Site-archief

Als een tafelblad glanzend

Peter Verhelst

.

De Vlaamse dichter, romancier en theatermaker Peter Verhelst was in december 2020 dichter van de maand. Al eerder schreef ik over zijn poëzie en nu bezit ik zijn bundel ‘nieuwe sterrenbeelden’ uit 2008. Verhelst is een gelauwerd dichter, zo ontving hij onder andere de Paul Snoekprijs, De Gedichtendagprijs, de Jan Campert-prijs, de Herman de Coninckprijs, de Ida Gerhardt Poëzieprijs en de Constantijn Huygensprijs voor zijn werk en werken.

Hij debuteerde in 1987 met de bundel ‘Obsidiaan’ en ‘nieuwe sterrenbeelden’ is zijn 10e dichtbundel (van de 17 die hij publiceerde). Peter Verhelsts vroege poëzie en proza wordt over het algemeen gerekend tot het postmodernisme, meer bepaald de esthetische variant hiervan. In de kunsten gaat het bij het postmodernisme om een principieel eclectische stroming die het onderscheid tussen lage en hoge cultuurproductie veronachtzaamt en zich bedient van ironische of anarchistische combinaties van elementen uit verschillende stijlperioden, stromingen, genres, media en technieken die voorheen onverenigbaar werden geacht.

Of dat ook opgaat voor het gedicht ‘als een tafelblad glanzend’ uit ‘nieuwe sterrenbeelden’ opgaat laat ik aan de lezer over.

.

Als een tafelblad glanzend

.

Op bed kijken we elkaar
uit de kleren op de vloer
een jurk een hemd, meer valt niet

uit te trekken; hoe we ook op handen en knieën
bijenwas in de vloer wrijven
tot het hout was opgeeft

terwijl we elkaar op bed liggen te bekijken
op de vloer, glad as een tafelblad waarover dingen
uit eigen beweging beginnen te schuiven

tegen elkaar aan, van elkaar weg,
traag over de was glijdend, het lijkt ze
geen moeite te kosten, de magneet onder tafel onzichtbaar

ademend; een tepel uit een borst, een borst
uit een jurk, een hoofd uit een hemd,
het hoofd in de nek

zo graag had ik me
aan haar mond totaal
opengesneden.

.

Decolleté

Wisława Szymborska

.

In 1999 verscheen van Wisława Szymborska de bundel ‘Einde en begin’ : gedichten 1957-1997′ bij uitgeverij Meulenhoff.  Maria Wisława Anna Szymborska (1923 – 2012), zoals ze voluit heette, behoort tot de belangrijkste dichters van haar generatie in Polen en is een van de meest gelezen én gelauwerde dichters van deze tijd. Haar oeuvre is klein, slechts 400 gedichten, maar ze zijn wereldberoemd en uitgebracht in 40 talen. Ze won de Nobelprijs voor Literatuur in 1996. Het Nobelcomité zag in haar de Mozart van de poëzie.

Haar werk kenmerkt zich door een tedere kijk op alledaagse dingen. De gedichten van Szymborska worden vaak omschreven met termen als ‘speels’, ‘ironisch’ en ‘verrassend’. Ze slaagt er telkens in zich over het meest alledaagse te verwonderen en daarin een nieuw perspectief te openen: nuchter, helder, direct en vaak met humor.

Die nuchterheid en humor is vaak heel subtiel. Zoals in het gedicht ‘Decolleté, waar ze een historische gebeurtenis als aanleiding gebruikt voor een gedicht over iets alledaags als een decolleté. De vertaling van de gedichten in deze verzamelbundel zijn van Gerard Rasch.

.

Decolleté

.

Decolleté komt van decollo,

decollo betekent: ik onthals.

De koningin der Schotten, Mary Stuart,

betrad in een gepast hemd het schavot,

het hemd was uitgesneden

en rood als een bloeduitstorting.

.

Tegelijkertijd

stond in een afgelegen zaal

Elizabeth Tudor, de koningin van Engeland,

in een witte japon bij het raam.

De jurk was triomfantelijk dichtgeknoopt onder de kin

en afgewerkt met een gesteven ruche.

.

Zij dachten in koor:

‘God, erbarm u mijner.’

‘Het gelijk staat aan mijn kant.’

‘Leven is tegenstreven.’

‘In bepaalde omstandigheden is de uil de dochter van de bakker.’

‘Dit gaat nooit voorbij.’

‘Het is al voorbij.’

‘Wat doe ik hier, hier is toch niets.’

.

Verschillend gekleed – ja, daar kunnen we zeker van zijn.

Het detail

is onbewogen.

.

 

Meisjes van 40

Jolies Heij

.

Dichter en performer Jolies Heij (1964) ken ik al vele jaren. Regelmatig kwam en kom ik haar tegen op podia en andere poëzie-evenementen, zo was ze deelnemend dichter aan de Poëziebustoer van 2019. Jolies studeerde Duitse Taal- en letterkunde in Utrecht en Freiburg im Breisgau in Duitsland. Vanaf 1999 is ze actief als (slam) dichter en sinds 2008 doet ze mee aan diverse slampoetrywedstrijden in Nederland en Duitsland. Ze was winnares van Slam by the Sea, ze deed mee bij Kargadoorslam, U-slam, iPoetry, Slamersfoort, in Delft, Zeist en Vlissingen. Ze won de tweede prijs bij ‘Het woord in de wijk’, een schrijfwedstrijd over de Utrechtse wijk Zuilen.

Ze treed zoals gezegd regelmatig op bij allerlei podia in het land en haar werk werd gepubliceerd bij onder andere Meander, De Contrabas en Pomgedichten. Haar stem klinkt amusant, versneld en bewust articulerend. Ze is serieus en grappig, gebruikt daadkrachtige beelden, schuwt provocaties niet en neemt totaal geen blad voor haar mond. En elke keer als ik haar hoor of zie optreden denk ik: Ik moet eens over Jolies schrijven.

Op 2 juli jongstleden, op de dag van de roos, droegen we beide voor in het Westbroekpark in Den Haag (samen met nog enkele dichters). Opnieuw werd ik gegrepen door haar puntige en ironische poëzie. Ik kocht haar debuutbundel ‘Lolita zei…’ waar ze in 2016 mee ‘debuteerde’ en uit die bundel koos ik het gedicht ‘Meisjes van 40’ waar alles in zit wat me zo inneemt voor Jolies.

.

Meisjes van 40

.

ze raadt korte rokjes aan

ook al staan

haar benen als zuilen

haar spijkerhakkentiktakken

menig gat in de grond

bezaaid met handkussen

.

talloze gulle minnaars

heeft ze achter zich gelaten

.

maar niemand bezat het paspoort

niemand die koning mocht heten

of de bolster strelen

dit territorium ligt braak

nooit door laarzen aangestampt

of door pummels bemest

.

ze doet maar alsof

ze ergens tussen het hangende vel

een onderkomen heeft bewaard

voor koeriers

voor avonturiers

ook rovers

zijn niet te versmaden

.

daarom schikt zij haar lichaam

voordat het verlepte rozen braakt

en kobolds op doorzakpaarden

te gebocheld en afgedankt

.

er schuilt een zekere lijdzaamheid

in dit volharden

.

niemand ziet

hoe zij aaiend het hart

onder de riem draagt

.

meisjes van 40

zijn niks wijzer

hooguit wat aftandser

en zitten beter in hun harnas

.

 

De dag richt een standbeeld op

Remco Campert (1929-2022)

.

Op maandag 4 juli werd door uitgeverij De Bezige Bij, namens de familie bekend gemaakt dat dichter en schrijver Remco Wouter Campert is overleden. Remco Campert leerde ik kennen op de middelbare school waar ik ‘Tjeempie! of Liesje in luiletterland’ las. Ik was meteen verkocht door de sprankelende taal, de luchtigheid van zijn schrijven en wilde meteen meer van hem lezen. Dus las ik ‘Het leven is verrukkulluk’, ‘Liefdesschijnbewegingen’ en ‘Het gangstermeisje’en in de jaren die volgde nog verschillende van zijn verhalen en romans.

Pas later, toen ik me meer voor poëzie ging interesseren en poëzie ging lezen was één van de eerste bundels die ik aanschafte ‘alle bundels gedichten’ 1951-1970 in 1976. Daarmee was Remco Campert naast (toen) Jules Deelder de dichters waar ik diep van onder de indruk was. Nog altijd staat deze bundel daar in mijn boekenkast waar mijn poëzieverzameling begint naast de vroege bundels van Deelder.

Ik schreef vaker over Remco Campert, zijn poëzie vind ik nog steeds behoren bij de drie tot vijf dichters die ik noem, gevraagd naar mijn favoriete dichters. Inmiddels heb ik naast die eerste bundel (waarin zijn eerste 10 poëziebundels zijn gevat) meerdere poëziebundels van zijn hand. En nog steeds lees en herlees ik zijn gedichten. Zijn directe en schijnbaar eenvoudige taalgebruik herbergt vaak zoveel lagen. Zijn weemoedige en ironische toon is altijd vriendelijk en herkenbaar.

Campert werd bijna 93, een prachtige leeftijd (bijna net zo oud als zijn moeder Joeki Broedelet die ik ook nooit meer zal vergeten door haar legendarische optreden in een scene van van Kooten en de Bie als Jacobse en van Es, als twee Haagse tuinmannen in ‘Winterklaar maken van uw tuin’ , maar veel ouder dan zijn vader de dichter Jan Campert die op 40 jarige leeftijd de dood vond in een Duits concentratiekamp).

Remco Campert zal gemist worden en nog vele jaren gelezen en aangehaald worden. Een groot dichter en schrijver is overleden. Hij verdiend een standbeeld. Daarom, bij wijze van, wil ik hier zijn gedicht ‘De dag richt een standbeeld op’ uit zijn debuutbundel ‘Vogels vliegen toch’ uit 1951 met jullie delen.

.

De dag richt een standbeeld op

.

de dag richt een standbeeld op

van zwijgen

zwijgend wachten,

op alle hoeken van de stad

sta ik stil en staar

mijn ogen na die traag

traag uit het oog verdwijnen

.

ik kan de uren van wapperend wasgoed

niet in mijn handen houden

mijn vingers vallen terug

op het balkon van

niet eens meer zien

.

het kind wil weifelen

weifelen in de duisternis

die ik achter mij vermoed

maar er is de dag

een standbeeld vol zwijgen

.

welaan dan

het vers weer geschoeid

het verlies van jaren dichten

op de rug gepakt

ginds zijn dezelfde bergen

waarop ik weer de gedachten van

mijn voeten versplinteren zal

.

welaan dan

.

 

 

Vermeer

Wisława Szymborska

.

Omdat het al weer even geleden is dat ik een gedicht van een Poolse dichter plaatste ging ik op zoek. Bijna vanzelf kom ik dan terecht bij Wisława Szymborska (1923 – 2012) een van de belangrijkste dichters van haar generatie in Polen en is een van de meest gelezen én gelauwerde dichters van deze tijd. Haar oeuvre bestaat uit slechts 400 gedichten, maar ze zijn wereldberoemd en uitgebracht in 40 talen. Ze won de Nobelprijs voor Literatuur in 1996 en het Nobelcomité noemde haar de Mozart van de poëzie.  Haar werk kenmerkt zich door een tedere kijk op alledaagse dingen. De gedichten van Szymborska worden vaak omschreven met termen als ‘speels’, ‘ironisch’ en ‘verrassend’. Ze slaagt er telkens in zich over het meest alledaagse te verwonderen en daarin een nieuw perspectief te openen: nuchter, helder, direct en vaak met humor.

Dit lees je terug in het gedicht ‘Vermeer’ over het schilderij het Melkmeisje dat ik nam uit de bundel ‘Hier’ uit 2009 in een vertaling van Karol Lesman.

.

Vermeer

.

Zolang die vrouw uit het Rijksmuseum

in geschilderde stilte en concentratie

uit een kan in een schaal

dag in, dag uit melk giet,

verdient de Wereld

geen einde van de wereld.

.

Gezanten uit Alexandrië

Poëtische vignetten van macht en gezag

.

In een tijd waarin machthebbers zich gedragen als potentaten en lak hebben aan democratische waarden (die ze ook vaak helemaal niet onderschrijven) kwam de bundel ‘Gezanten uit Alexandrië, Poëtische vignetten van macht en gezag als een klein geschenk uit de hemel vallen. Niet letterlijk uiteraard, ik kocht het in een kringloopwinkel enige tijd geleden en was er nog niet aan toe gekomen het te lezen.

In deze bundel uit 1972, ingeleid en samengesteld door Co de Koning staan verzen en gedichten van dichters die “over tastbare machten handelt, en iets over de realiteit van alledag te zeggen heeft”. De gedichten in deze bundel komen van dichters van over de hele wereld en zijn gegroepeerd in toon en stemming: sceptisch en ironisch, fel honend in protest of bijtend satirisch. Uitzondering, volgens de Koning, zijn de gedichten van de Russische dichters wier gedichten “zijn geschreven in een toestand van onvrijheid , zoalniet onderdrukking”. Zoals het gedicht ‘De zwarte kat’ van Bulat Okudzava uit 1931 en het gedicht ‘Stalin’ van Osip Mandelstam waar ik nog een aparte berichten aan ga wijden.

Wat de samensteller opviel was dat hij voor het vinden van één gedicht gericht tegen de machthebbers er soms enkele honderden moest lezen om zo’n gedicht te vinden. Toen ik begon met mijn rubriek Dichters in verzet, had ik een zelfde ervaring. Dichters die met hun poëzie zich afzetten tegen de machthebbers zijn er niet veel en moet je met een vergrootglas zoeken. Nu en dus in 1972 ook al.

De Koning schrijft hierover in zijn inleiding: “Dichters zijn kennelijk eerder of dieper geroerd door persoonlijke emoties en gewaarwordingen, dan door de koelere abstracties over de machtsverdeling in de maatschappij waarin zij leven. Als er over macht geschreven wordt, heeft dit vaak een sterk persoonlijke component: een vader-zoon conflict, een ontslag uit een klerkenbaantje, een botsing met de gevestigde macht.

Daarnaast valt het de Koning op dat geen historisch bekende gevallen van dialoog tussen dichter en machthebber zijn aan te wijzen. “De machthebber hult zich in zwijgen… Vermoedelijk leest de machthebber geen gedichten”.

Uit deze bundel dus een gedicht en wel van de dichter A.P. Herbert uit 1940 (het verscheen in het humoristische en satirische tijdschrift Punch) getiteld ‘Hitler’s Birthday’.

.

Hitler’s Birthday

april 21, 1940

.

God moves in a mysterious way;

The devil still must have his fun:

And it is not for us to say

Why you have lived to 51.

But this new candle on the cake

Should be the last they light for you

God will not make the same mistake;

The devil soon must have his due.

(And recollect, you little fake, Napoleon

died at 52.)

.

Geheim

Heinrich Heine

.

In 1988 verscheen in de Tweede ronde reeks 5 de bundel ‘Denk ik aan Duitsland in de nacht’bij uitgeverij Bert Bakker. In deze bundel gedichten van de Duitse dichter Heinrich Heine (1797 -1856).

Heinrich Heine was van Joodse afkomst. Hij werd geboren als Harry Heine, maar liet zich in 1825 Luthers dopen onder de naam Heinrich Heine. Een meer innerlijke band met het geloof kreeg hij echter pas toen hij aan het eind van zijn leven verlamd op zijn ziekbed in Parijs lag, waar hij sinds 1831 in zelfgekozen ballingschap woonde. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Montmartre.

Heine behoorde tot de Romantiek en maakte vele ironische en spitsvondige gedichten die ook tegenwoordig nog mensen aanspreken. Innerlijk was Heine een tegenstrijdig mens, enerzijds voelde hij zich Duitser, anderzijds wereldburger; dezelfde soort dubbele gevoelens had hij ook ten aanzien van het jodendom en de romantiek.

In de bundel met gedichten van Heine die zijn vertaald door Marko Fondse en Peter Verstegen, staan gedichten uit zijn beroemde bundel ‘Buch der Lieder’ maar ook uit ‘Neue Gedichte’, ‘Romanzero’ en ‘Letzte Gedichte’. Ik koos voor het gedicht ‘Geheimnis’ of ‘Geheim’ uit ‘Neue Gedichte’ uit 1844.

.

Geheim

.

Wij zuchten niet, droog zijn de ogen,

Een glimlach vaak en zelfs een lach!

In niet één blik of ander teken

Komt het geheim ooit aan de dag.

.

’t Geheim dat met woordloos lijden

In ’t diepste van de ziel verbloedt;

Krampachtig blijft de mond gesloten,

Al schreeuwt het in het wild gemoed.

.

Vraag het de zuigling in zijn wiegje,

Vraag het de doden in het graf,

Misschien dat zij je wel verraden

Wat ik je nooit te kennen gaf.

.

Geheimnis

Wir seufzen nicht, das Aug’ ist trocken,
Wir lächeln oft, wir lachen gar!
In keinem Blick, in keiner Miene,
Wird das Geheimnis offenbar.

Mit seinen stummen Qualen hegt es
In unsrer Seele blut’gem Grund;
Wird es auch laut im wilden Herzen,
Krampfhaft verschlossen bleibt der Mund.

Frag du den Säugling in der Wiege,
Frag du die Toten in dem Grab,
Vielleicht daß diese dir entdecken,
Was ich dir stets verschwiegen hab.

.

Supermarkt

Melissa Ketelaar

.

In de categorie Jonge dichters vandaag Melissa Ketelaar. Melissa Ketelaar komt uit Emmen en is woonachtig in Nijmegen waar ze Algemene Cultuurwetenschappen studeert. Als kind was ze nogal verlegen en door te schrijven kon ze zich toch uitspreken. Door een optreden bij de Kunstbende kreeg ze de kans om vaker op te treden en leerde ze mensen kennen die positief op haar werk reageerde.

Zelf zegt ze dat haar vroegere gedichten vooral grappig en ironisch waren en nu wat nihilistischer zijn maar in het gedicht ‘Supermarkt’ bewijst ze dat het ironische en grappige nog steeds een plekje heeft in haat poëzie. Qua vorm lijken het korte prozagedichten, een beetje in de stijl van Nyk de Vries.

.

Supermarkt

.

Mijn peer werd afgerekend als een appel, omdat ik het zonde vond een tweede zakje te pakken. Voor

het eerst pin ik zoveel dat ik een handtekening moet zetten. Jammer dat ik geen zegels spaar.

Het is druk en de vier tieners voor me kopen Red Bull en Bifi worstjes. De cassière herkent me

inmiddels en ik ben bang dat ze bijhoudt wat ik koop en dus eet.

De enige keer dat ik me niet schaam is als ik tegelijkertijd chocola en tampons koop.

.

Van de nacht

Dirk van Bastelaere

.

De Vlaamse dichter Dirk van Bastelaere (1960) is een postmodern dichter, essayist en vertaler. Van Bastelaere was samen met Erik Spinoy en Mark Eelen redactielid van R.I.P. Driemaandelijks tijdschrift voor literatuur en stijl, dat slechts één jaargang telde. Hij debuteerde met gedichten in ‘Vijf jaar’ (1984) waarmee hij de prijs voor het beste literaire debuut in Vlaanderen verwierf.

Van Bastelaere’s poëzie is ironisch-afstandelijk en kenmerkend voor de generatie jonge Vlaamse dichters met hun sceptische houding ten aanzien van een wereld waar zij geen zin of samenhang in kunnen ontdekken. Alle zekerheden ontbreken en de werkelijkheid is fragmentarisch en absurd. Schrijven over die werkelijkheid is een spel en het gedicht is dan ook een spel: een autonome tekst met meerdere betekenissen.

Uit: ‘Diep in Amerika’ uit 1994 het volgende gedicht.

.

Van de nacht

.

Van de nacht roept het

zich zo door het meisje heen

dat het haar nog

aan een lichaampje ontbreekt.

.

Er is een kans dat het werkelijke

zich niet weet terug te vinden,

zoals er een kans is

dat het roepen geen oorsprong heeft.

.

Zo in verdwijning

geroepen is het meisje

dat het zich niet van ons kan weten

want als haar gentiaanblauwe  Mickeybeker

liepen wij

eerder in het gras, leeg in het leven.

.

diepia

 

%d bloggers liken dit: