Site-archief
Vroeger
Dubbel-gedicht
.
Vandaag een dubbel-gedicht over vroeger, toen alles nog goed was (schijnt). Grappig genoeg zijn de twee gedichten die ik vond en over vroeger gaan beide met een stevige knipoog. Het eerste gedicht ‘Vroeger’ is van Wim de Vries (1923 – 1994) en komt uit de bundel ‘Van 8 tot 5’ uit 1975. Wim de Vries was arbeider, dichter en prozaïst. Daarnaast was hij redacteur van het tijdschrift WAR (Werkgroep voor Arbeidsliteratuur Rotterdam) en medewerker aan Remco Camperts tijdschrift Gedicht.
Het tweede gedicht ‘Vroeger kon het zo hard sneeuwen’ is van Willem Wilmink (1936-2003) en komt uit ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, uit 1986. Willem Wilmink was een zeer bekend en gewaardeerd dichter, zanger en schrijver.
.
Vroeger
.
Als mijn vader het boodschappenlijstje
voor Simon de Wit invulde,
schreef hij achter elk artikel
(goed en goedkoop).
Hij is nu oud maar beschikt nog
altijd over een grenzeloze fantasie.
.
Willem Wilmink, uit Verzamelde liedjes en gedichten, uit 1986
.
Vroeger kon het zo hard sneeuwen
.
Vroeger kon het zo hard sneeuwen,
zo’n dik pak.
Dus je kon alleen je huis uit
langs het dak.
En je zag wel aan de torens
waar je was,
en dan kwam je door de schoorsteen
in je klas.
.
En dan maakte ik een sneeuwpop,
groot en wit.
En zijn tanden waren vaders
kunstgebit.
Sneeuwpop kon een liedje zingen,
lief en zacht.
Maar toen is hij weggelopen,
in de nacht.
.
Van een hele grote sneeuwhoop,
stap voor stap,
maakte ik een hele hoge,
lange trap.
Ben ik naar de maan geklommen,
tree na tree.
Kijk: een hele tas vol sterren
bracht ik mee.
.
Dagelijkse kost
MUGzines.nl
.
Vandaag begint de Poëzieweek en die duurt tot 2 februari. In de Poëzieweek zijn er allerlei activiteiten die waarschijnlijk voor het allergrootste deel door kunnen gaan nu er weer meer ruimte is voor cultuur en culturele activiteiten. Koop je tijdens de Poëzieweek een dichtbundel bij je boekhandelaar dan ontvang je de bundel ‘Wij waren onder de betovering’ van Ramsey Nasr. Deze bundel heeft hij geschreven gebruik makend van zinnen uit de brieven van Vincent van Gogh aan zijn broer Theo.
Tijdens de Poëzieweek zal op de website van mugzines een terugblik met een knipoog te lezen zijn, en natuurlijk een gedicht dat geheel of zijdelings een relatie heeft met het thema van de Poëzieweek. De gedichten komen uit één van de afgelopen 10 edities van MUGzine.
De nieuwe MUGzine, nummer 11 wordt in februari verwacht. Dit keer met bijdragen van een aantal jonge dichters: De uit Kortrijk (Vlaanderen) afkomstige Siel Verhanneman (1989), Meliza de Vries, winnares van de AMAI Award voor het beste Instagram gedicht en dichter en ontwerper Gaël van Heijst (1990). De illustraties worden verzorgd door Meliza de Vries die naast dichter een zeer verdienstelijk tekenaar en schilder is.
Om alvast in de stemming te komen een toepasselijk gedicht uit editie 7 van MUGzine van Wim Meyles getiteld ‘Natuurwandeling’.
.
Natuurwandeling
.
Het bos, dat alles in zich heeft:
hier wordt naar hartenlust geleefd,
gerend, gevlogen en gezweefd,
gestreefd, gestreden en gesneefd.
.
We zien de losgewoelde grond,
hier struinden everzwijnen rond
op strooptocht in de avondstond.
.
Iets verderop een beestenboel:
de plastic troep van feestgewoel
.
Later
Filip Rogiers
.
Filip Rogiers (1966) woont en werkt in Brussel. Hij is journalist bij De Standaard en schrijver van verhalen en romans. Als journalist staat hij bekend als ‘een van de meest empathische stemmen van de Vlaamse journalistiek. In het laatste nummer 2021/2 van Het Liegend Konijn. tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie onder redactie van Jozef Deleu, staan een aantal gedichten van zijn hand. Rogiers heeft proza gepubliceerd maar nog geen dichtbundel. Een van de gedichten in Het Liegend Konijn is getiteld ‘Later’ en prachtig daarom hier op dit blog dit gedicht.
.
Later
.
Later kijken we terug
op de toekomst van toen.
.
We hadden de langste dagen
nog voor de boeg en van elkaar
.
het beste nog te goed. Geven
was de regel en om te vergeven
.
was er niets. Lust en moed
kwamen te paard en spijt te voet.
.
We konden niet weten hoeveel
te laat later altijd komt.
.
Papier hier
Papier versus digitaal
.
Er zijn mensen die heel graag elektronische boeken lezen en er zijn anderen die niets van het lezen vanaf een e-reader of tablet moeten hebben. Hoe je er ook naar kijkt, de mogelijkheden van het lezen van literatuur en poëzie zijn met de komst van het e-lezen enorm toegenomen. Zo is er voor de liefhebber van poëzie een groot aantal poëziebundels te lezen via de https://www.onlinebibliotheek.nl/ (gratis te gebruiken met een bibliotheek abonnement).
Voor mensen die niet veel te besteden hebben of voor hen die eerst eens een bundel willen doorlezen of doorbladeren voordat ze de beslissing nemen het te kopen, is zoiets een prima mogelijkheid. Via internet is er natuurlijk ook al veel poëzie te lezen. Neem het kleine eigenwijze poëziemagazine MUG. Dat kun je digitaal lezen via https://mugzines.nl/ (elke editie is daar gratis te downloaden, poëzie is er om te lezen zonder teveel drempels nietwaar) maar voor degene die graag poëzie van papier lezen (en dat zijn er veel en wat we merken ook steeds meer) is er gelukkig ook de mogelijkheid om MUGzine op papier te ontvangen.
En als je ons, de makers van MUGzine (https://mugbookpublishing.wordpress.com/, https://poetryaffairs.nl/en BRRT.Graphic.Design), nou vraagt waarom men de papieren versie graag ontvangt dan zijn dat een aantal redenen. Er zijn de liefhebbers van het lezen vanaf papier, er zijn de verzamelaars van bijzondere poëzieuitgaven, er zijn de liefhebbers van papieren tijdschriftjes en er zijn er die ons willen steunen in ons werk met het maken van MUGzine.
MUGzine is gratis te downloaden schreef ik al maar wij willen van elke editie 100 exemplaren op papier laten drukken. De kosten die we daarvoor maken worden deels gedekt door onze donateurs. Die donateurs ontvangen automatisch elke editie op papier per post. Gelukkig zien we het aantal donateurs nog steeds groeien want we zijn nog lang niet uit de kosten. Maar toch blijven we MUGzine maken. Omdat we geloven in een nieuw klein magazine speciaal voor poëzie, voor dichters die niet vanzelfsprekend in de grote poëzie- of literatuurtijdschriften terecht komen. Om een ander geluid te laten horen in de poëziescène. En om te laten zien dat je poëzie digitaal maar zeker ook nog steeds op papier kan genieten.
Zou je nu zelf ook MUGzine per post automatisch willen ontvangen, stuur dan een berichtje naar mugazines@yahoo.com Editie 9 is nu uit, met poëzie van de Vlaamse dichter Mark van Tongele, de Rotterdamse dichter Anouk Smies, Kreek Daey Ouwens uit Limburg en illustraties en poëzie van Bianca Boer.
Hier alvast een voorproefje van poëzie van Bianca Boer. Meer poëzie in MUGzine #9
.
Herinneringen wonen in huizen
slapen in bedden
maken ruzie
om wie als eerste mag
Geschiedenis is een flatgebouw
dat almaar groeit en krimpt
er verdwijnen vloeren systeemplafond
zo wisselen de buren
Bovenop is een nieuwe verdieping
daar woont Jochum
sinds kort heeft hij een dakterras
met vergeten planten
Beneden in de schaduw van de flat
loopt een kat die al twee jaar dood is
.
Na de regen
Mark Boog
.
Op Facebook las ik in een bijdrage van dichter Mark Boog dat hij plezierig verrast was dat hij in een verzamelbundel was opgenomen (Gedichten van het nieuwe millennium’ twintig jaar 21e-eeuwse poëzie uit Nederland en Vlaanderen). Tegelijkertijd was hij minder blij met het feit dat ze zijn naam niet goed gespeld hadden (Marc in plaats van Mark). Voor iemand wiens naam een ei bevat (waar de meest gangbare vorm van die naam met eij wordt geschreven, een herkenbare irritatie.
Alle reden voor mij om een gedicht van Mark Boog te delen (elke aanleiding is er een nietwaar). Boog (1970) is dichter en romanschrijver. In 1995 debuteerde hij als dichter in het tijdschrift De Appel. Daarna was hij actief in een schrijverscollectief dat onder meer het tijdschrift Mondzeer en de Reuzenkreeft uitgaf.
In 2000 debuteerde Mark Boog met de bundel ‘Alsof er iets gebeurt’, waarmee hij de C. Buddingh’-prijs won. In 2006 won hij de VSB Poëzieprijs voor zijn bundel ‘De encyclopedie van de grote woorden’.
In de derde bloemlezing van Avier (Stichting Literaire Activiteiten Avier) uit 2014 is Mark Boog opgenomen met het gedicht ‘Na de regen’.
.
Na de regen
.
Toen bleek ook de ontheffing ongeldig.
Het was na de regen. We liepen
door de met herfstbladeren gevulde straten.
Alles glom, trots op zijn verdriet,
en onze handen zochten vanzelf onze zakken op.
In elk geval, de termijn was vestreken.
Je knikte, meer in het algemeen dan naar mij,
en de lucht barstte open, zon wrong zich
door majestueus grijs de grommende wolken,
sloeg met stomheid het plaveisel, ons,
gedierte dat scharrelde zonder vergunning.
We zwegen, keken omlaag, maakten iets kapot.
.
Nummer 9
MUGzine
.
In september komt alweer de 9e editie van MUGzine uit, het kleinste maar allerleukste poëziemagazine van Nederland en Vlaanderen met opnieuw hoogwaardige poëzie en interessante illustraties. We kunnen al een paar namen noemen van dichters die met hun poëzie in nummer 9 vertegenwoordigd zullen zijn. Dat zijn uit Vlaanderen de dichter Mark van Tongele en uit Rotterdam de dichter Anouk Smies. Andere namen volgen snel. Uiteraard staat er in #9 een gloednieuwe Luule.
Zoals je misschien al weet is MUGzine gratis digitaal te lezen via https://mugzines.nl/ maar maken we voor de liefhebbers ook een papieren editie. Van elke editie worden 100 exemplaren op papier gedrukt. Als je deze wilt ontvangen via de post kun je donateur worden. Vanaf € 20,- per jaar ontvang je alle 5 de nummers van 2021.
MUGzine is een samenwerking van https://poetryaffairs.nl/, https://mugbookpublishing.wordpress.com/ en BRRT.Graphic.Design.
