Site-archief
Nocturne
Dubbel-gedicht
.
Vandaag een dubbel-gedicht met als titel ‘Nocturne’. Een nocturne (van het Latijnse nocturnus, ‘nachtelijk’) is een muzikale compositie die geïnspireerd is op de sfeer van de nacht, een romantisch of dromerig geheel. Niet zo verwonderlijk dus dat dichters dit gegeven hebben gebruikt voor hun poëzie. Ik zet in dit dubbel-gedicht twee gedichten tegenover elkaar met deze titel van Nic van Bruggen en Herman van den Bergh maar er zijn ongetwijfeld nog meer voorbeelden van gedichten te vinden met deze titel.
Allereerst Nic van Bruggen (1938-1991). Van Bruggen was een Vlaams dichter, ‘Pink Poet’ (een avant-garde kunstenaarscollectief), flamingant, publicist, kunstcriticus, sportjournalist, reclametekstschrijver en beeldend kunstenaar. Als grafisch kunstenaar gebruikte hij de naam Nikolaas. Van Bruggen zocht in zijn gedichten een beeldende stijl, die meer op associatie dan op vergelijking berustte. In 1987 verscheen van hem de bundel ‘Leeftijd’ en in deze bundel staat het gedicht ‘Nocturne’.
De tweede dichter, Herman van den Bergh (1897 – 1967) was een Joods Nederlands dichter, journalist en publicist. Hij was tussen 1918 en 1921 redacteur van ‘Het Getij’ (1916-1924) en in 1924 medeoprichter en redacteur van ‘De Vrije Bladen’ waaruit in 1932 ‘Forum’ is voortgekomen. Van den Bergh wordt gezien als de eerste vitalist ( een stroming in de literatuur van de 20e eeuw, waarin het humanitaire aspect op de achtergrond komt en hiervoor in de plaats komt een gericht zijn op het eigen innerlijk, vooral de levensdrift) Zijn gedicht ‘Nocturne’ komt uit de debuutbundel ‘De boog’ van van den Bergh uit 1917.
.
Nocturne
.
Dit leven liegt. Aan dwaasheid
Geen tekort. Tenzij als ’s nachts
De droefheid wordt geschreid,
In een verlaten lichaam.
.
De kamer kent mij niet. Zij is
Zichzelf nu in spiegels eenzaamheid.
Motten aan het raam. En in mezelf
De herinnering aan oude,
Herhaalde gebaren – de weigering.
.
Want niets vergeet ik – hoe afwezig
Ook – het onheil verzamelt mijn liefde.
Straks als ik ouder word, droger
De uren, langer mijn seizoenen, en
Stiller het noodlot dat zich aanbiedt.
.
Nocturne
.
De maan roeit brandend
langs ’t wolkenrif,
en ’t bosch is paars:
vergiftigd. –
.
Poel en half open apd
vol heete bramen,
fel en rond
in geur.
.
De vlakte, een feltse ruiker
en de lippen droog;
sterren vallen
als dauw.
.
Gestalten jagen woest
saters in horden;
en hun grijze adem
is zichtbaar.
.
Nimfen, bloemwit
met groene haren,
vluchten in ’t bosch,
hijgend,
.
In den neven de syrinx
en op onzen mond,
week en dartel:
Pans fluit. –
.
‘ Schilderij ‘Nocturne: James Abbott McNeill Whisther
De bedelaar
Willem Elsschot
.
Schrijver, dichter Willem Elsschot (1882-1960) was in zijn jonge jaren enige maanden redacteur van het Antwerpse jongerentijdschrift ‘Alvoorder’. Dit tijdschrift heeft precies 1 jaar bestaan (oktober 1900 – oktober 1901). In ‘Alvoorder’ werden een aantal jeugdgedichten van Elsschot gepubliceerd. In 1932 en 1933 publiceerde het tijdschrift ‘Forum’ ook al een aantal vroege gedichten van Elsschot onder de titel ‘Verzen van vroeger’.
Deze verzen van vroeger werden geschreven tussen 1907 en 1910. Kort daarna werden ze door Enschedé uitgegeven onder dezelfde titel in een bundeltje. In 1973 werden deze gedichten opnieuw gebundeld door uitgeverij Querido (en herdrukt in 1980). In deze uitgave worden de gedichten ingeleid door C. Bittremieux. In mijn exemplaar staat een opdracht van de gever aan de ontvanger: “Als blijk van waardering voor uw hulp in de bibliotheek gedurende de cursus 1983-1984”.
De tien gedichten in dit kleine bundeltje zijn (op 1 na, namelijk in Parijs) allemaal geschreven in Rotterdam waar Elsschot toen woonde. Ik koos voor het gedicht ‘De bedelaar’ uit 1909.
.
De bedelaar
.
Ik word van lijf en leden veel te zwaar
om nog bij ’t volk erbarmen op te wekken.
Toch kan ‘k mijzelf niet tot een brandhout rekken,
noch kan dat iemand anders, is ’t niet waar?
.
Een apotheker geeft mij altijd pillen,
in plaats van geld: ’t zijn pillen voor het vet
dat zich meedogenloos heeft vastgezet
in dikke lagen, op mijn buik en billen.
.
Geen medicijnen brengen echter baat
noch zweten, vasten, biechten en novenen;
zij doen mijn vet niet smelten, maar verstenen.
Kom hier en voel, Mijnheer, en geef mij raad.
.
Als ’t God belieft, dan wordt het dertig jaren,
aanstaande Pasen, dat ik voor mijn brood
de hand reik en mijn schamel hoofd ontbloot.
maar wie kan Zijn beschikkingen verklaren?
.
Een eenvoudige verklaring
Goran Simić
.
De Bosnische schrijver en dichter Goran Simić (1952) was in voormalig Joegoslavië redacteur van verschillende literaire tijdschriften, Hij schreef essays, toneelstukken, hoorspelen en gedichten. Hij was een van de oprichters van de PEN afdeling in Bosnië-Herzegovina. Zijn werk werd vertaald in negen talen. Tijdens het beleg van Sarajevo woonde hij in de stad. In 1995 kon hij dankzij de Freedom to Write Award van PEN zich vestigen in Toronto in Canada. In 2013 keerde hij met zijn gezin terug naar Sarajevo.
In 1998 verscheen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken ‘Reflections on the Universal Declaration of Human Rights’. In een vertaling van Marijke Vromans verscheen uit dit werk het gedicht ‘Een eenvoudige verklaring’ in het boek ‘Ons gevoel van vrijheid’ Verhalen, gedichten en kunst voor Amnesty International, uit 1999, samengesteld door Daan Bronkhorst.
.
Een eenvoudige verklaring
.
Ik ben een pruim. En jij bent een appel.
Lange tijd lagen we in deze mand
gemaakt van dode takken.
En samen ruiken we lekker naar een geur
die we elkaar verlenen.
Alleen wij kunnen zeggen welke wie toebehoort.
.
Ik heb nachtmerries dat ik op een dag zal ontwaken
en alleen jouw geur rest,
die welke ik in me draag.
.
Daarom,
als ik begin je te hinderen
bepraat dan alsjeblieft de p[eer niet om
zijn rotte rug naar mij te keren.
Dat zal me naar boven werken in de mand.
Onthoud
dat de hand die naar fruit reikt
soms niet aan de smaak denkt.
Wacht tot ik verschrompel
omdat ik mét de geur zal verschrompelen
die overblijft na jou.
.
Alsjeblieft.
.
Vroeger
Dubbel-gedicht
.
Vandaag een dubbel-gedicht over vroeger, toen alles nog goed was (schijnt). Grappig genoeg zijn de twee gedichten die ik vond en over vroeger gaan beide met een stevige knipoog. Het eerste gedicht ‘Vroeger’ is van Wim de Vries (1923 – 1994) en komt uit de bundel ‘Van 8 tot 5’ uit 1975. Wim de Vries was arbeider, dichter en prozaïst. Daarnaast was hij redacteur van het tijdschrift WAR (Werkgroep voor Arbeidsliteratuur Rotterdam) en medewerker aan Remco Camperts tijdschrift Gedicht.
Het tweede gedicht ‘Vroeger kon het zo hard sneeuwen’ is van Willem Wilmink (1936-2003) en komt uit ‘Verzamelde liedjes en gedichten’, uit 1986. Willem Wilmink was een zeer bekend en gewaardeerd dichter, zanger en schrijver.
.
Vroeger
.
Als mijn vader het boodschappenlijstje
voor Simon de Wit invulde,
schreef hij achter elk artikel
(goed en goedkoop).
Hij is nu oud maar beschikt nog
altijd over een grenzeloze fantasie.
.
Willem Wilmink, uit Verzamelde liedjes en gedichten, uit 1986
.
Vroeger kon het zo hard sneeuwen
.
Vroeger kon het zo hard sneeuwen,
zo’n dik pak.
Dus je kon alleen je huis uit
langs het dak.
En je zag wel aan de torens
waar je was,
en dan kwam je door de schoorsteen
in je klas.
.
En dan maakte ik een sneeuwpop,
groot en wit.
En zijn tanden waren vaders
kunstgebit.
Sneeuwpop kon een liedje zingen,
lief en zacht.
Maar toen is hij weggelopen,
in de nacht.
.
Van een hele grote sneeuwhoop,
stap voor stap,
maakte ik een hele hoge,
lange trap.
Ben ik naar de maan geklommen,
tree na tree.
Kijk: een hele tas vol sterren
bracht ik mee.
.
Takhmis
Versvorm
.
De Arabische Takhmis is: een lyrische devotie (of een vroom en ernstig gedicht) ontstaan in de 18e eeuw in het Midden-Oosten geschreven in 5 enkele hemistiches (halve versregel of halve alexandrijn: Een dichtregel van zes jamben: een jambe is een versvoet van twee lettergrepen, eerst een onbeklemtoonde, gevolgd door een beklemtoonde). De strofes zijn geschreven in enkele hemistiches waarbij de laatste 2 regels eerder werk van een andere dichter bevatten. Het rijmschema is: aaax bbbbx (x zonder rijm).
Een voorbeeld van dichter Jaap van den Born (o.a. ook redacteur van Het Vrije Vers) waarbij hij voor de laatste twee regels koos voor het gedicht ‘Ik ween om bloemen’ van Willem Kloos (1859 – 1938). Voor de volledigheid heb ik dit gedicht na de Takhmis van van de Born geplaatst.
.
Ik gaf een por, de ogen half geloken
En zei: ‘Hé trut! Wat zit jij uit te spoken?’
Ze sprak betraand, haar ogen rood ontstoken:
‘Ik ween om bloemen in de knop gebroken
En voor de ochtend van haar bloei vergaan’
.
Ik ween om bloemen
.
Ik ween om bloemen in de knop gebroken
En vóór den uchtend van haar bloei vergaan,
Ik ween om liefde die niet is ontloken,
En om mijn harte dat niet werd verstaan.
.
Gij kwaamt, en ‘k wist — gij zijt weer heengegaan…
Ik heb het nauw gezien, geen woord gesproken:
Ik zat weer roerloos nà die korten waan
In de eeuwge schaduw van mijn smart gedoken
.
Zo als een vogel in den stillen nacht
Op éés ontwaakt, omdat de hemel gloeit,
En denkt, ’t is dag, en heft het kopje en fluit,
.
Maar eer ’t zijn vaakrige oogjes gans ontsluit
Is het weer donker, en slechts droevig vloeit
Door ’t sluimerend geblaarte een zwakke klacht.
.
Laatste bezoek
Erik Menkveld
.
Afgelopen zondag was ik door Louis van London gevraagd, samen met een groot aantal andere dichters, voor te dragen bij De Groene Fee in de kloostertuin aan de Oranjeboomstraat in Breda. Het was een heel fijn weerzien met een aantal dichters, met Louis maar vooral het gegeven dat we eindelijk weer eens konden voordragen voor publiek was, ondanks het miezerige weer en de kou, voor alle dichters reden tot een heel positieve beleving.
Rinske Kegel, Peter Goossens, Mandy Eggerding, Katelijne Brouwer, Rachelle Hardes, Azar Tishe, Yanni Ratajczyk Monique Wilmer-Leegwater, Amal Karam en nog een aantal dichters maakten van deze middag een bijzondere middag. Tijdens de voordrachten zag ik mijn koffiebekertje langzaam verworden tot een vrijplaats van slakken en naaktslakken. Ik moest hier meteen weer aan denken toen ik het gedicht ‘Laatste bezoek’ van Erik Menkveld las in ‘Verzamelde gedichten’ uit 2015.
Erik Menkveld (1959 – 2014) was dichter, romancier en criticus. Tussen 1987 en 1998 beheerde hij onder andere het poëziefonds van uitgeverij De Bezige Bij. Van 1998 tot 2002 was hij organisator en programmamaker bij Poetry International in Rotterdam. Van 2000 tot 2007 was hij redacteur van het literaire tijdschrift Tirade. In 2003 en in 2012 was hij jurylid van de P.C. Hooftprijs, en in 2003 ook van de VSB Poëzieprijs. Sinds 2009 was hij actief als poëzie-recensent voor De Volkskrant.
Menkveld debuteerde als dichter in 1997 met de bundel ‘De karpersimulator’. Voor deze bundel kreeg hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Ook werd hem de C. Buddingh’-prijs toegekend, die echter niet werd uitgereikt omdat hij op dat moment werkzaam was bij Poetry International (die de prijs formeel organiseerde). Zijn Oeuvre is klein doordat hij al op 54 jarige leeftijd overleed aan een hartstilstand, hij liet drie dichtbundels na en in 2015 werden dus zijn verzamelde gedichten uitgegeven. Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Laatste bezoek’.
.
Laatste bezoek
.
De slak op haar oor
liet geen woord meer door.
.
mijn stem ternauwernood:
geruis en gekrijs. Meeuw
.
die binnenvloog, zichzelf
aan flarden fladderde
.
in dat oude, dove hoofd.
Tot ik maar zweeg en zij
.
haar ogen weer sloot,
al minder door lakens
.
omspoeld en onverhoeds heden.
Misschien een kleine hand
.
nog in haar hand, het verre
lichten van een kus op haar wang.
.
Meer is er niet van mij
met haar verdwenen.
.
Korte beschrijving van een zomer
Jan Skácel
.
In de dikke verzamelbundel ‘500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben’ de canon van de Europese poëzie, samengesteld door Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries, lees ik een gedicht van de Tsjechische dichter Jan Skácel met de titel ‘Korte beschrijving van een zomer’. De reden dat ik bij dit gedicht blijf hangen is de eerste regel. Met de hittegolven in Zuid Europa en de daarmee gepaard gaande bosbranden is die zin inderdaad een korte maar adequate beschrijving van een zomer.
Jan Skácel (1922-1989) was een Tsjechische dichter van Moravische afkomst en wordt over het algemeen beschouwd als een van de beste dichters in de Tsjechische taal. Zijn gedichten zijn nauw verbonden met de tradities en de aard van de regio waarin hij woonde, Zuid-Moravië. Hij was tussen 1963 en 1969 redacteur van ‘Host do domu’ (gast in huis), een belangrijk literair tijdschrift. In 1989 ontving hij de Duitse internationale literaire Petrarca-Preis en de Sloveense internationale Vilenica-prijs .
Oorspronkelijk verscheen het gedicht ‘Korte beschrijving van een zomer’ in Stroom nummer 11 uit 2004 een Vlaams periodiek literair tijdschrift. De vertaling is van Francis De Preter
.
Korte beschrijving van een zomer
.
Vuur. Uit vier hoeken brandt de zomer
bedwelmend bloeien de acaciabossen
de groene ziel van de wijn gloeit in de wijngaard
de klaprozen bloeden in het koren
De duisternis komt eraan
en op de zilveren brug wandelt de maan
De wereld is als brood dat uit de oven komt
en de nacht eet het op
.
De plek
Jan-Willem Anker
.
Prozaschrijver en dichter Jan-Willem Anker (1978) studeerde literatuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht en Slavische talen en culturen aan de Universiteit Leiden. Hij debuteerde in 2005 met de dichtbundel ‘Inzinkingen’, die werd bekroond met de Jo Peters Poëzieprijs.
Hij werkte mee aan onder andere Bunker Hill, DWB, De Reactor, De Poëziekrant, Rottend Staal en De Gids. Sinds 2019 is hij als redacteur verbonden aan het Nederlandse internetdomein van Poetry International. Inmiddels zijn van zijn hand een aantal romans en meerdere dichtbundels. Gedichten van Jan-Willem Anker zijn door Tom Schulz in het Duits vertaald en in Duitse bloemlezingen verschenen.
Uit zijn debuutbundel ‘Inzinkingen’ koos ik het gedicht ‘De plek’.
.
De plek
.
Vandaag zie je
de donkere plek in je schaduw
.
een hart dat ontwaakt
en trilt als een klavervorm
aan de kaspische zee
.
waarvan de onuitroeibare echo
alleen door dieren wordt gehoord
.
het hart van een struikrover
die cicaden eet
.
het gif proeft in de bes
en in het gif het tegengif.
.
Hij verzekert je ervan
dat jij in de zon prijsgeeft
.
wat seizoenen lang
onder je vel verborgen blijft
.
een satellietkarakter
dat je aanstuurt
in gevangenschap
.
de misdaad niet bedenkt
maar wel het moment
om hem te begaan.
.