Site-archief

Wat boeken doen

Daniel Billiet

.

De uit Gent afkomstige Daniel Billiet (1950) is schrijver, dichter, scenarist en leraar. Hij begon zijn carrière als leraar Nederlands en Engels in het voortgezet onderwijs. Later is hij gestopt met lesgeven om nieuwe technieken te bedenken voor het brengen van poëzie in de klas. Met lesgeven op de middelbare school is hij gestopt en nu weidt hij zijn tijd aan het promoten van het betere jeugdgedicht, zo geeft hij onder andere lezingen over jeugdpoëzie, zowel in het basisonderwijs als op universiteiten. Daarnaast is Billiet docent creatief schrijven.

Oorspronkelijk begon Billiet met het schrijven van gedichten voor volwassenen. In 1974 verscheen zijn poëziedebuut ‘De rib van Magdalena’. Pas later merkte hij dat er nauwelijks poëzie voor jongeren bestond. Daarom ging hij zich meer richten op het schrijven van jeugdpoëzie. ‘Bananenschillen in jeans’ was zijn debuut in de jeugdliteratuur. Toch richten zijn gedichten zich tot iedereen, want, zo stelt hij,  ‘ik schrijf voor hedendaagse jongeren van 13 tot 133 jaar’.

Hij werkte mee aan poëziepagina’s in verschillende tijdschriften, organiseerde poëziemanifestaties en stelde bloemlezingen samen. Hij is een van de belangrijkste hedendaagse Nederlandstalige jeugddichters. Aan de ene kant schrijft hij directe, ongekunstelde poëzie, en aan de andere kant maakt hij meer complexe gedichten. Jongeren houden vooral van de gedichten met meer openheid omdat ze niet zweverig zijn, maar to the point. Dit wil echter niet zeggen dat deze directe gedichten geen diepere betekenis hebben. Er is meestal een dubbelzinnigheid aanwezig die je niet bij de eerste lezing terugvindt. Je kan het gedicht wel al grotendeels begrijpen, maar als je dieper zoekt, merk je de dubbele bodem in het gedicht op.

Door zijn verschillende onderwerpen, zijn ritmische beeldende taal en zijn gevoel voor humor wordt Daniël Billiet in Vlaanderen gerekend tot een van de belangrijkste schrijvers van de nieuwe romantiek. Motieven als weemoed, dood, liefde, de troost in de kunst en in de droom, verlangen naar het onbereikbare, verdriet, tederheid, de drang naar vrijheid en ongekende verten zijn kenmerkend voor deze stijl.

In 1999 kwam van zijn hand de bundel ‘Moenie worry nie’ uit (gedichten voor 13+), uit deze bundel het fraaie gedicht ‘Wat boeken doen’.

 

Wat boeken doen

 

Ook de stoel kan niet meer
blijven zitten.

.

Zo woelen woorden
zich los van de zinnen, vlammen
op in mij, binden mij
vleugels aan, zingen van de wereld
in dit boek.

.

Mijn lezen vreet de kamer
leeg. Nu duurt nu geen ogenblik
maar uren avonturen.

.

Het raam barst open
en voert mij, ontvoert mij
naar de hele wereld buiten
in mijn boek.

.

Advertentie

Hoe je verder moet

Remco Ekkers

In zijn woonplaats Zuidhorn is afgelopen vrijdag dichter, essayist en prozaïst Remco Ekkers (1941 – 2021) overleden. Ekkers debuteerde in 1965 als dichter en bleef zijn hele leven poëzie schrijven. Afgelopen april verscheen van hem nog de bundel ‘Hop over de sofa’.

Remco Ekkers studeerde Nederlandse taal en literatuur in Groningen waar hij na zijn studie is blijven wonen (in de provincie). Zijn eerste gedichten verschenen in het Groninger satirische tijdschrift ‘De Nieuw Clercke’. In 1979 publiceerde hij zijn eerste dichtbundel ‘Buurman’. Voor zijn bundel ‘Haringen in de sneeuw’ uit 1985 ontving Ekkers de Zilveren Griffel. Het was de eerste keer dat deze prijs voor jeugdliteratuur naar een dichtbundel ging. Vanaf midden jaren 70 organiseerde Ekkers in Zuidhorn en Leek het poëziefestival Dolersheem. Veertig jaar lang (tot eind 2016) maakte hij deel uit van de redactie van de Gentse Poëziekrant. Ekkers was van 1986 tot 1992 poëziecriticus van De Gids. In de Leeuwarder Courant verzorgde hij tien jaar lang poëzierecensies. In het blad Schrijven verschenen zijn interviews met dichters. Werk van Ekkers werd gepubliceerd in landelijke tijdschriften en lexicons als De Gids, Maatstaf, Tirade, Bzzlletin, De Revisor en Hollands Maandblad.

In Raster nummer 92 uit 2000 verscheen het gedicht ‘ Hoe je verder moet’  van Ekkers en dat vond ik een heel mooi en toepasselijk gedicht om bij dit bericht over zijn overlijden te plaatsen.

.

Hoe je verder moet

.

Stap opgewekt voort
al weet je niet zeker
waar naar toe. Vooruit
.
over het glimmende asfalt
tussen de kale bomen
hoofd scheef, wuivend
naar het huis dat al in de mist
is verdwenen en straks vergeten.
.
Je zet een voet vooruit
en dan een andere.
Je kijkt niet naar de spiegeling
in de plassen, het beeld
van de takken waar je
tussen hangt, pats!
in het water.
.
Zo kom je verder
weg van wat is geweest.

.

De ballade van als dan

Gedichten voor gelukkige mensen

.

In 2008 werd door Querido de bundel ‘Voor gelukkige mensen’ uitgegeven van Bart Moeyaert. Roman-, kinderboekenschrijver en dichter Moeyaert (1964( debuteerde in 2003 als dichter met de bundel ‘Verzamel de liefde’. Hij publiceerde een aantal romans en stelde de poëziebloemlezing ‘Vlees is het mooiste’ samen.

Van januari 2006 tot en met januari 2008 was hij stadsdichter van Antwerpen en ontving hij in die functie ook een eredoctoraat aan de universiteit van Antwerpen. Moeyaert is veelvuldig bekroond en werd in meer dan 17 talen vertaald.

Voor zijn kinderboeken ontving hij vele prijzen en voor zijn poëzie werd hij genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs 2009 (voor ‘Gedichten voor gelukkige mensen’) en voor de Ida Gerhardt Poëzieprijs 2020 (voor de bundel ‘Helium’).

In de bundel ‘Gedichten voor gelukkige mensen staan 27 gedichten en ik koos voor het gedicht ‘De ballade van als dan’.

.

De ballade van als dan

.

Ik dacht dat je wat zei

-jij hoort bij mij

was mooi geweest-

en buig me naar je toe,

maar hoe ik me ook

hou, in jouw geval

noem ik het horten

van je adem de ballade

van als dan: ik ken er

onderhand de stilte

van – het is haast

dodelijk hoe jij naar

woorden zoekt als je

wilt zeggen: dichterbij.

.

Zorro

Peter Verhelst

.

Van 25 januari tot en met 31 januari 2018 is het weer Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen. Nog altijd geen poëziemaand helaas, ik blijf ervoor pleiten, een week is echt te kort. Maar terug naar de Poëzieweek in 2018. Regisseur van de Poëzieweek in 2018 is de Vlaamse dichter Peter Verhelst (1962). Natuurlijk ken ik het werk van Peter Verhelst maar ik zag tot mijn grote schik dat ik nog nooit een blogbericht vaan hem heb besteed. Shame on me. Peter Verhelst is namelijk misschien wel de meest gelauwerde dichter uit Vlaanderen. Hij won en kreeg voor zijn poëzie en poëziebundel zo ongeveer elke denkbare prijs die er is. Zijn werk is in veertien talen vertaald en hij schrijft niet alleen poëzie maar ook proza, theaterstukken en jeugdliteratuur (waar hij ook al verschillende keren prijzen voor heeft ontvangen).

Uit de 14 dichtbundels die hij heeft gepubliceerd heb ik uiteindelijk gekozen voor een gedicht dat misschien niet zo voor de hand ligt maar waar ik persoonlijk iets mee heb, niet zozeer met de inhoud (al is die zeker bijzonder) maar meer met de titel ‘Zorro’. ‘Zorro is het Spaanse woord voor Vos en onze kater (die helaas een paar jaar geleden is aangereden en overleden) heette zo.

Daarom uit de bundel ‘Vrede is eten met muziek’ uit 2005 het gedicht ‘Zorro’.

.

Zorro

.

Tussen Mexicaans gras hadden ze ons te pakken.

(Hun laarzen gewet.)

Ze hadden onze huidskleur niet en drongen
ons lichaam naar binnen. Trokken ons binnenstebuiten.
Lieten strepen na in de vorm van halve swastika’s.

Verder niks.

.

Te leen

Muziek in poëzie

.

Ik zal de komende tijd wat vaker gedichten met jullie delen die over muziek gaan. Ik schreef al vaker over tekstdichters, liedjesmakers en muzikanten die poëtische teksten schrijven maar nu dus liedjes en muziek in de tekst zelf. Door de tijden heen hebben dichters muziek en het lied als onderwerp gekozen voor hun poëzie. Van Guido Gezelle tot Stefan Nieuwenhuis. In deze nieuwe categorie gedichten uit alle tijden van verschillende dichters, te beginnen met de dichter Bart Moeyaert.

Bart Moeyaert (Brugge, 1964) is schrijver van met name jeugdboeken, dichter en docent Creatief Schrijven aan de afdeling Woordkunst van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Van 2006 tot 2008 was hij Stadsdichter van Antwerpen. Hij ontving verschillende literaire prijzen voor zijn jeugdboeken ( Deutsche Jugendliteraturpreis, de Boekenleeuw en de Zilveren griffel) en werd in 2009 genomineerd voor de J.C.Bloem-poëzieprijs 2009.

Uit: ‘Als een geheim zat in ons huis een ander huis verborgen’, De Maan, Mechelen 2011 het gedicht ‘Van mij’.

.

Van mij

.

Je zong een liedje

en je zei: dit liedje

is alleen van mij.

Ik vroeg: moet je

niet zeggen: was?

Je keek verveeld.

Je zei: Waarom?

Ik zei: dat je dat zegt.

Wat je net zong heb je

gedeeld, want noten

zijn van iedereen.

Je krijgt ze maar

een liedje lang.

Zolang het duurt,

zei ik. Te leen.

.

bart moeyaert

%d bloggers liken dit: