Site-archief
Beetje praten
Huub Oosterhuis
.
De Nederlandse dichter Huub Oosterhuis (1933) is bij velen bekend als theoloog, ex-jezuïet en uitgetreden priester. Zijn naam is verbonden aan de modernistische tendensen binnen de Nederlandse kerkprovincie na het Tweede Vaticaans Concilie en de daarmee gepaard gaande polarisatie tussen modernisten en behoudsgezinden. Hij publiceerde een groot aantal liederen en gedichten en beïnvloedde de modernistische denkbeelden over liturgie en kerkelijk leven in Nederland.
Toch is ook zijn staat als dichter en tekst- en liedschrijver groot. Zo ontving hij meerdere prijzen voor zijn poëzie waaronder de Herman Gorterprijs voor de bundel ‘Groningen’ in 1962 en de Anne Frankprijs in 1963. Hij debuteerde in 1961 als dichter met de bundel ‘Uittocht’ en in de jaren tot nu publiceerde hij verschillende poëziebundels waaronder een aantal met Christelijke gedichten.
In 2003 verscheen, naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag de bloemlezing ‘Een maal zeventig’ een keuze uit de gedichten. Uit die bundel nam ik het gedicht ‘Beetje praten’.
.
Beetje praten
.
Wanneer ik oud ben leg me in een laatje
als een brief een witte steen.
.
Witte stenen horen
aan een Zuid-Frans strand.
.
Leg me aan een Zuid-Frans strand dan
op de vloedlijn.
.
Of ik leg je in een doosje
een gedroogde raadpleeg roos
een uitgebloeid horloge –
als je oud bent.
.
Als ik oud en bijna dood ben
maar nog niet
leg me aan de zonnenavel
waar het licht door stroomt
mijn ogen in.
.
Maar dat kan je niet betalen
veel te laag verzekerd – arme ouwe.
.
Tatoeëer me in je schouder
draag me op je rug.
.
Dat zal ik.
.
Ja dat zal je, ja je zal me –
.
Als een zegel op mijn hart.
.
Wandrers Nachtlied
Johann Wolfgang von Goethe
.
Zo nu en dan kom ik gedichten of delen van gedichten tegen waarnaar ik dan heel nieuwsgierig ben. In het ene geval omdat ik dan het hele gedicht graag wil lezen (bij een zin of een strofe), in het nadere geval omdat ik dan het gedicht goed wil kunnen begrijpen en doorgronden (bijvoorbeeld door een vertaling te hebben of te kunnen lezen).
Dit gebeurde me afgelopen zaterdag toen ik boven een rouwadvertentie een gedicht of een deel van een gedicht (8 zinnen zonder titel) las van Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832). Na enig speurwerk blijkt het hier te gaan om ‘Wandrers Nachtlied’ twee van Goethes meest beroemde gedichten uit 1776 en 1780 die voor het eerst in 1815 in één band verschenen onder de titel ‘Werke’. In dit geval betrof het het gedicht uit 1780 dat begint met de regel ‘Uber allen Gipfeln’. (het andere gedicht uit 1776 is het gedicht dat begint met de regel ‘Der du von dem Himmel bist’. Beide gedichten zijn door componist Franz Schubert op muziek gezet als D 224 and D 768.
Dichter, vertaler Menno Wigman heeft het gedicht vertaald naar het Nederlands en beide kun je hier lezen.
.
Wandrers Nachtlied
.
Über allen Gipfeln
Ist Ruh,
In allen Wipfeln
Spürest Du
Kaum einen Hauch;
Die Vögelein schweigen im Walde.
Warte nur, balde
Ruhest Du auch.
.
Boven elke bergtop
heerst rust,
in elke boomkruin
bespeur
je amper nog een zucht;
de vogels zwijgen in het loof.
Wacht maar, spoedig
rust jij ook.
.
Bemoediging
Wolf Biermann
.
