Site-archief
Twist!
Gedichtenwedstrijd 2022
.
Zoals al eerder in een bericht genoemd op mijn blog, organiseert de poëziestichting Ongehoord! alweer voor de 8ste keer in haar bestaan een gedichtenwedstrijd. De voorwaarden om aan deze gedichtenwedstrijd deel te nemen kun je hier vinden. Het thema van de wedstrijd (Twist), de prijzen (een beeldje van kunstenares Lillian Mensing), een juryrapport en je gedicht op de website van poëziestichting Ongehoord! en nu ook de plaats waar de prijsuitreiking zal zijn.
Op zondag 18 september 2022 zal in de Jacobustuin, aan de Jacobusstraat in hartje Rotterdam (5 minuten lopen van het Centraal Station) de prijsuitreiking plaats vinden. De dichters die met hun gedicht op de shortlist komen (30) krijgen een uitnodiging om hun gedicht in deze bijzonder sfeervolle tuin voor te dragen alvorens de jury bekend maakt wie de nummers 3, 2 en 1 zijn. Uiteraard is de tuin dan ook gratis toegankelijk voor iedereen die dit mee wil maken. Er zal naast veel poëzie, muziek zijn en eten en drinken voor de liefhebbers.
Lees ook eens de winnaars van vorige edities op deze website zoals het gedicht dat in 2012 de eerste editie won, toen met als thema de 7 hoofdzonden, van Hervé Deleu getiteld ‘In de ochtendfile’.
Deze gedichtenwedstrijd is ook terug te vinden op de bijzonder informatieve website http://www.schrijvenonline.org
De gedichtenwedstrijd 2022 wordt mede mogelijk gemaakt door de omwonenden van de Jacobustuin en de Stichting Elise Mathilde Fonds.
.
In de ochtendfile
.
na een nacht onrustig
verwordt de tijd tot haar intieme bondgenoot.
Wellustig stuwt vanuit de diepte
de autoverwarming haar jeanspijpen binnen.
Even krult ze de tenen.
Ongegeneerd omklemt ze
de gladde kop van de pookversnelling
en ademt traag.
Haar elegante hand
glijdt ritmisch de verchroomde stang op en neer
terwijl haar voet met de motor speelt
en vibraties jaagt
door haar hele onderlijf.
Ze spiedt in de achteruitkijkspiegel
waarin haar genietende ogen
alléén die van haar ontmoeten.
Nog even duurt het spel
waarvan zij meester is.
Als de file oplost
droogt ook haar onvervuld verlangen.
Elma van Haren
Zacht gat in broekzak
.
Elma van Haren (1954) studeerde aan de kunstacademie te ‘s-Hertogenbosch. In 1988 verscheen haar debuutbundel ‘De reis naar het welkom geheten’, waarvoor ze de C. Buddingh’-prijs ontving tijdens Poetry International in Rotterdam, voor het beste debuut in de Nederlandstalige poëzie. Het was de eerste keer dat deze prijs werd uitgereikt. De prijs werd tot en met dit jaar elk jaar uitgereikt met uitzondering van 1989.
In 1997 kreeg ze de Jan Campert-prijs voor de bundel ‘Grondstewardess’. Sinds de dichtbundel ‘De wiedeweerga’ (1998) schrijft ze ook voor kinderen. Sinds 2003 is ze jurylid van de P.C. Hooft-prijs. Daarnaast is ze redacteur van het Vlaamse literaire tijdschrift DW B (Dietsche Warande en Belfort).
In 2005 verscheen de bundel ‘Zacht gat in broekzak’ en uit die bundel komt het gedicht ‘De Conradstraat vanuit alle ooghoeken’.
.
De Conradstraat vanuit de ooghoeken
.
In de zwijgende straat de voetstap;
hakkentik of een met kolenschopecho,
wie weet wie er nadert?
Broek-, maat- of trainingspak
en wat dan nog…
Daar is de verende sportschoenentred,
de gumizolenparadepas, piepend
in de regen.
En dan nog,
wie – o wie – houdt de helft van
het naderen geheim,
als hij achter je loopt
zonder geluid?
.
Jij, stuiterend met een zwarte kous
over je gipsen enkel, kou
die vanuit de kuit de lies intrekt,
waar is je engelbewaarder?
.
Familieweekend
Carmien Michels
.
De Leuvense Carmien Michels (1990) is dichter, auteur en performer. Ze ging Woordkunst studeren aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen waar ze in 2013 afstudeerde en debuteerde met de roman ‘We zijn water’. Voor Nederlanders klinkt het vreemd als iemand met een roman afstudeert aan een conservatorium. In Nederland studeer je aan een conservatorium om professioneel musicus of danser te worden. Geen schrijver. In België kun je ook de richtingen Kleinkunst of Woordkunst volgen.
In de kringen van het spoken word platform Mama’s Open Mic werd haar liefde voor ritme, poëzie, engagement en poetry slam grondig gevoed. Na nog eens een roman te hebben gepubliceerd en in 2016 het Nederlands en Europees Kampioenschap Poetry Slam te winnen (ze haalde ook brons op het Wereldkampioenschap in Parijs) volgde haar poëziedebuut ‘We komen van ver’ in 2017.
Ik leende deze bundel via de digitale bibliotheek (als je lid bent van de bibliotheek kun je het hele jaar gratis E-books en gesproken boeken lenen) en hoewel groot geworden in de spoken word scene zijn de gedichten in deze bundel heel goed leesbaar als gedichten in een gedichtenbundel.
Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Familieweekend’.
Familieweekend
.
Mijn vader
vastgebonden aan een
totempaal
we spelen voetbal en
mikken op zijn bril
hij jammert in trance
over de slang in bad
toen hij in Congo
jongen was
.
Mijn neefje pleegt own
goal
valt neer met handen
voor zijn kruis
waar de schaduw van
de paal de appelboom
raakt
knikt een missionaris
mijn vader toe
.
De mannen en jongens
zweten de meisjes niet
de zon dribbelt tussen
de wolken
er komt geen adder
door het gras gekropen
.
De geleerden
W.B. Yeats
.
In een tijd waarin de wetenschap en wetenschappers onder druk van allerlei mensen die denken dat wetenschap ‘ook maar een mening is’ (zalig zijn de armen van geest) is een gedicht over geleerden natuurlijk mooi om te delen. Totdat ik het gedicht las, ik heb het hier over het gedicht ‘The Scholars’ of zoals het in de vertaling van Ivo van Strijtem heet ‘De Geleerden’ van William Butler Yeats (1865 – 1939) uit de bundel ‘De mooiste van William Butler Yeats’ uit 2010, en me realiseerde dat het hier niet gaat over alwetende (of moet ik hier spreken van altijd twijfelende) geleerden maar over de kloof die er altijd is tussen generaties geleerden.
Aan de ene kant de oude, eerbiedwaardige geleerden en aan de andere kant de jonge honden die de kennis en waarden van deze oude geleerden (mannen in dit gedicht) tarten en uitdagen. Met aan het einde van het gedicht de verwijzing naar de Latijnse lyricus Gaius Valerius Catullus (ca. 84 – tussen 54 en 47 v.Chr.) die in zijn tijd tot de meest moderne onder de antieke dichters werd gezien, waarmee Yeats zijn duidelijke mening geeft over literaire critici. Een korte analyse van dit gedicht staat hier
Ik plaats het gedicht hier in het Engels en in de vertaling voor wie het Engels niet (voldoende) machtig is.
.
The Scholars
.
Bald heads forgetful of their sins,
Old, learned, respectable bald heads
Edit and annotate the lines
That young men, tossing on their beds,
Rhymed out in love’s despair
To flatter beauty’s ingnorant ear.
.
All shuffle there: all caught in ink;
All wear the carpet with their shoes;
All think what other people think;
All know the man their neighbour knows.
Lord, what would they say
Did their Catullus walk that way?
.
De Geleerden
.
Kaalkoppen, eerbiedwaardig, oud,
Geleerd, zich van geen kwaad bewust
Kijken ieder woord na van wat
Jonge mannen in een bed van onrust
Rijmden, liefdeswanhoop zat,
Waar schoonheid geen oren naar had.
.
Zij schuifelen, kuchen in inkt,
Verslijten sloffend het tapijt;
Zij vinden wat een ander vindt,
Kennen de mensen die hun buurman kent.
God, verbeeld je maar hun ego,
Liep hun Catullus dan ook zo?
.
Waterspiegelbeelden
Nel Noordzij
.
De Rotterdamse dichter en schrijver Nel Noordzij (1923-2003) studeerde pedagogiek en psychologie. Dat is heel goed te zien in haar werken. De belangrijkste thema’s uit haar vrij omvangrijke oeuvre zijn het isolement ten gevolge van lichamelijke of geestelijke trauma’s. Zij beschrijft de gevoelens van haar personages inzake liefde en seksualiteit met een grote openhartigheid.
In haar poëzie probeerde zij het diepste van de menselijke ziel bloot te leggen. Noordzij verbloemde niets en haar taalgebruik was vaak hard. En toch schreef ze ook gevoelige gedichten. In haar bundel ‘Leven zonder opperhuid’, verschenen als Literaire Pocket bij de Bezige Bij in 1962, staat het liefdesgedicht ‘Waterspiegelbeelden’ en daarin is van harde taal niets te lezen. Oordeel zelf.
