Site-archief
1 + 1 = 1
C. Buddingh’
.
Humor in poëzie wordt niet door elke poëzieliefhebber gewaardeerd. Het zou afdoen aan het poëtische palet van een gedicht. Ik ben daarin geen hardliner, ik vind humor in poëzie vaak juist heel verfrissend. En met humor bedoel ik dan een breed spectrum aan taalgrappen of taalvondsten, gewiekste ven grappige vondsten, wendingen in een gedicht die onverwacht en daardoor vaak juist grappig zijn of absurde tekstvondsten en uitweidingen. Zolang het niet te opgelegd en banaal is en ik er om kan lachen (van glimlachen tot schaterlachen) vind ik dat humor een prima aanvulling op het poëtische of inhoudelijke deel van een gedicht kan zijn.
Nu ik er zo over nadenk is de subtiele vorm van humor in poëzie denk ik de meest aantrekkelijke. Humor die niet opgelegd is maar waar je soms even over doet om te laten bezinken, waarna een lach of glimlach volgt. Een van de dichters die volgens mij dit laatste uitstekend wist te brengen met zijn poëzie was Kees Buddingh’ (1918 – 1985). De poëzie van Buddingh’ wordt vaak tot de light verse gerekend. Dichter/schrijver Remco Campert schreef ooit: “Sinds Buddingh verwachten veel mensen van poëzie een avondje lachen”.
In de bundel ‘gedichten 1938 | 1970’ staan vele gedichten die een lach op je gezicht of een glimlach rond je mond toveren. Een mooi voorbeeld van een gedicht waarin subtiel een grappig element is gestopt is het gedicht ‘1 + 1 = 1’.
.
1 + 1 = 1
.
Ik heb nooit hard gelopen
om dichters te ontmoeten
maar mij wel vaak buiten adem gefietst
om op tijd bij een voetbalwedstrijd te zijn
.
het moet, in de poëzie,
niet van één kant komen
.
Kees Buddingh
Sinterklaas
.
Omdat het alweer bijna Sinterklaas en ik vandaag als hulp-Sinterklaas weer eens mag komen opdraven, hier een gedicht van Kees Buddingh met een mooie verwijzing. Geen Sinterklaasgedicht want daar ben ik eigenlijk heel slecht in.
.
Zegt men
Je moet, zegt men, een keer volwassen worden.
En bedoelt dan waarschijnlijk: heel serieus
over God, Staat en Vaderland meemummelen,
en nooit eens roepen: ‘Krijg een dikke neus!’
.
Geen grapjes maken over het soort zaken
waarmee zelfs een magnaat te worstelen heeft.
Vooral, wanneer hij door een Hongkonggriepje
geveld is. En plots merkt dat hij nog leeft.
.
De kans bij mij is, volgens de bookmakers
van Londen: 13.000 tegen 1.
En die, zegt men, verstaan hun vak. Helaas:
.
ik zal dus altijd onvolwassen blijven.
En ik moet toegeven: bij elke schimmel,
denk ik nog steeds: ‘Ha ’t paard van Sinterklaas!’
..