Site-archief
Wiegelend hoofd
De liefde zingt in verzen
.
De Uilenreeks, een literaire boekenreeks uitgegeven tussen 1934 en 1947 door uitgeverij Bigot & Van Rossum bestaat uit 52 delen. Allemaal prachtig uitgegeven boekjes met de grafisch heel mooie omslagen (met in elkaar passende uiltjes zoals je ze van Escher zou verwachten). Veel van de deeltjes zijn samengesteld door C.J. Kelk en Halbo C. Kool.
Ik heb inmiddels verschillende delen in mijn bezit en daar zijn er pas weer een aantal aan toegevoegd. Bijvoorbeeld deel 43 met als titel ‘De liefde zingt in verzen’ uit 1941.
Uit deze bundel met liefdespoëzie voor ‘minnende harten’ koos ik voor een gedicht van de symbolistische dichter J. H. Leopold (1865 – 1925) getiteld ‘Wiegelend hoofd….’. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Verzen’ uit 1920.
.
Wiegelend hoofd ….
.
Wiegelend Hoofd, zoet vrouwenhoofd,
een zuivere vrucht, een reinblank ooft,
.
zoo zal het liggen in de schalen
van mijne handen, de goudovalen,
.
dat mijne mond het proeve moge
het rustgezicht, rijp overtogen,
.
met de lippen, die zwellend openbreken,
de volzoete en met de neergestreken
.
koele oogleden en de teere âren
in de slapen, de holle als rozenblaren.
.
Het is een blijde dag
Gedichten over geluk
.
Hoewel kunstenaars moeten lijden (zo heb ik altijd begrepen, opdat ze hun beste kunst kunnen maken) en dat ongetwijfeld ook geldt voor dichters zijn er gelukkig ook veel dichters die over het geluk hebben geschreven. Nu is het begrip ‘geluk’ voor vele interpretaties vatbaar. Wikipedia zegt dit over geluk:
Geluk (of gelukkig zijn) kan worden omschreven als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er verschillende positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid. Gelukkig zijn is het tegengestelde van ongelukkig zijn, wat bestaat uit een gevoel van ontevredenheid en vaak samengaat met depressie, overspannenheid, woede of verdriet.
Twee kanten van de medaille dus. In de bundel ‘Het is een blijde dag’ Romantische dichters over geluk, uit 1986 staan louter gedichten over de vreugdevolle, de ontspannen, vrolijke en vredige kant van de medaille. De romantische dichters schreven hun poëzie in een periode die in de eerste decennia van de 19e eeuw viel. De naam Romantici werd in de 19e eeuw voor het eerst gebezigd door tegenstanders van het genre in Duitsland die het over de nieuwe school van zogenaamde romantici hadden.
De Nederlandse dichters in deze bundel leefden dan ook allemaal in het einde van de 18e en begin tot het einde van de 19e eeuw. Beroemde namen als J.H. Leopold, Frederik van Eeden, Herman Gorter, Guido Gezelle en Jacques Perk zijn vertegenwoordigd. Ik koos voor het gedicht ‘Aan een jonge visser’ van Jacob Israël de Haan (1881 – 1924).
.
Aan een jonge visser
.
Rozen zijn niet zo schoon als uwe wangen,
Tulpen niet als uw blote voeten teer,
En in geen ogen las ik immer meer
Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.
.
Achter ons was de eeuwigheid van de zee,
Boven ons bleekte grijs de eeuwige lucht,
Aan ’t eenzaam strand dwaalden alleen wij twee,
Er was geen ander dan het zeegerucht.
.
Laatste dag samen, ik ging naar mijn Stad.
Gij vaart en vist tevreden, ik dwaal rond
en vind in stad noch stiller landstreek wijk.
.
Ik ben zó moede, ik heb veel liefgehad.
Vergeef mij veel, vraag niet wat ik weerstond,
En bid dat ik nooit voor uw schoon bezwijk.
.
Magnolia
(Bijna) vergeten dichters
.
In een kringloopwinkel kocht een wat verfomfaaid exemplaar van ‘Dichterkeur’ een keuze uit verzen dezer eeuw. Dezer eeuw moet je wel in het licht zien van het jaar van publicatie namelijk 1949. Dus eigenlijk een keuze uit de gedichten van de eerste helft van de vorige eeuw. Verzameld een ingeleid door Dr. W.L. Brandsma. Het boek begint met een prachtige zin van J.H. Leopold: “Zoek heil en heul in uw gedichten; doe als ik en denk om roem en eer geen ogenblik, maar vind in verzen vrede en zielsgeluk”.
Dit boek is opgedeeld in een aantal opmerkelijke hoofdstukken: De ouderen, de generatie van de eerste wereldoorlog, de generatie van de tweede wereldoorlog en de Vlamingen. Mijn oog viel op een gedicht, een sonnet van een mij onbekende dichter F. Schmidt-Degener (1881 – 1941).
Deze Rotterdamse dichter bezocht het Erasmiaanse gymnasium. In die tijd kreeg hij na een ernstige ziekte privaatlessen van J.H.Leopold. Dit heeft grote invloed op zijn latere dichtwerk.In 1908 werd hij op 26 jarige leeftijd benoemd tot directeur van het museum Boymans in Rotterdam. In 1921 werd hij benoemd tot directeur van het Rijksmuseum. Dit bleef hij tot zijn dood in 1941.
Deze begaafde kunstkenner was dus ook dichter. In 1937 verschenen ‘De poort van Ishtar’en de bundel ’55 Variaties op een bekend thema’ (op het gedichtje ‘Le sylphe’ van Paul Valéry) en in 1939 gevolgd door de bijna al te kunstig gebouwde bundel ‘Silvedene, tien suites voor viool en woord’. Na zijn dood werd een herdruk van deze bundels uitgegeven.
Uit deze bundel het gedicht ‘Magnolia’.
.
Magnolia
.
Op zuider binnen-hoven, blank omkloosterd,
straalt het ontlokene in pril seizoen
De struik torst zwaar het rood-en-wit blazoen
als had reeds zomerzon z’n pracht geroosterd.
.
Langs stenen treden dalen vrouwen af.
Glimlachende om ’t onverwacht beroven
snijden zij uit die weelde brede schoven.
De jongste oogt in ’t gaan – half mild, half straf.
.
Met fletse blik antwoordt de noordeling,
verbaasd hoe hem in één bekoring ving,
vrouw, ’t kleumste blauw, de vlucht van ’t bloesemvuur:
.
” ’t is of de lente in de vrouwen bloeit,
saam met de koude blijheid der natuur-
voordat de zomerzon de sappen schroeit. ”
.
Geruchten
Dirk Kroon
.
Een van de voordelen van in een stad wonen is dat er altijd wel een boekhandel is met een voorraad poëzieboeken. Nu woon ik om de hoek van één van de grootste boekhandels van Nederland (Paagman) en laten die nu ook een soort boeken outlet hebben. Uit de ‘erven’ De Slegte hebben zij een pandje aan hun toch al grote boekhandel toegevoegd met tweedehands boeken. Ik mag daar graag struinen en afgelopen zaterdag vond ik daar voor een luttele twee kwartjes de bundel van Dirk Kroon getiteld ‘Geruchten’.
Een kleine bundel met 40 gedichten uit 1986. “Actuele liefdeslyriek vindt gemakkelijk een plaats tussen verzen over historische realiteiten en de confrontatie met gekken en genieën, meesters en slaven, vogels en vrienden bijvoorbeeld” zo lees ik in de flap aan de kaft.
Dirk Kroon (Schiedam, 1946) debuteerde met ‘Materiaal voor morgen’ in 1968 en kreeg meer bekendheid na publicatie van zijn bundel ‘Vijf tijdkringen’ in 1982 en ‘Vindplaatsen’ in 1983. Kroon schrijft behalve poëzie ook boeken over schrijvers en dichters zoals M. Vasalis, J. Slauerhoff en J.H. Leopold.
Uit ‘Geruchten’ heb ik gekozen voor het gedicht ‘Geheim’.
.
Geheim
.
Wat je in je hand houdt
ze zeggen dat het steen is.
.
Span je spieren langzaam
tot je vingers niet meer trillen.
.
Hef het hoofd ten hemel
en geef je volle kracht.
.
Wanneer de eerste druppels
ontspringen in je handpalm
.
en vallen – omstanders zullen
volhouden dat het eerst steen was.
.
Dat je een wonder hebt verricht.
.