Site-archief

Het literaire tijdschrift

Creatief schrijven

.

Ik krijg zo nu en dan de vraag van dichters hoe ze verder kunnen komen met hun poëzie. En met verder komen bedoelen ze dan bekender worden bij een groter publiek. Aan de ene kant liggen er genoeg kansen in het digitale domein. Er zijn vele social media groepen waar poëzieliefhebbers en dichters elkaar ontmoeten en waar ze hun poëzie kunnen delen en publiceren. Zelf ben ik meer dan 15 jaar geleden begonnen met dit blog om bekendheid te geven aan het feit dat ik mijn debuutbundel ‘Zichtbaar alleen’ had gepubliceerd (vandaar de naam van dit blog). Op Facebook zijn vele groepen actief, op Instagram zijn heel veel beginnende dichters actief (lees hierhier en hier mijn columns op de site van Meander over Instagram en poëzie) en via vlogs, blogs en podcasts liggen er ook genoeg mogelijkheden.

Toch bemerk ik ook dat dichters het liefst hun poëzie op papier terug kunnen lezen. Dat is bijvoorbeeld één van de redenen dat MUGzine, het mini-poëziemagazine dat ik samen met Poetry Affairs, BRRT-Graphic.Design en een onafhankelijke redactie uitgeef, ook op papier verschijnt (evenals digitaaloverigens) Gelukkig zijn er in Nederland en Vlaanderen heel wat literaire- en poëzietijdschriften en -magazines die werk opnemen van schrijvers en dichters en dit publiceren (op papier en digitaal).

Een mooi overzicht van al die tijdschriften en magazines vind je op de website van Creatief schrijven. Hier vind je Nederlandse en Vlaamse tijdschriften en links naar hun websites. Ik mag graag deze websites bezoeken maar ook zeker de verschillende tijdschriften en magazines lezen. Dat kan in grote bibliotheken, de Hendrik Conscience Bibliotheek in Antwerpen en de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag gewoon gratis.

Kluger Hans is een goed voorbeelbeeld van een literair tijdschrift. In Kluger Hans #43 staat een gedicht van Elsbet De Pauw (1998). Zij schrijft poëzie, essays en proza. Ze behaalde een master in de Vergelijkende Moderne Letterkunde aan Universiteit Gent en werkt mee aan Pardon!, een zine over intersectioneel feminisme. Haar verscheen o.a. in De Internet Gids, Deus Ex Machina, De Reactor en de Volkskrant.

.

ze sterft in negen aanblikken
of dat hoopte je toch want in deze stad is ze springlevend als gasolie en altijd nabij
je probeert haar te vinden in eender welke gedaante – een magere jongen,
een oude krommerd in trainingsvest, een dertiger met hetzelfde haar
en iedere vergissing krast, haar mond vormt het centrum van de wereld
dat is niet goed, zegt iemand
zo moet je het niet doen

.

maar wanneer het zwijgen zich in haar lippen heeft vastgebeten is het ook in de wereld, ook bij jou koud
dat is niet goed, zeg je tegen jezelf
en je bent bang, omdat je overal in bent gaan leven en nergens meer lijkt uit te kruipen

.

kleine oogjes hebben zich in je gezicht vastgeprikt, zonder masker lijk je op een molletje
‘s avonds woel je door de tunnels onder de grond, voltrek je in je eentje een ondergrondse rouwstoet
door de stad voor alles wat is doodgegaan

.

Verzameling

Annelies van Dyck

.

De Vlaamse dichter Annelies Van Dyck (1980)volgde les bij de eerste stadsdichter van Gent, Roel Richelieu van Londersele en daarna bij dichter Peter Mangel Schots. Ze publiceerde gedichten in Op Ruwe Planken, in de scheurkalender van de Sprekende Ezels 2020, Meander en op Het Gezeefde Gedicht waar ze ook de 3e Zeef Poëzieprijs won voor haar debuutbundel ‘We doen alsof het helpt’ uit 2022.

Annelies Van Dyck is burgerlijk ingenieur en doctor in de natuurkunde. Later volgde ze de opleiding Schrijfdocent bij Creatief Schrijven en feedbackcursussen bij Wisper.
Die interesses combineert ze nu beroepshalve: ze is verbonden aan KU Leuven als docente wiskunde en werkt daarnaast als zelfstandige coach bij schrijfprocessen, met een bijzondere interesse in schrijfblokkades.
Op de binnenflap van de bundel lees ik ‘Ze ontroert zonder sentimenteel te worden, snijdt diepe vraagstukken aan zonder pathetiek en legt ze in een overtuigende compositie’. Woorden die de jury van de Zeef poëzieprijs aan haar bundel gaf. Op haar blog is meer werk van haar te lezen maar ik koos uit ‘We doen alsof het niet helpt’ het gedicht ‘Verzameling’.
.
Verzameling
.
Ik ben een logboek, hou de gaten bij
die punaises prikten in de muur van mijn meisjeskamer
.
late geuren: lauwe pils in bekers, wankele planken
in juligras waarop ik mijn jonge splinters verzamelde.
.
Tussen mijn vellen droog ik de tijd.
Ik zoek soms nog de handen onder mijn bloesje.
.
Wie dreigt te vervagen, wrijf ik in mijn bladen
tot een rorschachvlek.
.
Ik heb regels
maar ken ze niet.
.

Chrystal Palace

Startshow Poëzieweek

.

De Poëzieweek die van 26 januari t/m 1 februari 2023 wordt georganiseerd, wordt afgetrapt met een Startshow op woensdag 25 januari in Minard, de mooie en oude stadsschouwburg in Gent. Opnieuw loopt Vlaanderen hiermee voorop in de Poëzieweek. De twee dichters die het Poëzieweek geschenk schrijven Hester Knibbe en Miriam Van hee, ook in het dagelijks leven goede vriendinnen zijn de eregasten van deze startshow die uiteraard in het teken staat van het thema van de Poëzieweek ‘Vriendschap’.

Maar er is meer te genieten op deze avond in Gent. Er zullen optredens zijn van de dichters Michaël Vandebril en Stijn Vranken, de muzikant Fulco Ottervanger, en het dichterscollectief Proza-K. Proza-k is het geesteskind van twee woordkunstenaars. Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz, twee trotse Antwerpenaren die zichzelf hedendaagse poëtische esculapen noemen. Dit is namelijk het oud-Nederlands woord voor Dokter. Want in onze maatschappij proberen zij het woord als heelmiddel voor te schrijven.

Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz waren twee van de Antwerpse stadsdichters die er gezamenlijk mee stopten, waarom lees je hier. Het gedicht ‘Christal Palace’ , een ode aan de koolkaai, mocht op het allerlaatste moment niet verschijnen op een lelijke grijze elektriciteitskast omdat de tekening zogezegd te obsceen was, wat een van de redenen was om zich als stadsdichters terug te trekken. Alle reden dus om het gedicht hier met afbeelding te plaatsen.

Tickets voor de startshow met dit duo zijn uiteraard te koop via de link hier . De deuren openen om 19.00 uur en de show begint om 20.00 uur.

.

Chrystal Palace

.

De geschiedenis van een stukje stad dat wederom vergeten was

Oh de rijkdom aan verhalen in deze mythische tempel van wellust

.

Een smeltkroes van gefortuneerden en onvermogenden,

van de befaamde en ongure figuren

In een roes van vluchtige schaduwen

Hier, op deze plaats, stond het hof van genot,

het notoire lokaas voor vermaak

.

Met zijn weerkaatsende weerspiegelende toog

vol wulpse, waanzinnige, wonderschone deernes,

dansend op het ritme van een grammofoon, jukebox of muzikant

.

magnifiek en obsceen Antwerpen, zo zinnelijk

bejegenen alsof ze deelnemen aan hetzelfde voorouderlijke ritueel.

.

Ode aan de nacht en haar dames van plezier

ode aan de schemering en de lusten van het vertier

.

Ode aan de gestorven zielen, bedolven onder het puin

voor altijd gestraft door de wrekende puriteinse god

.

 

 

Daar begint de poëzie

Charlotte Van den Broeck

.

Pas geleden kocht ik in een tweedehandsboekenwinkel een drietal bundels uitgegeven naar aanleiding van de Turing gedichtenwedstrijd. Het betreft hier de edities 2013, 2014 en 2016. In deze bundels zijn de beste 100 gedichten opgenomen van elke editie. In 2013 deden er meer dan drieduizend dichters mee met in totaal bijna tienduizend gedichten. Wanneer je dan tot de beste 100 gedichten geraakt, dan kun je ervan uitgaan dat er kwaliteit wordt geleverd.

