Site-archief
Poëzie op straat
Geplaatst door woutervanheiningen
Verlaten poëzie
.
De humor ligt op straat maar soms ligt de poëzie ook op straat. Op http://straatpoezie.nl/ kun je honderden voorbeelden vinden van poëzie die je tegenkomt wanneer je nietsvermoedend (of juist heel vermoedend) op straat loopt. Maar wat misschien nog wel verrassender is, is wanneer je poëzie tegenkomt die iemand heeft achtergelaten in de vorm van graffiti op een muur, een viaduct, op straat (met stoepkrijt) of zoals in Apeldoorn in 2017 op een bord dat iemand op een bankje in een winkelcentrum heeft neergezet. Het aardige van dit soort poëzie is het tijdelijke en vergankelijke. Waar een muurgedicht in bijvoorbeeld Leiden, als het gaat slijten, opgeknapt wordt of weer leesbaar wordt gemaakt, is de verlaten vorm van poëzie juist onderwerp van schoonmaak, verwijdering, of verdwijning.
Het gedicht is wat moeilijk leesbaar daarom hier de tekst van de onbekende dichter @
.
Ik zie ze veel liggen
.
Juist in deze tijd
de eenzame handschoen
we raken ze kwijt
de één zonder ander
één verloren geland
De ander een jaszak
Geen een aan de hand
Ze missen elkaar
Want samen alleen
De handen wat kouder
Tis bijna gemeen
Er komt vast wat warmte
Zo gaat ’t altijd
Nu eerst heerst de kalmte
De handschoen blijft kwijt
.
Geplaatst in Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 2017, @, anoniem, Apeldoorn, bord, dichter, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, graffiti, Ik zie ze veel liggen, Leiden, muren, poëzie, poëzie op muren, Poëzie op straat, schoongemaakt, stoepkrijt, straatpoezie.nl, Verdwijnen, Verlaten poëzie, verwijderd, winkelcentrum
Tijdelijk gedicht
Geplaatst door woutervanheiningen
Adriaan Jaeggi
.
Gedichten in de buitenruimte of ergens binnen in een gebouw kunnen ook een tijdelijk karakter hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld gedichten op buiten- of binnenmuren of op het glas van ramen. Zo stond er in 2014 in de centrale bibliotheek van Den Haag een tentoonstelling van verschillende gedichten van het project ‘Poëzie op pootjes’ op posters https://woutervanheiningen.wordpress.com/2015/01/06/poezie-op-pootjes-2/ .
Blijkbaar was 2014 een goed jaar voor tentoonstellingen van (tijdelijke) gedichten want ook in Amsterdam, op het binnenplein van het Amsterdam Museum, was poëzie te lezen die daar tijdelijk werd tentoongesteld. Hieronder een voorbeeld van een gedicht van (de eerste) stadsdichter van Amsterdam Adriaan Jaeggi (1963 – 2008) getiteld ‘II Toeristisch intermezzo / Gedicht dat op een T-shirt past’.
.
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Poëzie evenementen
Tags: 1963, 2008, 2014, Adriaan Jaeggi, Amsterdam, Amsterdam Museum, binnenmuren, binnenplein, buitenmuren, Centrale bibliotheek, Den Haag, dichter, gedicht, gedichten, gedichten in de buitenruimte, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, Il Toeristisch intermezzo / Gedicht dat op een T-shirt past, poezie op pootjes, posters, ramen, stadsdichter, tentoonstelling, tijdelijk karakter, tijdelijke gedichten, tijdelijke poëzie
Gedicht op een waaier en een ketting
Geplaatst door woutervanheiningen
Judith Herzberg en Emily Dickinson
.
Ik heb al vaak geschreven over gedichten op vreemde plekken. Ook Meander heeft nu de vraag aan de klezers van haar nieuwsbrief gesteld om met leuke en bijzondere voorbeelden te komen. Heel soms kom ik nog een voorbeeld tegen dat ik nog niet heb besproken op dit blog. Zoals vandaag een waaier en een 3D ketting.
De eerste is een vouwwaaier met dubbel blad van papier waarop aan de voorkant een gedicht van Judith Herzberg, ‘Er is nog zomer’ uit 1992, is gedrukt, op een glad montuur van bamboe met metalen sluitpin (1991) verkrijgbaar in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Het tweede voorbeeld is een gedicht van Emily Dickinson in een 3D geprinte halsketting.
.
Er is nog zomer
.
Er is nog zomer en genoeg
wat zou het loodzwaar
tillen zijn wat een gezwoeg
als iedereen niet iedereen terwille
was als iedereen niet iedereen
op handen droeg.
