Site-archief
Manja Croiset
Geplaatst door woutervanheiningen
Gedichten
.
Vandaag uit mijn boekenkast de bundel ‘Toeschouwer of deelnemer, filosoof of zonderling, gedichten’ uit 2009 van Manja Croiset. Manja (1946) is dichter, schrijfster, voordrachtskunstenaar en beeldend kunstenaar. Manja is een dochter van Shoah-overlevenden. Haar moeder Paula Kool (1918-2012) was Joods en verloor haar hele familie. Haar vader Odo Croiset (1915-2011) zat in diverse kampen wegens illegaal drukwerk. In haar werk neemt haar afkomst een belangrijke plaats in. Ze kwam, als tweede generatieslachtoffer, op jonge leeftijd in de psychiatrie terecht. Ze verbleef vele jaren in psychiatrische inrichtingen. Daarover is ze op haar zestigste gaan publiceren. Over haar leven is door Willy Lindwer een documentaire gemaakt.
Ik maakte kennis met Manja toen ze in 2009 contact met me opnam na de publicatie van haar autobiografie ‘Mijn leven achter onzichtbare tralies’.
Uit de bundel gedichten een gedicht zonder titel.
.
.
thuis is daar waar
de stallen warm en de
ruiven vol hooi zijn
.
maar ik vrees dat mijn
stal nodig moet worden
uitgemest
.
per slot van rekening
bestaat ook de uitdrukking
waar het warm is
stinkt het
.
Manja Croiset
Kunstwerk van Manja met het gedicht ‘Op transport / Deportatie’ in het Wertheimpark in Amsterdam.
Geplaatst in Dichtbundels, Dichter in verzet, Favoriete dichters
Tags: 1915, 1918, 1946, 2009, 2011, 2012, Amsterdam, beeldend kunstenaar, Deportatie, dichter, documentaire, Filosoof of zonderling, gedicht, gedichten, kunstwerk, Manja Croiset, Mijn leven achter onzichtbare tralies, Odo Croiset, Op transport, Paula Kool, poëzie, psychiatrie, psychiatrische inrichting, schrijfster, Shoah-overlevenden, Toeschouwer of deelnemer, Tweede generatieslachtoffer, voordrachtskunstenaar, Wertheimpark, Willy Lindwer, zonder titel
Vox Populi
Geplaatst door woutervanheiningen
Hans Vlek
.
In de categorie (bijna) vergeten dichters, wil ik vandaag stilstaan bij de dichter Hans Vlek. Vlek (1947) is dichter en schilder en debuteerde in 1965 met de bundel ‘Anatomie voor moordenaars’ (1965). Voor zijn derde bundel ‘Een warm hemd voor de winter’ (1968) ontving hij zowel de Reina Prinsen Geerligs als de Jan Campert-prijs. Bekend is hij geworden met zijn bundel ‘Voor de bakker’ en de bundel ‘De goddelijke gekte’ uit 1986. Hans Vlek woont en werkt nu het grootste deel van het jaar in de Spaanse stad Granada. Vlek die ook wel ‘De Shakespeare van de Nederlandse letteren’ werd genoemd was in zijn tijd zeer actief met o.a. het organiseren van popconcerten, het opzetten van periodieken en het schrijven over literatuur en popmuziek.
In 2001 maakte regisseur John Albert Jansen een documentaire over Hans Vlek met de titel ‘De Goddelijke Gekte’. In deze documentaire gaat hij in gesprek met Vlek over muziek (jazz), vrouwen, de psychiatrie (Vlek werd in de jaren zeventig enige tijd in een psychiatrische inrichting behandeld) de jaren zestig en uiteraard poëzie.
In 2009 verleende het Fonds voor de Letteren een eregeld aan Vlek voor zijn verdienste voor de Nederlandse literatuur.
Vox Populi
Steeds minder wordt de fantasie
fantastisch, steeds kleiner
de wereld, korter
de reisduur, de voetbalbroeken.
Narcissen verdrogen en worden
door tulpen vervangen, de kat
werpt tussen ontsproten bintjes
negen jongen waar geen blik voor is.
Elke dag poets ik zorgvuldig
mijn schoenen en gebit terwijl er
verrekt, gecrepeerd en gemoord wordt.
Maar als je zo denkt word je gek.
Uit: Geen volkse god in uw achtertuin, Querido, 1980.
Old finish
Ik stootte mijn hoofd aan de bladrand
op zondag, nog steeds groeit
op die plek geen haar.
Een koekje voor het bloeden en
een zakdoek, gedrenkt in azijn.
Een hoogpotige tafel met namaakpers
in het midden van de kamer, waarrond
het Wilhelmus staand werd aangehoord.
Er werd die middag niet gescoord
door de oranjehemden.
De hoogpotige tafel waarrond
wij, achter dampende bloemkool
met maïzenasaus die ik
niet lustte, aandachtig luisterden
naar Tom Schreurs.
De tafel waarrond ’s avonds gekaart werd
om een kwartje, die vent speelt
vals, waarna met vloeken werd gesmeten.
Vanuit mijn bed hoorde ik
later weer lachen.
Die tafel met donkerrood kleed uit
de uitverkoop is nu, als ik schoenmaten later
weer binnenkom, vervangen door een lagere
met glazen blad, een betere, waar
ook een kleuter overheen kijkt.
Uit: Zwart op Wit, 1970
Poëzie op straat – Den Bosch, lokatie: Korte Putstraat.
Met dank aan Ipoetry.nl, gedichten.nl en CUBra.nl
Geplaatst in (bijna) vergeten dichters, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte
Tags: 1947, 1965, 1968, 1970, 1986, 2001, Anatomie voor moordenaars, Cubra.nl, De Goddelijke Gekte, dichter, documentaire, Een warm hemd voor de winter, eregeld, Fonds voor de letteren, gedicht, gedichten, gedichten.nl, Geen volkse god in uw achtertuin, Granada, Hans Vlek, Ipoetry.nl, Jan Campert prijs, jaren zestig, jazz, John Albert Jansen, Old Finish, poëzie, popconcerten, popmuziek, psychiatrische inrichting, Reina Prinsen Geerligs Prijs, Spanje, Voor de bakker, Vox Populi, Vrouwen, Zwart op wit