Site-archief
Nog maar eentje dan
vrij me
.
Hoewel het eigenlijk tegen mijn ‘principes’ is om heel snel twee gedichten uit een zelfde dichtbundel te plaatsen wil ik hier toch een uitzondering maken voor de bundel ‘hoe angst klinkt’ van Hans Hagen (1955). Lezend in deze bundel kom ik zulke pareltjes van gedichten tegen dat ik gewoon nog een gedicht uit deze bundel ga plaatsen. Dit keer het gedicht ‘vrij me’ een zwoel, onrustig en erotisch gedicht waar vooral heel veel suggestie uit klinkt.
.
vrij me
.
dat buurvrouw gluurvrouw
zelf haar kinderen heeft gemaakt
is volgens mij gelogen
ze ziet er zo groes en
anti-vrij-me-nou uit
maar
haar dochter ’s avonds laat
voor het raam
van de kamer waar ze slaapt
als zij zich koeltjes
omkleedt en draait
uitdagend de gordijnen open
en heel goed weet dat ik daar sta
ja die
ja dan
.
Alles uit
Hans Hagen
.
In 2012 gaf uitgeverij Querido de bundel ‘Hoe angst klinkt’ van Hans Hagen uit. Hans Hagen (1955) ken ik al heel lang, hij schrijft kinderverhalen waarvoor hij vele griffels heeft mogen ontvangen, maar ook Vlag en Wimpels en in 2008 de Woutertje Pieterse prijs. Samen met Monique Hagen (zijn echtgenote) publiceerde hij een aantal dichtbundels en zijn werk is in vele talen vertaald.
‘hoe angst klinkt’ bevat 50 gedichten in 3500 woorden en 5 tinten blauw (volgens de achterflap). Veel pareltjes maar het gedicht ‘alles uit’ trof mij meteen en daarom vandaag dit gedicht op dit blog.
.
alles uit
.
ik beschrijf je het liefst
van onder tot boven
lichte streken
krullen en strepen
kuiten en dijen
achter en voor
als je opzij
nog beter erbij
borst en buik
lippen getuit
ik beschrijf je het liefst
als alles uit
.
Poëzie hardop
Hans & Monique Hagen
.
Vorig jaar bracht het schrijvende en dichtende echtpaar Hans (1955) en Monique Hagen (1956) de leuke bundel ‘Poëzie hardop uit bij uitgeverij Querido. In deze bundel staan 35 columns met 95 gedichten van 65 dichters. Het leuke aan deze bundel is dat volwassenen en kinderen samen poëzie kunnen ontdekken.
Hun poëziecolumns verschenen eerder in het Parool en wat mij altijd weer opvalt is met hoeveel enthousiasme en humor Hans en Monique hun boeken en bundels schrijven. Je voelt bij het lezen dat ook zij er veel plezier in hebben en compassie voelen bij, in dit geval, in het bij elkaar zoeken van gedichten, dichters en het verhaal dat erbij wordt verteld.
Een mooi voorbeeld vind ik het verhaal, of de column, over een gedicht van Leo Vroman getiteld ‘Al het nodige’. Leo Vroman was een vluchteling in de Tweede Wereldoorlog, hij kwam terecht in een Jappenkamp maar overleefde de oorlog. Hij werd uiteindelijk 98 jaar oud en in het gedicht ‘Al het nodige’ verteld hij zijn vrouw Tineke dat ze niet bang hoeft te zijn als hij er niet meer is.
.
Al het nodige
,
Zie je langs een lege straat
een beweging in het gras
waar geen uitleg voor bestaat
neem dan aan dat ik het was:
.
hoor je midden in de nacht
iets wapperen dat niet wapperen kan,
schrik eerst en vertel mij dan
wat ik zo tot wapperen bracht:
.
mijn hese woorden in de wind,
mijn handen op je lieve hoofd
dat in wonderen gelooft,
geloof maar wat je nodig vindt.
.
Rijmklank
Vormen van rijm
.
Ik krijg weleens de vraag wat poëzie nu eigenlijk is. Daar is natuurlijk geen eenduidig antwoord op te geven. Zoek naar definities en je vindt er vele. Ik heb in het verleden al wel verschillende aspecten van poëzie beschreven op dit blog (in de categorie literaire kunst) en wil daar de komende weken weer een en ander aan toevoegen.
Om te beginnen Rijm. Hoewel ik zelf niet van de rijm ben (ik heb de rijmdwang in het verleden ook af moeten leren) zijn er prachtige rijmende gedichten geschreven. Gedichten in vaste versvormen maar ook gedichten met voorrijm, middenrijm etc.
Vandaag wil ik stilstaan bij drie soorten rijmklanken: Volrijm, Alliteratie en Assonantie .
Volrijm
Bij Volrijm is er sprake van klankovereenkomst bij zowel klinkers als medeklinkers.
Slik en stik. Deze vorm, waarbij de beklemtoonde lettergreep niet gevolgd wordt door een andere, noem je mannelijk of staand rijm
Rapen en gapen. Deze vorm, waarbij de beklemtoonde lettergreep wel gevolgd wordt door een andere, noem je vrouwelijk of slepend rijm.
Toeteren en ploeteren. Deze vorm, waarbij de beklemtoonde lettergreep gevolgd wordt door twee onbeklemtoonde lettergrepen, noem je glijdend rijm.
Alliteratie
Bij Alliteratie is er sprake van klankovereenkomst van de begin medeklinkers.
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan. Kapper Karel knipte koppige kerels kaal.
In het boek Opperlandse Taal & Letterkunde van Hugo Brandt Corstius uit 1981 zijn mooie voorbeelden te vinden.
Assonantie
Bij assonantie is er alleen klankovereenkomst van de klinker. Assonantie wordt veel door rappers gebruikt en zou je kunnen beschouwen als een zwakkere vorm van rijm. Maar ook de grote dichters maakte gebruik van deze vorm, zoals hier in een strofe van Martinus Nijhoff.
Maar ’t leven is te vast en hard:
Of we al een rustplaats graven,
Noch nimmer kwam de grote nacht
en is een mensch gaan slapen
.
Hans en Monique Hagen hebben in hun bundel ‘Jij bent de liefste’ en gedicht geschreven waar van allerlei soorten rijm inzit. De titel is ‘Onzichtbaar’ uit 2002.
.
Onzichtbaar
de nacht is onzichtbaar
die ik nooit meer vind