.
If I can stop one heart from breaking,
I shall not live in vain;
If I can ease one life the aching,
Or cool one pain,
Or help one fainting robin
Unto his nest again,
I shall not live in vain.
.
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in vreemde vormen, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 1991, 1992, 3D, Amsterdam, bamboe, dichter, Emily Dickinson, Er is nog zomer, gedicht, gedichten, gedichten op vreemde plekken, geprint, halsketting, If I can stop one heart from breaking, Judith Herzberg, ketting, papier, poëzie, Rijksmuseum, sluitpin, vouwwaaier, waaier
De Stenen Strofe
Geplaatst door woutervanheiningen
Gedichtenroute
.
De stadsarchivaris van Bergen op Zoom, Cees Vanwesenbeeck kreeg in 1996 de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren. Hij besteedde een deel van zijn prijzengeld aan een opdracht aan de dichter Bert Bevers, om een gedicht te schrijven voor op de kopgevel van het gebouw van de Gemeentelijke Archiefdienst (later het Regionaal Historisch Centrum).
Dat gedicht werd ‘Bergen op Zoom’. Marc Meeuwissen maakte het grafisch ontwerp en in november 1997 werd het gedicht onthuld. De reacties waren zo enthousiast dat de gedachte post vatte een hele reeks van dit soort Stenen Strofen doorheen de gemeente te realiseren.
Andere steden hebben weliswaar vergelijkbare projecten, maar de Stenen Strofen zijn door de desbetreffende dichters op verzoek van het comité steeds ofwel op Bergen op Zoom geschreven, ofwel op de locatie waar ze werden gerealiseerd. Maar er zijn ook gedichten opgenomen van de in Bergen op Zoom geboren dichter Anton van Duinkerken (1903 – 1968).
De gedichten worden gejureerd door Wim van Til (directeur van het Poëziecentrum Nederland), Tony Rombouts (ere-secretaris van de Vlaamse Vereniging van Letterkundigen) en telkens de voorgaande dichter.
Inmiddels is zijn er vele gedichten aan de route toegevoegd, 15 in het stadscentrum en 4 buiten het stadscentrum en nog steeds komen er gedichten bij. Soms is er gekozen voor de uitvergroting van een fragment. Het hele gedicht is in alle gevallen te lezen op een speciaal aangebracht bordje.
Gedichten zijn er te genieten van dichters als Hans Tentije, Albert Hagenaars, Johanna Kruit en Ester Naomi Perquin van wie het gedicht ‘Iemand bedacht’ is aangebracht op een gevel aan de Zuidmolenstraat. Meer informatie vind je op https://www.stenenstrofen.nl/index.html
Iemand bedacht
.
Een man gaat slapen in een dorp en wordt wakker in een stad.
Zijn bed is blijven staan, zijn huis, de naam
die hij kent is gebleven.
.
Ach, niemand vertelt hem ooit wat. Hij staat op en wast zich,
het is een doodnormale dag. Hij spoelt dorpsstof van zijn huid,
luistert naar de kerk, de hoge vogels, opent dan het luik.
.
En kijk eens aan, de lengte van de horizon, de halve hemel
en acht eeuwen stedelijk leven rollen zich
recht voor hem uit.
.
Een dorp past doorgaans in één blik. Een stad in steeds opnieuw
beseffen waar je bent. Steeds andere ogen om te zien dat je bed
vannacht is gebleven, dat je huis er nog staat.
Dat je woont in een naam die je kent.
.
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Literaire wandelingen, Poëzie en Kunst
Tags: 1903, 1968, 1996, 1997, Albert Hagenaars, Anton van Duinkerken, Bergen op Zoom, Bert Bevers, Cees Vanwesenbeeck, dichter, dichters, Ester Naomi Perquin, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, gedichtenroute, Gemeentelijke Archiefdienst, gevelgedicht, Hans Tentije, Johanna Kruit, kopgevel, locatie, Marc Meeuwisse, Niemand bedacht, poëzie, Poëziecentrum Nederland, prijzengeld, Regionaal Historisch Centrum, Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren, stadsarchivaris, Stenen Strofe Route, Tony Rombouts, Vlaamse Vereniging van Letterkundigen, Wim van Til, Zuidmolenstraat
Stalen poëzie
Geplaatst door woutervanheiningen
Cortenstaal
.
