Site-archief
Nationale Gedichtendag
26 januari 2023
.
Vandaag is het Nationale Gedichtendag en het officiële begin van de Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen. Het thema van de poëzieweek is ‘Vriendschap’ en de Nationale Gedichtendag is het begin van een week vol poëzie en poëzie activiteiten. Op dit blog is het elke dag gedichtendag maar tot en met 1 februari kun je overal poëzie tegen komen, worden er voordrachten georganiseerd, zijn er lezingen, onthullingen van gedichten op ramen (zoals de onthulling op 27 januari van het gedicht van stadsdichter van Maassluis Marleen Opschoor aan de gevel op het raam van de bibliotheek), poëziewandelingen en nog veel meer. Het volledige programma vind je hier. Ga er vooral eens rond kijken.
Zevenendertig pagina’s vol activiteiten over poëzie, ik zou wensen dat het hele jaar zoveel aandacht was voor poëzie. Omdat het thema vriendschap is, koos ik vandaag voor een gedicht met dit thema van C. Buddingh’ getiteld ‘Titaantjes’ uit de bundel ‘gedichten 1974|1985’.
.
Titaantjes
.
Weet je nog, Leo, de tijd
dat jij en Tonnie en ik
op je atelier zure mosselen aten
en tot diep in de nacht oreerden
over Picasso en Eugène Jolas?
.
We schreven negentienveertig.
Geen meisje was veilig voor je.
En Tonnie noemden we Li Tai Gin.
.
De zestigste viering
Ida Gerhardt
.
Vandaag, op mijn verjaardag, heb ik de hulp van Ida Gerhardt (1905-1997) nodig. Haar gedicht ‘De zestigste viering sluit hier bij aan en bij het thema van de Poëzieweek ‘Vriendschap’. Een win-win situatie. Uit haar bundel ‘De adelaarsvarens’ uit 1988 het gedicht ‘De zestigste viering’.
.
De zestigste viering
Te middernacht daalt stap voor stap
de prior van de keldertrap,
en kiest waar de gewelven zijn
een fles belegen rode wijn.
Het klooster slaapt, de poort is dicht;
de lange gang is zonder licht.
Hij vindt de refter op de tast
en neemt twee glazen uit de kast.
En schikt waar het kapittel is
de kelken in een vensternis.
In het ondeelbare moment
wordt er een bladzij omgewend.
En hij en de afwezige ander
beleven het weer met elkander:
het uur der vriendschap, het verbond
dat zelfs de bittere dood niet schond.
Bijeen: in ernst en argeloosheid.
er wordt gelachen en geschreid;
dan, na het lang verbeid begin,
zet de muziek der stilte in.
Een verre haan betrekt de wacht
en meldt de kentering van de nacht
alom. Het komend ogenblik
ontrooft het gij, ontrooft het ik.
De maan verbleekt, de dag breekt aan.
Voorbij,-de ander is gegaan.
Gegaan. Hij is een jaar reeds ver,
verdwenen met de morgenster.
.
De mug en de wolf
Ivan Krylov
.
Terwijl de oorlog die Rusland is begonnen tegen de Oekraïne voortduurt zou je soms bijna vergeten dat Rusland vele prachtige schrijvers en dichters heeft voortgebracht. In de bundel ‘Bij mij op de maan, Russische kindergedichten’ uit 2018, staat een schat aan gedichten van Poesjkin, Krylov, Achmatova, Majakovski en Brodski. Gedichten van schrijvers en dichters die voor volwassenen schreven maar die dus ook poëzie voor kinderen schreven.
Vertaler en samensteller Robbert-Jan Henkes kreeg voor zijn vertaling van deze bundel de Aleida Schotprijs en de Filter Vertaalprijs. NRC noemde dit boek een poëtische goudmijn, tijdloos en briljant, de Nederlandse kinderpoëzie is in één klap met honderden nieuwe gedichten uitgebreid.
Een van de dichters uit deze bundel is Ivan Krylov (1769-1844). Krylov is Ruslands bekendste schrijver van fabels en waarschijnlijk de meest epigrammatische van alle Russische auteurs. Voordat hij op 40 jarige leeftijd dit genre ontdekte was hij toneelschrijver en journalist. . Hoewel veel van zijn eerdere fabels losjes gebaseerd waren op die van Aesopus en La Fontaine , waren zijn latere fabels origineel werk, vaak met een satirische inslag.
Dat dit geen bezwaar was om ook in een bundel vol poëzie voor kinderen te worden opgenomen blijkt uit zijn ‘gedicht’ ‘De mug en de wolf’. En bij de laatste twee zinnen moet je dan onwillekeurig toch weer denken aan de oorlog die nu woedt.
.
De mug en de wolf
.
Een mug
Onder de brug
Bij de Tataren
Of de Khazaren
Kreeg bezoek van een wolf,
Die hem stopte
En bij hem aan het deurtje klopte.
Binnen begon hij meteen te happen
En te klappen met zijn kaken.
Maar de mug was vlug
En wist op de kast
Te ontsnappen.
De wolf was woest:
– Ik ga je kraken, gast!
– Ja, vast! zei de mug,
Hou je maar koest.
Je kan me niet pakken,
Ik laat me niet zakken,
Jij kan er niet bij
Ik blijf lekker vrij!
Maar de wolf
Sprong
En heeft toen met zijn tong
De mug opgelikt
En doorgeslikt.
.
Hieruit kan men enigszins leren
Hoe de sterken de zwakken kunnen ruïneren.
.
Over de overledenen
Dubbelgedicht
.
Vandaag wil ik als dubbelgedicht twee gedichten plaatsen die over overleden familieleden gaan. Twee verschillende gedichten aan elkaar gekoppeld door een zelfde thema. Het eerste gedicht is van Cees Buddingh’ getiteld ‘Soms, ’s avonds’ en het is genomen uit de bundel ‘Gedichten 1974/1985’ uit 1986.
Het tweede gedicht is van Th. van Os zonder titel uit de bundel ‘Beurtzang’ uit 1996.
.
Soms, ’s avonds
.
Soms, ’s avonds, staat mijn vader in de kamer.
Vreemd oud geworden, haast vel over been.
‘Slapen ze, Stientje en de jongens?’ ‘Ja, hoor.’
(Zij mogen hem niet zien.) Hij zucht tevree.
.
‘Maken ze ’t goed? Geen zieken?’ ‘Nee, geen zieken
gelukkig. Alles prima.’ Hij glimlacht,
klein op een puntje van de bank, zijn benen
nog korter dan toen hij een jongen was.
.
We praten niet, maar ‘hou je taai, hè!’ knikken
we als vroeger. ”k Ga weer eens. Dag knul’ Hij staat
nog even voor mijn moeders jeugdfoto.
.
Het tuinhek piept. Ik luister naar zijn stappen,
die vederlichte, bulderende stappen
van iemand die terug moet in de dood.
.
*
Je bent gestorven maar niet dood.
Je beeld verschijnt als ik wat sta
te staren naar een pagina:
een Hawaii-bloes paars met rood,
je lange vingers op het bruidssatijn,
een hoofd waarvan ik weet dat het van jou moet zijn.
.
Ik heb je langzaam zien vervagen
tot ik de ramen van de kamer sloot
bang dat een zuchtje wind je weg zou dragen,
tot ik de lakens voor de ramen hing
en jij zo licht de achterdeur uitging.
.
Wanneer ik naar de bakker loop voor brood,
wanneer ik hyacinten ruik of chocola,
wanneer ik coniferen zie, avondrood
of schoorsteenrook, daar ga je dan,
de wolken achterna.
.
Twist
Dave Bouw en Nynke van der Beek
.
De gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord! had dit jaar als thema ‘Twist’. De jury had naar aanleiding van de inzendingen nog een aantal opmerkingen en bevindingen. Hieronder kun je het juryrapport lezen. Het thema van dit jaar was ‘twist’. Dat dit tot verschillende interpretaties heeft geleid van dichters was erg leuk om te zien. Dat heeft de jury ook opgemerkt. Om te laten zien hoe dichters met dit thema omgaan plaats ik hier graag de gedichten van top 30 dichters Dave Bouw en Nynke van der Beek.
.
Juryrapport
Voor de editie van de Ongehoord Gedichtenwedstrijd 2022 zijn in totaal 146
gedichten ingezonden. Daarvan belandden 31 gedichten op de shortlist die wij
hebben beoordeeld. Het viel ons als jury op dat het thema Twist door de deelnemers
op veel verschillende manieren is uitgewerkt, waarbij taalplezier duidelijk de
hoofdtoon voerde. Vaak werd een humoristische twist toegepast, of was er sprake
van een nieuwsgierig makende, prikkelende opbouw. De meerduidigheid leidde bij
sommige gedichten tot raadselachtigheid, wat soms prettig was en soms
onbevredigend.
Met blijdschap stelden we vast dat er ook slam-gedichten in de shortlist zaten. Bij het
jureren hebben we natuurlijk gelet op de toepassing van klank, (binnen/eind)rijm en
metrum, wat overigens niet doorslaggevend was voor de selectie in de top 3 of 15.
Het afbreken van regels, het effectief gebruik maken van het stijlfiguur enjambement,
en vooral het schrijven van een goede slotregel bleek in de selectie een
onderscheidend element. Een goed advies van deze jury aan alle dichters: besteed
extra aandacht aan je slotregel: kun je die missen? Laat hem dan weg. Vaak wordt
een gedicht er alleen maar sterker door. Regelmatig was de overbodige slotregel
voor de jury een reden om een gedicht niet voor de top 3 of top 15 te selecteren.
Andere keren was een gedicht te clichématig of was juist ál te veel gezochte
‘woordspelerigheid’ er de oorzaak van dat de eindstreep niet werd behaald.
Wat ons als jury vooral verrast heeft is de enorme verscheidenheid in de uitwerking
van het thema en de vorm van de gedichten. De kwaliteit was over het algemeen
hoog. Hier en daar had een kleine aanpassing een gedicht nog beter gemaakt, een
extra redactierondje had dan uitkomst geboden.
We zagen veel creativiteit en plezier in het spel met de taal. De selectie van de 15
kanshebbers en daaruit de 3 winnende gedichten was niet gemakkelijk, maar het is
gelukt.
Ontmoeting (Dave Bouw)
.
stof is uit de lucht geregend
het licht is om te snijden
scherp sta je afgetekend
in het tegenlicht
.
je nadert langzaam, langzaam
als het longshot uit de trage film
die in mijn herinnering huist
.
de achteloze begroeting die ik wilde spelen
valt in scherven voor mijn voeten op de grond
stof dwarrelt op en plotseling
gaat het snel
.
Boom (Nynke van der Beek)
.
ik zie van wie jij bent zo goed als niks
geen stokoud wortelstelsel schimmeldraden
of vatenwerk ik hoor niet eens je adem
jij in elkaar gewikkeld organisme
.
ik raak je ruige bast aan want ik mis
verbinding voordat wij hier waren
was jij er al en jij weet dat de aarde
zo’n warme glimlachende moeder is
.
met grote dorst ik kan je blijven strelen
tot bloedens toe of beter achteruit
gaan lopen want ik wil je blijven zien
.
kan met mijn eigen draden woorden delen
vertellen over scheuren in je huid
over het helen van je moeder vriend
.
2e prijs gedichtenwedstrijd poëziestichting Ongehoord!
Hein van der Schoot
.
De 2e prijs in de 8ste gedichtenwedstrijd van poëzie stichting Ongehoord! met als thema ‘Twist’ is voor Hein van der Schoot met het gedicht ‘Vlieger’ . Hein was in 2014 3e prijswinnaar van deze wedstrijd en in 2016 winnaar. De jury schreef over zijn gedicht ‘Vlieger’:
.
Deze dichter neemt ons mee op een vlucht door de levensloop, van een jongen die opgroeit
en zijn jongensdromen ziet veranderen in liefdesbrieven, managementrapporten en
uiteindelijk bedankbriefjes voor de kleinkinderen. Het gedicht zet klassieke en moderne
woorden tegen elkaar af, het enjambement (de afbreking van een regel) wordt effectief
ingezet, bijvoorbeeld bij de losstaande regel ‘daar staat hij’: de lezer kijkt mee, trots, en ziet
hoe de vlieger aan de hemel staat. Ook het gebruik van klank- en beginrijm (vieren-vlieger-
wiegt en juichkreten-jongensdromen) maakt dat de regels vloeien.