De Poëzie van de Duitse dichter en zanger (Karl) Wolf Biermann (1936) staat in het teken van het gedeelde Duitsland. Ook uitte hij fundamentele kritiek op het stalinistische regime van het voormalige Oost-Duitsland in zijn gedichten. Hij wordt dan ook vooral als een politiek dichter gezien.
Zijn vader werd als Jood en verzetsman vermoord in Auschwitz en op 14 jarige leeftijd (wat zijn verdere leven getekend heeft), was hij al lid van de Freie Deutsche Jugend (een communistische jeugdbeweging). In 1953 verhuisde hij op 17 jarige leeftijd naar de DDR. Daar begon hij met het schrijven van gedichten en liederen. In 1963 leidde het stuk Berliner Brautgang tot het eerste conflict met de autoriteiten. Het door hem opgerichte Berliner Arbeiter- und Studententheater wilde dit stuk spelen, dat over de bouw van de Berlijnse Muur handelde. Het mocht niet worden opgevoerd en het theater -een verbouwd cinemazaaltje- werd gesloten voordat de première kon plaatsvinden. In datzelfde jaar werd hij ook geweigerd als lid van de communistische partij van de DDR, de SED.
Nadat in 1965 zijn gedichtenbundel “Die Drahtharfe” en zijn eerste langspeelplaat “Wolf Biermann (Ost) zu Gast bei Wolfgang Neuss (West)” worden uitgegeven in de Bondsrepubliek, verbiedt de DDR-overheid Biermann om nog op te treden, te publiceren of buiten de DDR te reizen. De SED beschuldigt hem van klassenverraad en obsceniteit. Vanaf dat moment komt werk van Biermann dan ook vooral uit in West Duitsland waarna dit clandestien zijn weg vindt naar Oost Duitsland.
In 1976 mag hij voor het eerst weer naar West Duitsland om op te treden. Als hij daar verblijft wordt zijn staatsburgerschap van de DDR ingetrokken en kan hij niet meer terug naar de DDR, ondanks grote protesten van schrijvers, kunstenaars en intellectuelen uit het West en Oost Duitsland.
Biermann zette zijn carrière verder met optreden en nieuwe teksten, waarin hij de DDR op de korrel bleef nemen en tegelijk ook zijn geloof in een vorm van socialisme en communisme tegen het stalinisme uitte. Hij brak later met zijn socialistische overtuiging, terwijl er eind jaren 80 ook een zekere actie-moeheid zichtbaar werd. In de jaren ’90 kreeg hij meer interesse in zijn Joodse roots, treedt regelmatig op in Israël en vertaalt hij Joodse poëzie. Tegenwoordig woont Biermann in Hamburg en is nog altijd actief. Hij ontving meerdere prijzen voor zijn werk zoals de Georg-Büchner-Preis in 1991, en is sinds zijn zeventigste verjaardag in 2006 drager van het Groβes Bundesverdienstkreuz. Ook is hij ereburger van de stad Berlijn.
Uit 1968 het gedicht ‘Ermutigung’ (bemoediging) in het origineel en in vertaling van L. van Summeren.
.
Ermutigung
Du, laß dich nicht verhärten
in dieser harten Zeit.
Die allzu hart sind, brechen,
die allzu spitz sind, stechen
und brechen ab sogleich. Du, laß dich nicht verbittern
in dieser bittren Zeit.
Die Herrschenden erzittern
– sitzt du erst hinter Gittern –
doch nicht vor deinem Leid. Du, laß dich nicht erschrecken
in dieser Schreckenszeit.
Das wolln sie doch bezwecken
daß wir die Waffen strecken
schon vor dem großen Streit. Du, laß dich nicht verbrauchen,
gebrauche deine Zeit.
Du kannst nicht untertauchen,
du brauchst uns und wir brauchen
grad deine Heiterkeit. Wir wolln es nicht verschweigen
in dieser Schweigezeit.