Op zoek naar iets heel anders kwam ik op internet een aantal mooie vormen van poëzie in vreemde vormen tegen. Of eigenlijk moet ik zeggen poëzie in bijzondere uitvoeringen. In dit geval namelijk uitgesneden in platen Cortenstaal.
Cortenstaal, ook bekend onder de merknaam COR-TEN-staal, is een metaallegering, bestaande uit ijzer waaraan koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom zijn toegevoegd. Cortenstaal is een weervast staal en de bruine roestkleur is het meest typische uiterlijke kenmerk.
Regelmatig kom ik kunst in de buitenruimte tegen die is uitgevoerd in dit soort staal. Als je ooit een roestige vorm van kunst buiten ziet ga er dan maar vanuit dat het hier Cortenstaal betreft. En er is dus ook poëzie uitgevoerd in Cortenstaal. Zo kwam ik Staaltjes natuur tegen http://www.staaltjesnatuur.com van Geert De Kockere. Of litanuurtjes zoals hij ze noemt; gedichten uitgesneden in platen Cortenstaal. De gedichten worden gesneden in een plaat staal van 62 bij 62 en kunnen als een kunstwerk in de tuin kunnen worden gezet, aan een muur gehangen of zelfs binnen in een hal voor een poëtische noot kunnen zorgen.
Hieronder een aantal voorbeelden (niet alleen van Geert De Kockere overigens, er zijn meerdere aanbieders.
.
Geplaatst in Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten in vreemde vormen, Gedichten op vreemde plekken, Poëzie en Kunst
Tags: 62 bij 62 cm, chroom, COR-TEN-staal, Cortenstaal, dichter, fosfor, gedicht, gedichten, gedichten in bijzondere vormen, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, Geert De Kockere, hal, ijzer, koper, kunstwerk, literatuurtjes, metaallegering, muur, nikkel, platen staal, poëzie, roestig, silicium, tuin, typisch uiterlijk kenmerk, uitgesneden, weerkaats
Gedicht in Dublin Airport
Geplaatst door woutervanheiningen
Swanlight
.
In 2017 werden passagiers die Ierland verlieten via Dublin Airport geconfronteerd met installaties van Ierse kunstenaars om op die manier een positief blijvende indruk van Ierland mee te geven. Niet alleen werden visuele kunstinstallaties met de titel ‘Vibrant Irish Light’ geplaatst in opvallende kleuren van de regenboog maar er werd ook het gedicht ‘Swanlight’ uit 2001 van de Ierse dichter, priester, auteur en Hegeliaans filosoof John O’Donohue (1956 – 2008) getoond maar ook teksten van andere Ierse auteurs. Of deze installaties en gedichten nog steeds te zien zijn weet ik niet maar ze zien er prachtig uit.
.
Swanlight
.
Might brighten its syllables on the frost
Of these first New Year days whose cold is blue.
A weak winter sun lowers down behind
The moor that rises away from the lake.
Succumbs to this darkening of spirit
That would deny the bog today’s twilight.
To appear at the far end of the lake
In two diagrams of white, uneven light.
And alone, glistening in awkward form
Dreaming across the water a bright path.
Two swans have found the mirror in the lake
Where a V of horizon lets light through
Now they swim and fade through windows of reed
And disrobe the lake of apparition.
See nothing. Departing that perfect ground
I knew I had been hungry for a blessing.
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Ierse dichtersweek
Tags: 1956, 2001, 2008, 2017, auteur, dichters, Dublin Airport, gedicht, gedicht op een vliegveld, gedichten, gedichten op vreemde plekken, Hegeliaans filosoof, Ierland, Iers dichter, Ierse dichter, Irish poetry, John O'Donohue, kunstinstallaties, passagiers, poëzie, poem, poet, poetry, priester, Regenboog, Swanlight, Vibrant Irish Light, visueel
Geest en macht
Geplaatst door woutervanheiningen
Gedichten op lantarenpalen
.
In 1906 wordt in het Estse plaatsje Jõgeva dichter en schrijfster Betti Alver (1906 – 1989) geboren. Van 1924 tot 1927 studeerde zij Estische filologie aan de Universiteit van Tartu waarna ze meer dan 60 jaar schrijfster zou zijn. Ze begon met het schrijven van novellen en romans maar maakte vooral naam als dichter. Haar debuutbundel ‘Tolm ja tuli’ (Stof en Vuur) uit 1936 betekende haar doorbraak als dichter. Voor haar werk ontving zij verschillende literaire prijzen waaronder de ‘Juhan Liiv Poëzieprijs’. In Alvers werk is de geest altijd belangrijker dan de materie, hetgeen ook blijkt uit haar beroemde gedicht ‘Geest en Macht’ uit 1939 (vertaling Cornelius Hasselblatt en Marianne Vogel).
.
Geest en Macht
.
De geest droeg ooit een rijke dos
en lauwerkrans
hij draaide aan ’t spit een vette os –
maar thans? Maar thans?
De massa staat in vroom gelid
en rijke dos.
Maar vriend, nu zit de geest aan ’t spit
en draait de os.
.
In haar geboorteplaats Jõgeva is het Betti Alver museum gevestigd waar manuscripten, literaire werken, foto’s en persoonlijke bezittingen van haar te zien zijn. In 2018 besloot het museum dat het mooi zou zijn als haar poëzie ook buiten het museum in de openbare ruimte te lezen zou zijn. Dus liet men een bedrijf delen van haar poëzie uitsnijden in aluminium en deze op lijnen aan lantaarnpalen bevestigen. Hierdoor zien ze er licht en luchtig uit tegen de lucht en roepen ze de voorbijganger op ze te lezen. De gedichten zijn geplaatst op zes lantaarnpalen rond de stad Jõgeva.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 1906, 1924, 1927, 1936, 1939, 1989, 2018, aluminium lijnen, Betti Alver, Betti Alver museum, Cornelius Hasselblatt, dichtbundel, dichter, Estische filologie, Estland, Ests dichter, foto's, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, gedichtenbundel, geest, Geest en Macht, Jõgeva, Juhan Liiv Poëzieprijs, licht, literaire prijzen, literaire werken, lucht, manuscripten, Marianne Vogel, materie, novellen, persoonlijke bezittingen, poëzie, poëziebundel, romans, schrijfster, Stof en Vuur, Tolm ja tuli, Universiteit van Tartu, vertalers, Vertaling
Service information
Geplaatst door woutervanheiningen
Guerilla poëzie
.
Als er iets is waar ik een zwak voor heb dan is het voor spontane ideeën, ingevingen en acties gericht op poëzie en het uiten van dichters. Browsend op het internet kom je dan soms hele mooie voorbeelden tegen. Zoals het voorbeeld dat ik tegen kwam op de website van Andrew Whitehead https://www.andrewwhitehead.net/ over underground poëzie. Ik schreef al eens over het initiatief van de Metro in Londen om het gedrag van reizigers te beïnvloeden middels ‘Poetiquette’. Daar mochten reizigers op de Tumblr site van de metro gedichten plaatsen en de beste en mooiste werden op posters gedrukt en in de metrostations gehangen https://woutervanheiningen.wordpress.com/2016/01/13/subway-etiquette/ .
Maar in diezelfde metro van Londen staan borden van de Service Information. Daarop kunnen mededelingen worden geschreven door de medewerkers van de metro aan de reizigers. Een aantal ‘guerilla’ dichters hebben zich die borden eigen gemaakt. Door boven aan het bord ‘Poetry Corner’ te schrijven en daaronder de datum en een gedicht met weer daaronder de naam van de dichter worden reizigers geconfronteerd met gedichten tijdens hun reizen. Dit kunnen gedichten zijn van bekende dichters maar ook van volledig onbekende dichters of anonieme dichters.
Hieronder een paar voorbeelden. Het eerste voorbeeld is een gedicht van dichter Jehane Markham (1949). Markham studeerde aan de Central School of Art en deed Irish en Film Studies aan de University of North London. In 1974 debuteerde ze met de dichtbundel ‘The Captain’s Death Soul’ waarna ze nog ‘Ten Poems’ (1993), ‘Twenty Poems’ (1999) en ‘Thirty Poems’ (2004) publiceerde. Van haar hand werd het gedicht ‘The Kiss’ geschreven op het Service Information bord.
.
The Kiss
.
In the dark saying goodbye,
I would kiss you on the lips
and begin to cry.
Imagine for once a good outcome
for death. That heaven really
does exist.
At the gate,
all the people that you love.
Waiting to be kissed.
.
Geplaatst in Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 1949, 1974, 1994, 1999, 2004, aankondiging, Andrew Whitehead, beïnvloeden, bord, Central School of Arts, dichter, dichters, Film studies, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, guerilla poëzie, guerilla poetry, Irish studies, Jehane Markham, Londen, London, metro, metrostations, ondergrondse, poëzie, poem, poems, poet, Poetiquette, poetry, Poetry Corner, reizigers, Service Information, Subway, Ten Poems, The Captain's Dead Soul, The kiss, Thirty Poems, Twenty Poems, underground, University of North London
Dichter bij Bloem
Geplaatst door woutervanheiningen
Alphen aan de Rijn
.
