Site-archief
Middeleeuws dagboek van de liefde
Henric van Veldeke
.
In de kringloop kwam ik een alleraardigst boekje tegen getiteld ‘Middeleeuws dagboek van de liefde’ een vertaling van ‘Medieval; Lovers’ Book of days’ maar dan met Nederlandse gedichten en dichters. In dit boekje uit 1995 dat werd samengesteld en vertaald door Textcase in Groningen staan versjes en gedichten van middeleeuwse schrijvers en dichters. Of zoals op het boekje zelf te lezen staat: In dit dagboek vindt u een keur van Middelnederlandse liefdespoëzie, rijkelijk aangevuld met schitterende illustraties uit de middeleeuwen. De gedichten en de schilderijen hebben in de loop van zo’n vijf- tot zevenhonderd jaar niets aan schoonheid en zeggingskracht verloren.
Vaak zijn de dichters anoniem omdat er domweg geen namen bekend zijn van degene die het schreven en in een aantal andere gevallen staan er de namen bij van degene die het schreef. Zoals in het geval van Henric van Veldeke (uit de 12e eeuw).
.
Die minne bede ich
.
Die minne bede icht ende mane,
Die mich hevet verwonnen al
Dat ich die schonen daartoe spane
Dat zij mere mijn geval
Geschiedt mir als den zwane
De zinget als er sterven zal,
Zo verlieze ich teveel daarane.
.
Maar ook een alleraardigste versje van een anonieme schrijver uit de 13e eeuw:
.
O lieve herte,
Mij doet smerte
Uw verre wezen;
Waar ik u bij
Zo waar ik vrij
Ende al genezen.
.
Mens en zee
Charles Baudelaire
.
Afgelopen Pasen was ik onderweg met mijn fiets door de duinen (dat valt officieel onder ‘mijn omgeving’ dus het mocht en het was erg rustig) en aangekomen bij de ingang naar het strand ben ik even afgestapt en naar zee gelopen Ook daar was het rustig. Terug thuis las ik in de dikke bundel ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren en las daarin onder andere een gedicht van Charles Baudelaire (1821 – 1867) getiteld ‘Mens en zee’. Voor eenieder die het niet gegeven is naar de zee of het strand te komen dit gedicht dat oorspronkelijk getiteld is ‘L’homme et la Mer’ en dat verscheen in ‘Les fleurs du mal’ en in 2016 in vertaling van Paul Claes verscheen in ‘Zwarte Venus’.
Charles Baudelaire wordt als één van de belangrijkste dichters van de Franse literatuur in de 19e eeuw beschouwd. Hij was journalist, satiricus, kunstcriticus, dichter en schrijver. Doorgaans wordt hij tot de symbolisten gerekend, maar in feite bevindt hij zich op een kruispunt van alle stromingen van die eeuw. Een van de symbolistische trekken van zijn werk is het samensmelten van de vorm en de inhoud. De klanken van zijn gedichten verlopen alle ritmisch en in overeenstemming met wat de inhoud over probeert te brengen.
Er zijn zowel duidelijke elementen uit de romantiek als uit het realisme te vinden, net zo goed als dat de 20e-eeuwse stromingen een doorontwikkeling zijn van zijn werk. Daarnaast wordt hij gezien als een voorloper van het decadentisme. De decadentisten zien kunst als een vrijplaats in een banale wereld. Uiterste schoonheid en zuiverheid moeten worden nagestreefd.
.
Mens en zee
.
U, vrije mens, vereert de zee het allermeest.
Zij is uw spiegelbeeld: u kunt uw ziel ontwaren
In het oneindig deinen van haar zilte baren,
Al even bitter als de afgrond van uw geest.
.
U duikt diep in uw evenbeeld vol zelfbehagen;
Uw oog en arm omvademen het, en uw hart
Vergeet soms het gejammer van zijn eigen smart
In het geluid van haar ontembaar woeste klagen.
.
Steeds zult u beiden even duister en gesloten zijn:
Mens, niemand kan de diepten van uw geest doorgronden;
Zee, niemand heeft de schatten in uw schoot gevonden,
Zo angstvallig bewaart u beiden uw geheim.
.
En desondanks gaat sedert onheuglijke tijden
Uw tweekamp ongenadig en verbeten voort,
Zozeer bent u verknocht aan slachting en aan moord,
Die onverbiddelijk als broers elkaar bestrijden.
.
Lees!
Ahmed Aboutaleb
.
In de Volkskrant van zaterdag jongstleden staat een mooi interview met de burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb, over zijn fascinatie met poëzie. Rotterdam, als centrum van de poëzie wat mij betreft, had zich geen beter burgemeester kunnen wensen. Bevlogen en geïnspireerd vertelt de eerste burger van Rotterdam over hoe zijn liefde voor poëzie is ontstaan, en ontwikkeld, wat poëzie voor hem betekent onder andere in zijn huidige ambt en wat zijn plannen zijn met poëzie als hij op een dag geen burgemeester meer is (zelf een bundel uitbrengen).
Uitgeverij Douane (uit Rotterdam) heeft hem gevraagd 50 gedichten uit de wereldpoëzie bijeen te brengen die iets bijzonders voor hem betekenen. Dat heeft geresulteerd in de bundel ‘Lees!’ met daarin gedichten van onder andere Jamal Addine Aloumari, Ingrid Jonker, Günther Grass, Joseph Brodsky, Wendy Cope, Jules Deelder, Sappho, Ester Naomi Perquin, Jopi Hart en Ramsey Nasr. Van deze laatste dichter zegt Aboutaleb in het interview: “Nederlandse voordrachtskunst is zelden mooi. Maar ik moet een uitzondering maken voor Ramsey Nasr. Die kan fabelachtig voordragen.” Elders in het interview zegt hij dat hij van de poëzie ne het engagement is, dat hij niet alleen maar voor de schoonheid van de poëzie gaat.
In het gedicht van Ramsey Nasr (die naast dichter ook onder andere acteur is) ‘Een mooie dag om stilte te verscheuren’, uit de bundel ‘Mi have een droom’ uit 2012, komen wat mij betreft schoonheid en engagement te samen.
.
Een mooie dag om stilte te verscheuren
.
.
Ze legt haar lippen te luister
Dimitri Verhulst
.
Ik werd vanmorgen wakker en ik voelde de behoefte aan schoonheid, aan ware poëzie, aan iets moois dat ik vandaag wilde delen. Staand voor mijn boekenkast kwam ik uit bij de bundel van Dimitri Verhulst ‘Stoppen met roken in 87 gedichten’ met daarin uit het hoofdstuk ‘De dochters worden wakker’ het gedicht 3.
.
3
.
De jacht is open op de dromen.
Ze opent de blinden en verzint
dat ze kan vrijen met het licht.
Zij is tezelfdertijd een vrouw,
tezelfdertijd een man,
en zij bemint zichzelf in evenwicht.
Ze legt haar lippen te luister
aan het vuile woord dat ze graag fluistert
wanneer ze koude ruiten likt.
Wat het vel veel beter weet:
de aanraking heeft een hekel
aan de zienden.
Zij sluit haar ogen
en laat zich wild bekruipen
door het onbekende.
Buiten tuchtigt de natuur
de wereld met haar wetten.
Maar in haar valt het licht nu in.
.
Nieuw gedicht
Leegstand
.
Op mijn Instagram account volg ik verschillende mensen die leegstaande huizen en panden fotograferen. Die zijn vaak een een grote schoonheid, juist door het verval en het soms glorieuze verleden van zo’n gebouw. Naar aanleiding van een aantal foto’s heb ik het volgende gedicht geschreven.
.
Leegstand
Een verlaten huis leeft in één adem
met haar vroegere bewoners. Klapt de
deuren dicht in hun gezicht. Trapt na en
vervuilt zichzelf. Een onaantrekkelijk pantser
om terugkeer te voorkomen. Stel je voor!
De geur van schimmel en verrotting trekt
als nieuwe eigenaar in haar vertrekken.
De tijd sluipt door haar gangen als stille sloper.
Gooi haar ramen in, trap haar deuren open!
Wie oog heeft voor haar solide fundatie kan
haar redden, haar verweerde karkas jonge
lucht inblazen. Haar lethargie doorbreken.
Behoeden voor een langzame dood,
of een snelle door de slopershamer.
.
Foto: Wouter van Heiningen (Arnhem)
100 inspirerende websites over poëzie
Voor poëzieliefhebbers
.
Via een Facebookgroep kwam ik op een website terecht waar ik erg blij van werd. De website http://mastersinenglish.org/poetry/ biedt een overzicht van maar liefst 100 Engelstalige websites over poëzie. Poëzie is volgens de makers van deze pagina één van de meest rijke, complexe en mooie vormen van expressie in elke taal. De culturele en emotionele impact van poëzie kan niet worden overschat. Schrijver Salman Rushdie zij ooit over poëzie: “A poet’s work is to name the unnameable, to point at frauds, to take sides, start arguments, shape the world, and stop it going to sleep.”. Mooi gezegd en helemaal waar.
Deze lijst bestaat uit een aantal onderdelen te weten poëzie organisaties, poëzie magazines, poëzie blogs, poëzie archieven en collecties, voordrachts- en evenementensites en websites voor dichters. Een schatkamer vol kortom. Uit deze lijst heb ik een keuze gemaakt voor Free verse, A journal of contemporary poetry and poetics. In deze website heb ik wat rond gestruind en daar kwam ik een gedicht tegen van Sarah Riggs getiteld ‘Van Gogh in a Landscape, 1957’. Dit gedicht verwijst naar een schilderij van Francis Bacon.
Sarah Riggs is een dichter, regisseur, essayist en kunstenaar afkomstig en woonachtig in New York na meer dan 10 jaar in Parijs te hebben gewoond. Ze publiceerde vijf dichtbundels en vertaalde er zes van het Frans naar het Engels. Daarnaast is ze docent aan het Pratt institute in Brooklyn.
.
Van Gogh in a Landscape, 1957
.
Rounding the outscape: stick figure drop off
Near dusk: a bluish blind sort of Giverny
Spongy, earth-stroked: miniscule artist
Become a twig: his head splashed on
Dot of yellow, to the side of neck: afterthought
Seen from around the curve: last walk?
Last neighborhood: also greens, reeds
A huge hole: mire of glanced pigments
The edge is clear: a trunk warps to the left
Barely on the road: save for the blotch of sun
Or seeds or mind: he won’t get here
Not landscape: paints pain out in it
.
Sonnet 30
Edna St. Vincent Millay
.
Op zondag 30 augustus 2015 schreef ik op ‘Herman de Coninckzondag’ over zijn bundel ‘Ter ere van de goedertieren maan’ uit 1978. Deze bundel bestaat uit vertalingen van gedichten van Edna St. Vincent. Voor deze vertaling kreeg hij de Koopalprijs in 1981. Edna St. Vincent Millay (1892 – 1950) was een Amerikaans dichteres, toneelschrijfster en activiste. Voor haar prozawerk gebruikte ze het pseudoniem Nancy Boyd. Zij ontving in 1923 de Pulitzerprijs voor poëzie, voor de bundel ‘The Harp-Weaver and Other Poems‘ waarmee ze de eerste vrouw was aan wie deze prijs werd toegekend (de Pulitzerprijs voor poëzie wordt uitgereikt sinds 1922).
Haar eerste poëziebundel ‘Renascence and Other Poems’ (1912) verscheen toen ze pas zeventien jaar oud was, en bevat een aantal opvallend volwassen gedichten, geschreven in een sterk lyrische en romantisch-beschouwende toon. Met name het titelgedicht trok sterk de aandacht, vooral ook door de publicatie in hetzelfde jaar in de bekende bloemlezing ‘The Lyric Year’. Al snel kreeg ze de naam een soort wonderkind te zijn. Haar gedichten zijn doordrongen van beelden uit de natuur en met name van het kustlandschap van haar geboortestreek Maine. Over het algemeen kennen ze een traditionele structuur: Millay maakte veel gebruik van het sonnet, een vorm die ze perfect beheerste, maar waagde zich zelden aan experimenten.
Hoewel biseksueel en bekend door haar schoonheid en onconventionele leefstijl trouwde ze in 1923 met de veel oudere en rijke Nederlander Eugene Jan Boissevain. In 1950 overleed ze na een val van een trap waarbij ze haar nek brak.
Het gedicht ‘Sonnet 30′ werd door Herman de Coninck vertaald en gepubliceerd in ‘Ter ere van de goedertieren maan’.
.
Sonnet 30
.
Love is not all: it is not meat nor drink
Nor slumber nor a roof against the rain;
Nor yet a floating spar to men that sink
And rise and sink and rise and sink again;
Love can not fill the thickened lung with breath,
Nor clean the blood, nor set the fractured bone;
Yet many a man is making friends with death
Even as I speak, for lack of love alone.
It well may be that in a difficult hour,
Pinned down by pain and moaning for release,
Or nagged by want past resolution’s power,
I might be driven to sell your love for peace,
Or trade the memory of this night for food.
It well may be. I do not think I would.
.
Sonnet 30
.
Liefde is niet het einde. Is geen eten en drinken.
Is geen dak boven het hoofd tegen de regen,
geen reddingsboei voor wie verdrinken.
Liefde is nergens voor en nergens tegen.
Liefde biedt geen uitkomst tegen de dood.
Vult geen lege longen met lucht. Verricht geen wonder,
tenzij dat je elke dag al een beetje sterft in mijn schoot.
Je hebt er niets aan maar je kunt niet zonder.
Het kan best zijn dat ik in toekomende tijd,
verslagen van pijn en kreunend om respijt,
gesard door armoe en moe van het huilen
jouw liefde voor rust zou verruilen,
of de herinnering aan vannacht voor een kleiner verdriet.
Het kan best zijn. Maar ik geloof het niet.
.
Foto: Calr van Vechten, 1933
Winter
Herman de Coninck
.
Het is alweer een aantal maanden geleden dat ik over Herman de Coninck schreef. Het was ook alweer even geleden dat ik een gedicht van hem las. En nog steeds als ik zijn gedichten lees verwonder ik me over zijn taal, de schoonheid van zijn poëzie, de gelaagdheid. Ik denk dat ik zijn gedichten altijd zal blijven lezen en herlezen.
Vandaag is het één van de eerste winterse dagen in dit jaar, het vriest en dat deed me denken aan een titelloos gedicht dat ik van zijn hand las. Zoals zo vaak gaat het in dit gedicht over meer dan wat je leest. De winter is ook in dit gedicht op vele manieren uit te leggen. Het komt uit de bundel ‘Enkelvoud’ uit 1991.
.
.
Het moet met winter. Op de horizon een boom,
een stemvork voor noordenwind.
De eindeloze vlakten van het overleven.
Wolven zijn in een vorige eeuw gebleven.
.
Er is geen nieuwe gekomen.
Slechts bijna blauwe sneeuw:
zoveel wit dat je het kunt horen.
Daarin ingevroren.
.
In de grootste kou die ik ooit had.
Onleesbaar. dat ik van je? U? Au?
.
Slang-vertelling
Dorothy Porter
.
De Australische dichter Dorothy Porter (1954 – 2008) was een bijzonder mens. Als lesbiëne (ze had een relatie met collega schrijfster Andrea Goldsmith) werd ze door de website samesame.com.au tot één van de belangrijkste en invloedrijkste gays gerekend van Australië. Daarnaast was ze overtuigd heiden en zette ze zich in voor de principes van het heidendom als moed, stoïcisme, voor de aarde en schoonheid.
Haar werk omvat behalve poëzie ook romans, boeken voor young adults , libretti voor kamer opera’s en ze schreef aan een rock opera. Voor haar werk ontving ze verschillende prijzen.
Uit ‘Ze kwamen om een dichter te zien’ 2001 het door Maria van Daalen vertaalde gedicht Slang-vertelling.
.
Slang-vertelling
.
Dood, adder,
ga ik ooit nog leren
wanneer ik je onder mijn voeten heb?
.
In het donker
ruik ik je ritselend
droog molm verblijf
.
maar jou ruik ik niet.
.
Lig je te wachten?
.
Hoe leg ik ze af,
deze muffe huid van angst
en loop
met bestudeerd roekeloos
ontblote enkels?
.
Het zou zo eervol zijn,
de zegening
van je droom-diep venijn.
.