Het gedicht is áf, het verhaal is rond zonder voorspelbaar te worden. Knap om in de
tijdsduur van zo’n kort gedicht de tijdspanne van een heel leven weer te geven.
De tweede prijs gaat naar
Vlieger van Hein van der Schoot
.
Vlieger
.
we hakkelen doorheen de korenschoven
we vieren het touw de vlieger wiegt
buigt voorover neigt ter kimme
wil zich te rusten leggen tot we plots
onverdroten met de kop in de wind
stormen
naar het einde van het stoppelveld
de touwenklos bovenhoofds geheven
als zegepraal
.
daar staat hij
.
we sturen, als juichkreten van jongensdromen
briefjes naar de zon in onbeholpen hanenpoten
als hiërogliefen die zullen uitgroeien tot
liefdesbrieven aan meisjesborsten
managementrapporten voor onze bazen
bedankbriefjes voor de kleinkinderen
.
Winnaar van de 8ste gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord!
Monique Boogmans
.
Winnaar van de 8ste gedichtenwedstrijd van poëzie stichting Ongehoord! met als thema ‘Twist’ is.
De jury bestaande uit Myrte Leffring, Jiske Foppe en Marie-Anne Hermans kozen uit de 31 shortlist gedichten dit gedicht tot de beste. De prijs, het beeldje van kunstenaar/beeldhouwer Lillian Mensing, werd door de jury uitgereikt aan de winnaar in de Leeszaal West in Rotterdam. Door de regen ging de prijsuitreiking in de Jacobustuin helaas niet door. Het juryrapport van het winnende gedicht luidt:
.
De keuze tussen de nummers 1, 2 en 3 was moeilijk. Uiteindelijk hebben we gekozen voor dit
gedicht door zijn lef en zijn bijzondere vorm.
De vorm van dit gedicht is allesbepalend. De twist ontrolt zich voor de ogen van de lezer en
roept een herkenbare situatie op. Er is vrijwel geen interpunctie, woorden worden aan
elkaar geplakt met als effect dat het tempo versnelt. Na de dubbele punt in de beginregel
start een gesprek zonder komma’s, zonder pauzes om adem te halen, doorrazend tot de
definitieve punt. Dat maakt dit gedicht spannend tot de laatste regel. Een alledaags tafereel
(wie is er aan het woord tijdens het avondeten) wordt binnen de regels werkelijkheid. Aan
het eind van het gesprek voél je dat er iemand opstaat, de deur dichtslaat na een
hartgrondig ‘Welterusten’. Punt. De jury waardeert de humor die dit gedicht tentoonspreidt.
Kortom: slim gedaan, met minimale middelen. Het gebruik van herhaling kan een risico zijn,
maar dit stijlmiddel heeft hier goed gewerkt doordat de herhaling in zichzelf betekenis heeft.
Het getuigt van lef om dit gedicht, dat op het eerste gezicht zo afwijkend van vorm is, in te
sturen voor een poëziewedstrijd. Dat lef zien we graag beloond.
De winnaar van de 8ste gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord! is:
Wie is er aan het woord –van Monique Boogmans
.
Wie is er aan het woord
.
Wie is er aan het woord tijdens het
avondeten:
Vader vader broer vader
broer broer vader broer
Broer vader broer vader
Broer broer vader broer
Moeder vader
Moeder vader
Moedermoedermoeder vader
Moeder vader
Moeder vader
Moeder vadervader vader
.
Later op de avond:
Moeder
Moeder
Moedermoedermoedermoeder
Moedermoedermoedermoeder
Moedermoedermoedermoeder
.
Moedermoedermoedermoeder
Moedermoedermoedermoeder
Moedermoedermoedermoeder
.
Welterusten.
.
.
De winnaars: Monica Boschman (3e) Monique Boogmans (1e) en Hein van der Schoot (2e)
De jury: Myrte Leffring, Joske Foppe en Marie-Anne Hermans
kom luisteren en genieten
Prijsuitreiking gedichtenwedstrijd
.
Op zondag 18 september zal de prijsuitreiking zijn van de 8ste gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord! Na de winnaar van de 7de gedichtenwedstrijd Sara De Lodder in 2020 alweer maken dertig dichters die het tot de shortlist haalden kans op deze gewilde prijs.
De prijsuitreiking is in de Jacobustuin aan de Jacobustuin 103-109 in (hartje) Rotterdam, slechts 5 minuten lopen vanaf het Centraal Station. We beginnen om 13.00 uur en alle shortlistdichters krijgen de gelegenheid hun gedicht rond het thema Twist voor te dragen.
De jury bestaande uit dichter en hoofdredacteur van poëzietijdschrift Awater Myrte Leffring, directeur van stichting De zoek naar schittering Jiske Foppe en (mede) initiatiefnemer van Poëziemagazine MUGzine Marie-Anne Hermans heeft de gedichten van de shortlist gelezen en beoordeeld en zal op deze zondag de nummers 3,2 en 1 bekend maken.
De winnaar krijgt zoals altijd het beeldje van Lillian Mensing, en publicatie van het winnende gedicht op de website van poëziestichting Ongehoord! en dit blog. Daarnaast zal de redactie van MUGzines contact zoeken met de dichters voor een publicatie in een nummer van MUGzine.
Kom dus zondag naar de prachtige Jacobustuin om te genieten van poëzie en muziek. Toegang is gratis en er is de mogelijkheid tot het krijgen van een drankje tegen een zeer schappelijke prijs.
Het thema van deze gedichtenwedstrijd was ‘Twist’ en daar heb ik een toepasselijk gedicht bij gezocht van C. Buddigh’ met als titel ‘Pluk de dag’ uit de bundel ‘128 vel schrijfpapier’ uit 1967.
.
Pluk de dag
vanochtend na het ontbijt
ontdekte ik, door mijn verstrooidheid,
dat het deksel van een middelgroot potje marmite
(het 4 oz net formaat)
precies past op een klein potje Heinz sandwich spread
.
natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd
of het sandwich spread-dekseltje
ook op het marmite-potje paste
.
en jawel hoor: het paste eveneens
.
De prijswinnaars van de gedichtenwedstrijd 2020
Vrienden
Dubbelgedicht
.
Vandaag een dubbelgedicht met als thema Vrienden. Over vrienden en vriendschappen zijn vele gedichten en liedjes geschreven dus het was niet heel moeilijk om een dubbelgedicht samen te stellen.
Het eerste gedicht van dit tweeluik is het gedicht ‘Hoe lang zullen zij nog vrienden blijven?’ van de dichter J.B. Charles, pseudoniem van Willem Hendrik Nagel (1910-1983). Het gedicht komt uit de bundel ‘De groene zee is mijn vriendin; gedichten 1944-1982’ uit 1987. Het gedicht gaat over de twijfel aan vriendschap.
Het tweede gedicht is van dichter Ida Vos (1931-2006) en is getiteld ‘Je hoeft niets te zeggen’ en dit gedicht gaat juist over de onuitgesproken vriendschap die voor altijd is. Het gedicht komt uit de bundel ‘Schiereiland’ uit 1979.
.
Hoe lang zullen zij nog vrienden blijven?
.
Vrienden komen. Heb ik nog
van die goede tee?
Ja die zullen ze herkennen.
Eten in Noordwijk, aan de zee.
Of kan ik dat nu niet betalen?
Nou dan maar niet. Nog even wachten.
Die Saint Emilion, die hoge,
die heb ik niet voor niets bewaard.
.
Ze komen niet meer, ben ik bang.
’t Is al zo laat.
Was het dan niet vandaag
misschien? Hoe lang
denk je zullen zij vrienden blijven?
.
Je hoeft niets te zeggen
.
je hoeft niet
in woorden
te praten
met mij
je hoeft niets
in woorden
te zeggen
je hoeft alleen maar
en dat is genoeg
je arm om mijn schouders
te leggen
.