Site-archief

Muur van dichters

Borgerbuurt

.

Op een muur in de Borgerbuurt in Amsterdam-West is sinds 2012, op de hoek van de Borgerstraat en de Nicolaas Beetsstraat, een zogenaamde Muur van de dichters aangebracht. Het betreft hier een interactief kunstwerk van kunstenaar Danilo Joanovic. Het bestaat uit een tableau met tweetal luidsprekers. Uit de luidsprekers kan men meerdere teksten en gedichten horen van schrijvers en dichters, die hun naam gaven aan straten en pleinen in de buurt. Joanovic kwam met een roestvast staal tableau, dat er uitziet als een deurpaneel, een verzameling naambordjes met deurbellen. Hierdoor krijg je de indruk dat de dichter/schrijver hier ook zouden kunnen wonen; echter een deur ontbreekt. De kunstenaar wilde het idee overbrengen, dat men gedichten uit de muur zou kunnen trekken analoog aan fastfood bij de snackbar.

Dichters die opgenomen zijn in de Muur van dichters zijn: Willem Bilderdijk, Jacob van Lennep, Jan Pieter Heije, Johannes Kinker, De Schoolmeester, Nicolaas Beets, Jan Jakob Lodewijk ten Kate, Elias Annes Borger, Hendrik Tollens en Johannes Kneppelhout. Ook is er een knop voor een kindergedicht en een knop met uitleg in het Engels. Van elke dichter zijn 5 teksten of gedichten opgenomen in het kunstwerk. Bij dit kunstwerk met werken van 19e eeuwse dichters hoort ook een website.

Ik had een keuze uit deze dichters en ik koos voor Nicolaas Beets (1814-1903). Beets ook bekend onder het pseudoniem Hildebrand, was schrijver, dichter, predikant en hoogleraar. Uit 1867 komt zijn gedicht ‘Wat wil men toch’ dat ook nu nog verassend actueel is.

.

Wat wil men toch?

 

Wat wil men toch in Nederland?
Het zwaard bleef in de schede;
De welvaart deelt, naar elke kant,
Haar gaven rijklijk mede,
De tong is vrij, ’t geweten vrij,
De vrije pers dient u en mij,
Bij orde, rust, en vrede.

.

Wat wil men toch in Nederland?
Met praats en staatsgeschillen?
De vorst, die hier de rijkskroon spant,
Wil juist hetgeen wij willen:
geen zware last, geen knellend juk,
Maar vrijheid, welvaart, volksgeluk,
En geen — vergulde pillen.

.
Wat wil men toch in Nederland?
Wat geeft men voor te duchten?
Wat kwaad humeur, wat onverstand
Wil ons volstrekt doen zuchten?
Daar is slechts iets, dat elk verveelt:
Bedilzucht, die met buskruit speelt,
Om haar verstand te luchten.

.

 

Hoe zich een dichter troost

P.A. de Génestet

.

Petrus Augustus de Génestet (1829 – 1861) was een Nederlands dichter en theoloog. De Génestet had een kort en verdrietig leven. In 1852 werd hij predikant maar in 1859 stierven zowel zijn vrouw als éen van zijn vier kinderen aan Tuberculose en moest hij zelf ontslag nemen als dominee wegens zijn zwakke gezondheid. Twee jaar later, in 1861, overleed hij zelf aan Tuberculose.

Door zijn humoristische en ontroerende gedichten was de Génestet erg populair.  Zijn poëzie was toegankelijk voor een breed publiek. Maar ook godsdienst was een belangrijk thema in zijn gedichten. De Génestet was vrijzinnig-protestant, maar hij neemt even scherp stelling tegen de oppervlakkige vrijzinnigheid als tegen de steile onverdraagzaamheid. Samen met Nicolaas Beets wordt hij gezien als een deel van de Nederlandse navolging van het Byronisme (aanduiding van de navolging in de romantische literatuur van de eerste helft van de 19e eeuw van het werk van de Engelse dichter Lord G.G. Byron (1788-1824), die met zijn individualistische vrijheidsidealen, zijn gevoelens van melancholie over de onvervulbaarheid van het ideaal, zijn heldendom, wanhoop en cynisme, talloze West-Europese bewonderaars en navolgers kende).

De Génestet heeft in zijn korte leven toch nog heel wat gedichten geschreven die na zijn dood zijn gepubliceerd in ‘Dichtwerken’. Later werden zijn gedichten ook uitgegeven door N.V. Wereldbibliotheek en mijn (tweede) druk uit 1934 heeft als titel P.A. de Génestet, Complete Gedichten’. Uit deze bundel het gedicht ‘Hoe zich een dichter troost’.

.

Hoe zich een dichter troost

                                           Probatum est

Geen goud heeft ooit mijn oog getrokken

Dan ’t zijden goud van maagdelokken,

Dan ’t purpren goud van d’avondstond;

Dan, rijke Muze dezer dalen,

Aurora met den krans van stralen!

De gouden rozen in uw mond;

Dan ’t bruine goud der beukeblaêren,

Het blonde goud der ruischende aren,

Het maatgeluid van gouden snaren;

Dan ’t heilig goud, dat Liefde en Echt

Door ’s Bruigoms witbesneeuwde haren

In groene mirtekransen vlecht,

Of – op des voorjaars milde wegen

De stromen van den gouden regen.

.

Het land

P.A. de Génestet

.

Van mijn moeder kreeg ik een oud poëziebundeltje van P.A. de Genestet uit 1921. De Volledige dichtwerken in de Cohen editie met illustraties van C.P. Tiele. De naam de Genestet kende ik wel (van de naar hem genoemde straat) maar zijn werk kende ik niet.

Petrus Augustus de Génestet ( 1829 –  1861) was een Nederlands dichter en theoloog. De Génestet was populair, wat vooral te danken was aan zijn humoristische en ontroerende gedichten die toegankelijk zijn voor een breed publiek. Maar ook godsdienst was een belangrijk thema in zijn gedichten. De Génestet was vrijzinnig-protestant, maar hij neemt even scherp stelling tegen de oppervlakkige vrijzinnigheid als tegen de steile onverdraagzaamheid. Samen met Nicolaas Beets wordt hij gezien als een deel van de Nederlandse navolging van het Byronisme.

In zijn korte leven – De Génestet werd slechts 31 – heeft hij slechts een beperkt aantal gedichten kunnen schrijven. Deze werden na zijn dood gebundeld uitgeven onder de titel “Dichtwerken”.

Uit deze opmerkelijk goed leesbare bundel het gedicht ‘Het land’.

.

Het land

.

Zijn fijnst sigaartje smaakt hem niet,

Zijn knappend vuurtje blaakt hem niet,

Zijn zoetlief meisje raakt hem niet!

Zijn vrienden, o genaakt hem niet!

Zijn baardje zelfs vermaakt hem niet,

De stumpert heeft zoo’n groot verdriet…

En wat? – Nu juist, dat weet hij niet!

.

Poekelen

Poëzie en kunst

.

Poëzie en kunst, het zijn twee creatieve uitingen die elkaar niet alleen goed verdragen maar waar ook vele voorbeelden van zijn. Een minder bekende vorm van een samengaan van de twee is het spel Poekelen.

Poekelen, een poëzie-kaart-spel, is ontwikkeld door Rob Schultheiss (grafisch vormgever/uitgever, liedjesschrijver en beeldend kunstenaar) en Elganan Jelsma (curator, directeur van het Huizer Museum, oprichter Gooise Kunstkring en beeldend kunstenaar). Zij vormen samen het Projectbureau Pub Art. Dit bureau organiseert projecten die te maken hebben met hedendaagse kunst. Zo hebben zij een diverse publicaties op hun naam staan, geven zij het Kunst Tijdschrift Pub Art uit en organiseren zij tentoonstellingen.Hiermee geven zij een extra stimulans aan de poëzie en de beeldende kunst. Poekelen is  een van hun projecten. Het is een spel waarbij gedichten worden voorgedragen. Het spel bestaat uit kaarten waarop gedichten staan en kaarten waarop gedichtfragmenten en illustraties staan.

Met Poekelen wordt op speelse wijze aandacht wordt besteedt aan poëzie en kunst. In het eerste deel waren gedichten en beeldende kunst opgenomen van enkel Gooise dichters (waaronder Gerard Beentjes, de dorpsdichter van Laren) en kunstenaars. In deel twee is er aandacht voor de ‘oude’ dichters: Nicolaas Beets, Guido Gezelle, Hendrik Marsman, Alice Nahon, Paul van Ostaijen, Piet Paaltjens en J.Slauerhoff. De gedichten in het spel worden gecombineerd met werken van beeldend kunstenaars.

Meer informatie is te vinden op de website van pubart: http://www.pubart.nl/ of op http://www.elganan.nl/

.

poekelen

poekelen 2

poekelen 3

poekelen 4

 

%d bloggers liken dit: