Site-archief
De Bevera
Max Niematz
.
De in Tilburg geboren maar in Groningen wonende dichter, schrijver Max Niematz (1942) debuteerde in 1987 als dichter met de dichtbundel ‘De bestijging van Popoque’ bij BZZTOH waarna in 1988 en 1991 nog twee dichtbundels werden gepubliceerd. De laatste bundel was ‘Zielsvrienden’. En dat was ook echt de laatste want daarna schreef Niematz nog slechts romans. Op zijn website schrijft hij daarover:
“Hoewel Niematz de poezie een warm hart toedraagt, ging hij zich vanaf 1991 volledig op proza toeleggen en wel om twee redenen: hij merkte dat de poëzie een te introverterende werking op hem had, zij werd te beklemmend, de dichter in hem begon alsmaar dieper te denken, dieper te voelen, dieper in zichzelf af te stijgen. En twee: hij zou graag ook die meer sociale aspekten van zijn karakter aan bod laten komen als humor, mensenliefde c. q. -verachting, narratief talent, gevoel voor theater. Helaas moest hij constateren dat proza zo mogelijk nog hogere eisen stelt aan het denk-, voel- en in-zichzelf-afstijgvermogen dan poëzie, ja, dat proza nog beklemmender is en zeker zo vervreemdend en consumptief werkt op de scheppende geest.”
Desalniettemin verschijnen in Hollands Maandblad 2022-3 maar liefst drie gedichten van zijn hand. Of hij van gedachten is veranderd weet ik niet maar ik hou het in de gaten. Ik koos uit de drie gedichten het gedicht ‘De Bevera’ wat voor zover ik hen kunnen vinden een rivier in Liguria (Noord Italië) is.
.
De Bevera
.
Deze rots… Ooit regende hij neer
uit de wand hoog boven je en deed de aarde
in zijn val beven. Nu ligt hij hier, de rust
zelve, groot en hoekig als een zerk,
een welkome cesuur op je trektocht. Ergens
in deze woeker van klitten en doornen
moet de doorgang zijn die je toestaat naar
de stroom af te dalen. Diep onder je hoor je
het water woelen. Je benen nemen rust,
maar je hoofd gaat alvast vooruit naar
de plek van betovering, het drinkt er
de schoonheid al van in. Terwijl je het lamme
lijf afzinkt in zijn koelte, wordt alles vreemd
om je heen: wie je bent en dat je hier zit
op deze rots – alles wordt verdacht of
hooguit herinnering, alles spoor van vroeger
leven, één slierende vloed van eeuwen
die je meesleurt, de diepte in.
.
Soldaten kwartier
Antony Kok
.
Naar aanleiding van een bericht op Tzum, waarin stadsdichter A.H.J. Dautzenberg in een open brief aangeeft waarom hij stopt met het uitoefenen van het stadsdichterschap van Tilburg https://www.tzum.info/2021/03/nieuws-a-h-j-dautzenberg-stopt-met-stadsdichterschap-tilburg/ sloeg ik aan op de naam Antony Kok (1882 – 1969). Ik wist dat ik al eens een bericht over deze dichter had geschreven https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/05/11/dada-gaga/ en wilde graag meer van deze dichter te weten komen.
Op de website https://www.antonykok.nl/ kun je alles over het leven en werk van deze experimenteel dichter lezen. Deze Rotterdamse schrijver en dichter was experimenteel vooral in zijn klankpoëzie. Hij was mede-oprichter van het vernieuwende tijdschrift ‘De Stijl’. Antony Kok stond bekend als een bedachtzaam en vrijgevig man. Hij was volgens hen die hem kenden een groot kunstminnaar en ook een mecenas, niet alleen voor een bekende schilder als Piet Mondriaan maar ook voor regionale kunstenaars. Kok leerde de kunstenaar Theo van Doesburg kennen toen deze gelegerd was vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog met zijn legeronderdeel aan de Belgische grens, niet ver van Tilburg. Na 1916 leerde hij Piet Mondriaan kennen en samen met een aantal andere kunstenaars richten zij in 1917 ‘De Stijl’ op.
In 1915 schreef Anthony Kok het gedicht ‘Soldatenkwartier’ waarschijnlijk geïnspireerd op een serie gedichten van Van Doesburg, getiteld ‘Soldaten’. Van Doesburgs reactie op het gedicht ‘Soldaten Kwartier’ loog er niet om: ‘Die uitdrukking ‘klootenschuren’ vind ik toch erg goed; helemaal in toon, je ziet er de geslachtsdelen ten opzichte der houten banken in heen en weer schuiven’.
Kok heeft slechts twee gedichten gepubliceerd in ‘De Stijl’, de gedichten ‘Stilte + stem (Vers in W)’en ‘Nachtkroeg’ wat voor iemand die mede oprichter was van een tijdschrift dat 14 heeft bestaan (met De Stijl werd gestopt toen Theo van Doesburg in 1931 kwam te overlijden) erg karig is.
