Site-archief
Ballons
Dirk van Bastelaere
.
Dirk van Bastelaere (1960) is een Vlaams postmodern dichter, essayist en vertaler. Hij publiceerde gedichten in onder andere Dietsche Warande & Belfort, Ambrozijn, De Gids, De Vlaamse Gids, Diogenes, Yang, Heibel, Nieuw Wereldtijdschrift, Het Moment, Maatstaf en Kreatief. In 1984 verscheen ‘Vijf Jaar’, zijn debuut. Later verschenen de bundels ‘Pornschlegel en andere gedichten’ (1988), ‘Diep in Amerika’ (1994) en ‘Hartswedervaren’ (2000) waarvoor hij de prestigieuze driejaarlijkse Vlaamse Cultuurprijs voor Poëzie kreeg, de vroegere Staatsprijs.
In 2005 verscheen onder de titel ‘The Last to Leave. Selected Poems’ een bundel met Engelse vertalingen van een aantal van zijn gedichten. De bundel ‘De voorbode van iets groots’ verscheen in 2006, deze droeg een lange tijd de werktitel ‘Zapruder Stress’. Naast het publiceren van eigen poëzie, stelde van Bastelaere samen met Erwin Jans en Patrick Peeters. ook ‘Hotel New Flanders’ samen in opdracht van het Poëziecentrum in Gent. Van Bastelaere ontving voor zijn werk verschillende litaraire prijzen waaronder de Jan Campert-prijs (2007) en de Hugues C. Pernathprijs (1988).
Zijn gedichten gaan in tegen wat de goegemeente Poëzie vindt. Bij hem staan niet de emoties, de anekdotes, de verhaaltjes centraal. Gedichten moeten niet ontroeren of meevoeren maar beloeren. Poëzie is een onderzoek naar taal, naar wat de taal met de wereld en het ik doet. Van Bastelaere wil de taal ontregelen om de orde in vraag te stellen.
Voor hem is de taal geen representatie van de werkelijkheid , taal vervalst steeds. Door de taal te ontmaskeren (en daarvoor kan elke retorische truc gebruikt worden), wordt de orde gebombardeerd.
Uit de bundel ‘Pornschlegel en andere gedichten’ nam ik het gedicht ‘Ballons’ waarin voor mij de dichter met de taal speelt, onderzoekt wat deze doet met de lezer en schrijver.
.
Ballons
.
Zonder voorafbeelding zijn ze daar
Die muisstil stijgen
Als uit de plekken op aarde
Door geen voet ooit belopen.
.
Verspreid in de middag
Zijn ze de middag.
Eertijds gevuld met heliumgas
Drijven ze nu, door de warmte gestuurd,
.
Van de geregelde luchtwegen af.
Is het omdat jij terzijde keek net?
Ze richten de blik van de hond in zijn onrust
En zijn waar ons gesprek overeehn ging.
.
Ballons, dat je ze aantreft
Als een naam op een doek die je over het hoofd zag.
Glijdend in van hun voorlopigheid
De perfectie, tot de warme lucht op is
.
En zij, uit zichzelf, zij dan dalen.
.
Dichter van de maand september
Wisława Szymborska
.
De maand september komt eraan en ik heb zin om weer eens een dichter een maand lang in het zonnetje te zetten. Nu heeft de dichter van de maand september dat helemaal niet nodig, zij is bij velen bekend, beroemd en geliefd en precies dat is reden genoeg om de komende zondagen in september steeds een gedicht van haar hand te delen.
Ik heb het hier over Wisława Szymborska (1923 – 2012) de in Bnin (midden-westen van) Polen geboren dichter die in 1996 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Haar gedichten zijn in meer dan 40 talen vertaald ondanks dat haar oeuvre maar uit zo’n 400 gedichten bestaat.
Ik heb verschillende bundels van Szymborska in mijn kast en vandaag wil ik beginnen met een gedicht te delen uit haar (kleine) bundel ‘Chwila’ of zoals ie in de Nederlandse (letterlijke) vertaling uit 2003 heet ‘Het moment’. Deze bundel bevat 23 gedichten en ik koos voor het gedicht ‘Notitie’. De vertaling van de gedichten is gedaan door Gerard Rasch.
.
Notitie
.
Leven is de enige manier
om met bladeren begroeid te raken,
op het zand naar adem te happen,
op vleugels proberen op te vliegen;
.
om hond te zijn
of hem over zijn gladde vacht te aaien;
.
om pijn te onderscheiden
van alles wat geen pijn is;
.
om zich in gebeurtenissen te bevinden,
zich in een uitzicht te verbergen,
naar de kleinst mogelijke vergissing te speuren.
.
Een uitzonderlijke kans
om je even te herinneren
waarover werd gesproken
toen de lamp niet brandde
.
en om ten minste eenmaal
over een steen te struikelen,
in een of andere regen nat te worden,
je sleutels kwijt te raken in het gras;
.
en een vonkje in de wind na te kijken;
.
en zonder ophouden iets belangrijks
niet te weten.
.
Coda
Huub Beurskens
.
Schrijver, kunstschilder en dichter Huub Beurskens (1950) debuteerde in 1975 met ‘Blindkap’ waarna nog vele poëziebundels zouden volgen met als laatste bundel uit 2015 ‘De warmte van het hondje’. Daarnaast publiceerde hij verhalen, essays en romans. Beurskens was redacteur van de literaire tijdschriften ‘Het Moment’ (1986-1988) en ‘De Gids’.
Beurskens vertaalde verschillende auteurs naar het Nederlands maar werk van hemzelf werd ook vertaald naar het Engels, Duits, Frans, Italiaans, Japans, Hongaars, Tsjechisch en Servisch.
Voor zijn werk ontvang hij o.a. de Herman Gorterprijs, de Jan Campert-prijs en de VSB Poëzieprijs. Uit de bundel ‘Klein blauw aapje’ uit 1992 het gedicht ‘Najaarsbloei op Kreta’.
.
Najaarsbloei op Kreta
.
Ik wou ik had een klein blauw aapje dat ik vroeg ‘Wat raap
je?’
en dat het op mijn schouder sprong met louter krokus die
het plukte,
de geschiedenis zou ik ingaan als de onder het komende
minst gebukte.
.