Site-archief
La Chanson des Vieux Amants
Jacques Brel
.
Afgelopen week had ik contact met Peter WJ Brouwer, dichter en theatermaker. Hij heeft samen met Michael Abspoel (de stem van Man bijt hond) een theater programma over Jacques Brel met als titel Over leven met Brel. Vol poëzie en muziek. Op het Zomerpodium van Ongehoord! lieten zij al zien en horen wat een bijzonder programma dit is. Dit bracht mij ertoe nog eens naar mijn favoriete Brel nummer te luisteren La chanson des vieux amants met bijna op het eind van het nummer het prachtige geluid van een Hoorn.
Op zoek naar dit nummer kwam ik de Nederlandse vertaling tegen die Lennaert Nijgh tegen onder de titel Liefde van later. Hieronder de Franse tekst en de Nederlandse vertaling en uiteraard de muziek die alles zegt.
.
La chansons des vieux amants
Bien sûr, nous eûmes des orages
Vingt ans d’amour, c’est l’amour fol
Mille fois tu pris ton bagage
Mille fois je pris mon envol
Et chaque meuble se souvient
Dans cette chambre sans berceau
Des éclats des vieilles tempêtes
Plus rien ne ressemblait à rien
Tu avais perdu le goût de l’eau
Et moi celui de la conquête
Mais mon amour
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime
Moi, je sais tous tes sortilèges
Tu sais tous mes envoûtements
Tu m’as gardé de pièges en pièges
Je t’ai perdue de temps en temps
Bien sûr tu pris quelques amants
Il fallait bien passer le temps
Il faut bien que le corps exulte
Finalement, finalement
Il nous fallut bien du talent
Pour être vieux sans être adultes
Oh, mon amour
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime
Et plus le temps nous fait cortège
Et plus le temps nous fait tourment
Mais n’est-ce pas le pire piège
Que vivre en paix pour des amants
Bien sûr tu pleures un peu moins tôt
Je me déchire un peu plus tard
Nous protégeons moins nos mystères
On laisse moins faire le hasard
On se méfie du fil de l’eau
Mais c’est toujours la tendre guerre
Oh, mon amour…
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime.
.
.
Liefde van later
Als liefde zoveel jaar kan duren,
dan moet het echt wel liefde zijn,
ondanks de vele kille uren,
de domme fouten en de pijn.
Heel deze kamer om ons heen,
waar ons bed steeds heeft gestaan,
draagt sporen van een fel verleden,
die wilde hartstocht lijkt nu heen,
die zoete razernij vergaan,
de wapens waar we toen mee streden.
Ik hou van jou,
met heel mijn hart en ziel
hou ik van jou.
Langs de zon en maan
tot aan het ochtendblauw,
ik hou nog steeds van jou.
Jij kent nu al mijn slimme streken,
ik ken allang jouw heksenspel.
Ik hoef niet meer om jou te smeken,
jij kent mijn zwakke plaatsen wel.
Soms liet ik jou te lang alleen,
misschien was wat je deed verkeerd,
maar ik had ook wel eens vriendinnen.
We waren jong en niet van steen
en zo hebben we dan toch geleerd:
je kunt toch altijd opnieuw beginnen.
Ik hou van jou,
met heel mijn hart en ziel
hou ik van jou.
Langs de zon en maan
tot aan het ochtendblauw,
ik hou nog steeds van jou.
We hebben zoveel jaar gestreden
tegen elkaar en met elkaar.
Maar rustig leven en tevreden
is voor de liefde een gevaar.
Jij huilt allang niet meer zo snel,
ik laat me niet zo vlug meer gaan,
we houden onze woorden binnen.
Maar al beheersen we het spel
een ding blijft toch altijd bestaan:
de zoete oorlog van het minnen.
Ik hou van jou,
met heel mijn hart en ziel
hou ik van jou.
Langs de zon en maan
tot aan het ochtendblauw,
ik hou nog steeds van jou.
Ik hou nog steeds van jou,
voorgoed van jou.
.
.
Met dank aan poezieaanhuis.nl en Youtube.com
Tout est oeufs
Marcel Broodthaers
.
Soms kan een post op dit blog uitmonden in een nieuwe post. Zo kreeg ik naar aanleiding van mijn post over het ei in twee delen (15 april) een mail van Frans Roesink. In deze mail deelt Frans zijn liefde voor de dichter Marcel Broodthaers met mij.
Marcel Broodthaers is een in 1924 geboren dichter, filmer, journalist en plastisch kunstenaar. Van 26 mei tot 26 juni 1966 had Marcel een tentoonstelling in de Wide White Space Gallery in Antwerpen onder de titel ‘Moules Oeufs Frites Pots Charbon’.
In het begeleidende boekje staat het volgende gedicht.
.
Tout est œufs. Le monde est œuf. Le monde est né du grand jaune, le soleil. Notre mère, la lune, est écailleuse. En écailles d’œuf pilées, la lune. Poussières d’œuf, les étoiles. Tout, œufs morts et perdus. En dépit des gardes, ce monde-soliel, cette lune, étoiles de trains entiers. Vides. D’œufs vides.
