Site-archief
Plotsklaps de ware liefde
Wim Hofman
.
Afgelopen zaterdag stond er in de boekenbijlage van de Volkskrant een uitgebreid artikel over Wim Hofman naar aanleiding van het gegeven dat hij op tachtigjarige leeftijd de winnaar is van de Zeeuwse Boekenprijs voor zijn verhalenbundel ‘We vertrekken voordat het licht is’ uit 2021 dat tegelijk verscheen met een bloemlezing uit zijn poëzie ‘Er is altijd wel iemand’. De Zeeuwse Boekenprijs wordt sinds 2003 jaarlijks uitgereikt aan het volgens een jury beste boek over een Zeeuws onderwerp of van een auteur met een Zeeuwse achtergrond en is een initiatief van de Zeeuwse Bibliotheek en het Zeeuws Tijdschrift.
Wim Hofman (1941) schrijft proza en poëzie voor volwassenen en kinderen en is illustrator en beeldend kunstenaar. De zee en de (Zeeuwse) natuur nemen een belangrijke plaats in, in zijn brede oeuvre. Wim Hofman debuteerde als dichter in 2003 met de bundel ‘Wat we hadden en wat niet’, in 2005 gevolgd door ‘Na de storm’. In 2009 verschijnt de bundel ‘Op zekere dag ziet u plotsklaps de ware liefde’. Deze bundel heeft de liefde als thema in de breedste zin des woords. Niet alleen de liefde voor een ander maar ook de liefde voor de zee, voor het leven en, zoals in onderstaand prozagedicht, voor een steen. En omdat dit gedicht een verwijzing heeft naar één van mijn favoriete dichters E.E. Cummings deel ik dat gedicht hier graag met jullie.
Hofman won talrijke prijzen voor zijn werk. In 1991 ontving hij de Theo Thijssenprijs, in 2001 de Zeeuwse Prijs voor Kunst en Wetenschap, maar ook de Gouden Penseel voor Aap en beer, in 1984 (naast verschillende andere gouden en zilveren griffels en penselen).
.
Lievelingssteen
it’s always ourselves we find in the sea
e.e. cummings
Toen was ik nog jong en bezonnen en de zon scheen overal op en hij liet mij alles zien. Kijk, zei hij, dit is dit, dat is dat. Op het dak blink ik, een haan bezorg ik een vuurrood spookoog. Langs de weg groeiden toen brandnetels, braambossen, dwaalkruid. In het dorre gras bij de kromme boom lag rot sponzig fruit met de geur van zure cider en het venijnige gezoem van zwartgeel gestreepte wespen. Stof wolkte op, dorre bladeren maakten een rondedansje. De wind deed toen, lang geleden god na en de wolken bootsten alles na en werden daarom door de boze wind gestraft. De regen, hard begonnen, zocht uiteindelijk zoetjes de goot. Het water maakte van die gevoelige en droevige geluidjes en de regenboog stond wel drieduizend meter hoog, boven de zee. Bij de slordige vloedlijn een stuk hout met letters, geheimtaal, een vloek.
Dat moest terug vanwaar het kwam. Alles moest terug, de golven in, de plank, de arme, vierarmige zeester, de vieze vis, de werkschoen vol zand.
Ze begonnen met duidelijke tegenzin aan een onduidelijke tocht. Mocht alleen met mij mee een zwarte steen, koud en nat en rond, hij vulde precies mijn hand.
.
Zwembad
Sam Hoeck
.
De Vlaamse dichter Sam Hoeck (1995) studeert filosofie aan de universiteit van Antwerpen en wil daarnaast heel graag schrijven.Van tijd tot tijd staat ze op een podium om haar teksten ten gehore te brengen, andere keren weer zijn haar teksten vooral om te lezen. Sam Hoeck is naast dichter ook verzamelaar van pasfoto’s. In 2017 was Sam Hoeck een van de dichters die deelnamen aan de Poeziebustoer. Ook is zij verbonden aan het Collectief Dichterbij, verenigd Kempisch woordtalent. Van haar het prozagedicht ‘ Zwembad’.
.
Zwembad
.
Aan de rand van het zwembad staat een man. Hij neemt een kind
vast bij de enkel en steekt het in de lucht als een trofee. Het kind
hangt ondersteboven. In de veronderstelling dat het kind valt als
het losgelaten wordt, zegt de man: ” Kijk ik red een kind.” Iemand
passeert en zegt: ” Misschien is hij de moeite van het redden niet
waard.” De man laat het kind los. het kind valt ussen haakjes,
wordt niet meer bekeken, ook al is het er nog steeds.
.
Ik draag een badpak waarin mijn tepels uitgesproken aanwezig
zijn. Ik zit aan de rand van het zwembad en het kind in zijn
zwemband drijft voorbij.
.
Ik Ben je gevallen?
Hij Ja
Ik Doet het pijn?
.
Het kind trekt zijn schouders op en laat ze weer los.
.
Hij Valt wel mee
.
Ik ben bang dat mensen naar mijn tepels kijken. In het water volgt
iedereen dezelfde koers, alleen de gedachten gaan andere kanten
uit. Een vrouw met een rode badmuts op haar hoofd denkt aan de
liefde als een bokswedstrijd: wachten tot de ander opgeeft, zodat
alleen achterblijven een teken van overwinnen is.
.
Supermarkt
Melissa Ketelaar
.
In de categorie Jonge dichters vandaag Melissa Ketelaar. Melissa Ketelaar komt uit Emmen en is woonachtig in Nijmegen waar ze Algemene Cultuurwetenschappen studeert. Als kind was ze nogal verlegen en door te schrijven kon ze zich toch uitspreken. Door een optreden bij de Kunstbende kreeg ze de kans om vaker op te treden en leerde ze mensen kennen die positief op haar werk reageerde.
Zelf zegt ze dat haar vroegere gedichten vooral grappig en ironisch waren en nu wat nihilistischer zijn maar in het gedicht ‘Supermarkt’ bewijst ze dat het ironische en grappige nog steeds een plekje heeft in haat poëzie. Qua vorm lijken het korte prozagedichten, een beetje in de stijl van Nyk de Vries.
.
Supermarkt
.
Mijn peer werd afgerekend als een appel, omdat ik het zonde vond een tweede zakje te pakken. Voor
het eerst pin ik zoveel dat ik een handtekening moet zetten. Jammer dat ik geen zegels spaar.
Het is druk en de vier tieners voor me kopen Red Bull en Bifi worstjes. De cassière herkent me
inmiddels en ik ben bang dat ze bijhoudt wat ik koop en dus eet.
De enige keer dat ik me niet schaam is als ik tegelijkertijd chocola en tampons koop.
.
Als geen ander
Krijn Peter Hesselink
.
De dichter Krijn Peter Hesselink (1976) begon met optredens bij poetry slams, en dat deed hij dermate succesvol dat hij in 2006 het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam won. In 2008 verscheen zijn debuutbundel ‘Als geen ander’ bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. In oktober 2009 verscheen zijn tweede bundel ‘Stil alarm’.
Hesselink was ook betrokken bij Stichting Wonder, een stichting die “streken bedenkt om mensen in beweging te brengen”. Een van de activiteiten was de introductie van de Burgerbuddy. Een andere uiting was de campagne “Sex voor dieren”, die pleitte voor natuurlijke voortplanting bij productiedieren. Hesselink is ook actief als vertaler.
Zijn debuutbundel ‘Als geen ander’ bestaat uit 5 hoofdstukken die voorafgegaan worden door het openingsgedicht ‘Urk is vol, nu Nederland nog’ dat eigenlijk een prozaïsch gedicht is en dat qua vorm en inhoud afwijkt van de rest van de bundel. Ik koos hier echter voor het gedicht ‘Over verzadiging’
.
Over verzadiging
.
Je zei houd altijd een gaatje
een implodeergaatje voor God
in je buik
.
We speelden langs het spoor
en de trein trapte de bal terug
.
Je zei lig ik straks op het spoor
dreigt de trein mij terug te trappen
dan schikt God wel in, opgeruimd
staat netjes, knort je buik
.
Toen kleedde jij je uit
voor mijn wasmachine
.
Hij had honger
maar je was al schoon
maar hij had honger
en als hij draaide
werd het gaatje alleen maar groter
.
Het is zo schoon hier
.
Lang of kort
Rutger Kopland
.
Tegenwoordig lees ik steeds vaker gedichtenbundels met lange gedichten, verhalende, bijna proza gedichten. Nu lees ik alle poëzie met veel plezier en interesse maar het deed bij mij wel de vraag opkomen wat ik nu prefereer; lange gedichten of juist korte gedichten.
Gelukkig hoef ik niet te kiezen want er zijn lange gedichten waar ik erg van hou en andere, juist weer heel korte gedichten kan ik ook zeer waarderen. In zijn bundel ‘Alles op de fiets’ uit 1970 publiceerde Rutger Kopland vele veelal korte gedichten. De bekendste natuurlijk ‘Jonge sla’.
Omdat de gedichten in deze bundel kort zijn zal ik er twee met jullie delen. ‘Jonge sla’ (ik kwam erachter dat ik daar nog niet over geschreven had en het is een klassieker wat mij betreft) en ‘Een moeder’ omdat dit gedicht je zo heerlijk op het verkeerde been zet.
.
Jonge sla
Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen, kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.
Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog,
in vochtige bedjes, nee.
.
Een moeder
loopt langzaam naar haar kind om
het niet te laten schrikken,
pakt het voorzichtig op om
het niet te beschadigen,
slaat dan keihard.
.
Engels moeilijk?
Charivarius
.
Gerard Nolst Trenité (1870 – 1946) was een Nederlands letterkundige (berijmd proza, toneel), anglist en taalcriticus die publiceerde onder het pseudoniem Charivarius. Onder eigen naam was hij auteur van een aantal schoolboeken.
In 1922 schreef hij het berijmde prozagedicht ‘The Chaos’ over de onregelmatigheden in de grammatica en de uitspraak van de Engels taal. Hieronder kun je het prozagedicht eerst zelf hardop lezen en daarna kun je naar de juiste uitspraak luisteren via het Youtube fragment. Hoewel ik (een blauwe maandag) Engels gestudeerd heb waren er toch een aantal woorden die ook ik niet kende (en dus de uitspraak niet).
.
The Chaos
Dearest creature in creation,
Study English pronunciation.
I will teach you in my verse
Sounds like corpse, corps, horse, and worse.
I will keep you, Suzy, busy,
Make your head with heat grow dizzy.
Tear in eye, your dress will tear.
So shall I! Oh hear my prayer.
Just compare heart, beard, and heard,
Dies and diet, lord and word,
Sword and sward, retain and Britain.
(Mind the latter, how it’s written.)
Now I surely will not plague you
With such words as plaque and ague.
But be careful how you speak:
Say break and steak, but bleak and streak;
Cloven, oven, how and low,
Script, receipt, show, poem, and toe.
Hear me say, devoid of trickery,
Daughter, laughter, and Terpsichore,
Typhoid, measles, topsails, aisles,
Exiles, similes, and reviles;
Scholar, vicar, and cigar,
Solar, mica, war and far;
One, anemone, Balmoral,
Kitchen, lichen, laundry, laurel;
Gertrude, German, wind and mind,
Scene, Melpomene, mankind.
Billet does not rhyme with ballet,
Bouquet, wallet, mallet, chalet.
Blood and flood are not like food,
Nor is mould like should and would.
Viscous, viscount, load and broad,
Toward, to forward, to reward.
And your pronunciation’s OK
When you correctly say croquet,
Rounded, wounded, grieve and sieve,
Friend and fiend, alive and live.
Ivy, privy, famous; clamour
And enamour rhyme with hammer.
River, rival, tomb, bomb, comb,
Doll and roll and some and home.
Stranger does not rhyme with anger,
Neither does devour with clangour.
Souls but foul, haunt but aunt,
Font, front, wont, want, grand, and grant,
Shoes, goes, does. Now first say finger,
And then singer, ginger, linger,
Real, zeal, mauve, gauze, gouge and gauge,
Marriage, foliage, mirage, and age.
Query does not rhyme with very,
Nor does fury sound like bury.
Dost, lost, post and doth, cloth, loth.
Job, nob, bosom, transom, oath.
Though the differences seem little,
We say actual but victual.
Refer does not rhyme with deafer.
Fe0ffer does, and zephyr, heifer.
Mint, pint, senate and sedate;
Dull, bull, and George ate late.
Scenic, Arabic, Pacific,
Science, conscience, scientific.
Liberty, library, heave and heaven,
Rachel, ache, moustache, eleven.
We say hallowed, but allowed,
People, leopard, towed, but vowed.
Mark the differences, moreover,
Between mover, cover, clover;
Leeches, breeches, wise, precise,
Chalice, but police and lice;
Camel, constable, unstable,
Principle, disciple, label.
Petal, panel, and canal,
Wait, surprise, plait, promise, pal.
Worm and storm, chaise, chaos, chair,
Senator, spectator, mayor.
Tour, but our and succour, four.
Gas, alas, and Arkansas.
Sea, idea, Korea, area,
Psalm, Maria, but malaria.
Youth, south, southern, cleanse and clean.
Doctrine, turpentine, marine.
Compare alien with Italian,
Dandelion and battalion.
Sally with ally, yea, ye,
Eye, I, ay, aye, whey, and key.
Say aver, but ever, fever,
Neither, leisure, skein, deceiver.
Heron, granary, canary.
Crevice and device and aerie.
Face, but preface, not efface.
Phlegm, phlegmatic, ass, glass, bass.
Large, but target, gin, give, verging,
Ought, out, joust and scour, scourging.
Ear, but earn and wear and tear
Do not rhyme with here but ere.
Seven is right, but so is even,
Hyphen, roughen, nephew Stephen,
Monkey, donkey, Turk and jerk,
Ask, grasp, wasp, and cork and work.
Pronunciation (think of Psyche!)
Is a paling stout and spikey?
Won’t it make you lose your wits,
Writing groats and saying grits?
It’s a dark abyss or tunnel:
Strewn with stones, stowed, solace, gunwale,
Islington and Isle of Wight,
Housewife, verdict and indict.
Finally, which rhymes with enough,
Though, through, plough, or dough, or cough?
Hiccough has the sound of cup.
My advice is to give up!!!
.
Nieuw gedicht
Deel 1
uit het drietal prozagedichten dat ik heb geschreven voor mijn voordracht tijdens het lanceerfeest van Strak #3
.
Reasons to be cheerful part one
.
Second love
.
De Burger King bij het station
niet heel romantisch maar wel
goed te vinden. Een tafel met
zicht op de deur. Ze heeft
zich opgedoft, zojuist gedoucht
.
dan stapt hij binnen, jasje,
jeans en een sjaaltje. Dat laatste
doet haar denken aan haar grootvader.
Haar telefoon gaat. Ik draag een
rood jasje en een kokerrok, zegt
.
ze. Hij ziet haar, loopt op haar
af en zegt: ‘Serge’ terwijl hij haar
drie keer zoent. Wat wil je drinken?
Thee? Een thee en een Gin-tonic graag!
Hij kijkt haar aan en vraagt: Heb je
ook je anus laten bleken?