Site-archief
Hekeldicht
Ondeugden en misstanden
.
In deze tijd van de zogenaamde ‘Roasts’ waarin onder andere komieken en andere grappenmakers mensen tot op de grond af afbranden op een grappige manier, moest ik denken aan een veel oudere en literaire vorm van de roast namelijk het Hekeldicht. Het Wikiwoordenboek geeft als definitie van het Hekeldicht: gedicht waarin ondeugden of misstanden aan de kaak worden gesteld. Of zoals op de website https://www.ensie.nl staat beschreven: Een gedicht waarin iets ‘gehekeld’ (aangevallen) wordt; het is nauw verwant aan de satire; het belangrijkste verschil is dat de satire vrijwel altijd een humoristisch aspect heeft en het hekeldicht vrijwel nooit. De bekendste hekeldichten uit Nederlandse literatuur zijn van Joost van den Vondel, die te maken hebben met de politieke en religieuze twisten in de het begin van de 17e eeuw: “Geuzevesper” (1619), “Harpoen” (1630), “Roskam” (1630) e.a.
Een bijzonder aardig voorbeeld van een hekeldicht van Ko de Laat vond ik op de website van het EU-forum http://www.cmo.nl
.
Leve het profvoetbal!
.
Oranje had zowaar weer eens gewonnen
Met matig spel, moest worden vastgesteld
Wat was hierop des captains commentaar?
“De bal kon niet goed rondgaan op dit veld”
Ze waren niet zo denderend begonnen
Maar dat had men ook achteraf voorspeld
Het was van meet af aan al zonneklaar:
De bal kon niet goed rondgaan op dit veld
Ze staan daar niet voor twee consumptiebonnen
Da’s waar en dat mag ook wel eens vermeld
Maar nu was het toch werkelijk te zwaar:
De bal kon niet goed rondgaan op dit veld
Supporters, wees toch niet zo onbezonnen!
Staak toch uw loos gekanker en bedaar!
De bal kon niet goed róndgaan op dit veld!
.
Wat voorbeelden van hekelgedichten door de tijden heen:
Lyriek
Literaire kunst door H.J.M.F Lodewick
.
Ik heb al eerder geschreven over het boekje Literaire kunst van lodewick uit 1962. Hierin staat alles uitgelegd over deze vorm van kunst. Al eerder behandelde ik de Epiek. Nu wat meer over de Lyriek.
Onder Lyriek verstaan we de uiting van de subjectieve gedachten en gevoelens van de schrijver. De schrijver of dichter kan zijn gevoelens direct uiten (de directe lyriek) maar hij kan ook gestalten scheppen waarin hij zijn gevoelens als het ware projecteerd (indirecte lyriek). De meester van de lyriek is ongetwijfeld de Duitse dichter Rainer Maria Rilke. In de Nederlandse letterkunde is M. Nijhoff een groot lyrisch dichter.
De Lyriek kunnen we onder verdelen in de volgende genres:
– het lied
– de ode, de hymne en de dithyrambe
– Elegie of klaagzang
– satire of hekeldicht (met als subgenre de parodie)
– het epigram of puntdicht
– het oosters kwatrijn
.
Het lied
Het lied is wel het meest voorkomende genre in de lyriek. Het geeft , in vrij beknopte vorm, de directe uiting aan de gevoelens, de stemming, die dan ook altijd hoofdzaak zijn. Verder kenmerkt zich het lied door een zekere eenvoud en zoetvloeiendheid, terwijl het bijna altijd in strofenvorm geschreven is.
Liederen zijn te onderscheiden in geestelijke en wereldlijke liederen.
De meest voorkomende liederensoorten zijn:
– Religieuze liederen
– Natuurliederen
– Liefdesliederen
– Nederlandse en historieliederen
Het Wilhelmus en de Marseillaise zijn voorbeelden van deze laatste soort.
.
Een bijzonder aardige uitgave over de Lyriek is Lessen in Lyriek van W. Bronzwaer uit 1993. Full text te lezen op: http://www.dbnl.org/tekst/bron013less01_01/
.