Site-archief
We huilden bij een kerk
Olivier van Eijk
.
In 2000 installeerde de Rijksuniversiteit Groningen als eerste universiteit van Nederland een huisdichter. Geen enkele instelling voor hoger onderwijs in Nederland had op dat moment een vergelijkbare positie. In de inmiddels 21 jaar na dato volgden vele universiteiten het voorbeeld van Groningen. Olivier van Eijk (21) uit Rotterdam, maar filosofie studerend in Groningen, is de nieuwe huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen voor het studiejaar 2020-2021.
Met zijn gedichten wil hij ‘een nieuw perspectief op de wereld om ons heen bieden: ‘Ik denk dat gedichten een onthutsende nieuwe kijk op maatschappelijke en politieke gebeurtenissen kunnen geven.’ Als huisdichter wil Olivier zoveel mogelijk lezers enthousiasmeren voor poëzie door kennis te delen en beginnende dichters te motiveren: ‘Ik geloof dat poëzie een onbegrepen kunstvorm is die te snel wordt weggezet als oubollig, pretentieus en elitair.’ Of dat laatste waar is durf ik te betwijfelen maar elke poging om lezers te enthousiasmeren voor poëzie is welkom natuurlijk.
Op de website van de RUG zijn de gedichten en huisdichters terug te vinden https://www.rug.nl/about-ug/profile/huisdichter/ Van Olivier van Eijk hier het gedicht ‘ We huilden bij de kerk’ het gedicht dat hij schreef in maart 2021.
.
We huilden bij een kerk
.
we huilden bij een kerk op een dinsdag
en de zuilen waren wellicht je schouders in de hitte
van de troost
.
als de zon onvoorwaardelijk liefheeft of haat of onverschillig schijnt
op mensen pleinen fonteinen water en fonkelend gras
.
de wereld als neuriënde mummy over deze objecten waakt
of slechts zuchtjes en kreetjes laat van ouderdom
.
tijd telkens bekeurd wordt voor snelheidsovertredingen
door de wetsdienaar van nostalgie,
.
weemoed en andere verschijnselen van sentimentele schepsels
.
misschien vingen de tegels onze tranen
als kinderen onder een afdak in de regen
terwijl ze hun koppen dragen als kruizen
en de kerk in slowmotion mee snikte
.
Huisdichter
Jephta de Visser
.
Dat er Universiteiten zijn die huisdichters hebben wist ik van Daniël Dee die ooit huisdichter was van de RUG (Rijks Universiteit Groningen) en van Egbert van Hattem, campusdichter van de Universiteit Twente, waarover ik op 8 januari jongstleden schreef.
Opnieuw stuitte ik op een Universiteitsdichter of voormalig Universiteitsdichter moet ik zeggen, daar ze afgelopen september aftrad als zodanig (huisdichter van de Uni ben je 1 jaar lang). Jephta de Visser was toen ze aantrad derdejaars Kunstgeschiedenis maar had als 17 jarige al de eerste prijs gewonnen bij ‘Doe maar, Dicht maar’ de landelijke poëziewedstrijd voor scholieren.
De nieuwe huisdichter van de RUG is ook bekend dat is Philip Rozema maar hier wil ik een gedicht van Jephta met jullie delen. Het is haar 6e gedicht als huisdichter van de RUG getiteld ‘Liefs uit Londen’ waarin ik in ieder geval een knipoog met het nummer ‘Liefs uit Londen’ van BLØF lees.
.
Liefs uit Londen,
.
van dravende paarden en apen in een oerwoud.
Staarden van het nieuws terug naar onze navel
en het raam uit.
zouden we een schatkaart vinden.
op zolders en op rommelmarkten
waren de ansichtkaarten.
We holden dan naar huis
om voor te lezen wat vreemden schreven.
Het regende haast nooit in Spanje.
Otiot
Lut de Block
.
Lut De Block (1952) studeerde filosofie aan de RUG; zij werkt als freelance journaliste, o.a. voor Knack. In 1984 debuteerde ze met de bundel ‘Vader’. In haar werk is één van de kernthema’s de vader-dochter relatie (evenals de natuur en de dood). Reden hiervan ligt in het feit dat ze in februari 1963 haar vader dood aan de keukentafel vond. Dit trauma was een belangrijke inspiratiebron voor haar vroege werk. Lut de Block heeft inmiddels 7 poëziebundels en een roman gepubliceerd.