En dat klopt. Lezend in de 2013 bundel viel me op dat er dichters meededen die jaren later bekende, gepubliceerde en ‘gearriveerde’ dichters zijn. Een kleine greep uit de deelnemers uit 2013 leverde de volgende namen op: Wout Waanders, Lize Spit, Ingmar Heytze, Luuk Gruwez en Charlotte Van den Broeck. Voorwaar niet de eerste de beste. Ook in de andere edities staan zeer bekende namen maar daar zal ik later aandacht aan besteden.

In 2013 deed zoals geschreven Charlotte Van den Broeck (1991) mee. Van den Broeck  behaalde een Master Engelse en Duitse Letterkunde aan de Universiteit Gent en een Master Drama (Woordkunst) aan het Koninklijk Conservatorium, Antwerpen voor ze in 2015 debuteerde met de dichtbundel ‘Kameleon’ (dus twee jaar nadat ze meedeed aan de Turing gedichtenwedstrijd). Deze bundel werd bekroond met de Herman De Coninck Debuutprijs. In 2017 verscheen ‘Nachtroer’, waarvoor ze de driejaarlijkse Paul Snoekprijs voor de beste Nederlandstalige bundel kreeg. Haar poëzie werd vertaald naar het Duits, Frans, Engels, Spaans, Afrikaans en Servisch.

In 2020 schrijft ze het Poëzieweek essay ‘Cosmos, Texaco’ en in 2021 komt haar derde dichtbundel uit getiteld ‘Aarduitwrijvingen’. In ‘Daar begint de poëzie’ de 100 beste gedichten uit de Turing Gedichtenwedstrijd is haar gedicht ‘Jubileum’ opgenomen.

.

Jubileum

.

Wij twee herhalen niet meer,

Ik geloof niet in een convergerend heelal.

Kilometers onder de korst wist men het allang:

er bestaat een punt waarop de aarde roodverbrand zijn rondheid bewijst.

Zo zullen ook wij op een dag samenvallen op eenzelfde as:

amper man, bijna vrouw met een uniseks regenjas.

.

Wij twee kennen geen evenbeeld

uit aarde en klei zouden ze jou niet zijn.

Geen jaren in geen baard, niet het grijs op je boterhammen.

Die foto op de koelkast met je blik

die mijn rok aan mijn enkels denkt.

Ik heb een huid die enkel nog jouw vingers kent.

.

Die keer toen we de haas aanreden, in zijn ingewanden

de oorzaak van verdriet probeerden lezen.

We vreesden dat het nooit zou drogen.

Als je iets niet uitspreekt, is het niet noodzakelijk gebeurd.

‘Ons’ is een bezittelijk voornaamwoord, dat we evengoed kunnen zwijgen.

Een huis gebouwd uit taal met oneindig veel andere namen.

Het is moeilijk wonen in drie letters.

Er is zo weinig plaats.

.

foto: Kioni Papadopoulos

 

Weesgedichten

Raampoëzie

.

Van 26 januari tot en met 1 februari 2023 is het weer Poëzieweek. Tijdens deze week staat poëzie extra in het zonnetje. De Poëzieweek wordt gevierd in Vlaanderen en in Nederland en ik heb weleens het idee dat het in Vlaanderen meer leeft dan hier in Nederland. Sinds de CPNB (die de propaganda voor het Nederlandse boek in ons land verzorgt) af is gestapt van het promoten van themaweken, zijn er allerlei kleinere en minder draagkrachtige organisaties in het gat gesprongen (anders zou de Poëzieweek al lang een stille dood zijn gestorven, hulde dus voor deze organisaties) maar echt het verschil maken blijkt toch moeilijker dan gedacht.

In Vlaanderen lijkt de organisatie van de Poëzieweek een minder groot probleem. Zo is het aantal acties en activiteiten groot en weet men partijen aan zich te binden. Zo ook in het jaar 2023, getuige bijvoorbeeld het initiatief Weesgedichten.

Hoe werkt Weesgedichten? De bibliotheken in Vlaanderen en Brussel bieden dit project aan met als basis: Laagdrempelige activiteit, gedichten in de openbare ruimte (namelijk bij een ieder die dit wil op het raam van een woning, winkel of bedrijf, rechtstreekse betaling aan de dichters en een innige samenwerking met het Poëziecentrum in Gent. Dichter Maud Vanhauwaert is de meter (de vrouwelijke variant van de peetvader) van dit project, zij schreef het themagedicht. Als bibliotheek kun je een pakket kopen van gedichten (25,50 of 100) en je betaald daar een vaste prijs voor. Die gedichten zijn dan te adopteren. Elk gedicht eenmaal. Je kunt je bij een bibliotheek aanmelden voor zo’n gedicht, de bibliotheek zorgt ervoor dat dat gedicht met een acrylstift bij jou op je raam wordt aangebracht.

