Site-archief
Reisgenoten
20 jaar poëzietijdschrift Awater
.
In 2002 richtte Gerrit Komrij, destijds Dichter des Vaderlands, het poëzietijdschrift Awater op. Een tijdschrift om de Nederlandstalige poëzie toegankelijk te maken voor een breed publiek. Nu, 20 jaar later, komt Awater met een bloemlezing van dichters die de afgelopen 20 jaar aan het tijdschrift hebben meegewerkt. De bloemlezing is getiteld ‘Ik vond vele reisgenoten’ en ik kreeg hem bij mijn abonnement op dit tijdschrift met het zomernummer van 2022 meegestuurd.
De bundel wordt ingeleid door Myrte Leffring en bevat 20 gedichten van bekende dichters die een gedicht schreven rond het thema ‘Ik zoek een reisgenoot’ het motto van het gedicht ‘Awater’ van Martinus Nijhoff uit 1934 (waar het tijdschrift naar vernoemd is). Zoals op het achterflap te lezen staat is het resultaat een rijk scala aan poëtische bestemmingen, met de nodige obstakels én prachtige uitzichten onderweg.
Als er voor mij één ding blijkt uit deze jubileumbundel dan is het dat de poëzie in Nederland (en de andere Nederlandstalige gebieden) leeft en veelzijdig is en dat er voor een poëzietijdschrift altijd ruimte is. Wat mij betreft op naar het volgende jubileum.
Onder de deelnemende dichters in de jubileumbundel grote bekende dichtersnamen en een enkele wat minder bekende. Ik koos voor het gedicht ‘Een wat langere reis’ van Jan Glas (1958) een Gronings beeldend kunstenaar, schrijver, dichter, zanger, fotograaf en redacteur van het Groningse tijdschrift Krödde. Ik koos dit gedicht omdat de laatste strofe mij heel erg deed denken aan het gedicht ‘Mannenman’ dat ik schreef in 2013.
.
Een wat langere reis
.
Voor een wat langere reis zoek ik gezelschap.
Een ezel. Een met harde hoefjes. Sterk, koppig en lief.
.
Een metgezel om de bevroren uren in te halen.
Om samen op te trekken door ons laagland
en te krabbelen in de bergen over steile paadjes
langs geïsoleerde dorpen waaruit rook kringelt.
Af en toe iets zeggen.
.
Wat ik te bieden heb, ik val met de deur in huis:
ik ben een truffel, opgegraven door een varken.
Heb slanke handen en haal honden aan. Een eenling
.
met weinig ambities. Ik hoef geen man te zijn.
Ik wil er eentje spelen.
.
Mannenman (nieuw gedicht)
Man
.
Als je, zoals ik, het grootste gedeelte van je leven werkt en leeft tussen voornamelijk vrouwen, zou je met enige verwondering naar het fenomeen mannenman kunnen kijken. Een mannenman, met een eigen plek in de schuur of garage (the mancave), die het liefst de hele dag doorbrengt met andere mannenmannen.
Ik probeer het fenomeen te begrijpen, heb er zo mijn gedachten over maar een mannenman zal ik wel nooit worden. Vanuit deze gedachten komt het volgende gedicht.
.
Mannenman
.
Was ik maar een mannenman
zo’n bonkig stuk vreten met een mannengrot
in zijn schuur of garage, ver weg van zijn vrouw
vissend, hikend, klimmend of fietsend
met vrienden, drinken en lachen om niets en alles
het leven in overzichtelijke stukken gerangschikt
.
Had ik aan mannenvriendschappen maar genoeg
voetbal op zondag, eten volgens de schijf van drie
aardappelen, vlees en groenten en vooruit, op vrijdag
nasi, pizza’s of friet en bij de eerste zonnestralen
grote stukken vlees op de barbecue en ongecompliceerd
op zaterdag de auto naar de wasstraat
.
Wat je ogen zien maken met je handen, zoals
mijn vader vroeger, direct praktisch aan de slag
’t liefst met andermans ideeën
Zweten, vreten en daarna zuipen en alleen
wat voelen als je per ongeluk verkeerd slaat
met je hamer, op je duim
.
Was ik maar een mannenman, zo nu en dan, even
.