Site-archief
Liefde kon maar beter naamloos zijn
Shadab Vajdi
.
In 2000 publiceerden uitgeverij De Geus en Amnesty International de bundel ‘Liefde kon maar beter naamloos zijn, met gedichten van 150 vrouwelijke dichters vanuit de hele wereld. De poëzie in deze bundel gaat over “het streven naar vrijheid en gerechtigheid, het verlangen naar een betere wereld de verhouding tussen mannen en vrouwen, de vrouwelijke identiteit. Maar ook over vervolging, onderdrukking en oorlog.” Kortom een bundel met gedichten die alle aspecten van het leven raakt.
De bundel heeft een wat merkwaardige geografische indeling (Rusland en de voormalige Sovjet Unie, West-Europa, Midden-Europa, Latijns-Amerika, Zuid-Azië, Oost-Azië, Engels taalgebied, Afrika, Midden-Oosten en Nederlands taalgebied) en bereikt daarmee op een wat gekunstelde manier volgens mij zo’n beetje elk continent.
Dat doet echter niets af aan de rijke inhoud van de bundel. Vele (voor mij nog) onbekende dichters zijn vertegenwoordigd. Sommige gedichten zijn activistisch van toon, andere hebben juist veel humor en weer andere zijn maatschappij kritisch. Een zeer leesbare mix van stijlen en thema’s kortom.
Ik koos voor een gedicht van de Iraanse Shadab Vajdi (1937). In Iran was ze docent Perzische literatuur en vanaf 1976 werkte ze als producer en radiomaker bij de BBC world service. Vanaf 1992 is ze part-time docent Perzische taal en literatuur aan de universiteit van Londen.
.
Analfabeet
.
Ik ken een man
die alle inscripties op eeuwenoude stenen leest
en die bekend is met
de grammatica van alle talen, dood of levend,
maar die de ogen van een vrouw
die hij denkt lief te hebben
niet kan lezen
.
Poëzie is een gebaar
Roberto Juarroz
.
In de fijne bundel ‘Poëzie is een gebaar’, uitgegeven ter gelegenheid van de jaarwisseling van 1994-1995, staan “gedichten van het brede gebaar en gedichten van de bondigheid, gedichten van de humor en van de pijn, gedichten over het leven en de poëzie”.
De dichters die zijn opgenomen in deze bundel hebben gemeen dat ze door de jaren heen door Poetry International zijn uitgenodigd om in Nederland aanwezig te zijn en voor te dragen bij Poetry International, De bundel is dan ook door hen samen met de Novib uitgegeven.
In de bundel bekende namen als Pablo Neruda en Octavio Paz maar ook een groot aantal, voor mij nog, onbekende dichters. Zoals de dichter Roberto Juarroz (1925 – 1995) uit Argentinië.
Juarroz was dichter, essayist en professor in de literatuur. Hij werd bekend door zijn “Poesía vertical” (Verticale poëzie). Hij publiceerde veertien dichtbundels, opeenvolgend genummerd 1 tot 14, onder de verzameltitel “Poesía vertical”. De eerste verscheen in 1958 en de laatste, postuum, in 1997 en ze zijn slechts van elkaar onderscheiden door een volgnummer, evenals de gedichten zelf, die in plaats van titels nummers dragen.
De poezië van Juarroz is sober en soms cryptisch met zinnen als “busco las espaldas de Dios” (“ik zoek de rug van God”). Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Latijns-Amerikaanse dichters van de twintigste eeuw.
.
Tiende reeks. 44
.
weer voor Laura, in toenadering
.
Ik draai me naar jou om,
in bed of in het leven,
en ik ontdek dat je onmogelijk bent.
.
Dan keer ik me naar mezelf
en vind precies hetzelfde.
.
Vandaar dat wij,
ook al houden we van het mogelijke,
het op een dag in een doos stoppen
zodat het geen hindernis meer is voor het onmogelijke,
waar we niet buiten kunnen om samen door te gaan.
