Site-archief
Dichter op verzoek
Martinus Nijhoff
.
In 2017 begon ik op dit blog een nieuwe categorie Dichter op verzoek. De eerste van vele delen begon met de dichter Nijhoff (waar ik nog vele malen aandacht aan zou besteden). Omdat ik vanaf vandaag deze categorie weer nieuw leven in wil blazen, vandaag een gedicht van die zelfde Martinus Nijhoff (1894-1953) getiteld ‘De schrijver’. Ik kon in de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1976 (6e druk) maar liefst kiezen uit drie gedichten met diezelfde titel. Blijkbaar was het een onderwerp dat Nijhoff bezig hield als dichter. Deze gedichten staan in bet hoofdstuk Verspreide gedichten en ik koos voor het tweede gedicht, een sonnet.
Vanaf nu wil ik weer vaker dichters op verzoek gaan plaatsen dus heb je een favoriete dichter, en het maakt niet uit of dat een jonge dichter, een aanstormend talent is, een Tachtiger, Vijftiger, Maximaal, buitenlands of Nederlands dichter, laat een reactie achter en ik ga er iets mee doen. Vanaf nu elke zondag de komende periode.
.
De schrijver
.
Telkens komen tusschen de wolken door
vogels met nieuwe tekst tegen de ramen,
en ik zit mij, onder mijn lamp, te schamen
dat ik niet neer kan schrijven wat ik hoor.
.
O God! Hoe dorst ik lachen om lichamen
van wier volmaakte schoonheid een flauw spoor
in kleeding overblijft, ik die aldoor
uw evangelie uitstraal voor reclame.
.
Hoe dorst ik lachen? In hun oogopslag
is vogelwiekslag meer dan uit te spreken.
Ik kan niets doen, niets doen. Ik wacht den dag
.
dat zich één vrouwehand opheft, ten teeken
dat ik wat voor mij neerstrijkt nemen mag.
Want hoor, hij zingt, hij is niet te onderbreken.
.
Sonnet
Michel van der Plas
.
Dichter, schrijver, journalist, vertaler, tekstschrijver en samensteller van bloemlezingen Michel van der Plas (1927-2013) debuteerde in 1947 met de verzenbundel ‘Dance for you’, in 1948 gevolgd door de bundel ‘I hear America singing’ een bundel vertalingen van Engelstalige poëzie van Walt Whitman, W.H. Auden, E.E. Cummings en T.S. Eliot. Hierna zouden nog heel veel bundels en boeken van zijn hand verschijnen. Voor zijn werk ontving hij onder andere de Jan Campert-prijs, de Tollensprijs, een eredoctoraat aan de universiteit van Nijmegen en werd hij benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau en Officier in de Leopoldsorde (België).
Michel van der Plas had een voorkeur voor sonnetten en sloot daarbij aan bij een eerdere dichtkunst, die in de jaren 1950 werd overvleugeld door de vrije regelval van de ‘Vijftigers’. Toch heeft hij deze dichtvorm nooit vaarwel gezegd. Een voorbeeld daarvan komt uit de bundel ‘Edelman-Bedelman’ gedichten 1945-1955, uitgegeven in 1960 bij De Blauwe Distel.
.
Sonnet
.
Trouwer dan de wijn is mij haar mond;
trouwer dan de sterren zijn haar ogen;
en elk najaar heeft het groen bedrogen,
maar haar haren blijven zomerblond.
.
Trouwer dan de vogels zijn haar handen,
en die reppen zich welhaast devoot;
trouwer dan de vuurgloed is haar schoot,
en zij roept mijn naam wanneer wij branden.
.
Ach, bij haar wordt alle vrezen wanen
en haar zucht ontwapent iedere klacht:
zij maakt alles nieuw: de dag, de nacht,
en haar lieve lachen en mijn tranen, –
tranen als zij slaapt en mij verwart,
want haar hart is trouwer dan mijn hart.
.
Wat maakt een gedicht?
Gemeenschappelijke kenmerken van poëzie
.
Ik mag graag rondzwerven op het wereldwijde Internet op zoek naar hoe men denkt en schrijft over poëzie. Ik schreef er al over in 2019, nogmaals 2019, 2017, 2015, en 2013. En als je goed zoekt waarschijnlijk nog wel vaker. Lezen over poëzie kan je helpen bij het zelf, beter, schrijven van poëzie. Maar wat het allerbeste werkt is heel veel poëzie lezen, het vakmanschap door je eigen ogen binnen halen en daar je eigen draai aan geven.
Op Literacyideas.com kwam ik het volgende artikel tegen. Voor het gemak heb ik de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie voor je uit het artikel geplukt en vertaald. Natuurlijk is dit geen uitputtende lijst van gemeenschappelijke kenmerken. Als je meer over poëzie leest mis je er al snel verschillende (verdichten van tekst, aanspreken door de dichter, enjambement – het afbreken van zinnen en woorden-, gebruik van witregels etc.) maar zo’n eerste korte lijst kan je al wat houvast geven. Dit is wat Literacyideas zegt over de gemeenschappelijke kenmerken van een gedicht:
● Het ziet eruit als een gedicht – als het eruitziet als een gedicht en leest als een gedicht, dan is de kans groot dat het inderdaad een gedicht is. Poëzie bestaat uit regels, waarvan sommige volledige zinnen zijn, maar veel niet. Bovendien lopen deze regels meestal niet consequent uit tot in de marge, zoals in bijvoorbeeld een roman. Dit alles geeft poëzie een onderscheidende en herkenbare uitstraling op de pagina.
● Het heeft vaak een onderliggende vorm die dingen bij elkaar houdt – hoewel dit niet altijd waar is (bijvoorbeeld in sommige vrije verzen), voldoet veel poëzie aan een voorgeschreven structuur, zoals in een sonnet, een rondeel, een haiku enz. Tegenwoordig gaat dit steeds minder op want het ‘vrije vers’ is bovenliggend.
● Het maakt gebruik van beelden – als een dichter serieus is, zullen deze proberen om beelden in de geest van de lezer te creëren met behulp van veel zintuiglijke details en figuurlijk taalgebruik.
● Het heeft een zekere muzikaliteit – we zouden kunnen denken dat de natuurlijke incarnatie van poëzie het geschreven woord is en zijn habitat, de pagina, maar het gedrukte woord is niet waar de oorsprong van poëzie ligt. De vroegste gedichten werden mondeling gecomponeerd en in het geheugen vastgelegd. We kunnen nog steeds zien hoe belangrijk de klank van taal is als we gedichten hardop voorlezen. We zien het ook terug in de aandacht voor muzikale middelen die in het gedicht zijn verwerkt. Poëtische hulpmiddelen zoals alliteratie, assonantie en rijm bijvoorbeeld.
Doe er je voordeel mee zou ik zeggen maar vergeet niet dat de beste dichters vaak ook de beste lezers (van poëzie) zijn. Daarom hier een gedicht over poëzie, met als titel ‘Poëzie’ van één van de beste dichters uit het Nederlands taalgebied, mijn favoriet, de Vlaamse dichter Herman de Coninck (1944-1997) uit ‘De gedichten’ uit 1998.
.
Poëzie
.
Zoals je zegt ‘Val maar, sneeuw’
als het al een half uur sneeuwt,
.
zo heb ik er 45 jaar over gedaan
om er 45 jaar over te doen,
.
zo zeg ik ‘slaap maar’
tegen een dochter die al lang slaapt
.
en heb het daar twee uur later
nog altijd een beetje warm van,
als een thermos.
.
Nieuwe poging
AI
.
Na een gesprek met Marie-Anne van Poetry Affairs over mijn eerste ervaringen met de Chatbot GPT wilde ik kijken of ik toch nog meer kon halen uit deze AI ‘machine’ dan me een eerste keer gelukt was. Marie-Anne is veel beter op de hoogte van artificial intelligence en de oneindige mogelijkheden hiervan en we kwamen tot de conclusie dat mijn zoekopdrachten wellicht te ‘eenvoudig’ waren. Wat gebeurt er wanneer je een zoekvraag verrijkt met inhoud en vorm en niet alleen stijl of een dichtersnaam?
Ik probeerde eerste de zoekvraag: Write a sonnet in Dutch about poetry. Een zoekvraag die ik later herhaalde in het Nederlands: schrijf een sonnet over poëzie. Bijzonder genoeg kreeg ik twee keer een ‘gedicht’ van de Chatbot in het Nederlands in de vorm (aantal regels en verdeling van die regels) van een sonnet. De twee gedichten waren overigens verschillend. Maar waar ik in een eerdere poging vroeg om een gedicht in de stijl van Jules Deelder of Charles Bukowski en toen rijmende gedichten kreeg die juist niet bij deze twee dichters passen, kreeg ik nu twee keer een gedicht in vrij vers zonder rijm. Terwijl een sonnet juist gekenmerkt wordt door een rijmschema. Zelfs toen ik de woorden ‘in Rhyme’ toevoegde bleef de Chatbot hardnekkig rijm vermijden. Heel verwarrend allemaal.
Toen dacht ik dat deze Chatbot waarschijnlijk beter is in het Engels dan in het Nederlands (er is zoveel meer Engelse data te gebruiken, het Nederlands is nu eenmaal een klein taalgebied) en dus vroeg ik de chatbot: write a sonnet about poetry.
Toen pas schreef de Chatbot iets dat op een sonnet leek, het rijmde als was het rijmschema niet helemaal die van een sonnet want de twee laatste strofes bestaan niet uit beide drie regels met rijmschema cdc dcd maar ik oordeelde te vroeg want het zogenaamde Shakespeare sonnet heeft wel degelijk de vorm van het sonnet dat de Chatbot wist te maken namelijk in een schema abab – cdcd – efef – gg.
Mijn volgende voorzichtige conclusie is dat de Chatbot vooral goed is in de Engelse taal (in ieder geval beter dan in het Nederlands) en dat de machine soms keuzes maakt die je misschien niet 1,2,3 verwacht. Een tweede conclusie die ik ga herhalen ook naar aanleiding van mijn eerste stuk over Chat GPT is dat de poëzie, het poëtisch gehalte van wat de Chatbot maakt wel erg ver te zoeken is. Het blijft toch erg bij beschrijvende zinnen over in plaats van werkelijk poëtische zin, het spel met de taal, de verrassingen en wendingen die een, door een mens, een dichter, geschreven gedicht wel heeft of zou moeten hebben.
Hieronder de twee resultaten van de vragen: Schrijf een sonnet over poëzie, en Write a sonnet about poetry.
.
De poëzie is als een rivier die stroomt
Met woorden als bladeren danst het op papier
Ze neemt ons mee op een reis, zonder doel
En geeft ons kracht in tijden van vreugde en vuur
.
De poëzie is een spiegel van onze ziel
Ze laat ons onze gedachten zien en gevoelens
Ze maakt ons huilen, of lachen, ze maakt ons heel
Ze laat ons dromen of ontwaken tot nieuwe devoties
.
De poëzie is een kunst die nooit oud wordt
Ze is eeuwig, net als liefde en waarheid
Ze is de taal van het hart, ze is puur goud
Laten we dus de poëzie eren
En houd haar dichtbij, voor altijd in ons hart en in onze geest.
.
.
Poetry, the art that flows like a stream
With words like leaves, it dances on the page
It takes us on a journey, without a theme
And gives us strength in times of joy and rage
.
Poetry is a mirror of our soul
It shows us our thoughts and our emotions
It makes us cry, or laugh, it makes us whole
It lets us dream, or wake to new devotions
.
Poetry is an art that never grows old
It’s eternal, like love and like the truth
It’s the language of the heart, it’s pure gold
.
So let us honor poetry, let it bloom
And keep it close, forever in our hearts, in our room.
Côte d’Azur
Quirien van Haelen
.
Door een opmerking van Ionica Smeets in een van haar columns in de Volkskrant werd ik (weer eens) gewezen op het wonderlijke gedicht ‘Côte d’Azur’ van Quirien van Haelen (1981). Dit (halve) sonnet valt op door de vele witegels tussen de eerste twee strofes en de laatste strofe én door de opsomming van meisjesnamen. Eigenlijk is dit het ultieme vakantiegedicht. Dat het ook een slim, grappig en ideeënrijk gedicht is kun je heel goed lezen in de analyse van Guus Middag op Oote Oote .
Hoe dan ook is het een heerlijk gedicht om te lezen maar om er volledig van te kunnen genieten lees je eerst de analyse, zeer de moeite waard. En lees het vooral ook helemaal want aan het einde van de analyse blijkt maar eens te meer hoe moeilijk (sommige) redacteuren poëzie soms vinden als het gedicht uit zijn bundel ‘Testosteron’ uit 2008 wordt opgenomen in ‘De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten’.
.
Côte d’Azur
.
Brigitte, Verona, Eva, Kim, Marieke
Aurora, Mäde, Tina, Claire, Yvon
Yolanda, Nina, Daisy, Sue, Manon
Martine, Lilly, Nancy, Annemieke
Justine, Maria, Ankie, Lindsay, Lieke
Adèle, Judith, Vera, Ann, Marjon
Yvette, Denise
.
..
.
.
Het volgend jaar een busreis naar Lloret
Wellicht haal ik daar wél een heel sonnet
.
Hipstersonnet
Andy Fierens
.
De Vlaamse dichter Andy Fierens (1976) Andy Fierens (1976) is een van de vaakst optredende dichters van de Lage Landen (volgens zijn uitgeverij De Bezige Bij). In ieder geval is hij de dichter met de meest fantastische en bijzondere titels van dichtbundels. Zo is daar zijn debuutbundel ‘Grote Smerige Vlinder’ (2009) die werd bekroond met de Herman de Coninckprijs voor het beste debuut. Verder publiceerde hij de dichtbundel ‘Wonderbra’s & Pepperspray’ (2014) en de roman ‘Astronaut van Oranje’ (2013). Fierens is tevens frontman van de literaire punkband Andy & The Androids en een van de drijvende krachten achter het koor De Bronstige Bazooka’s, waarvoor hij ook de libretto’s schrijft.
In april van dit jaar kwam zijn laatste bundel uit met de bijzondere titel ‘De trompetten van Toetanchamon’ en lezend in deze bundel stuitte ik op het gedicht ‘Hipstersonnet’. Ja en dan heb je mijn aandacht. De taal van vandaag, van de hipster, de leegte, en de bijbehorende symbolen, heerlijk sonnet. Daarom hier dit gedicht.
.
Hipstersonnet
.
Je wilde shinen maar je bent een fail.
Je epigonensquad heeft weinig tact.
De appnek-smombies twitteren zich scheel.
Je moeders taal wordt op de kop gekakt.
.
Je hebt het raden naar betekenis
van leven, dood en wat daartussen zit.
Al netflix je tot aan sint-juttemmis,
door al die mindfucks zit je in de shit.
.
Je vindt geen friedelvrouw, laat staan een lief.
Miasmes chillen awesome in je bek.
Het werd niet beter na je gastric sleeve
en je pruillip lijkt net een afdruiprek.
.
’t Is duidelijk dat jij geen Shakespeare bent.
Lang leve recyclage, wegwerpvent!
.
De ochtend
Ed. Hoornik
.
Jaren geleden kwam ik in het bezit van een bijzonder bundeltje getiteld ‘Nieuwe griffels schone leien’. Een Ooievaar pocket uit 1957 bevat een bloemlezing uit de poëzie der avant garde samengesteld en ingeleid door Paul Rodenko. Deze bundel is mij vooral heel dierbaar omdat een vorige eigenaar de moeite heeft genomen om van elke dichter die is opgenomen in dit bundeltje, een handtekening te vragen (en te krijgen) voorin de bundel. Eén van de dichters in die bundel is Ed. Hoornik (1910-1970). Ook van hem staat in dit bundeltje een handtekening.
Ik zat deze pocket weer eens door te lezen en van het een kwam het ander en voor ik het wist was ik aan het lezen in ‘Het menselijk bestaan’ gedichten van Ed. Hoornik uit 1952. In die bundel staat het gedicht ‘De ochtend’ en dit sonnet wilde ik hier met jullie delen, op deze ochtend.
.
De ochtend
.
De zwarte band die om mijn voorhoofd knelt,
wordt, als ik even weg ben uit het schrijven,
losser. Ik adem op. De dag wint veld.
De ziel kan niet zonder het lichaam blijven.
.
Stomme getuigen van het oergeweld,
komen de stoelen hun bestaan bewijzen;
dingen vergeten of teruggesteld,
winnen hun noodzaak weder en herrijzen.
.
Ik treed naar buiten in het morgenlicht.
Ze zijn weer weg, de kleine nachtegalen.
Lichaam en ziel zijn weer in evenwicht.
.
Over mijn vochtig en vermoeid gezicht
vallen de eerste warme ochtendstralen.
Ik adem, ik doe niets dan ademhalen.
.
Poëzie in film
The Bookshop
.
Afgelopen week bekeek ik de film ‘The Bookshop’ uit 2017 van regisseur Isabel Coixet. De film is gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1978 van Penelope Fitzgerald , waarin de hoofdpersoon, Florence Green (gespeeld door Emily Mortimer) tegen de stroom in probeert een boekwinkel te openen in de kustplaats Hardborough, Suffolk. Omdat deze film gaat over een boekenwinkel in de jaren vijftig van de vorige eeuw, mag je verwachten dat er ook poëzie in voorkomt. En mijn verwachtingen werden ingelost.
Regelmatig worden titels van gedichtenbundels getoond (niet zo prominent als ‘Lolita’ van Nabokov in de film maar toch) en er wordt geciteerd uit een paar gedichten waaronder een sonnet (XXXIV) van Charles Hamilton Sorley. Maar ook komt in een gesprek tussen de hoofdpersoon en de mysterieuze veellezende kluizenaar Edmond Brundish (gespeeld door een van mijn favoriete Engelse acteurs Bill Nighy) de zin langs ‘Never give a lady a restive horse’. Ik dacht dat dit een zin uit een gedicht zou zijn maar het blijkt de titel van een boek over Victoriaanse etiquette van Thomas Edie Hill (1832-1915) te zijn.
Omdat ik verder zocht kwam ik echter toch een gedicht tegen met diezelfde titel. Op de website deepundergroundpoetry staat een (erotisch) gedicht van Geoffe Cat met deze titel geïnspireerd op het boek van Hill dat uit een bundel komt uit 1968.
.
Never Give a “Lady” a Restive Horse – Sonnet Nineteen
.
A restive horse, no gift a “Lady” make,
For “Lady’s” stride should simple gestures grace,
Lest in her sport, her seat that posting take,
Decorum speaks, should “Lady” never brace.
.
Though such a rider she, she may protest,
In taming such a horse, her pleasures wrought,
That with its buck and lunge, her sure contest
To still such beast, she shows her measures tau(gh)t.
.
For in such work, from “Lady’s” measure may
In strike and strump, come most “un-Lady’s” gait,
In leap and loft, her seat and measure’s sway,
May “Lady-like”, unsullied state negate.
.
So never gift a “Lady” restive horse,
‘Though she, with seat and measure, may endorse.
.
Zomertijd
Frank van Pamelen
.
Eind 2020 kwam de laatste bundel van light verse dichter Frank van Pamelen (1965) uit. Van Pamelen die ik ken van een aantal fijne gedichten in MUGzine #8 is een bekend light verse dichter. In 2012 verscheen van hem de bundel ‘IKEA en andere verzen’. Hierna verschenen nog enkele jeugdboeken van zijn hand maar in 2020 dus zijn laatste bundel ‘Bravogeroep en enthousiast gefluit’
Toen ik de bundel aan het doorlezen was bleef mijn oog hangen bij het gedicht ‘Zomertijd’. Aan de ene kant omdat dit sonnet, zoals zo vaak bij van Pamelen, heel slim en intelligent in elkaar zit maar in dit geval ook zeker omdat hij in het gedicht verwijst naar het beroemde gedicht van Herman Gorter (1864-1927) de ‘Mei’ uit 1889. Uiteraard geeft van Pamelen hier zijn eigen bijzondere twist aan.
.
Zomertijd
.
Een nieuwe lente en een nieuw geluid
Zo dichtte ooit de dichter Herman Gorter
Een man wiens werk ik zeker niet supporter
Want altijd komt zijn onheilstijding uit
.
Dan zetten wij de klok een stuk vooruit
En maken wij de dag aanzienlijk korter
Want na zo’n drieëntwintig uren wordt er
Alweer een nieuwe datum aangeduid
.
Maar ik slaap elke keer weer nietsvermoedende
De voorgeschreven omzettijd voorbij
Want ik verafschuw onderbroken nachten
.
En dus zit ik haast ieder jaar weer woedend
En foeterend op Herman Gorters ‘Mei’
Een half jaar op de wintertijd te wachten
.