Site-archief
Geen tweede Troje
Jean Pierre Rawie
.
Ik lees de laatste tijd veel over drugs, over dat drugs ons land in een wurggreep houdt, dat Myanmar de grootste drugsleverancier van de wereld is (Synthetische drugs), dat de pillen industrie Nederland vervuild (drugsafval) en ga zo maar door. Steeds meer ook gaat het over oplossingen en feitelijk is de beste oplossing dat niemand ooit meer drugs zou gebruiken. Een utopie, ik weet het maar het besef bij de gebruikers dat door het gebruik deze verwoestende industrie draaiende blijft, zou wat meer door mogen dringen. En dan heb ik het nog niet over de verwoestende effecten van langdurig drugsgebruik op lijf en leden (rottend gebit, schade aan hersenen en hart en ga zo maar door).
Ik moest, na een bericht over dit laatste, denken aan een gedicht van Jean Pierre Rawie uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1990, een sonnet getiteld ‘No second Troy’.
.
No second Troy
.
Ik heb een vrouw bemind. die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.
.
Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.
.
Zo’n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.
.
Wat zijn dat toch voor waanideeën,
dat je, verdomd, in een gedicht
‘de dingen van je af kunt schrijven’?
.
Met de dood speel je niet
Zuidamerikaanse gedichten
.
In 1996 publiceerde uitgeverij de Prom de bundel ‘Met de dood speel je niet, Zuidamerikaanse gedichten’. Wouter Noordewier stelde de bundel samen en vertaalde gedichten van dichters uit Argentinië, Chili, Cuba, Nicaragua, Peru, El Salvador, Uruguay en Mexico (dat geografisch gezien natuurlijk niet in Zuid Amerika ligt maar ik begrijp de keuze).
Rond 1900 ontstond er overal in Zuid Amerika na eeuwen van kolonialisme en het daarbij volgen van het kolonialiserende land, een nieuwe vorm van poëzie. Waar voorheen de poëzie nationalistisch was en romantisch zonder oorspronkelijkheid was deze nieuwe poëzie juist modern, internationaal georiënteerd en thema’s waren de wetenschap, de industrie en de metropool (zoals bijvoorbeeld Buenos Aires, Sao Paulo en Mexico stad).
Opvallend bij deze nieuwe vorm van poëzie was ook dat ze heel symbolistisch was, irrationeel en surrealistisch. Het was poëzie zonder rijm, metrum en leestekens.
Voorbeelden van dichters zijn bekende als Jorge Luis Borges uit Argentinië en Mario Benedetti uit Uruguay. Het aardige van deze bundel is dat er juist ook minder of redelijk onbekende dichters is vertegenwoordigd worden. Zo had ik van het merendeel nog nooit gehoord. En dat is ten onrechte. De bundel staat vol bijzondere gedichten. Van de heel korte gedichten van Guillermo Boido (Argentinië, 1941-2013) als:
.
Poëzie is niet te koop
want
niet te koop
.
Tot de poëzie van Nicanor Parra (Chili, 1914 – 2018) van wie ik het gedicht ‘Rituelen’ heb uitgekozen. Dit gedicht en deze dichter had ik uitgekozen uit de bundel om er vervolgens achter te komen dat hij afgelopen 23 januari (op mijn verjaardag) op 103 jarige leeftijd was overleden. Parra heeft zich altijd als “antipoeta” verklaard, wat betekent dat hij de pompeuze wijzen van andere dichters wilde verwerpen. Na lezingen zei hij, “Ik trek alles wat ik gezegd heb weer in”. Parra beschouwde het leven als zinloos en had geen boodschap, door vele critici werd dit als literaire zelfmoord beschouwd en toch is zijn invloed op andere, jonge dichters groot. Zo heeft zijn gedichtenbundel ‘Poemas y antipoemas’ grote invloed gehad op de beatgeneratie. In 2011 kreeg Parra de Cervantesprijs voor zijn hele oeuvre.
.
Rituelen
.
Telkens
Als ik na een lange reis
.thuiskom
Is het eerste wat ik doe
Vragen wie er dood is:
Ieder mens is een held
Gewoon omdat hij sterfelijk is
En helden zijn ons de baas.
.
En als tweede
.of er gewonden zijn
Pas daarna,
.niet dan na dit
Begrafenisritueeltje,
mag ik leven van mezelf:
Ik sluit m’n ogen om beter te zien
En zing vol wrok
Een liedje uit het begin van de eeuw.
.