.
Soldaten kwartier
.
Banken. Banken.
Ruwe planken.
Snaaksche schalken.
Kleeren zwalken.
Kastjes. Kribben.
Vloeren glibben.
Zingen. Fluiten.
Hoemhoemhoem.
Luieren. Poetsen.
Schuieren. Boem.
.
Sterke longen.
Bokkesprongen,
over tafels,
banken heen.
.
Eten. Drinken.
Schrijven. Stinken.
Koffie. Brood.
Stik. Valdood.
.
Kaptein. Venijn.
Kaptein. Venijn.
Sergeant. ’t Land.
Sergeant. ’t Land.
Hoelang. Hoelang.
Zal het nog duren
Dat verdomde
klooten schuren.
.
Rombombom.
Rombombom.
De trom.
De trom.
De trom.
.
Lino: Ivo van Leeuwen
Liedjes
Dubbel-gedicht
.
Vandaag als dubbel-gedicht twee gedichten die het lied of de chanson als onderwerp hebben. De een is triest lied en de ander een slaapliedje.
Het eerste gedicht is ‘Chanson triste’ van Pierre Kemp (1886 – 1967) dat oorspronkelijk verscheen in het tijdschrift ‘Roeping’ uit 1955. Dit katholieke literaire tijdschrift werd opgericht in 1922, door dr. H. W. E. Moller. Moller was een letterkundige die de R.K. Leergangen in Tilburg had opgericht, voorloper van de Katholieke Universiteit Brabant.
Het tweede gedicht ‘Slaapliedje’ is van Gerrit Kouwenaar (1923 – 2014) dat verscheen in ‘De Nieuwe Stem’ uit 1954, een tijdschrift met proza, non-fictie en poëzie, dat verscheen tussen 1946 en 1967. Beide gedichten werden opgenomen in ‘Erts’ een bloemlezing uit de poëzie van heden, samengesteld en ingeleid door Bert Voeten uit 1955.
.
Chanson triste
.
Daar ga ik weer met die trechter
kunnen mijn ogen geen bruiden meer zien.
.
Slaapliedje
.
Of wij nu links of rechts zijn
wij gaan slapen
omdat wij moe zijn
.
ook het koper der trompetten
alsof het goud was
van voor de ijstijd
.
de stemmen van hoog tot laag
worden van twijfel vochtig rose
.
de ogen voorspellen het einde
en slaan de nacht aan zichzelf
.
de wereld staat eenzaam buiten
wij hebben veel mensen vermoord
om de mens met de mens te bewijzen –
.
Dit dwergkonijntje
Astrid Lampe
.
De, in Tilburg geboren, Astrid Lampe (1955) is dichter en schrijft eigenzinnige poëzie, associatief en controversieel. Ze publiceerde onder andere titels als ‘De memen van Lara’, ‘Spuit je ralkleur’, en ‘Lil (zucht)‘ Haar poëzie schakelt van catwalk naar cakewalk, is vitaal en springerig en is (zelfs na meerdere lezingen) verschillend te duiden. Uit haar bundel ‘De memen van Lara’ uit 2002, het titelloze gedicht met de intrigerende beginregel “dit dwergkonijntje laat zich bibberend bekijken”.
.
dit dwergkonijntje laat zich bibberend bekijken
…waar zijn je handjes dan?
volk stuift op platte gympen uiteen
zo’n hoofd is een hard ding
-weg uit deze dimensie!
dit meisje poetst haar paardenstel
haar meester verstopt zich
ik kan al bijna een staart
hier zijn haar handjes
ze laat haar verse vrind heus niet buiten staan
(zeker en vast nie)
.
Ongehoord! podium
Zondag 24 september 2017
.
Tijdens de afgelopen zomerperiode reed de Poëziebus weer door Nederland en Vlaanderen met aan boord 20 dichters. Een aantal van deze dichters komt nu naar het podium van Ongehoord! om daar ook hun kunsten te vertonen. In september, de Jongerenmaand in de bibliotheek van Rotterdam, hebben we ons programma dan ook gericht op jonge én talentvolle dichters. Daarnaast hebben we een jonge getalenteerde zangeres die de muziek verzorgd en één getalenteerde maar iets oudere dichter. Uiteraard is er ook weer een open podium en we verwachten nog dat er nog een dichter wordt toegevoegd aan deze line up.
Wie komen er op zondag 24 september vanaf 14.00 uur op de 4e etage van de centrale bibliotheek in Rotterdam:
.
Anne-Fleur van der Heijden
Ook al doet haar naam anders vermoeden, Anne-Fleur van der Heiden (1987) is geen grachtengordelmeisje, maar geboren in Rotterdam-Zuid. Anne-Fleur studeert in het laatste jaar poëzie aan de Schrijversvakschool Amsterdam, de school ligt wel aan de grachtengordel. In januari verschijnt haar debuutroman ‘Klaproos’ bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.