.
Stem van alarm stem van vuur
Geëngageerde poëzie uit Latijns Amerika, Afrika en Azië
.
In 1981 gaven Het Wereldvenster, het NCOS en de de Novib de bundel ‘Stem van alarm stem van vuur’ uit. Een verzameling van gedichten van geëngageerde dichters uit Latijns-Amerika, Afrika en Azië. Ruim 250 gedichten van een bonte stoet van verschillende dichters uit vele landen in Nederlandse vertaling.
Uit zoveel gedichten is het moeilijk kiezen dus heb ik blind gekozen en daar kwam de Iraanse dichter, journalist en communistische activist tijdens de koude oorlog in Iran, Khosrow Golesorkhi (1944 – 1974) uit. Ten tijde van het regime van de Sjah werd Golesorkhi, samen met zijn vriend Keramat Daneshian opgepakt en veroordeeld voor de ‘samenzwering om de zoon van de Sjah te ontvoeren’. Hiervoor kregen zij in 1974 de doodstraf.
In het gedicht ‘De dood’ lijkt Golesorkhi een vooruitziende blik te hebben (de twee werden door een vuurpeloton geëxecuteerd).
.
De dood
.
Vraag mij niet naar liefde;
in dit land van toenemende duisternis
heeft, in de aanwezigheid van angst,
liefde
de Dood getrouwd,
en de Dood,
de bijtende Dood, de vluchtende Dood,
is een buurman voor je eeuwige eenzaamheid
in het wrede angstgif van slangen.
,
Hier is de stem van mensen gevangene
van hun keel
en bloed
zie je, wanneer je je ogen ook opent.
Vraag mij dus niet naar liefde;
kijk naar mijn borst
vóór hij verbrand is door kruit.
.
Het kontje, ach hoe aardig
Carlos Drummond de Andrade
.
Nu we dagelijks overspoeld worden door beelden vanuit Brazilië leek het me een goed idee om stil te staan bij één van de bekendste Braziliaanse dichters namelijk Carlos Drummond de Andrade (1902 – 1987) . Hij wordt tot de belangrijkste dichters van Zuid Amerika gerekend en hij heeft op latere leeftijd een reeks prachtige gedichten geschreven over de lichamelijke liefde.
In deze poëzie voel je het plezier waarmee Drummond de Andrade ze geschreven heeft. Deze ‘erotische’ gedichten zijn postuum verschenen. Dit kwam omdat de dichter ze tijdens leven niet wilde publiceren in de angst dat ze als pornografisch zouden worden gezien. Pornografisch zijn ze allerminst, erotisch des te meer.
De bundel ‘O Amor Natural’ werd in het Nederlands vertaald door August Willemsen in de bundel ‘De Liefde, Natuurlijk’ en Hedy Honigman baseerde een gelijknamige documentaire over de erotische poëzie op deze bundel.
.
De gedichten van ‘O Amor Natural’ zijn vertaald naar muziek door Georgia Dias en Boca. De muziek kun je beluisteren op https://myspace.com/amornaturalboca/music/songs
.
Het kontje, ach hoe aardig
.
Het kontje, ach hoe aardig.
Lacht altijd, nooit tragisch
Kan niet schelen wat
van voren zit. Het kontje is zichzelf genoeg.
Is er nog meer? Misschien de borsten.
Nou-moppert het kontje-die jongens
hebben nog heel wat voor de boeg
Het kontje is twee tweelingmanen
in een bolrond wiegen. Loopt vanzelf
in zijn lieftallige cadans, zijn wonder
twee in een te zijn, volledig.
Het kontje, vermaakt zich
in zijn eentje. En bemint.
In bed beweegt het. Bergen
rijzen, dalen. Golven slaan
op grenzeloze kust.
Daar gaat het kontje, lachend. Blij.
met de streling er te zijn, te schommelen.
Harmonieuze sferen hoog boven de chaos.
Het kontje is het kontje,
een rondje.
.