Op deze manier komen er honderden gedichten bij in de openbare ruimte. Wordt poëzie dichterbij de mensen gebracht en komt er daardoor meer aandacht voor poëzie en dichters. Op de website van Weesgedichten staan de 100 gedichten en dichters te lezen. Een bont gezelschap van Vlaamse en Nederlandse dichters. Neem vooral eens een kijkje.

Omdat we in Nederland niet kunnen deelnemen aan deze actie lijkt het me een heel goed idee om zelf als individuele poëzieliefhebbers aan de gang te gaan met dit idee. Schrijf je zelf poëzie of ken je een dichter, vraag dan of je een gedicht van hem of haar mag gebruiken en schrijf deze zelf met een acrylstift op een raam. Wie weet als we dit massaal doen, dat we volgend jaar kunnen aansluiten bij Weesgedicht.

Uit de 100 gedichten die op de website van Weesgedicht staan, wil ik graag het gedicht ‘Vuurtoren’ van Astrid Arns hier delen.

.

Vuurtoren

.

Ik loop met mijn dochter door de slapende straat.

.

Het zwart sluit elke toegang af, ze vraagt

Waar zijn bloemen goed voor als vruchten niet rijpen?

.

Ik zwijg, de nacht wordt groter door de bliksem.

.

Ik dacht dat ik op alles een antwoord kon geven,

seinen als een vuurtoren aan een verre kust.

.

Maar meer dan me voor haar bewaren kan ik niet.

.

Weerwoord

Point editions

.

In België kocht ik enige tijd geleden in een kringloopwinkel een bundel van Helena van Dina (of Helena De Vetter wat haar echte naam is) in de serie Point van Germaine Droogenbroodt. Op zoek naar deze reeks (mijn exemplaar is nummer 35 jaargang 1994-1995, verschijning tweemaandelijks) kwam ik op de website van het Goethe instituut wat meer informatie tegen. POINT (POetry INTernational), opgericht in 1984, heeft poëzie vertaald en gepubliceerd van de beste kennis & onbekende poeters van de wereld. In de serie gaf men poëzie uit (vertaald) uit meer dan 30 landen.

‘Weerwoord’ de bundel van De Vetter met als ondertitel ‘brieven aan Sylvia Plath’ is van een Vlaamse dichter en kostte destijds 17 gulden of 1450 Belgische francs. In de bundel staan naast de gedichten van De Vetter afbeeldingen van Frans Minnaert. Wat ik ook zo grappig vind is het (korte) lijstje van steunabonnementen (6) waaronder een restaurant en een interieurzaak. Desalniettemin verschenen er door de jaren heen vele bundels en speciale uitgaven bij Point. Over Helena De Vetter kon ik verder niets vinden behalve dan dat het Poëziecentrum in Gent een documentatiemap over haar heeft (maar die is niet digitaal in te zien).

Uit de bundel ‘Weerwoord’ koos ik het gedicht ‘Lady lazarus’ dat verwijst naar het gelijknamige gedicht van Sylvia Plath.

.

Lady lazarus

.

laten we rennen

op het strand

.

laten we spelen

in de branding

.

en elkaar vast

houden wanneer

de zee ons

te ver lokt

.

laten we schelpen

rapen en zand

kastelen bouwen

op de breuk

lijn van ebbe

en vloed

.

voor jou

zal ik het bouw

werk met ratten

bevolken

zodat je

steeds weer

de dood

ontmoet

.

langs de vloed

lijn

.

lady lazarus

wit gehurkt

.

Verkwist

Nina Vanhevel

.

De West-Vlaamse dichter Nina Vanhevel (1989) is fondsredacteur bij Academia Press in Gent. In 2021 werd haar gedicht ‘advies’ gepubliceerd op Het gezeefde gedicht en ook in 2021 werden drie gedichten van haar hand gepubliceerd op Meandermagazine. Hoewel ze denkt en schrijft in het West-Vlaams werkt ze haar poëzie om naar het Nederlands om een groter bereik te hebben en gelukkig maar denk ik dan. Of haar ‘dichterscarrière’ een vervolg krijgt of dat ze zich op het redacteursvak zal focussen is de vraag, als ik haar gedichten lees hoop ik op het eerste.

