands) wordt jaarlijks benoemd door de Bibliothecaris van het Congress. De termijn van dichter-laureaat is een jaar, die duurt van september tot mei, in tegenstelling tot de Dichter des Vaderlands die voor twee (kalender) jaar wordt gekozen. De Amerikaanse dichter-laureaat geeft altijd een lezing in de Library of Congress en houdt zich vaak bezig met een gemeenschapsgericht poëzieproject met nationaal bereik.
De positie van Consultant in Poetry is in 1936 bedacht door een filantroop genaamd Archer M. Huntington, die een leerstoel voor poëzie van de Engelse taal in de Library of Congress had. Het jaar daarop werd Joseph Auslander de eerste “Consultant in Poetry to the Library of Congress”. Hij bekleedde deze rol tot 1941, toen Archibald MacLeish, de toenmalige bibliothecaris van het Congres, een termijn van een jaar instelde voor deze functie. Pas in 1986 werd de titel veranderd in Poet Laureate Consultant in Poetry, of kortweg Poet Laureate (Dichter-laureaat). Deze functie is bij wet vastgelegd. In de Verenigde Staten is het niet ongebruikelijk dat iemand die deze positie een jaar bekleed, er een tweede termijn bij krijgt.
Aaanvankelijk lag de nadruk bij de positie van (toen nog Advisor in plaats van Consultant) meer op het ontwikkelen van de bibliotheekcollecties. Toen de functie overging in die van Consultant kwam de nadruk meer te liggen op het organiseren van lokale poëzielezingen, lezingen, conferenties en outreach-programma’s. Meer informatie over deze functie (verdeling man/vrouw, termijnen, vergoedingen, projecten en veel meer) kun je vinden op deze website https://www.loc.gov/programs/poetry-and-literature/poet-laureate/poet-laureate-history/
De huidige Consultant in Poetry to the Library of Congress is Joy Harjo (1951). Harjo (benoemd in juni 2019) is een Amerikaanse dichter, muzikant, toneelschrijver en auteur. Zij is de eerste Native American die deze eer toekomt. Ze is ook pas de tweede Poet Laureate Consultant in Poetry die drie termijnen vervult zodat ze haar grote dichter-laureaat-project “Living Nations, Living Words” verder kan ontwikkelen en uitbreiden. In dit project brengt ze de verhalen en stemmen van de native americans (plat gezegd de inheemse Indiaanse bevolking) bij elkaar en plaats deze in een kaart van de Verenigde Staten.
Het gedicht ‘Perhaps the world ends here’ van Joy Harjo komt uit de bundel ‘The Woman Who Fell From the Sky’ uit 1994.
.
Perhaps the world ends here
.
The world begins at a kitchen table. No matter what, we must eat
to live.
.
The gifts of earth are brought and prepared, set on the table. So it
has been since creation, and it will go on.
.
We chase chickens or dogs away from it. Babies teethe at the
corners. They scrape their knees under it.
.
It is here that children are given instructions on what it means to
be human. We make men at it, we make women.
.
At this table we gossip, recall enemies and the ghosts of lovers.
.
Our dreams drink coffee with us as they put their arms around
our children. They laugh with us at our poor falling-down
selves and as we put ourselves back together once again at the
table.
.
This table has been a house in the rain, an umbrella in the sun.
.
Wars have begun and ended at this table. It is a place to hide in
the shadow of terror. A place to celebrate the terrible victory.
.
We have given birth on this table, and have prepared our parents
for burial here.
.
At this table we sing with joy, with sorrow. We pray of suffering
and remorse. We give thanks.
.
Perhaps the world will end at the kitchen table, while we are
laughing and crying, eating of the last sweet bite.
.
In de beperking toont zich de meester
30 mrt
Geplaatst door woutervanheiningen
Johann Wolfgang von Goethe
.
De waarde van lezen ligt voor mij vooral in het ontdekken van nieuwe werelden, inzichten en verhalen. En natuurlijk geldt dit ook voor het lezen van poëzie. De uitspraak ‘In de beperking toont zich de meester’ kende ik, maar dat deze uitspraak van de Duitse wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter, natuuronderzoeker en staatsman Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) was wist ik dan weer niet.
Dat ik nu weet dat Goethe deze uitspraak deed komt door het gedicht ‘Natuur en Kunst’ of ‘Natur und Kunst’ in het Duits, dat ik las in de bloemlezing ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ De Westeuropese poëzie in honderd gedichten uit 1996. Hierin zijn 100 bekende en/of beroemde gedichten opgenomen die gerekend kunnen worden tot de beste uit vijf West-Europese taalgebieden; het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans. Samensteller Peter Verstegen sloeg geen enkele beroemde dichter over in dit ruim 400 pagina’s tellende overzicht.
Dichters als Dante, Petrarca, Shakespeare, Keats, Baudelaire, Rimbaud, Goethe en Rilke, ze zijn allemaal vertegenwoordigd. De gedichten zijn opgenomen in de oorspronkelijke taal en in een vertaling en voorzien van commentaar door Peter Verstegen. Voor de volledigheid deel ik hier het gedicht ‘Natuur en Kunst’ in de vertaling en in het Duits.
.
Natur und Kunst
.
Natur und Kunst, sie scheinen sich zu fliehen,
Und haben sich, eh’ man es denkt, gefunden;
Der Widerwille ist auch mir verschwunden,
Und beide scheinen gleich mich anzuziehen.
.
Es gilt wohl nur ein redliches Bemühen!
Und wenn wir erst in abgemeßnen Stunden
Mit Geist und Fleiß uns an die Kunst gebunden,
Mag frei Natur im Herzen wieder glühen.
.
So ist’s mit aller Bildung auch beschaffen:
Vergebens werden ungebundne Geister
Nach der Vollendung reiner Höhe streben.
.
Wer Großes will, muß sich zusammen raffen;
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister,
Und das Gesetz nur kann uns Freiheit geben.
.
Natuur en Kunst
.
Natuur en kunst lijken elkaar te mijden,
Maar eer je ’t weet komen zij tot elkaar;
Ook mijn afkerigheid is niet meer waar,
Ze lijken mij gelijkelijk te verleiden.
.
Slechts de intentie telt! Zolang wij maar
Eerst aan de kunst een aantal uren wijden
Met geest en ijver, is het geen bezwaar
Als de natuur het hart weer komt bevrijden.
.
Zo is het met cultuur van elke rang:
Vergeefs zullen door niets gebonden geesten
Naar vervolmaking van het hoogste streven.
.
Naar grootheid streven vergt veel zelfbedwang;
In de beperking pas toont zich de meester,
En wetten slechts kunnen ons vrijheid geven.
.
Andy Warhol
Dit delen:
Vind ik leuk:
Geplaatst in Dichtbundels, Duitse dichters, Favoriete dichters
1 reactie
Tags: 1996, Andy Warhol, Baudelaire, beste uit de taalgebieden, Bloemlezing, commentaar, Dante, de westeuropese poëzie in honderd gedichten, dichtbundel, dichter, Duits, Duits dichter, Engels, filosoof, Frans, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Goethe, In de beperking toont zich de meester, inzichten, Italiaans, johann wolfgang von goethe, Keats, lezen, Natur und Kunst, Natuur en Kunst, Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren, natuuronderzoeker, oorspronkelijke taal, Peter Verstegen, Petrarca, poëzie, poëziebundel, Rilke, Rimbaud, romanschrijver, samenstelling, Shakespeare, Spaans, toneelschrijver, verhalen, Vertaling, vijf Europese taalgebieden, West-Europa, wetenschapper