De dichter en essayist over poëzie J.C. Bloem (1887 – 1966) wordt sinds 2016 met een plaquette geleerd in de stad waar zijn ouders en hij zelf in zijn jeugd woonde Alphen aan de Rijn. Om precies te zijn bij de Villa Nuova aan de Oudshoornseweg. In 2016 was er wat gedoe over de plaatsing van deze plaquette omdat bekend was dat Bloem voor de oorlog lid was van de NSB en er soms nogal dubieuze ideeën op na hield. Hoewel de gemeente eerst niet wilde meewerken ging met toch akkoord om de betekenis van de dichter Bloem in de Nederlandse poëzie.
In het jaar dat het project Dichter bij Bloem van start ging werd onder andere een bord bevestigd bij de ingang van Villa Nuova en werd er een gedichtenwedstrijd uitgeschreven onder middelbare scholieren onder de ietwat vreemde titel Winning Moed. Het project liep tot 10 mei 2017, precies 130 jaar na zijn geboortedag. Op een overzichtsbord bij de Villa is nu nog een foto en informatie over dit project te lezen, evenals een aantal gedichten van Bloem.
Hieronder wat foto’s genomen door mijn broer en een gedicht van Bloem in sonnetvorm uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ derde druk uit 1968 het gedicht ‘De gelatene’.
.
De gelatene
.
Ik open ’t raam en laat het najaar binnen,
Het onuitsprekelijke, het van weleer
En van altijd. Als ik één ding begeer
Is het: dit tot het laatste te beminnen.
.
Er was in ’t leven niet heel veel te winnen.
Het deert mij niet meer. Heen is elk verweer,
Als men zich op het wereldoude zeer
Van de miljarden voor ons gaat bezinnen.
.
Jeugd is onrustig zijn en een verdwaasd
Hunkren naar onverganklijke beminden,
En eenzaamheid is dan gemis en pijn.
.
Dat is voorbij, zoals het leven haast.
Maar in alleen zijn is nu rust te vinden,
En dan: ’t had zoveel erger kunnen zijn.
..
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 1887, 1966, 1968, 2016, 2017, Alphen aan de Rijn, betekenis, De gelatene, derde druk, dichtbundel, dichter, Dichter bij Bloem, essayist, geboortedag, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, gedichtenbundel, gedichtenwedstrijd, gemeente, J.C. Bloem, middelbare scholieren, Nederlandse poëzie, NSB, Oudhoornseweg, overzichtsbord, plaquette, poëtische essays, poëzie, poëziebundel, project, Tweede wereldoorlog, Verzamelde gedichten, Villa Nuova, Winning Moed
Gedicht op een kathedraal
Geplaatst door woutervanheiningen
Maud Vanhauwaert
.
De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen die tussen 1352 en 1521 werd gebouwd staat in de steigers want ze wordt gerestaureerd. En Antwerpen zou Antwerpen niet zijn als ze dit gegeven niet zouden aangrijpen om rondom deze restauratie niet iets te doen met poëzie. Antwerpen was de eerste Vlaamse stad met een stadsdichter. Na Tom Lanoye, Ramsey Nasr, Bart Moeyaert, Joke van Leeuwen, Peter Holvoet-Hanssen, Bernard Dewulf, Stijn Vranken, Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert zal Seckou Ouologuem vanaf Gedichtendag 2020 deze titel dragen.
De restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwenkathedraal begon al voor 2020 dus stadsdichter Maud Vanhauwaert (stadsdichter 2018-2019) is gevraagd een gedicht te maken bij deze restauratie. Het gedicht ‘Deze oude lieve vrouw’ is aangebracht op drie grote borden die als afscheiding fungeren tussen de kathedraal (waar gewerkt wordt aan de restauratie) en het publiek.
.
Geplaatst in Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Vlaamse dichters
Tags: 2018-2019, 2020, afscheiding, Antwerpen, Bart Moeyaert, België, Bernard Dewulf, borden, Deze oude lieve vrouw, dichter, gedicht, gedicht op een afscheidingsbord, gedichten, gedichten op vreemde plekken, gedichtendag, Joke van Leeuwen, Maarten Inghels, Maud Vanhauwaert, Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Peter Holvoet-Hanssen, Ramsey Nasr, restauratie, Seckou Ouologuem, stadsdichter, Stijn Vranken, Tom Lanoye, Vlaams dichter, Vlaamse stad, Vlaanderen