.
Of in de Nederlandse vertaling van Greta Joris:
.
Alles is ei. De wereld is ei. De wereld is geboren uit het grote eigeel, de zon. Onze moeder, de maan, is schilferig. Een en al gestampte eierschilfers, de maan. Eierstof, de sterren. Alles, dode en verloren eieren. Iedere hoede ten spijt, deze zon-wereld, deze maan, dichte sterrendrommen. Leeg. Lege eieren.
.
Nog maar een van E.E.
E.E. Cummings
.
Al eerder heb ik hier gedichten van E.E. Cummings geplaatst. In het Engels en de laatste paar keer met een Nederlandse vertaling van Lepus. Vanmorgen moest ik weer aan een gedicht van hem denken (I carry yourt heart with me) en dus vandaag nog maar weer eens een gedicht van hem geplaatst. Opnieuw met de Nederlandse vertaling erbij.
Dit keer The hours rise up.
.
the hours rise up
.
the hours rise up putting off stars and it is
dawn
into the street of the sky light walks scattering poems
.
on earth a candle is
extinguished the city
wakes
with a song upon her
mouth having death in her eyes
.
and it is dawn
the world
goes forth to murder dreams….
.
i see in the street where strong
men are digging bread
and i see the brutal faces of
people contented hideous hopeless cruel happy
.
and it is day,
.
in the mirror
i see a frail
man
dreaming
dreams
dreams in the mirror
.
and it
is dusk on earth
.
a candle is lighted
and it is dark.
the people are in their houses
the frail man is in his bed
the city
.
sleeps with death upon her mouth having a song in her eyes
the hours descend,
putting on stars….
.
in the street of the sky night walks scattering poems
Uit: Tulips and Chimneys (1923)
..
de uren rijzen
.
de uren rijzen sterren afvoerend en het is
dageraad
in de straat van de hemel loopt het licht gedichten verstrooiend
.
op de aarde wordt een kaars
gedoofd de stad
ontwaakt
met een lied op haar
lippen en dood in haar ogen
.
en het is dageraad
de wereld
gaat door dromen te vermoorden….
.
ik zie in de straat waar sterke
mannen delven naar brood
en ik zie de harde gezichten van
mensen voldaan afzichtelijk hopeloos wreed gelukkig
.
en het is dag,
.
in de spiegel
zie ik een zwakke
man
dromen
dromend
dromen in de spiegel
.
en het
schemert op aarde
.
wordt een kaars aangestoken
en het is donker.
de mensen zijn in hun huizen
de zwakke man ligt in zijn bed
de stad
.
slaapt met de dood op haar lippen en een lied in haar ogen
de uren dalen neer,
sterren opvoerend….
.
in de straat van de hemel loopt de nacht gedichten verstrooiend
.
Meer op: http://users.telenet.be/gaston.d.haese/cummings.html#Gedicht4
.
Gedicht van Gert Vlok Nel
Grasui
Op zondag 9 september organiseerde de werkgroep Weekend van de Cultuur in Maassluis een Picknick in het Park.. Stichting Ongehoord! verzorgde die middag het dichterspodium.
Op dit dichterspodium stonden onder andere Rob Dijkstra en Jan van der Lans ofwel Grasui.
Grasui draagt gedichten voor van Zuid Afrikaanse dichters met de Nederlandse vertalingen van deze gedichten.
Een van de dichters waarvan zij gedichten voordroegen was Gert Vlok Nel, een tot dan toe voor mij onbekende dichter.
Ik was echter zo onder de indruk van hetgeen zij voordroegen dat ik Rob gevraagd heb een speciaal gedicht (dat ik bijzonder mooi vond) aan mij toe te sturen om te publiceren op dit weblog. Het betreft hier het gedicht ‘nee nee nie dit nie. nie noodwendig dit nie’ of zoals het in de Nederlandse vertaling heet ‘Nee nee dat niet, dat niet noodzakelijk’. De vertaling is van Robert Dorsman en komt uit de bundel ‘Het is onnatuurlijk om te leven’.
.
nee nee dat niet, dat niet noodzakelijk
.
op zijn veertiende zei zijn vader tegen hem
schoffel dat stuk grond in de voortuin.
waarom? boontjes, erwtjes of zo, iets wat groeien wil.
bloemen groeien toch ook? of kan je bloemen niet eten?
van bloemen kan je dat nooit werkelijk weten.
wát niet weten? of ze giftig zijn of niet? is het dat dan niet?
nee nee dat niet, dát niet noodzakelijk.
.
dertig was hij op de dag dat hij als laatste de kerk uitkwam.
met een vaag besef en evenveel vermoedens als de confetti.
wat nu? vroeg zijn vrouw, waarom staan je ogen zo somber.
is mijn jurk soms niet wit genoeg? en ze lachte de vraag de menigte in.
over mensen kom je nooit echt iets te weten.
wát niet? of ze groeien-of-nut-hebben-of-goed-zijn?
nee nee dat niet, dát niet noodzakelijk
.