Site-archief
Plattegrond
Frouke Arns
.
Voormalig stadsdichter van Nijmegen (2015-2016) Frouke Arns (1964) studeerde Engelse Taal- en Letterkunde in Nijmegen. Naast dichter is ze auteur, literair vertaler en tekstschrijver. Haar gedichten werden gepubliceerd in onder meer de Poëziekrant, Het Liegend Konijn, Schrijven Magazine, Het Parool en nrc.next. In 2013 verscheen haar debuutbundel ‘Mensen die je misschien kent’ bij uitgeverij Marmer. In 2017 volgde ‘Eigen terrein’ ,met daarin alle gedichten die ze tijdens haar periode als Stadsdichter van Nijmegen schreef. In 2018 kwam haar derde bundel, ‘De camembertmethode’ bij De Arbeiderspers uit, die genomineerd werd voor de Herman de Coninckprijs 2019.
Zo won ze onder andere de Meander Dichtersprijs (2017), de literaire prijs van de Stad Harelbeke en de jury- en publieksprijs van de Nijmeegse editie van ‘Aan het woord!’ Twee van haar gedichten werden opgenomen in de bundel ‘De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2015’. In De Revisor, jaargang 2016 werden drie van haar gedichten geplaatst waaronder het gedicht ‘Plattegrond’.
.
Plattegrond
.
Boekwinkel
Martin Veltman
.
In 1996 bracht uitgeverij De Arbeiderspers ‘De Veltman-verzameling’ uit. Een verzamelbundel van de werken van Martinus Antonius (Martin) Veltman (1928 – 1995). Veltman was een Fries dichter en tekstschrijver. Hij schreef poëzie die vanaf 1953 gepubliceerd werd (onder de naam Martin A. Veltman).
Zijn reclameteksten zijn echter bekender geworden dan zijn gedichten. Tot deze teksten horen Heerlijk, helder, Heineken (ook door anderen geclaimd, bijvoorbeeld door Alfred Heineken) en ‘s Lands grootste kruidenier blijft op de kleintjes letten (voor Albert Heijn). In 1962 was hij samen met Giep Franzen en Nico Hey oprichter van het reclamebureau FHV.
In ‘De Veltman-verzameling’ is ook de bundel ‘Zout’ opgenomen uit 1988 en daaruit komt het gedicht zonder titel over de boekhandel. Dit gedicht werd ook opgenomen in de Poëziekrant jaargang 20 (1996) in de rubriek ‘Het sienjaal’ waarin Yves T’Sjoen middels een gedicht bundels die te weinig opgemerkt dreigen te blijven signaleert.
.
Henny Vrienten
Tussen de regels
.
Afgelopen week overleed bassist, zanger, liedjesschrijver en poëzieliefhebber Henny Vrienten (1948-2022). Jarenlang (nog van voor hun doorbraak met ’32 jaar (sinds een dag of 2)’ was ik al fan van Doe Maar. Pas toen hele volksstammen zich als fan melden haakte ik langzaam af.
In 2019 verscheen de solo-cd van Henny Vrienten, ‘Tussen De Regels’. Het is het derde deel uit een drieluik. De eerste twee delen verschenen in 2014 en 2015. De drie platen uit het drieluik vertellen hun eigen verhaal. Bij de Taalstaat op radio 1 hoorde ik het titelnummer van ‘Tussen de regels’ en wist toen dat ik dit nummer hier in tekst wilde plaatsen, de taalvaardigheid van Henny Vrienten komt hier prachtig in naar voren.
.
Tussen de regels
.
Ik zwijg want alles is gezegd
Ik schrijf het liever op
En stop het in de la van later
En als jij dit later leest
Dan vind je nog het meest
Tussen de regels
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden zie je staan: het is gedaan
Alles is niet wat het lijkt
Dus als je beter kijkt
Zet ik mezelf te kijk
Tussen de regels
Zie je er staat niet wat er staat
Maar dat waar het om gaat
Tussen de regels
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden zie je staan: het is gedaan
En dan denk ik weer aan die allereerste keer
Het eerste hoofdstuk van een triest verhaal
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden het besluit: dit boek is uit
Later als je dit dan leest
Mis ik je nog het meest
Tussen de regels
.
Ruimte
Roos Rebergen
.
Tijd voor alweer een liefdesgedicht. Zolang er aan de ene kant zoveel haat en geweld is in de oorlog en aan de andere kant zoveel liefde en medemenselijkheid als het gaat om het opvangen van vluchtelingen zal ik regelmatig liefdesgedichten plaatsen. Al is het maar om te laten zien en ervaren dat de liefde uiteindelijk altijd overwint. Vandaag een gedicht dat ik las in de bundel ‘Liefde’ uit eind 2021, samengesteld door dichter Tjitske Jansen, het gedicht ‘Ruimte’ van Roos Rebergen (1988) tekstschrijver en zangeres van de band Roosbeef.
Als twaalfjarige stond Roos Rebergen op de planken van de Koeioneur, het jaarlijkse muziekfestival dat haar vader organiseerde op het erf van zijn boerderij in Duiven. En sindsdien is Roos blijven zingen, aanvankelijk in het Engels, maar na het oprichten van haar band Roosbeef in het Nederlands. De taal waarin zij haar bijzondere, vaak bizarre en altijd boeiende gedachten het beste kwijt kan. Dat ze haar gedachten niet alleen kwijt kan in liedjes blijkt uit het feit dat ze in 2016 debuteerde met de dichtbundel ‘Ik ben al 11 jaar geen 16 meer’. Het gedicht ‘Ruimte’ komt oorspronkelijk uit deze bundel.
Ruimte
.
we hebben tijd
stotter maar zoveel je wilt
ik wacht wel
we hebben tijd
jij bent van de ruimte
ik van de afgrond
ik vraag niet door
jij vraagt niet verder
want we weten
we hebben tijd
ik wil met je zien
ik wil met je horen
de sterren moeten niet zo ongeduldig zijn
en het koor van de orka’s kan beter nog wat repeteren
al je kennis maakt je mooi
mijn stomheid doet hetzelfde
jij houdt van het niets
en ik houd van het alles
.
Beetje praten
Huub Oosterhuis
.
De Nederlandse dichter Huub Oosterhuis (1933) is bij velen bekend als theoloog, ex-jezuïet en uitgetreden priester. Zijn naam is verbonden aan de modernistische tendensen binnen de Nederlandse kerkprovincie na het Tweede Vaticaans Concilie en de daarmee gepaard gaande polarisatie tussen modernisten en behoudsgezinden. Hij publiceerde een groot aantal liederen en gedichten en beïnvloedde de modernistische denkbeelden over liturgie en kerkelijk leven in Nederland.
Toch is ook zijn staat als dichter en tekst- en liedschrijver groot. Zo ontving hij meerdere prijzen voor zijn poëzie waaronder de Herman Gorterprijs voor de bundel ‘Groningen’ in 1962 en de Anne Frankprijs in 1963. Hij debuteerde in 1961 als dichter met de bundel ‘Uittocht’ en in de jaren tot nu publiceerde hij verschillende poëziebundels waaronder een aantal met Christelijke gedichten.
In 2003 verscheen, naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag de bloemlezing ‘Een maal zeventig’ een keuze uit de gedichten. Uit die bundel nam ik het gedicht ‘Beetje praten’.
.
Beetje praten
.
Wanneer ik oud ben leg me in een laatje
als een brief een witte steen.
.
Witte stenen horen
aan een Zuid-Frans strand.
.
Leg me aan een Zuid-Frans strand dan
op de vloedlijn.
.
Of ik leg je in een doosje
een gedroogde raadpleeg roos
een uitgebloeid horloge –
als je oud bent.
.
Als ik oud en bijna dood ben
maar nog niet
leg me aan de zonnenavel
waar het licht door stroomt
mijn ogen in.
.
Maar dat kan je niet betalen
veel te laag verzekerd – arme ouwe.
.
Tatoeëer me in je schouder
draag me op je rug.
.
Dat zal ik.
.
Ja dat zal je, ja je zal me –
.
Als een zegel op mijn hart.
.
Wat vooraf ging
Monica Boschman
.
De in Gassel woonachtige dichter,trainer, voorlichter, interviewer en tekstschrijver Monica Boschman doet in poëzie. Op haar website https://www.mbcommunicatie.nl lees je over alle activiteiten die deze duizendpoot organiseert en onderneemt. Naast vrij werk dat gepubliceerd werd in onder andere de bundel ‘Zeerslag’ organiseert ze poëziecursussen, schrijft ze artikelen en draagt ze voor.
Van 2012 tot 2014 was Monica de eerste regiodichter van de Noordelijke Maasvallei. In 2017 won ze de Plantage Poëzieprijs. Daarnaast werden haar gedichten bekroond bij Dichter op Hofwijck en Deinze Rijmt. In Cuijk organiseert en presenteert ze drie keer per jaar een poëtisch ontbijt. In 2020 zal dat zijn op zondag 29 maart, zondag 28 juni en zondag 20 september, van 9.30 tot 11.30 uur. Steeds met nieuwe gasten in Wereldtuin Verdeliet in Cuijk (kijk voor meer informatie op haar website.
In het driemaandelijks literair tijdschrift G.,voorheen (tot 2018) Gierik & NVT (Nieuw Vlaams Tijdschrift) staat een gedicht van haar hand getiteld ‘Wat vooraf ging uit de ‘Cyclus forens in liefde’.
.
Wat vooraf ging
.
We kropen als zandkorrels in kieren
en stilden elkaar naast de wind.
.
We lazen elkaar en het wasvoorschrift
op een deken uit de weekendtas.
Hier hadden goden niets te vertellen.
.
Je schreef letters op mijn rug
mijn naam open en bloot
in jouw navel.
.
We hadden het kunnen houden
bij een blik van herkenning.
Broer
Dubbel-gedicht
.
Over families zijn vele gedichten geschreven. Over vaders, moeders, zoons, dochters maar vreemd genoeg ben ik niet veel gedichten tegen gekomen over broers. Toch heb ik er twee kunnen vinden die nogal verschillend zijn en daarom zo interessant.
Het eerste is van de dichter en schilder Hendrik de Vries (1896 – 1989). Hendrik de Vries was een vroege surrealist. Het onderbewuste speelt een cruciale rol in zijn poëzie. Hij kreeg tijdens zijn leven o.a. de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Constantijn Huygens-prijs en de P.C. Hooft-prijs. Uit ‘Hoor! Zo is nooit gezongen! Hoor! uit 1986 komt het gedicht ‘Broer’.
Het tweede gedicht is van Bob Fosko (1955) pseudoniem van Geert Timmers, muzikant, tekstschrijver, acteur, recensent, producer, presentator, stem en programmamaker en bij mij vooral bekend als zanger van de Raggende Manne. Van hem is het gedicht ‘Ik wil je broer niet zijn’ uit de bundel ‘Nacht vd Poëzie’, een uitgave n.a.v. de 30ste nacht van de Poëzie uit 2011.
.
Broer
.
Mijn broer, gij leedt
Een einde, waar geen mens van weet.
Vaak ligt gij naast mij, vaag, en ik
Begrijp het slecht, en tast en schrik.
.
De weg met iepen liet gij langs,
De vogels riepen laat. Iets bangs
Vervolgde ons beiden. Toch woudt gij
Alleen gaan door de woestenij.
.
Wij sliepen deze nacht weer saam.
Uw hart sloeg naast mij. ‘k Sprak uw naam
En vroeg, waarheen gij ging.
Het antwoord was:
.
“Te vreselijk om zich in te verdiepen
Zie: ’t gras
Ligt weder dicht met iepen
Omkringd.”
.
Ik wil je broer niet zijn
.
midden in de nacht hoor ik de bel
slaperig maar nieuwsgierig doe ik
open.
daar sta je weer met je plastic zak
je zegt: ‘ik wilde naar mijn broer toe
lopen’,
maar ik ben je broer niet, stomme
trut!
wel lekker hier komen slapen
en ondertussen effe lekker….
ja….
.
ik wil je broer niet zijn
zie je dat dan niet
ik wil je broer niet zijn!
zie je dat dan niet?
.
ik ben geen familie van je
dat zou je wel willen he…
moet je kijken wat je doet…
zie je niet dat mijn handen trillen…
kom maar binnen hoor
ik maak wel chocola
maar dan moet ik weer naar bed
ik ga niet uren liggen lullen
zo is het maar net
.
ik wil je broer niet zijn
.
foto: Jean-Pierre Jans