Site-archief
Moeder
Toon Tellegen
.
Omdat het vandaag Moederdag is (of je daar nou aan doet of niet), wilde ik een gedicht over een moeder plaatsen. Zoals ik al verwacht had is de keuze reuze. Grappig genoeg vond ik in een klein bundeltje van Toon Tellegen, dat ik pas vorige week kocht, een prachtig gedicht over een moeder. Het betreft hier het bundeltje ‘Kruis en munt’ uitgegeven door Querido en Poetry International in 2000. Een klein dun bundeltje met dertien gedichten, dat verscheen speciaal ter gelegenheid van de eerste Landelijke Gedichtendag in dat jaar. De oplage van het bundeltje was 20.000 en de gedichten zijn in opdracht van Poetry International geschreven door ˜Toon Tellegen. Het bundeltje was uitsluitend op die eerste Landelijke Gedichtendag en twee maanden daarna te koop.
.
Een moeder
.
Ze hebben een moeder onder de voet gelopen,
ze keken naar de hemel,
ze zagen een meeuw –
.
schepen schoven langs de horizon,
wijd en zijd de scherven van haar kinderen.
.
Ze wezen elkaar de veren aan –
zo wit,
zo zonder een vleugel treurigheid
of angstvalligheid –
.
heksen ruimden de rommel op,
zaaiden distels en herinneringen,
vlogen gillend weg.
.
Ze liepen verder, de zon ging onder,
ze keken naar de sterren,
ze hoorden een schreeuw:
.
‘Kinderen!’
.
Poëziekaarten
Lieve juf
.
In het kader van de Poëzieweek 2020 kun je bij boekhandels en bibliotheken gratis ansichtkaarten krijgen met gedichten van Linda Vogelesang, Carmien Michels, Jaap Robben, Max Greyson en Maud Vanhauwaert. Ook vorig jaar werden gratis kaarten met poëzie weggegeven. Het is dan ook een heel aardige manier om je poëzie onder de aandacht te brengen.
Ik heb een fijne verzameling van poëzie-ansichtkaarten. Natuurlijk van Plint en van de Poëzieweek maar ook van de voormalige stadsdichter van Rotterdam Jana Beranová, van Joz Knoop en Joost van Gijzen (van uitgeverij De Muze), van Méland Langeveld en Gea Zwart, van Rinske Kegel en ga zo maar door. Vaak zijn de kaarten een samenwerking van kunstenaar en dichter (Langeveld en Zwart bijvoorbeeld) maar het komt ook voor dat de illustratie gemaakt wordt door de dichter (Kegel).
Een poëziekaart laten maken hoeft niet veel te kosten dus als je als dichter nog niet aan een bundel toe bent of druppelsgewijs je gedichten aan je publiek wil laten lezen dan zijn poëziekaarten een goed idee, tenslotte worden ze tweemaal genoten, door de afzender en door de ontvanger.
Van de Poëzieweekkaarten koos ik op deze laatste dag van de Poëzieweek 2020 het gedicht ‘Lieve juf’ van Linda Vogelesang (Plint, 2015) vooral ook omdat de leerkrachten de laatste tijd zo in het nieuws zijn. En omdat het hier een gedicht betreft dat voor kinderen is geschreven, een deel van de poëzie die toch vaak wat ondergewaardeerd wordt.
.
Lieve juf,
.
Ik schrijf u even
om te zeggen
dat ik niet meer kom.
Waarom?
Ik weet wat ik wil worden:
HELD!
Wat ik nu moet leren:
vliegen zonder vliegmachine,
vechten met enge dieren,
en op een wiebeltouw balanceren.
U geeft geen les daarin.
Daarom heeft naar school gaan
voor mij niet zo veel zin.
Als juf deed u best uw best,
dus: een kus en dank u wel!
Mocht u iets overkomen
dan roept u maar.
Dan kom ik snel.
.
Reine De Pelseneer
Doorgrond
.
Speciaal voor Poëzieweek heeft de Vlaamse dichter en schrijfster Reine De Pelseneer een gedicht geschreven in het kader van de bedrijvencampagne getiteld ‘Een punt’. Het gedicht is via https://www.poezieweek.com/bedrijf/utm_source=Newsletter&utm_medium=email&utm_content=Start+Po%C3%ABzieweek%3A+doe+mee+met+%23Gedichtendag&utm_campaign=CPNB20+-+Week+5+-+BI te downloaden.
Reine De Pelseneer (1982) is germaniste. Ze werkt deeltijds als redactrice. Daarnaast schrijft ze als zelfstandig auteur recensies, verhalen voor eerste lezers, kinderboeken en poëzie. Haar gedichten verschenen in diverse literaire tijdschriften en werden meermaals bekroond. In 2005 verscheen bij Uitgeverij P haar debuutbundel ‘Doorgrond’. Op haar website http://www.reinedepelseneer.be/ schrijft Reine het volgende over deze bundel:
Of het nu gaat om fysieke nabijheid of gemis, de dichteres geeft allerlei menselijke ervaringen vrank en vrij weer in beklijvende verzen. ‘Doorgronden’ wil ze, ervaren ‘hoe diep het leven raakt’. In haar zoektocht botst ze op de ontoereikendheid van de taal, ontwaart ze de lichtheid van relaties en schippert ze tussen het vertrouwde en het nieuwe.
In het gedicht ‘Doler’ uit deze bundel komt dit heel treffend naar voren.
.
Doler
.
Ooit een reiziger, nu een man
aan de vaat. Het sop verdroogt
zijn handen tot ze schraler zijn.
.
Intussen breit zijn vrouw
tegen de klok. Zolang ze tikt
blijft zij nog op.
.
In bed liggen de lakens vlak. Hij draait
zich zoekend op zijn zij en luistert
naar sirenen in de nacht.
.
Poëzieweek 2020
Jules Deelder
.
Nu de Poëzieweek nadert (van 31 januari tot en met 5 februari) zal ik een aantal gedichten plaatsen die in mijn visie eer doen aan het thema van deze week namelijk ‘De toekomst is nu’. Afgelopen weken heb ik mijn bundels van Jules Deelder weer eens ter hand genomen om begrijpelijke redenen, en zo ook de bundel ‘Renaissance’ Gedichten ’44 – ’94. In deze bundel van bijna 600 pagina’s zijn alle bundels gedichten opgenomen die van Jules Deelder tot en met 1994 verschenen. Daarnaast zijn opgenomen de cyclus ‘Renaissance’ en enkele gedichten uit ‘Jazz’.
Het gedicht dat ik koos bij het thema van de Poëzieweek is het gedicht ‘Swami Bami’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Dag en nacht geopend’ uit 1970. Het aardige aan het thema van deze Poëzieweek is dat gedichten die religie als onderwerp hebben, hier wonderwel bij passen. En dat geldt dus ook voor dit gedicht.
.
Swami Bami
.
De toekomst is nu
Poëzieweek 2020
.
Van 30 januari tot en met 5 februari is het Poëzieweek en op 30 januari is het Nationale Gedichtendag in Nederland en Vlaanderen. Op de website van de Poëzieweek https://www.poezieweek.com/ kun je alle activiteiten en bijzonderheden nalezen. Het thema van de Poëzieweek is ‘De toekomst is nu’.
In aanloop naar de Poëzieweek toe wil ik een aantal gedichten van dichters die in dit thema geplaatst kunnen worden, hier plaatsen. De eerste dichter en het eerste gedicht is van Hans Berghuis.
Berghuis (1924 – 1994) was dichter en prozaschrijver. Hij debuteerde in 1947 met de poëziebundel ‘Stanza’s voor haar’ in 1950 gevolgd door de bundel ‘Grote en kleine metten voor jou’ waarna het tot 1984 zou duren voor hij weer een dichtbundel publiceerde, namelijk ‘Postpapier voor Nigra’. In veel van Berghuis’ poëzie is er sprake van een rusteloos zoeken om te ontkomen aan de essentieel menselijke eenzaamheid. In het gedicht ‘De laatste adem’ komt dit ook mooi naar voren. Het gedicht komt uit de bundel ‘Postpapier voor Nigra’ briefgedichten, dat in 1984 werd uitgegeven door Uitgeverij Stichting Ravenberg Pers. In dit gedicht wordt pijnlijk duidelijk een situatie geschetst waarin de toekomst van de hoofdpersoon al vast staat en al reeds is begonnen.
.
Laatste adem
.
Des nachts sluipend door het huis, op zoek
naar drank en sigaretten, een glas achterover
slaan tegen de pijn, tien regels van het boek
lezen dat nooit geschreven werd, daar zitten
in een stoel zonder zeker te weten wat te doen,
de vogels horen wakker worden tegen vieren
en dan kruipend en tierend terug naar bed.
Hij vloekt tegen haar billen, tast de spleet,
hij kneedt de mammas van zijn zwarte schaap,
hij laat de slang die één maal Eva beet
kopstoten in zijn boom, totdat zij vraagt:
‘Wil je gewoon doen? Kom je in mijn hol?
Ik ruik je al een uur van hier tot daar. -‘
Ongewoon levend blaast hij zijn adem bol:
zijn dood begraaft hij in de moederbaar.
.
Poëzieweek
31 januari t/m 6 februari 2019
.
Vandaag begint de Poëzieweek 2019, een week lang landelijke (Nederland en Vlaanderen) aandacht voor poëzie in de media, boekhandels, bibliotheken en andere plekken waar poëzie leeft. Na een aantal jaar de Nationale Gedichtendag te hebben georganiseerd is er nu alweer voor het zevende jaar sprake van de Poëzieweek. Ik schreef het al eerder en ik herhaal het nog maar een keer; liever zie ik, net als in de Verenigde Staten, een Poëziemaand maar ik ben al blij met een week.
Dit jaar heeft de Poëzieweek als thema ‘Vrijheid’. Een mooi algemeen thema waar je werkelijk alle kanten mee op kan. Tom Lanoye schreef het Poëzieweekgeschenk ‘Zonder handen, zonder tanden’ en dat krijg je in de Poëzieweek gratis bij besteding in de boekhandel van minimaal € 12,50 aan poëzie (zeg maar de aankoop van 1 poëziebundel). Dan wordt op 6 februari bekend gemaakt welke bundels genomineerd zijn voor de Grote Poëzie Prijs (de opvolger van de VSB Poëzieprijs) waarvan de winnaar op 16 juni bekend wordt gemaakt.
Maar er is meer. Op 2 februari is de finale van het NK Poetry Slam in Tivoli Vredenburg, en er zijn tal van voordrachten, projecten, podia rond en met dichters. Zo zijn er poëziewedstrijden, poëzievertaalwedstrijden, Poëzie en Kunst, een poëzieparcours, een light verse middag, interviews met dichters en ga zo maar door. En dan op 7 februari, na een week van tientallen en misschien wel honderden poëzieactiviteiten, wordt het stil.
Ik ben heel blij met de Poëzieweek, de dichtkunst staat een week lang in het centrum van de belangstelling en tegenwoordig in deze vluchtige maatschappij mogen we daar al heel blij mee zijn. Voor de ware liefhebber (en dat zijn er vele en worden er steeds meer) is het dan weer wachten op een initiatief, een project, een voordracht ergens in het land. Dat zou toch ander moeten. Hier op dit blog kan je dagelijks terecht voor een portie poëzie en wie weet komt het ooit zover dat poëzie net proza een vaste plek in het literaire landschap weet te veroveren.
Tot die tijd ook vandaag een gedicht. Van Tom Lanoye uiteraard, de Poëzieweek dichter van 2019. Uit de bundel ‘Hanestaart’ uit 1990 het gedicht ‘Programma’.
.
Programma
.
Weet ik veel hoe poëzie eruit
moet zien. Niet dat statische,
dat uniforme. Daar hou ik niet
zo van. Dezelfde toon herhaald
tot in den treure, en dat dan
‘vormvastheid’ noemen, of ‘een
eigen stem’, dat soort gelul.
Nee daar hou ik niet zo van.
Geef mij dan maar het favoriete
snoepgoed uit mijn jeugd. De
toverbal. Je zuigt en zuigt
maar, telkens komen er andere
kleuren te voorschijn en voor
je ’t weet, heb je helemaal
niets meer. Dát is het, vind
ik. Zoiets. Ongeveer.
.
Vier de Poëzieweek 2019
Ingmar Heytze
.
In aanloop naar de Poëzieweek 2019 plaats ik hier op de zondagen voorafgaand aan deze week poëzie die met het thema te maken heeft (Vrijheid) of poëzie van Ingmar Heytze die op 27 januari tijdens de poëziemiddag in theater Koningshof in Maassluis komt voordragen en vertellen. Naast zijn optreden zijn er workshops, een open podium en feedback op je gedicht (kijk voor de voorwaarden op https://www.theaterkoningshof.nl/events/#modal=/agenda/494//Poeziemiddag_2019/?type=show ).
Ingmar Heytze heeft al vele prachtige poëziebundels op zijn naam staan en ik koos voor vandaag het grappige gedicht ‘Uit het leven een greep’ uit de bundel ‘Het beste en de rest’ uit 2006.
.
Uit het leven een greep
.
Dat ik ’s nachts naar huis toe fiets
en dat mijn stuur een omweg maakt
en ik onder je venster sta
en aanbel tot het licht aangaat
en jij naar buiten komt in een peignoir
(die droeg je vroeger nooit en staat ook raar)
en dat ik snotter dat het me zo spijhijt
en jij zegt van het kom allemaal wel goehoed
en dat ik op dat moment pas zie het huis
is niet jouw huis de straat is niet je straat en jij –
en dat ik voor de zekerheid nog vraag
terwijl de taxi al rijdt: ‘Betekent dit nu ook
dat het allemaal niet goed komt?’
.