Om je alvast warm te maken voor het nieuwe nummer hier een gedicht van de Vlaamse dichter Mark van Tongele (1956). Deze Vlaamse dichter uit Mechelen moest zijn studie geneeskunde afbreken door een zwaar ongeluk waardoor hij tijdelijk in coma lag. Van Tongele kiest na zijn herstel voor de poëzie en schrijft in december 1984 in een ‘Open brief aan een dichter’ (in het tijdschrift Yang) over digitale poëzie in een maatschappij die beheerst zou worden door de nieuwe technologie. Hij had dus al een vooruitziende blik in een tijdvak waarin de hele digitalisering nog moest beginnen.
In 1980 debuteert hij met de bundel ‘Over leven en dood’ waarna nog vele bundels zullen volgen.
In een interview in Poëziekrant (juli-augustus 2018) zegt hij zelf over zijn poëzie: “Voor mij maakt elke bundel deel uit van mijn ‘symfonie’: motieven allerlei duiken telkens opnieuw overal op in mijn werk. Meer dan het inhoudelijke gaat het om de klank en het ritme van woorden, regels, gedichten, bundels. Het is een spel, leuk omdat er niets moet, alles mag, een poging tot het neutraliseren van de zwaartekracht, o de dood, maar ook de zon, het licht, blij zijn hart en geest vrijmaken.”
Uit zijn bundel ‘Lichtspraak’ uit 2008 komt het gedicht ‘Een tongeldoosje’.
.
Een tongeldoosje
.
Openluchting: vanille-
bloesem, flammé, ja-
woorden, doodsrookver-
drijvers, moedersuiker,
hagelslag en muisjes,
stofgoud, gloeikous,
springzaad, zeejoechee,
levantijnen en sta-oppers,
sterrenzilverrichellopers,
wolkenspiegels, wimpelheil,
engelkruid en toverschijn,
vervoering, mer à boire,
château-neuf-du-mark


Soldaten kwartier
Antony Kok
.
Naar aanleiding van een bericht op Tzum, waarin stadsdichter A.H.J. Dautzenberg in een open brief aangeeft waarom hij stopt met het uitoefenen van het stadsdichterschap van Tilburg https://www.tzum.info/2021/03/nieuws-a-h-j-dautzenberg-stopt-met-stadsdichterschap-tilburg/ sloeg ik aan op de naam Antony Kok (1882 – 1969). Ik wist dat ik al eens een bericht over deze dichter had geschreven https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/05/11/dada-gaga/ en wilde graag meer van deze dichter te weten komen.
Op de website https://www.antonykok.nl/ kun je alles over het leven en werk van deze experimenteel dichter lezen. Deze Rotterdamse schrijver en dichter was experimenteel vooral in zijn klankpoëzie. Hij was mede-oprichter van het vernieuwende tijdschrift ‘De Stijl’. Antony Kok stond bekend als een bedachtzaam en vrijgevig man. Hij was volgens hen die hem kenden een groot kunstminnaar en ook een mecenas, niet alleen voor een bekende schilder als Piet Mondriaan maar ook voor regionale kunstenaars. Kok leerde de kunstenaar Theo van Doesburg kennen toen deze gelegerd was vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog met zijn legeronderdeel aan de Belgische grens, niet ver van Tilburg. Na 1916 leerde hij Piet Mondriaan kennen en samen met een aantal andere kunstenaars richten zij in 1917 ‘De Stijl’ op.
In 1915 schreef Anthony Kok het gedicht ‘Soldatenkwartier’ waarschijnlijk geïnspireerd op een serie gedichten van Van Doesburg, getiteld ‘Soldaten’. Van Doesburgs reactie op het gedicht ‘Soldaten Kwartier’ loog er niet om: ‘Die uitdrukking ‘klootenschuren’ vind ik toch erg goed; helemaal in toon, je ziet er de geslachtsdelen ten opzichte der houten banken in heen en weer schuiven’.
Kok heeft slechts twee gedichten gepubliceerd in ‘De Stijl’, de gedichten ‘Stilte + stem (Vers in W)’en ‘Nachtkroeg’ wat voor iemand die mede oprichter was van een tijdschrift dat 14 heeft bestaan (met De Stijl werd gestopt toen Theo van Doesburg in 1931 kwam te overlijden) erg karig is.
.
Soldaten kwartier
.
Banken. Banken.
Ruwe planken.
Snaaksche schalken.
Kleeren zwalken.
Kastjes. Kribben.
Vloeren glibben.
Zingen. Fluiten.
Hoemhoemhoem.
Luieren. Poetsen.
Schuieren. Boem.
.
Sterke longen.
Bokkesprongen,
over tafels,
banken heen.
.
Eten. Drinken.
Schrijven. Stinken.
Koffie. Brood.
Stik. Valdood.
.
Kaptein. Venijn.
Kaptein. Venijn.
Sergeant. ’t Land.
Sergeant. ’t Land.
Hoelang. Hoelang.
Zal het nog duren
Dat verdomde
klooten schuren.
.
Rombombom.
Rombombom.
De trom.
De trom.
De trom.
.
Lino: Ivo van Leeuwen
De laatste van de beatgeneratie
Lawrence Ferlinghetti
.
Afgelopen maandag overleed op 101 jarige leeftijd Lawrence Ferlinghetti (1919-2021) de laatste dichter, schrijver die nog leefde uit de tijd van de befaamde beatgeneration. In 1953 begon Ferlinghetti in San Francisco, samen met Peter D. Martin (uitgever van het magazine ‘City Lights waar Ferlinghetti in debuteerde als dichter), die zich na twee jaar terugtrok, de fameuze City Lights Bookstore, die snel uitgroeide tot een trefpunt voor avant-gardistische schrijvers.
Hij werd er uitgever van de Pocket Poet Series waarmee hij de toen nog sterk controversiële ‘beatpoëzie’ van bijvoorbeeld Allen Ginsberg, Jack Kerouac en Gregory Corso stimuleerde. Als lid van de poëziebeweging San Francisco Renaissance debuteerde Ferlinghetti in 1955 met de bundel ‘Pictures from the Gone World’. Net als in ‘A Coney Island of the Mind’ (1958) en ‘Starting from San Francisco’ bevat deze bundel gedichten die primair bedoeld zijn om in het openbaar gelezen te worden, vol retoriek en herhalingen, vaak begeleid door jazzmuziek, een soort spoken word poetry avant la lettre.
Zijn gedichten spelen sterk in op de actualiteit, nodigen uit tot discussie en roepen op tot persoonlijke stellingname. Een voorbeeld hiervan is zijn tegen Richard Nixon gerichte satire ‘Tyrannosaurus Nix’. Mede door het publieke karakter krijgt Ferlinghetti wel het verwijt dat zijn poëzie clichématig is en gericht op effect.
Ook vertaalde hij poëzie uit het Frans, onder wie Jacques Prévert. Veel werk van Ferlinghetti werd op muziek gezet door vooraanstaande popartiesten, onder wie Roger McGuinn en Bob Dylan. Ferlinghetti bleef tot op hoge leeftijd actief schrijven en schilderen. Zijn laatste bundel ‘Poetry as an insurgent art’ verscheen in 2007.
Uit zijn bundel ‘How to paint sunlight’ uit 2001 komt het gedicht ‘The changing light’.
.
The Changing Light
.
The changing light at San Francisco
is none of your East Coast light
none of your
pearly light of Paris
The light of San Francisco
is a sea light
an island light
And the light of fog
blanketing the hills
drifting in at night
through the Golden Gate
to lie on the city at dawn
And then the halcyon late mornings
after the fog burns off
and the sun paints white houses
with the sea light of Greece
with sharp clean shadows
making the town look like
it had just been painted
But the wind comes up at four o’clock
sweeping the hills
And then the veil of light of early evening
And then another scrim
when the new night fog
floats in
And in that vale of light
the city drifts
anchorless upon the ocean
.