Site-archief
Dichters over dichters
Wigman en Perk
.
Door de jaren heen ben ik in vele dichtbundels gedichten tegen gekomen van dichters over andere dichters. Vaak betrof het hier dichters die men waardeerde, soms was men gewoon idolaat van een andere dichter, en in weer andere gevallen was men kritisch of schreef men een bepaald misnoegen over een andere dichter van zich af in een gedicht. Daarom leek het me een aardig idee om vanaf nu met enige regelmaat gedichten van dichters over andere dichters hier te plaatsen in een nieuwe rubriek ‘Dichters over dichters’.
Vandaag dus de eerste editie en daarin kiest Menno Wigman (1966 – 2018) de dichter Jacques Perk (1859 – 1881) tot zijn onderwerp. In de bundel ‘Verzamelde gedichten’ in het hoofdstuk Nagelaten gedichten staat het gedicht ‘Bij het graf van Jaques Perk’ dat door Wigman werd geschreven als stadsgedicht in 2012, bij de herplaatsing van de waterhappertjes (kleine groene fonteintjes waaruit leidingwater spuit dat je kunt drinken) in Amsterdam
.
Bij het graf van Jacques Perk
.
Ik hield, m’n beste Perk, nooit heel veel van je werk:
teveel gerijmel voor een nooit bezeten vrouw.
Maar ik vergat dat je slechts tweeëntwintig werd.
en – vreemd dat ik dit denk – als maagd de grond in ging.
Toch blijft je naam zolang men Hollands leest.
.
Je schreef: ‘Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zij.’
Dat vond ik mooi. Maar schoonheid is verschrikkelijk –
zeker als het kan praten. Wie weet hoeveel je nog
had zitten haten in gebeeldhouwde gedichten?
En wat als razernij je rijm ontwrichtte?
.
Het moest zo. Zeker in jouw tijd. De tirannie
van standen, etiquette en sonnetten,
die is voorbij. Alleen de jeugd heeft nu gelijk.
Ooit was ik zeventien en lichtte je me bij:
‘Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zij.’
.
De winter van misnoegen is voorbij.
Zie hoe ik parel in het voorjaar.
Buig je vrij en drink van mij
.
Vergane liefde
Jelle Ravestein
.
Afgelopen woensdag mocht ik voor de tweede keer voorzitter van de jury zijn die de stadsdichter van Maassluis ging kiezen. In een overvolle Hooftzaak waren drie kandidaten die meedongen naar de titel stadsdichter van Maassluis. De avond werd gepresenteerd door de huidige stadsdichter Jaap van Oostrum. Naast de drie kandidaten, werd door een aantal mensen op het open podium een gedicht voorgedragen. De kandidaten hadden vooraf een stadsgedicht, een vrij gedicht en een motivatie ingestuurd.
De jury bestond uit Neerlandica Gerry Hanneman, wethouder van Cultuur Corinne Bronsveld en mijzelf dus. De kandidaten Mary Koreneef, Jelle Ravestein en Jaap van der Hoest droegen allen de twee gedichten voor en nadat het huiskoor van De Hooftzaak het publiek vermaakte met liedjes trok de jury zich terug om een beslissing te nemen. Het was nog geen eenvoduige beslissing, alle drie de kandidaten hadden sterke punten. Uiteindelijk werd Jelle Ravestein als winnaar en stadsdichter van Maassluis 2018-2020 gekozen. Hieronder één van de gedichten waarmee hij meedong naar deze titel.
.
Vergane liefde
.
De vensters huilen onzichtbaar
waar muur en dak moeten schragen.
Binnenkamers heerst de stilte
van slechts nog dragen zonder klagen.
.
Dit huis gebouwd op dromen
van nooit meer laten gaan.
Zijn fundamenten wankelen
of er nooit liefde heeft bestaan.
.
Hier huizen jaren van herinnering
van hoe het was, zou moeten zijn.
De muren vertellen hun verhaal
van ooit zo goed, vertrouwd en fijn.
.
Nu woont er kille onverschilligheid
gepaard met ‘laat mij maar begaan’.
Krakende vloeren zijn verlaten.
.
Afdeling B
Majoleine van Aperen
.
Op maandagmiddag was ik bij de opening van ‘B’ het taalpunt/taalhuis/taalinformatiecentrum in de bibliotheek van Vlaardingen. De nieuwe afdeling met de bijzondere naam B werd door de wethouder geopend en speciaal voor deze gelegenheid had stadsdichter Marjoleine van Aperen een gedicht geschreven met de titel ‘Afdeling B’. Met B heeft Vlaardingen nu een bijzondere plek waar mensen met Lees- en schrijfachterstanden terecht kunnen. Maar ook mensen die moeite hebben met andere basisvaardigheden zoals rekenen en digitale vaardigheden kunnen hier voor hulp terecht. Uiteraard heb ik haar gevraagd of ik het gedicht mocht gebruiken voor mijn blog en ik kreeg toestemming. Daarom hier het gedicht ‘Afdeling B’.
.
Afdeling B
.
De B neemt je mee,
naar Beter leven,
.
staat je bij op zoek naar een Baan,
helpt je om het Beste uit jezelf te halen,
bij het doen van Budgetbeheer, administratie,
Belastingaangifte en taaleducatie
.
B is Bijzonder, B is Briljant
B brengt meer Balans
B bouwt Bruggen, B maakt Blij
B geeft vis met Boter erbij
.
Met de B Boek je vooruitgang,
door te lezen of een helpende hand
.
De B, daar kom je verder mee!
.
Poëziebusdichters 3
Jeroen Naaktgeboren
.
Jeroen Naaktgeboren (Rotterdam, 1977) is dichter, presentator en leerkracht. Hij won met zijn poetryrockgroep De WoordDansers in 2004 het NK Poetry Slam en eindigde daarop op het WK Poetryslam in Parijs op de tweede plaats. Hij werd januari 2007 tot de eerste officiële stadsdichter van Rotterdam benoemd en schreef het boek Poetry Slam, het festival. Kijk voor de optredens, plaatsen en data op http://www.poeziebus.nl
.
Hinkstap op de brandgrens
.
Stuka’s en Heinkels naderen boven het laagland
Daaronder de dokken, een vuilkleed over de randen
De Hef geheven met het lef van laatste overmoed
standhouden voor vrijheid die de wil van haat verzet
Straten met vaders
met armen vol moeders
met handen vol kinderen
met knuisten in een smeulend kleed
Op weg naar schuilkelders,
verstoppen in nissen,
bidden achter planken,
spanten om te klemmen,
plinten en balken
het gieren, het suizen,
de dreunende aarde
Vlammen likken en lekken met vlakke tongen
De brief keert terug zonder handtekening
Een lied van as schril en vals gezongen
De rode waas van gehaaste lichtkogels
Scherven en splinters door lijf gedrongen
Onrecht straft met het laffe geblaf van de Luftwaffe
Mijn stad scheurde haar hart voorbij met brandende longen
Ik ga door tochtgangen die tot daglicht-tunnels ontwaken
Langs getrapte blokkendozen voorbij wanden van glas
Onder torens van trots boven een plein van staal
Wachtkamers en paskamers in een glimstaal onthaal
Een stad die ver voor mij geboren
niet eens mijn sterven weten zal
Alleen in herdenken kan ik herkennen
wat mij hier bracht tot waar ik val
Hinkstap op de brandgrens
man op nu van stad tot toen
de oude tijd, de nieuwe mens
puin ontstegen wit en groen
.
Stadsdichter Rotterdam
Hester Knibbe
.
In 2015 en 2016 was Hester Knibbe stadsdichter van Rotterdam, een titel die ze zeer onlangs overdeed aan Derek Otte. Bij de overdracht van de stadsdichterstitel kregen de aanwezigen, waaronder ik, de bundel ‘Stadsdichter’ cadeau. De bundel bevat alle stadsgedichten uit haar stadsdichterschap. Met poëzie voor o.a. verlaten kunstwerken, stadstuinen op wolkenkrabbers, Rotterdam viert de stad en asielzoekers in de Beverwaard lees je Rotterdam in de afgelopen twee jaar door de ogen van de dichter.
Bij de 550ste geboortedag van Desiderius Erasmus Roterodamus en de uitreiking van de Erasmuspenning aan Henk Oosterling schreef zij het gedicht ‘Erasmus aan zee’.
.
Erasmus aan zee
.
Bijeengeraapt
zooitje aangespoeld
schepsel. sponskop met dito baret om
al te gezouten gedachten tussen de oren
te houden, zie mij hier zitten, narrig
,
starend over mijn baker. Uit de diepte
ben ik getogen, heb ik eeuwige
deining gekend, de preken van vissen, ben
doordrenkt op het land uitgespogen. Nu
.
blootgesteld aan de schraalte hierboven
verdrogen mijn sappige spinsels tot kleine
kristallen die verregenen zullen; ik ben
.
het zout der aarde terwijl mijn poreusheid wind
verzamelt die plukt aan mijn vormsel, mij opnieuw
wil verstrooien, denker en dwaas in mij doven.
.
Toekomst
Hester Knibbe
.
Stadsdichter van Rotterdam Hester Knibbe schreef ter gelegenheid van het geopende asielzoekerscentrum in Rotterdam Beverwaard een stadsgedicht getiteld ‘Toekomst’. Op 15 december droeg Hester haar gedicht voor in de bibliotheek IJsselmonde speciaal geschreven voor de bewoners van het AZC en de inwoners van de Beverwaard.