Das Grün bricht aus den Zweigen,
wir wollen das allen zeigen,
dann wissen sie Bescheid
Bemoediging
Jij laat je niet verharden
In deze harde tijd
Die veel te hard zijn breken
Die veel te scherp zijn steken
En breken af meteen. Jij laat je niet verbitteren
In deze bittere tijd
De heersers zullen sidderen
Jij zit niet achter spijlen
Voor jouw verdriet
Toch niet voor jouw verdriet. Jij, laat je niet afschrikken
In deze deze tijd van schrik
Ze willen immers zorgen
Dat we de wapens strekken
Nog voor de grote strijd. Jij, laat je niet verbruiken
Gebruik de tijd van jou
Je kunt niet onderduiken
Wij kunnen je gebruiken
Vooral je energie. We zullen niets verhullen
In deze verhulde tijd
Het groen breekt uit de twijgen
Wij willen dat iedereen tonen
Dan weten zij het ook
.
Met dank aan Wikipedia.
Alex Roeka
Liedtekstdichter
.
Zanger Alex Roeka werd geboren als Alex van Mourik. Hij studeerde psychologie, maar besloot na zijn kandidaatsexamen de grote vaart op te gaan. Tijdens een van zijn reizen langs Zuid-Europa en West-Afrika ontdekte hij de Portugese fadozangeres Farouka, waaraan hij zijn artiestennaam Alex Roeka ontleende.
Hij begon midden jaren negentig, liederen te schrijven en op te treden. Hij nam een demo op, die hij Jacques Klöters toestuurde, die het op de radio begon te draaien. Klöters bracht hem ook in contact met een platenmaatschappij. Zijn debuut-cd kwam in 1996 uit: ‘Zee van onrust’.
Drie jaar later won hij de Annie M.G. Schmidt-prijs voor het lied ‘Noem ’t geen liefde’. Sindsdien maakte hij diverse cd’s, trad op in vele theaters in Vlaanderen en Nederland en kwam er in 2007 een boek van zijn hand uit: ‘Mannenwoestijn’, verzamelde teksten met bijbehorende cd. Twee van zijn cd’s werden bekroond met een Edison: ‘Beet van Liefde’ in 2009 en ‘Gegroefd’ in 2013.
Veel van zijn fans roemen zijn poëtische teksten. Hier een voorbeeld dat je ook als gedicht zo zou kunnen lezen. ‘Als je blijft’ staat op de cd ‘Gegroefd’ uit 2012.
.
Als je blijft
.
Nee, ik zal niet meer drinken
In zwijmel verzinken
Althans niet meer zo lang
Niet meer nachten verdwijnen
Door de stad lopen deinen
Alleen zo nu en dan
Ik zal de tuin laten bloeien
De heg laten groeien om ons stille domein
De hond laten springen
Het huis laten zingen van ons geheim
Als je blijft, als je blijft
Ja, ik zal beter luisteren
Mijn oor aan je kluisteren
Ook al klets je maar wat
Mijn hand op je leggen
Met zachte stem zeggen
Dat je gelijk hebt schat
Ik zal het afval verbranden
De schuld en de schande, ons beider venijn
De vlammen vereren
En uit de kleuren leren hoe het terug zal zijn
Als je blijft, als je blijft
We zoeken de plekken weer op
De zomerse heuvel, de lange galop
Je weet wel, mooie, wat ik bedoel… Dat gevoel
Ik zal je lijf laten gloeien
Je heupen verschroeien, de demonen verslaan
Je mijn hart laten voelen
Je ermee overspoelen zodat je nooit meer wilt gaan
Als je blijft, als je blijft
.
Met dank aan http://www.epernet.nl
Morgen is het jouw beurt
Gedichten van het Griekse verzet
.
In 1967 werd door Griekse kolonels een staatsgreep gepleegd. In de periode daarvoor was er veel politieke onduidelijkheid en er werd zelfs al rekening gehouden met een staatsgreep van links of rechts. De nieuwe militaire junta liet iedereen arresteren met linkse of vermeende linkse sympathieën. Onder de gearresteerden bevonden zich invloedrijke politici, zoals vader en zoon Papandreou, maar ook gewone burgers verdwenen achter de tralies of werden naar de Griekse eilanden in de Middellandse Zee gedeporteerd. Van ruim 480 communisten werd het staatsburgerschap afgenomen. De componist Theodorakis werd in augustus 1967 gearresteerd wegens het oprichten van een “communistische” verzetsbeweging.
Tijdens het bewind werd er door vele linkse partijen en groepen buiten Griekenland actie gevoerd tegen de junta. In 1973, een jaar voordat de junta werd afgezet en de weg naar democratie werd ingezet, verscheen er bij Van Gennep in Amsterdam de bundel ‘Gedichten van het Griekse verzet’. In deze bundel worden twee periodes belicht; Deel 1 voor de staatsgreep (1936 – 1967) en deel 2 na de staatsgreep (1967 – 1973).
Waar in deel 1 vooral dichters aan de orde komen die tegen de Duitse bezetters ageerden, gaat het in deel 2 over dichters en schrijvers die vervolgd werden om hun linkse ideeën en idealen.
Dit boek kwam destijds tot stand op initiatief van de PAM (ΠΑΜ, Patriotisch Antidictatorisch Front) in Nederland en werd geïllustreerd door Varda Raz met typische jaren zeventig houtdrukken (denk ik).
Mikis Theodorakis (1925) was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het Griekse verzet, en werd gevangengenomen en gemarteld. Hij was ook actief tijdens de Griekse Burgeroorlog van 1944 tot 1949.
In 1967 na de staatsgreep ging Theodorakis ondergronds, en stichtte het “patriottisch front”. Met decreet Nr. 13 werd het verboden om de muziek van Theodorakis te spelen en te beluisteren. Hij werd gearresteerd en daarna verbannen. Later werd hij geïnterneerd in een concentratiekamp te Oropos. Dankzij een internationale campagne waarin onder anderen Dmitri Sjostakovitsj, Leonard Bernstein, Arthur Miller en Harry Belafonte actief waren, werd hij in 1970 vrijgelaten, maar uit Griekenland verbannen.
Tijdens zijn verbanning was hij een onvermoeid voorvechter van de strijd tegen het kolonelsregime, hij gaf honderden concerten en werd zo een boegbeeld van het verzet.
Na de val van het kolonelsregime kwam hij terug naar Griekenland, naast zijn muzikale werk ging hij in de politiek, en was meermalen lid van het Griekse parlement en was van 1990 tot 1992 minister in de regering van Konstantinos Mitsotakis.
In de eerste periode na de staatsgreep zat Theodorakis ondergedoken in een kelder en schreef hij aantal liederen. Hij zette ze op band met als enige muzikale ondersteuning het kloppen van zijn hand op een tafel. Ze werden naar het buitenland gesmokkeld en later op plaat gezet. In het gedicht ‘In het geheim spreken de bergen’ hebben de laatste twee zinnen betrekking op de verzetsorganisatie PAM.
.
In het geheim spreken de bergen (krifa miloune ta vouna)
.
In het geheim spreken de bergen tot elkaar,
in het geheim ook de steden:
de Hymettos tot de Parnis
en Kokkinia met Tavros.
.
Zo groot als de zee is, zo groot is ook mijn verlangen,
zo breed als de golven zijn, zo breed ook mijn zuchten.
.
In het geheim spreken ook de mensen,
in het geheim de jongens,
overdag lopen ze en ’s nachts zingen ze.
.
Ik roep de jeugd van Mei op,
ik roep ook de arbeiders;
een diepe oceaan te worden
en alle kolonels te verzwelgen.
.
In jouw hart, Athene,
heb ik mijn stem geplant,
ik ben het front,
ik roep de patriotten op.