.

verkwist
.
vandaag je zaad
uit de vuilnisbak gehaald
het lag er al een maand
eerder kon ik het niet maken
om al dat wat van ons nog rest
zomaar weg te dragen
.
is dit dan hoe het is
een lichaam komt
in korte stoten
maar gaat in lange halen
.
en in mijn hoofd dat eeuwig beeld
jouw ogen tot spleetjes geknepen
hoe ik je haren je wenkbrauwen
de kloven in je lippen streelde
als een kind
.
dat nooit zal leren
hoe je liefde moet doseren

.

Trojaanse gedachten

Guislain

.

Enige jaren geleden was ik voor het eerst in Gent in Museum Dr. Guislain. Dit museum is gewijd aan de psychiatrie in België en is gehuisvest op het terrein van de oudste psychiatrische inrichting in België die nog steeds als zodanig in gebruik is. Het museum is een cultureel ijkpunt met betrekking tot de geschiedenis van en actuele discussies over psychiatrie en geestelijke gezondheid, zorg, en kunst en waanzin.

Wat me vooral heel erg goed is bijgebleven van mijn bezoek is de tentoonstelling van de geschiedenis van de psychiatrie in het museum. De zeer indringende foto’s van patiënten van 100 jaar geleden, de zalen met bedden en de machines voor schriktherapie (elektroshocktherapie). Ik moest hieraan terugdenken toen ik in de bundel ‘Trojaanse gedachten’ van de in Warschau geboren dichter Alicja Gescinska (1981) het gedicht ‘Guislain’ las dat overduidelijk over deze instelling en zijn historie is geschreven.

Ik kreeg de bundel cadeau bij de laatste editie van het poëzietijdschrift Awater (ik heb een abonnement waarbij je steeds de clubkeuze cadeau krijgt). Grappig genoeg had ik pas daarvoor de recensie op Meander van Wim Platvoet gelezen die niet onverdeeld positief was. Zet dat af tegen het ‘clubkeuze’ maken en eens te meer blijkt dat over smaak wel degelijk te twisten is.

Omdat ik het gedicht ‘Guislain’ herkenbaar vond, het me deed terugdenken aan mijn bezoek aan het museum, wil ik het hier met jullie delen en ik kan een bezoek aan het museum zeer aanbevelen.

.

Guislain

.

Op het bed ligt een vrouw die aan vroeger denken doet.

De slaap woekert tegen de opgang van gedachten, eindelijk.

De kraan wordt even stil gedraaid, ook ik durf weer te ademen.

Nog hier en daar een woord dat valt, alles in haar nieuwe taal.

Verdwaalde intervallen van begrip is waar ik het mee moet doen.

De rest vervluchtigt, zinkt weg tussen de plooien van het matras.

Een verpleegster komt langs, stelt gerust, mij meer dan haar:

Geduldig zijn, neuroleptica vragen tijd, witte pillen van hoop.

Even later zijn we weer alleen, wat woorden strompelen uit haar.

Morgen zal het beter gaan, morgen spreekt ze weer mensentaal.

Een wankele zekerheid, in haar kamer zonder deurslot,

Even hermetisch open als de gangen in haar hoofd.

Haar helderheid loopt voortaan aan de leiband.

.

Martje Wijers

Non mea culpa

.

Martje Wijers (1986) werkt als docente Zweeds en Nederlands aan anderstaligen. Ze is gepromoveerd op een proefschrift in de taalwetenschap aan de Universiteit van Gent. Ze schrijft gedichten, treedt op en slamt. Ze won o.a. de jaarfinales van de poëzieslag in Festina Lente en de U-slam in 2016, Bellum Poëtica in 2017 en 2018 en stond al drie keer eerder in de finale van het NK Poetry Slam, die ze in 2020 won. Gedichten van Martje werden o.a. gepubliceerd op De Optimist en drie jaar op rij in de Turing top 100.

Wil je naar Martje luisteren dan kun je terecht op de website van De Gids https://www.de-gids.nl/artikelen/beslag-bitterkoekjes . Met onderstaand gedicht ‘Non mea culpa’ won ze de NK Poetry Slam 2020.

.

Non mea culpa

.

Ik weet best dat de grondstoffen uitgeput raken
maar ik ben zelf ook heel moe
en het is toch niet mijn schuld
dat het allemaal niet eerlijk is verdeeld?
ik ben nooit goed geweest in hoofdrekenen
stuur gerust een tikkie voor mijn zonden
vul mijn naam automatisch in op een online petitie
.
ik weet wel dat ik alleen maar trek heb
maar het is de schuld van het suikerbrood
het is te lekker en te goedkoop
voor heel weinig geld kun je heel dik worden
een vette laag gemak als buffer tegen het geweten
dat is nodig met al het schuldgevoel dat aan me knaagt
dat de schaamte op mijn botten blootlegt
het knaagt tot ik bol van buiten hol vanbinnen
als een matroesjka volmondig kan zeggen:
.
maar het is niet mijn schuld
het is de schuld van het cruiseschip dat de griepgolf bracht
van de hotelramen die niet open kunnen
de lichtdoorlatende gordijnen
van de korter wordende dagen
moeders met steeds dezelfde vragen
van het stof dat nooit stopt met vallen
van de linksdragende mannen
het spek dat niet goed werd doorbakken
van de hormonen in de kipfilet
van de paardenmeisjes die zo hard borstelden dat er niets meer overbleef
.
het is ook niet jouw schuld
maar van de Dalai Lama die geen zin heeft in zijn reïncarnatie
de krantenbezorger met zijn zogenaamde kerstwensen
van de managers van influencers
het krakende bed
je vochtvasthoudende benen
de aanhoudende droogte
de onverstaanbare omroepstem op station Amersfoort Vathorst
de bakkersvrouw die in de broden knijpt
alsof het kinderen met bolle wangen zijn
.
niemand heeft het zo gewild, zo onrechtvaardig
laat je vrije wil zien dan en ik schuif alle schuld vandaag nog in je schoenen
we kunnen er niks aan doen, aan die aangeboren hartafwijking
die veel te grote, lege kamers
we kunnen er niks aan doen dat we ze niet kunnen vullen
met tafels en designbanken
niemand durft erop te zitten
iedereen is bang om te knoeien
.
wel heb ik vast hoogpolige tapijten neergelegd
als verzachtende omstandigheid
zodat het minder galmt
als we roepen
of iemand ons
alsjeblieft
alvast wil vergeven

.

Elegie

Maurice Gilliams

.

De Vlaamse dichter Maurice Guillaume Rosalie Gilliams (1900 – 1982) debuteerde op 17 jarige leeftijd met gedichten en proza onder de naam Floris van Merckem, een pseudoniem dat hij later introk. Hij schreef zowel proza als poëzie en brak op 36-jarige leeftijd door met zijn sterk autobiografische roman ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’. Gilliams schreef altijd autobiografisch, meestal over zijn mislukte huwelijk en over zijn verloren jeugd ( Gilliams trouwde in 1935 met Gabriëlle Baelemans maar ze leefden vrij vlug daarna gescheiden. Van een echtscheiding kwam het echter door weerstand van Gabriëlle pas 41 jaar later in 1976).

Als dichter en schrijver ontving hij de Constantijn Huygensprijs (1969), de Driejaarlijkse Staatsprijs (1972) en de Prijs der Nederlandendse Lettren (1980). In dat laatste jaar werd hij ook benoemd tot doctor honoris vausa aan de universiteit van Gent. Na zijn dood in 1982 werd de Maurice Gilliamsprijs in het leven geroepen. Hoewel in Vlaanderen nog steeds een bekende naam raakt deze dichter langzaam in de vergetelheid ondanks het feit dat hij in veel bloemlezingen wordt en is opgenomen.

Uit de bundel ‘Vita brevis’ Verzameld werk uit 1984 komt het gedicht ‘Elegie’.

.

Elegie

.

Zolang op het land.

Roken en door ’t venster staren:

linden voor de gevel,

trage knapen gaan voorbij.

.

Zomeravond op de velden

en de verre treinen kan men horen.

Grachten die naar heimwee smaken,

vergezichten, klokken die mij plagen

komen ’t hart zijn honing roven.

En de dorpen die ik door wil trekken,

waar de bruiden wonen,

waar de boten varen op de stromen,

roepen mij in ’t dalend donker:

in het koren staat een huis.

.

Maar ik sta hier voor het venster

van een boerenkamer

waar een stoel de stilte tekent

en de bloemen bruin verwelken

in een glas groen water.

.

 

%d bloggers liken dit: