Site-archief
Voor Aragon
Pablo Picasso
.
Ik kocht de bundel ‘gedicht en omgedicht’ Wereldpoëzie door Vlamingen vertaald, uit 1960, samengesteld door dichter en vertaler Bert Decorte (1915-2009). Tot 1995 publiceerde Decorte vele bundels maar ook poëtische reisverhalen, essays en een autobiografie. Als vertaler van bijvoorbeeld Villon, Baudelaire, Mallarmé en Apollinaire) werd gevraagd of hij deze bundel wilde samenstellen waarin vertalingen van gedichten uit de wereldpoëzie sedert de middeleeuwen door Vlamingen werd opgenomen.
Bladerend door de bundel viel mijn oog op een gedicht van schilder, graficus, beeldhouwer en (dus ook) dichter Pablo Picasso (1881-1973). Het gedicht dat van hem is opgenomen in deze bloemlezing is vertaald door Marcel Wauters en is getiteld ‘Voor Aragon’ met als ondertitel ‘dinsdag 5 november 1940’. Het gedicht schreef Picasso voor zijn vriend, de Franse schrijver, dichter, essayist en journalist Louis Aragon (1897-1982).
,
Voor Aragon
dinsdag 5 november 1940
.
Aan de laaiende vuurstapel waarop
naakt de heks roosterde
heb ik mijn plezier gevonden
Op de rand van de lippen
van deze namiddag
de huid van al
de vlammen
met mijn nagels
zachtjes af te rukken
om vijf na één
’s morgens en nadien
nu drie uur
min tien geurden mijn vingers nog
naar het warme brood de honing
en de jasmijnen
.
Liefdesbed
Jean Cocteau en Federico Garcia Lorca
.
In de reeks Erotiek op zondag, vandaag een dubbelgedicht van twee grootheden uit de poëzie geschiedenis, de Franse schrijver en dichter Jean Cocteau (1889 – 1963) en de Spaanse dichter en tonneelschrijver Federico Garcia Lorca (1898 – 1936). Waarom heb ik twee gedichten van deze twee, toch verschillende, dichters bijeengebracht? Om het thema van deze twee gedichten: het liefdesbed. Twee korte gedichten vol erotiek maar in een taal vol spanning en symboliek geschreven.
.
Jean Cocteau
.
Liefdesbed, houdt halt; laat ons de schaduw benutten
En op adem komen; verbreken wij het zwijgen;
Kijk onze voeten daar, paarden die staan te dutten,
Die nu en dan hun halzen naar elkaar toe neigen.
.
Federico Garcia Lorca
.
O bed in het hotel! O bed zo zoet!
Van witte vlekken en van dauw het laken.
O het geluid dat onze lijven maken!
O grot van schemer, vlam, katoenen goed!
.
O dubbellier, door liefde als een tak
in vuur en kille nardus van je dijen!
O schommelboot , o klare stroom, bij tijden
een nachtegaal gelijk, bij tijden tak!
.
Reiziger er is geen weg
Antonio Machado
.
Al eerder schreef ik over de Spaanse dichter Antonio Machado, toen in de categorie ‘Dichter in verzet’. Vandaag een andere kant van Machado; de dichter die hoop en troost biedt. In een vertaling van Tjeerd de Boer en Kathleen Ferrier, het gedicht ‘Reiziger er is geen weg’ uit ‘Cantares y Proverbios’.
.
Reiziger er is geen weg
Reiziger,
er is geen weg
de weg maak je zelf, door te gaan.
Alles gaat voorbij en alles blijft,
maar het is aan ons om te gaan,
verder gaan en wegen banen,
wegen over de zee.
Nooit heb ik roem nagestreefd
en de mensen mijn lied willen inprenten;
ik houd van werelden die subtiel zijn,
gewichtloos en vriendelijk, als zeepbellen.
Ik houd ervan om te zien hoe ze geel en rood kleuren,
gaan trillen, plotseling en uit elkaar spatten.
Nooit heb ik roem nagestreeefd.
Reiziger, de weg,
dat zijn jouw sporen, en niets anders.
Reiziger, er is geen weg,
de weg maak je zelf, door te gaan.
Door te gaan maak je de weg
en als je achterom kijkt,
zie je het pad dat je nooit meer zult hoeven betreden.
Reiziger, er is geen weg
alleen een schuimspoor in de zee.
Een tijd geleden hoorde men, op deze plaats, waar nu een doornbos staat,
de stem van een dichter die riep:
Reiziger, er is geen weg,
de weg maak je zelf, door te gaan stap voor stap,
regel voor regel.
De dichter stierf ver van zijn huis, hem bedekt het stof van een naburig land.
Toen men van die plek wegliep, hoorde men hem huilen:
Reiziger er is geen weg,
de weg maak je zelf, door te gaan, stap voor stap, regel voor regel.
Als de vink niet kan zingen,
als de dichter een pelgrim is
als bidden ons niets oplevert:
reiziger, er is geen weg,
de weg maak je zelf, door te gaan stap voor stap,
regel voor regel
Waarom de sporen van het toeval wegen noemen?
Ieder die voortgaat, wandelt,
als Jezus, over de zee.
.
.