.
Giovanni Baudonck
Giovanni is een Belgo-Mauritiaan afkomstig uit Gent.
Hij maakt deel uit van Transfo Collect, een platform voor theatermakers en acteurs in samenwerking met het RITS en De Kriekelaar waar hij actief is als coach/begeleider.
Verder is Giovanni ook zanger en woordkunstenaar.
Zo schrijft hij poëzie en kortverhalen in het Frans, Engels en Nederlands
De laatste jaren geeft hij ook Slam workshops als freelancer en heeft hij al op verschillende slam podia’s gestaan in heel Vlaanderen.
Verder is hij één van de coaches van Capital Slam 2017 waarbij hij doorheen heel Vlaanderen honderden jongeren in aanraking liet komen met Slam en Spoken Words.
.
Tijdelijke Toon
.
Tijdelijke Toon is dichter, boom en labrador in één. Een podiumbeest met zijn wortels ver naast zijn schoenen, zijn hoofd in de wolken en weinig geld. Tijdens het optreden mag hij niet gevoerd worden!
.
Adriana Kobor
Dichteres, geboren in Hongarije 1988, actief in Nederland en België sinds 2006. Haar gedichten trachten de grenzen van de taal te verkennen en te verleggen. Het grootste deel van haar werk is in het Engels, maar ook haar verzen en verhalen geschreven in andere talen krijgen de aandacht van auteurs en publiek.
.
June Bobbe
June Bobbe is 19 jaar oud. Zij heeft haar havo diploma gehaald op de Havo/vwo voor muziek en dans (Codarts) met als hoofdvak zang. Na het behalen van haar diploma besloot ze niet verder te gaan met zingen maar het als hobby te houden. Dit jaar heeft ze haar propedeuse Communicatie behaald op de Hogeschool Rotterdam. Volgend jaar wil ze verder gaan studeren op de universiteit maar is er nog niet uit over welke studiekeuze, vandaar dat ze dit jaar een tussenjaar heeft genomen om een jaar naar het buitenland te gaan. Voordat het zover is komt ze naar het podium van Ongehoord!
.
Martin Beversluis
Martin was van augustus 2015 tot augustus 2017 de zevende stadsdichter van Tilburg. Bij zijn installatie in 2015 verscheen ook meteen Martin’s nieuwe bundel ‘Meandertaler’ bij uitgeverij Blikvorm. Dat maakt hem de eerste stadsdichter in Nederland en Vlaanderen die al bij zijn installatie een dichtbundel presenteert.
Beversluis debuteerde in 1995 met de bundel ‘De Zeisloper’. Hij speelde als dichter in de band Listening Principles, en speelde met die band onder andere in het voorprogramma van Jan Akkerman tijdens Queenspop 1998 in Tilburg, en op het Terschellingse Oerol-festival in 1999. Beversluis werkte daarna samen met zeefdrukker/ beeldend kunstenaar John Dohmen. Uit deze samenwerking ontstonden de bundels ‘Rijpen onder invloed’ (2005) en ‘Blauw van jou’ (2007).
Sinds 2007 is Martin Beversluis succesvol actief als slamdichter in de Nederlandse Poetry Slam. In 2009 stond hij in de Finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam en in 2011 in de Halve Finale. Op 5 november 2011 presenteerde Martin Beversluis zijn zevende bundel: ‘Talisman’, die verscheen bij Uitgeverij teleXpress in Tilburg.
Sinds 2014 werkt Martin Beversluis samen met DJ Underground Tacticz als Meandertaler. Met Meandertaler stond hij onder andere op de Uitmarkt 2014 in Amsterdam.
Een bundel met de Tilburgse Stadsgedichten van Martin Beversluis staat gepland voor najaar 2017.
.
Van deze laatste wat oudere maar zeker zeer getalenteerde dichter het gedicht”Schermmensen’ met dank aan http://fleursdumal.nl
.
Schermmensen
En op een ochtend
waren we kleiner
enkel een wandelend
schermpje van vier bij acht
centimeter met echt alle
communicatie bij de hand
verleerden we langzaam onze taal
onze tongen hingen er slapjes bij
want we scholden liever
ons schermpje vol
dat was anoniemer
starend in een nieuwe wereld
die onvoorstelbaar groot
toch klein en handzaam is
vier bij acht centimeter
voldoende om een mens
in op te bergen het laat
zelfs nog wat ruimte
voor vage fantasie
maar ook die zullen we weldra
in kaart kunnen brengen
we zullen haar van alle kanten
aandachtig bestuderen
en uiteindelijk besluiten
dat dat schermpje
nog een centimeter kleiner kan.
.