Site-archief
Trichotillomanie
Warsan Shire
.
‘Zegen de dochter’, de dichtbundel van de Somalisch Britse Warsan Shire gaat over een meisje dat opgevoed wordt door de stemmen in haar hoofd bij gebrek aan iemand die voor haar zorgt. Puttend uit haar eigen leven en dat van haar dierbaren, popcultuur en krantenkoppen brengt Shire in deze schitterende gedichten de levens van vluchtelingen en migranten, moeders en dochters, zwarte vrouwen en tienermeisjes tot leven.
In 2015 werd Warsan Shire in één klap beroemd door haar gedicht ‘Thuis’ dat wereldwijd werd gedeeld als oproep tot een humaner beleid rondom de vluchtelingenstroom. Haar gedichten gaan over haar eigen ervaringen als migrant, over je huis kwijtraken en je nergens thuisvoelen, over oorlog, seks en vrouw-zijn.
Toen ik de titel van het gedicht ‘Trichotillomanie’ las was ik meteen nieuwsgierig naar wat dat betekende. Trichotillomanie is een psychische aandoening waarbij men een aandrang heeft om de eigen haren uit te trekken, zowel hoofdhaar, wimpers en wenkbrauwen als haar op andere delen van het lichaam. Het is een zogenaamde obsessieve-compulsieve stoornis. Met die kennis lees je het gedicht toch anders.
.
Trichotillomanie
.
We vonden iets, hurkend achter je bed,
het gromde toen het werd benaderd, zong een gebroken lied,
een dood, zich aan het leven vastklampend ding, een massa knopen,
geboren uit vezels, gescheurd uit bloedvaten, het voelde droog aan.
.
Toen het stond, was het zo hoog als een schrille schreeuw,
we vroegen hoe het heette, het zei jouw naam.
.
We hebben het in de tuin aangestoken, het brandde snel,
maakte een pasgeboren geluid, liet de geur
van verschroeide zwavel achter. Was het van jou?
.
Poesie 1
Thom Gunn
.
In de Morvan (Frankrijk) kocht ik in een kringloopwinkel een deel van de in serie uitgegeven pocketbundels ‘Poesie’, in dit geval Nummer 69-70 uit 1979 met de titel ‘La nouvelle Poesie Anglaise’. Het feit dat in dit deel Engelse dichters met Engelse gedichten staan heeft me doen besluiten het bundeltje te kopen. Helaas is mijn Frans dermate slecht dat ik Franse poëzie niet kan lezen, maar Engelse wel. In dit bundeltje gedichten van Seamus Heaney, Adrian Henri, Ted Huges, Philip Larkin, Sylvia Plath en Thom Gunn.
De laatste dichter kende ik wel van naam maar niet van werk en omdat de gedichten (ook) in het Engels zijn opgenomen kocht ik dit bundeltje en ik werd niet teleurgesteld. Het gedicht ‘Courage, a tale’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Jack Straw’s Castle’ uit 1976, bracht meteen een glimlach op mijn gezicht. Reden genoeg dit gedicht hier met jullie te delen.
Thom Gunn (1929 – 2004) was een Engelse dichter die werd geprezen om zijn vroege verzen in Engeland, waar hij werd geassocieerd met The Movement (waartoe ook Philip Larkin behoorde), en zijn latere poëzie in Amerika, zelfs nadat hij naar een lossere, vrij-vers stijl overstapte. Nadat hij van Engeland naar San Francisco was verhuisd, schreef Gunn over homogerelateerde onderwerpen, met name in zijn beroemdste werk, ‘The Man With Night Sweats’ uit 1992, evenals over drugsgebruik, seks en zijn bohemien levensstijl. Hij won grote literaire prijzen; zijn beste gedichten zouden een compacte filosofische elegantie hebben. Of dat ook opgaat voor ‘Courage, a tale’ laat ik aan de lezer over.
.
Courage, a tale
.
There was a Child
who heard from another Child
that if you masturbate 100 times it kills you.
.
This gave him pause;
he certainly slowed down quite a bit
and also kept count.
.
But, till number 80,
was relatively loose about it.
There did seem plenty of time left.
.
The next 18
were reserved for celebrations,
like the banquet room in a hotel.
.
The 99th time
was simply unavoidable.
.
Weeks passsed.
.
And then he thought
Fuck it
it’s worth dying for,
.
and half an hour later
the score rose from 99 to 105.
.
.
Winterochtend
Herman de Coninck
.
Staand voor mijn boekenkast realiseerde ik me dat het alweer enige tijd geleden was dat ik in een bundel van Herman de Coninck las. Een aantal jaar geleden na de Coninck (1944 – 1997) als dichter ontdekt te hebben, las ik hem veel en schreef ik ook veel over hem. Maandenlang was hij dichter van de maand, de oervader van deze rubriek. Maar zoals dat soms gaat, na een overdosis van een dichter volgt er een tijd zonder.
Maar deze week las ik opnieuw in de bundel ‘Zolang er sneeuw ligt’ uit 1975 zijn tweede bundel na zijn debuut ‘De lenige liefde’. Ik koos uiteindelijk voor het gedicht ‘Winterochtend’ misschien wel door de hitte van de afgelopen dagen, maar waarschijnlijk vooral omdat het zo’n mooi gedicht is.
.
Winterochtend
.
Ik hou van ochtendlijk vrijen,
vóór alles weer moet
nog even mogen. En nadien buik aan rug
nog wat tegen elkaar aanliggen in de klaarte
van net-klaargekomen-zijn.
.
Buiten ligt alles helder vastgevroren,
een klare vriesochtend is altijd klaarder
dan een zomerochtend, ongeveer zoals
helderheid in een zwart-witfilm
helderder is dan in kleuren.
Alles is zichtbaar. De naakte feiten
hebben koud.
.
Maar wij niet. Na de liefde buiten komen
is zoiets als van de sauna
in ijskoud water springen: je voelt het
nauwelijks. Je voelt het net genoeg
om je ijzersterk te weten.
.
Uit een sprookje
Rosa Schogt
.
Er zijn veel dichters. Heel veel. Ik ken er vele van naam en van lezen, en een klein deel persoonlijk. En elke keer weer word ik verrast wanneer ik weer een nieuwe naam ontdek (waarom ken ik deze dichter niet? Waarom nog nooit iets van deze dichter gelezen?). Dat gevoel had ik toen ik de bundel ‘Dansen te ontspringen’ van Rosa Schogt uit 2019 las. Schot is actrice, theaterwetenschapper en redacteur. En dichter dus. Volgens de gegevens op de achterflap speelt, schrijft en geeft ze poëzie- en taallessen en draagt ze haar poëzie graag en met verve voor.
In haar eerste bundel (ze publiceerde al gedichten in De Revisor en in de bundel van Ellen Deckwitz ‘Olijven moet je leren lezen’) smijt Rosa Schogt (1980) met seks, liefde, dood en theater, verfrissend, zinnelijk, helder en grappig. Ze maakt zich zorgen om dingen, maar net niet genoeg om er echt wat aan te doen. Maar dan is er altijd nog de poëzie, en dat helpt. Een beetje. Met zo’n introductie is mijn nieuwsgierigheid gewekt. En eerlijk is eerlijk, haar gedichten zijn grappig en verfrissend, soms wat anekdotisch, met verwijzingen naar haar jeugd maar altijd prettig leesbaar.
Uit de bundel ‘Dansen te ontspringen’ koos ik het gedicht ‘Uit een sprookje’.
.
Uit een sprookje
.
Hij weet niet goed meer waar vandaan,
waarheen hij kwam, er was geen grens,
er was eens maar die liep naar hier,
een kaft, een blad papier
.
Hij is de trol, gebuikt, bebaard,
hij is de sater, is de ork,
de draak, de dwerg die van je houdt,
de reus, de gnoom, de wolf
.
Hij was de hele tijd op weg
naar jou. Hij zag een man, dicht bij het eind
Die zat daar maar, keek bang, benard
Het paard smaakte zeer goed
.
Diens kroon nam hij maar mee, voor jou
Jij bent de mooiste vrouw die hij ooit zag
Gelukkig lang houdt hij je vast
Je bent van hem alleen
.
Zij als inktvis
Hugo Claus
.
Over erotische poëzie zijn nogal wat meningen. Je houdt ervan of je houdt er niet van, zei ooit een dichter tegen mij. Maar eigenlijk kun je zoiets niet zeggen. Dat is net zoiets als zeggen dat je niks hebt met voetbal behalve als het Nederlands Elftal speelt. Eigenlijk zeg je dan: Ik hou niet van voetbal in het algemeen maar wel van het spel van het Nederlands elftal. En die nuance zou je ook richting erotische poëzie kunnen hebben. Ik schreef al vaak over erotische poëzie en gaf daar evenzoveel voorbeelden van. Dat ging van omfloerste beschrijvende Arabische poëzie, tot voorname klassieke poëzie en van redelijk platvloerse maar oh zo vermakelijke poëzie (‘Kutgedicht’ van Jules Deelder) tot aan erotische poëzie over planten (‘Amour Florale’ van Evy Van Eynde).
Wie het genre ook beheerste was Hugo Claus en ook weer op zijn heel eigen manier. In heel directe taal zonder franje, grof soms en duidelijk beschrijft hij in ‘Zij als inktvis’ het liefdesspel tussen de dichter en een vrouw.En ook hier is er de erotische spanning voelbaar terwijl er op poëtisch gebied ook veel te genieten valt. Het gedicht ‘Zij als inktvis’ komt uit de bundel ‘Het huis van de liefde’ uit 1999.
.
Zij als inktvis
.
Die inktvis met tongen en tieten
houdt van mij en ik van haar
uit lijfsbehoud.
Hoor mij blaten tegen haar gaten.
.
Als zij knipoogt met haar vele schele ogen
geeft zij licht in het water.
Zij heeft het altijd koud.
Ik nies terwijl ik grond verlies.
.
Zoveel tentakels, zoveel obstakels.
Misschien is het daarom dat ik haar zo bemin,
daarom zo grenzeloos wil vergeten
in haar klamme spleten
wat ooit mijn bestemming was
op het begrensde aardse gras.
.
Als ik haar nappen om mij voel sluiten
en haar zuigen merk tot in mijn merg,
wil ik knappen, kraken en verzuipen.
.
Ver van haar en haar doem en haar domein
en in de maat der mensen
ben ik ontmand en wandel wensloos als een hoen.
.
Alleen bij haar ben ik, alhoewel haar prooi,
een meester in het beestige.
Mijn zuurstof is haar onverbiddelijk groen.
.
kunstenaar: scribbletati
Pornografica
Om wat er nog komen moet
.
In 2008 verscheen bij uitgeverij Prometheus de bundel ‘Om wat er nog komen moet’ van Hafid Bouazza met als ondertitel ‘Pornografica’. Dat deze bundel er kwam was zeker geen vanzelfsprekendheid. Bouazza schrijft in zijn voorwoord: “Er is niets schadelijks of schaamtevols aan seks en porno, maar bepaalde instanties die wij benaderden voor de financiering van dit boek durfden hun vingers er niet aan te branden.” Dat de gedichten ook nog eens van Arabische dichters zijn, deed bij diezelfde mensen ook nog eens de angst rijzen dat moslims er wel eens aanstoot aan zouden kunnen nemen.
Hafid Bouazza liet zich er niet door weerhouden en vond bij Prometheus de uitgeverij die de bundel wel wilde uitgeven. De bundel is geen pamflet, schrijft Bouazza opnieuw in het voorwoord maar een zoeternij voor literaire zoetekauwen. De illustratie op de voorkant van de bundel is gemaakt door Dick Matena.
De gedichten zijn voor het grootste deel van dichters uit de 8e en 9e eeuw waarbij vooral de dichter Abū-Nuwās een groot deel voor zijn rekening neemt. Bij de bundel zit ook een CD waarop 19 gedichten te horen zijn, vertaald door Bouazza en ingesproken door Katja Schuurman waarbij een groot deel van de gedichten van de dichter Ibn al-Mu’tazz zijn.
Uit de bundel koos ik voor het gedicht zonder titel van de dichter Abū-Nuwās (ca. 750 – 810). Deze zoon van een Perzische moeder wordt gerekend tot de grootste klassieke Arabische en Perzische dichters. Hij was een meester in alle standaard genres van Arabische poëzie. In de verhalen van Duizend-en-één-nacht is hij de metgezel van kalief Haroen ar-Rashid. Zijn vrijheid van meningsuiting, vooral over onderwerpen die door islamitische normen werden verboden, heeft ertoe geleid dat veel van zijn werk later in gecensureerde vorm werd uitgegeven.
.
Een kus van jou is als neuken met iemand anders
En zo zijn zij in vergelijking voor mij evenveel waard
Als ik een bevallig gezicht wil
Dan is mijn geluk dat ik in dat gezicht jou zie
De mensen zijn geschapen om elkaar dingen aan te fluisteren
Onder het juk van tradities maar jij bent zoals je geneukt wordt
Bij mijn vader – wat ben je weergaloos en innemend!
Schone gezichten worden overtroffen door de schoonheid van je rug
.
Het was voorspeld
De mooiste gedichten over weer of geen weer
.
In de loop der jaren zijn er veel, heel veel poëziebundels verschenen rondom een bepaald thema. Inmiddels bezit ik er al vele tientallen van. Zo zijn er bundels over muziek, voetbal, dieren, moeders, kinderen, tuinieren, seks, Europa, het geloof, de oorlog (wereldoorlog I en II), de vrede, katten en ga zo maar door. Het aardige van dit soort bundels vind ik de variëteit in dichters en vormen van poëzie die samenstellers bij elkaar weten te vinden. Pas geleden heb ik weer een nieuw exemplaar aan mijn verzameling kunnen toevoegen, dit keer met als thema ‘het weer’, Nederlandser kun je het bijna niet krijgen.
In 2004 gaf uitgeverij Mozaïek uit Zoetermeer, de bundel ‘Het was voorspeld’ uit met als ondertitel ‘de mooiste gedichten over weer of geen weer’. Deze zelfde uitgeverij gaf al eerder themabundels uit over koeien en rivieren en dijken. Deze bundel werd samengesteld door Rien van den Berg en Liesbeth Goedbloed en bestaat uit gedichten van bekende dichters (Gerrit Achterberg, Herman de Coninck, Anna Enquist,Judith HerzbergToon tellegen, Vasalis en Willem Wilmink) en minder bekende dichters (Peter van Lier, Lenze L. Brouwers, Koos Geerds en Rouke van der Hoek). Onderwerpen zijn vormen van neerslag, de maanden, de seizoenen, weermannen maar ook de wind, de wolken en de zon.
Ik koos voor en gedicht van dichter Menno Wigman getiteld ‘Stil maar, wacht maar’.
.
Stil maar, wacht maar
.
Wat een geluk dat Holland niet bestaat.
Alleen een tenger land van mist en klei,
alleen miljoenen doden zonder steen,
alleen het ultimatum van de zee.
.
En wat een troost dat er geen morgen is,
dat er nooit sprake was van sneeuw en hagel,
zon en voorjaarswind – helemaal niks.
.
Alleen het ultimatum van het licht.
.
Tot zover het weerbericht.
.
Erotiek op zondag
Carlos Drummond de Andrade
.
Nu de vakantie bijna voorbij is, is het tijd voor erotiek op zondag. Natuurlijk kan erotische poëzie altijd, waarom het tot zondag bewaren, maar in navolging van de Dichter van de maand en de Dichter op verzoek nu een maand lang (of misschien nog wat langer) een combinatie van de twee gericht op erotische poëzie.
Erotische poëzie is een bijzonder genre. Niet veel dichters schrijven erotische poëzie omdat er snel de valkuil dreigt van platte pornografische teksten. En toch is er genoeg erotische poëzie geschreven en ook verschenen, denk bijvoorbeeld aan de verzamelbundel ‘De daad in 69 gedichten’.
Maar vanaf vandaag dus de komende zondagen erotiek op dit blog. Te beginnen met de meester van de erotische poëzie, de Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade. In 1992 verscheen bij De Arbeiderspers de bundel ‘De liefde natuurlijk’ een vertaling van ‘O amor natural’ vertaald door August Willemsen. In de bundel staan de gedichten in het Portugees met op de andere pagina de Nederlandse vertaling. Uit deze bundel ‘De dingen die in bed gebeuren’ de vertaling van ‘O que se passa na cama’.
.
De dingen die in bed gebeuren
.
(De dingen die in bed gebeuren
zijn geheim van wie bemint.)
.
Het geheim van wie bemint
is: niet slechts vluchtig het genot
te kennen dat ons diep doordringt,
tot stand gebracht op deze aarde
en zo verre van de wereld
dat het lichaam, dat het lichaam vindt
en daarin voortgaat op zijn vaart,
de vrede vindt van groter gaarde,
vrede als in de dood, onaards,
als een nirwana, penisslaap.
,.
O bed, o zoet, zoet wiegelied,
slaap kindje, slaap kindje, slaap
nu slaapt de boze jaguar,
nu slaapt de argeloze vagina,
en de sirenen slaapt, de laatste
of voorlaatste… En de penis
slaapt, de poema, ’t uitgeputte
wilde dier. Slaap nu o fulpen
sluier op en om je vulva.
En laten zij die minnen zwijgen,
tussen laken en gordijnen
nat van zaad, van de geheimen
van de dingen die in bed gebeuren.
.
Ik vind geen rust
Sir Thomas Wyatt
.
Sir Thomas Wyatt (1503 – 1542) werd geboren in Kent, Engeland en was dichter maar ook ambassadeur van koning Hendrik VIII in Frankrijk en Italië. Wyatt speelde het gevaarlijke spel van seks, geld en macht tijdens zijn verblijf in het hof van Hendrik VIII. Hij maakte zijn leven nog gevaarlijker door met de koning te strijden om de hand van Anne Boleyn. Tenslotte hadden de vijanden van Henry de gewoonte om met hun hoofden gescheiden van hun lichaam te eindigen. Wyatt was een hoveling en metgezel van Henry VIII vanaf zijn dertiende. Hij was op 17-jarige leeftijd getrouwd en kort daarna gescheiden. Sommige bronnen zeggen dat hij in 1522 de minnaar van Anne Boleyn was geworden, niet lang voordat ze voor Koning Hendrik koos.
Minstens vier gedichten van Wyatt worden verondersteld te verwijzen naar Anne, inclusief het sonnet ‘Whoso list to hunting’ waarin ze wordt voorgesteld als een hert, bejaagd door vele vrijers maar uitsluitend toebehorend aan Caesar. Wyatt werd in 1526 weggestuurd van het hof naar Frankrijk en in 1527 naar Italië, waar hij werd gevangen genomen door troepen van het Heilige Roomse Rijk. Toen Anne Boleyn uit de gratie viel bij Hendrik in 1536, werd Wyatt gevangengezet in The Tower of London, omdat hij met haar omging en bekeek hij haar executie vanuit zijn cel. In 1539 stond hij aan het hoofd van een complot om de katholieke Reginald Pole te vermoorden door vergiftiging. Tegen 1540 zat hij opnieuw in de gevangenis wegens verraad. Zijn latere minnares zou ook door Hendrik als zijn geliefde zijn genomen.
Zijn werk werd nooit gepubliceerd tijdens zijn leven, maar hij was een van de leidende dichters van de Engelse Renaissance. Tijdens zijn tijd in Italië ontdekte hij de werken van Petrarca en introduceerde hij Italiaanse modellen en poëtische vormen in Engelse verzen, waaronder het sonnet.
I find no peace
.
Harry en K.
De daad in 69 gedichten
.
Ik schreef al eerder over de bundel ‘ Seks, de daad in 69 gedichten’ , in 2001 uitgegeven door uitgeverij 521, een bloemlezing van Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze met erotische gedichten van Nederlandstalige dichters. In deze bundel staan twee gedichtjes naast elkaar die opvallen door hun inhoud maar ook door hun vorm. Daarom deze twee hier gezamenlijk weergegeven. Het ene is van Harry Mulisch zonder titel en de ander is van K. Schippers met als titel ‘ Blank verse’ .
.
terwijl ik
klaarkom gaat
de bel.
wie kan
dat zijn zo laat nog?
een kind?
.
Blank verse
.
je
je
je
je je je
je en je
.
ik raak je overal niet aan
.