.
Binnenstadboogie
Recensie
.
Alexander Franken, de sympathieke dichter/singer-songwriter uit Den Haag, heeft bij U2pi zijn nieuwe bundel Binnenstadboogie gepubliceerd met gedichten en liedteksten. Op de achterkant van de bundel staat te lezen: ‘Alexander schrijft wat in hem opkomt. Soms is dat kort, lang, grappig, serieus, muzikaal, werelds.’
Na lezing van de bundel kan ik dit beamen. Binnenstadboogie is gevuld met bekend werk van Alexander (gedichten en liedjes die hij regelmatig op allerlei podia ten gehore brengt) maar ook (voor mij) onbekend werk. Van kort (drie korte zinnetjes) tot lang (meerdere pagina’s), Haags (daarover straks meer), grappig en serieus (zeker) en werelds.
Bundels als deze hebben vaak een thema of een rode lijn maar in Binnenstadboogie is dat vooral de mens Alexander Franken. Dat hij niet alleen dichter is maar (misschien wel vooral) singer-songwriter blijkt voor mij uit het feit dat bij veel teksten je bijna automatisch een muzikale lijn, een melodie in je hoofd krijgt waarop de tekst gelezen kan worden. Dat veel van zijn teksten rijmen draagt hier zeker aan bij. In zekere zin is een deel van zijn teksten als light verse te betitelen.
Als mede Hagenees kan ik ook veel van de teksten plaatsen. gedichten/liedteksten met titels als Scheveningen, Paleis Noordeinde, Zeebenen in de tram, Haags hart, De Oude Mol en Nu de duinen rusten zijn voor de inwoner van Den Haag pareltjes van herkenning en voor de niet Hagenaar/Hagenees een mooie reden om de Hofstad te bezoeken of te (leren) ontdekken.
Met veel liefde en warmte schrijft hij over zijn stad en haar inwoners. Vaak op een persoonlijke toon (Kees, Klaas, Maarten, Saskia en Bram, we leren ze allemaal via Alexander kennen) of in een beschrijving van situaties die Alexander meemaakt.
Ook de liefde komt regelmatig aan bod, het verlangen, de hoop, de hunkering. De liefde voor mensen en voor dingen, plaatsen. Zelfs uit het genadeloze gedicht Zoetermeer (waar ik ben opgegroeid en ook nog eens in de wijk Palestijn) blijkt een “Haagse liefde”.
Binnenstadboogie heb ik in één ruk uitgelezen maar met de wetenschap dat ik de bundel nog vaak even zal oppakken om een tekst terug te lezen of uit te citeren. Alexander Franken is geen dichter van de grote poëzie, zijn teksten neigen vaker naar liedteksten of anekdotes dan naar gedichten maar ik heb er van genoten. De poëtische teksten die ook in de bundel staan krijgen misschien daardoor juist wel een extra lading.
Omdat ik zelfspot een prachtige eigenschap vind, hier het gedicht ‘Zoetermeer’.
.
Zoetermeer *
.
Buien lusteloosheid
dalen op mij neer
als iemand mij verteld
“U nadert Zoetermeer”
.
De architect die dat bedacht heeft
was aan de drugs of straalbezopen
waarom heeft hij geen galg bedacht
om hem aan op te kunnen knopen
.
Een wijk heet er Palestijn
daar durft geen jood te komen
maar ook de vrome moslims
willen er niet wonen
.
Het Stadshart klopt er niet
.
De mensen zijn er chagrijnig
gelijk moet je ze geven
er valt toch niets te lachen
als je in Zoetermeer moet leven
.
Ik wou dat er een eind aan kwam
dus bad ik : “Lieve heer,”
“Als u ooit nog iets gaat scheppen”
“schep dan geen Zoetermeer”
.
* Met dank aan René Geerlings
Meer informatie over Alexander Franken en de bundel staat op zijn website http://www.alexanderen.nl