In Vlaanderen heeft ze een aantal literaire prijzen gewonnen. Haar werk is in het Engels, Frans en Afrikaans vertaald.
Uit:’De luwte van het late middaguur’ uit 2002 een gedicht geschreven voor Harry Mulisch.
.
Otiot
.
Het vlees komt los van de botten. De ziel zingt
zich weg van het lichaam. De klinkers botsen
tegen het karkas van tweeëntwintig letters aan.
In den beginne was het woord. Een alefbeet
van slijk en klei. Hoor ik haar heer of huur haar hier.
Kon ik maar al jouw klinkers zijn en weerklinken
in de klankkast van je lijf. Ik koester het skelet van
zachte consonanten. De meester van ‘de procedure’
noemde hen het zichtbare lichaam van de woorden.
De klinkers noemde hij hun ziel en dus onzichtbaar.
D KLNKRS ZN HN ZL N DS NZCHTBR. Zo bijbels
klinkt het niet in onze ingedijkte moddertaal. en ander-
maal stoor ik je rust, staar je me aan, stuur je me weg.
.
TeekOnMe
Een mooi initiatief
.
Deze week bekeek ik op Facebook wat foto’s en kwam toen een foto tegen die de dichter Daniëlle Danker had genomen tijdens een tentoonstelling . Op de foto was een vrouw te zien met op haar rug geschreven een gedicht. Nieuwsgierig als ik ben heb ik haar een bericht gestuurd met de vraag of ik deze foto mocht gebruiken voor mijn rubriek Gedichten op vreemde plekken. Ik kreeg vrijwel meteen een reactie met het hoe en wat van deze foto.
Want wat wil het geval. Kunstenares Lilith Love heeft een boek gemaakt voor de stichting TeekOnMe, over Risja, een meisje dat lijdt aan de ziekte van Lyme. Op deze wijze wil Stichting TeekOnMe middelen werven voor onderzoek naar de verbetering van de bestrijding van de ziekte van Lyme. Mogelijk krijgt dit voorbeeld navolging bij andere chronische ziekten, waardoor communicatie meer prikkelt en andere doelgroepen worden bereikt.
Toen ik dit las wist ik zeker dat ik hierover wilde schrijven. Nu heb ik al eerder over poëzie op de ruggen van vrouwen geschreven in de rubriek Gedichten op vreemde plekken. Het betrof toen vrouwen van Amerikaanse soldaten die terug kwamen uit de oorlogen waar Amerika bij betrokken is. Deze vrouwen krijgen te kampen met een man die in veel gevallen lijden aan het Post Traumatische Stress Syndroom. Hierover schrijven deze vrouwen gedichten op hun (of elkaars) rug en posten deze op een website om aandacht te vragen voor hun situatie.
Het boek TeekOnMe is eigenlijk iets dergelijks. De foto die in het boek staat van Risja met op haar rug een gedicht van Frans Pollux is in zoverre anders, dat het hier een gedicht van een dichter betreft over de situatie van Risja. Hieronder de foto uit het boek Risja, a story by Lilith, een foto van Frans Pollux die het gedicht aanbrengt op de rug van Risja en het gedicht.
.
De danseres
Er zit een meisje in dit lijf
en dit – dit is haar rug.
Opvallend recht nog
Stug. Taai.
Zoals de dagenrij.
Weer een dag
Weer een lach
die blij haar kamerwereld claimt
over kreunend zuchten heen
leunt ze op haar rechte rug en
één voor één
de benen uit het bed
bijtend, balancerend
net
op tijd bij steun:
pap, mam, rolstoel
of de leuning van
de Mont Ventoux van Risja’s Reuver:
de trap.
In dit lijf een jonge vrouw
die bergen kan bedwingen
die alle dingen die ze
denken kan ook doet
Niet nou; later.
Straks.
Hou moed.
Hou iedereen die twijfelt voor:
Deze danseres danst door
.
.
Mijn hartelijke dank gaat uit naar Lilith Love, Daniëlle Danker en Frans Pollux.
Meer informatie over TeekOnMe is te vinden op: http://teekonme.nl/content/files/crowdfunding-leaflet-2.pdf
Informatie over Lilith Love: http://www.lilithlove.eu
Informatie over Frans Pollux: http://www.franspollux.nl
en natuurlijk bij deze personen op hun Facebookpagina