Nadat vluchtelingen van het AZC kennis hadden gemaakt met de faciliteiten en de dienstverlening van de bibliotheek droeg Hester haar gedicht voor, dat in het Nederlands en Arabisch werd vertaald door Amina Abed en in de hele stad Rotterdam te zien is.
.
Toekomst
.
Zij gingen en komen waar ze wel
waar ze niet willen, zetten bezittingen
.
neer, spreiden hun angsten en leggen beslag
op de vierkante meters ze toegewezen. In hun lijf
.
nog de kleuren en beelden
van oude omgeving, donker en licht, drukte
.
chaos in steden, stilte erbuiten. Ze komen
waar anderen wonen, zij die hun kleine
.
percelen van heden verleden behoeden: zo
is het zo was het zo mag het
.
blijven. De toekomst
moeten ze delen.
.
Daniel Dee
Stadsdichter Rotterdam geeft zijn functie door aan Hester Knibbe
.
Gisterochtend werd tijdens een bijeenkomst in de centrale bibliotheek van Rotterdam (in het Bibliotheektheater) het stadsdichterschap overgegeven van Daniel Dee naar Hester Knibbe. Daniel heeft de afgelopen 2 jaar Rotterdam gediend als stadsdichter met mooie projecten en dito gedichten. De stadsdichter schrijft in ieder geval elk jaar 6 gedichten met de stad en haar bewoners als inspiratiebron. Daarnaast heeft de stadsdichter de vrije hand in hoe hij of zij het stadsdichterschap invulling wil geven.
Daniel heeft zich heel veel begeven onder de inwoners van Rotterdam, heeft vrijwel geen enkele uitnodiging afgeslagen en heeft dus in opdracht minimaal 12 gedichten geschreven over Rotterdam en de Rotterdammers. Zijn laatste gedicht werd tijdens de bijeenkomst getoond met een animatie van Daniel Oliveira Prins.
.
Hier zijn laatste stadsgedicht en het filmpje van Daniel Oliveira Prins.
.
Biopic de film van je leven flitst aan je ogen voorbij
.
als ik de film van je leven mocht regisseren
zou ik beginnen bij de virussen in je lijf
.
het menselijk lichaam bestaat
tenslotte voor negenennegentig procent uit zuurstof
koolstof waterstof stikstof calcium en fosfor
.
wat is dus werkelijk van jou
wat maakt jou
.
ik zou de virussen filmen hoe ze na het gestelde ultimatum
een alles vernietigende oorlog beginnen
zoals we die kennen van verre vreemde landen op het journaal
waar geen rambo nog iets aan kan redden
iedereen van het padje af
er er zou gesneuveld worden dat de stukken eraf vlogen
.
een oorlog die uiteindelijk resulteert in de totale overgave van je geest
zodat je niets anders kan dan naar mij verlangen
.
in de slotscène zou ik op ingenieuze wijze uitzoomen
om in softfocus in beeld te brengen hoe wij op de bank
verstrengeld met elkaar innig zoenen en versmelten
.
ik zou niet eens hoeven acteren
.
Gedicht in vreemde vorm op een vreemde plek
Deel 66: Stadsgedicht van Jaap Robben
.
Door mijn goede vriendin en medebestuurslid van Ongehoord! Yvon, werd ik opmerkzaam gemaakt op een vreemde vorm van poëzie op een net zo’n vreemde plek.
Het gedicht ‘Jij was zoiets als kwijt’ verscheen naar aanleiding van de opgraving van een enorm Romeins grafveld in de wijk Waterkwartier in Nijmegen. Als moss graffiti verscheen deze regel uit het gedicht op een muur in de Sperwerstraat. De uitvoering en het ontwerp daarvan werd gedaan door Joeri van Putten van Smoove.
Moss graffiti
Moss graffiti is een techniek waarbij je een papje maakt van mos, bier en yoghurt en dat in de keukenmachine doet. Daarna is het een stroperige substantie die gemakkelijk te verven is in een daarvoor gemaakte mal.
.
Je was zoiets als kwijt
.
Niemand graaft
om zand te vinden.
We zochten jou
omdat we je vergaten.
.
Alsof we op achtergelaten jassen klopten
op zoek naar wat nog niemand was verloren.
.
En jij,
stil en donker in de grond
jij was zoiets als kwijt.
.
Al wist je misschien
dat wij er waren
door wat je boven je hoorde
zoals iemand die op zolder soms
een doos verschuift.
.
Meer poëzie van Jaap Robben is te vinden op zijn blog http://jaaprobben.wordpress.com/
.