.
Waterspiegelbeelden
.
En de liefde, deze,
die zo stilstaand voor zich uitstaart,
waterspiegelbeelden spigelt
en verwaand als deze liefde
lief bewaard gebleven is,
.
Zo stil staan in je ogen, liefde,
spiegeltranen en pupillen omgekeerd
als waterspiegelbogen,
bogenbeelden en herinneringen
tot de rand gevuld.
.
Zo stil staat liefde in je ogen,
in je ogen staat
en omgekeerd.
.
Reisgenoten
20 jaar poëzietijdschrift Awater
.
In 2002 richtte Gerrit Komrij, destijds Dichter des Vaderlands, het poëzietijdschrift Awater op. Een tijdschrift om de Nederlandstalige poëzie toegankelijk te maken voor een breed publiek. Nu, 20 jaar later, komt Awater met een bloemlezing van dichters die de afgelopen 20 jaar aan het tijdschrift hebben meegewerkt. De bloemlezing is getiteld ‘Ik vond vele reisgenoten’ en ik kreeg hem bij mijn abonnement op dit tijdschrift met het zomernummer van 2022 meegestuurd.
De bundel wordt ingeleid door Myrte Leffring en bevat 20 gedichten van bekende dichters die een gedicht schreven rond het thema ‘Ik zoek een reisgenoot’ het motto van het gedicht ‘Awater’ van Martinus Nijhoff uit 1934 (waar het tijdschrift naar vernoemd is). Zoals op het achterflap te lezen staat is het resultaat een rijk scala aan poëtische bestemmingen, met de nodige obstakels én prachtige uitzichten onderweg.
Als er voor mij één ding blijkt uit deze jubileumbundel dan is het dat de poëzie in Nederland (en de andere Nederlandstalige gebieden) leeft en veelzijdig is en dat er voor een poëzietijdschrift altijd ruimte is. Wat mij betreft op naar het volgende jubileum.
Onder de deelnemende dichters in de jubileumbundel grote bekende dichtersnamen en een enkele wat minder bekende. Ik koos voor het gedicht ‘Een wat langere reis’ van Jan Glas (1958) een Gronings beeldend kunstenaar, schrijver, dichter, zanger, fotograaf en redacteur van het Groningse tijdschrift Krödde. Ik koos dit gedicht omdat de laatste strofe mij heel erg deed denken aan het gedicht ‘Mannenman’ dat ik schreef in 2013.
.
Een wat langere reis
.
Voor een wat langere reis zoek ik gezelschap.
Een ezel. Een met harde hoefjes. Sterk, koppig en lief.
.
Een metgezel om de bevroren uren in te halen.
Om samen op te trekken door ons laagland
en te krabbelen in de bergen over steile paadjes
langs geïsoleerde dorpen waaruit rook kringelt.
Af en toe iets zeggen.
.
Wat ik te bieden heb, ik val met de deur in huis:
ik ben een truffel, opgegraven door een varken.
Heb slanke handen en haal honden aan. Een eenling
.
met weinig ambities. Ik hoef geen man te zijn.
Ik wil er eentje spelen.
.
Zomertijd
Frank van Pamelen
.
Eind 2020 kwam de laatste bundel van light verse dichter Frank van Pamelen (1965) uit. Van Pamelen die ik ken van een aantal fijne gedichten in MUGzine #8 is een bekend light verse dichter. In 2012 verscheen van hem de bundel ‘IKEA en andere verzen’. Hierna verschenen nog enkele jeugdboeken van zijn hand maar in 2020 dus zijn laatste bundel ‘Bravogeroep en enthousiast gefluit’
Toen ik de bundel aan het doorlezen was bleef mijn oog hangen bij het gedicht ‘Zomertijd’. Aan de ene kant omdat dit sonnet, zoals zo vaak bij van Pamelen, heel slim en intelligent in elkaar zit maar in dit geval ook zeker omdat hij in het gedicht verwijst naar het beroemde gedicht van Herman Gorter (1864-1927) de ‘Mei’ uit 1889. Uiteraard geeft van Pamelen hier zijn eigen bijzondere twist aan.
.
Zomertijd
.
Een nieuwe lente en een nieuw geluid
Zo dichtte ooit de dichter Herman Gorter
Een man wiens werk ik zeker niet supporter
Want altijd komt zijn onheilstijding uit
.
Dan zetten wij de klok een stuk vooruit
En maken wij de dag aanzienlijk korter
Want na zo’n drieëntwintig uren wordt er
Alweer een nieuwe datum aangeduid
.
Maar ik slaap elke keer weer nietsvermoedende
De voorgeschreven omzettijd voorbij
Want ik verafschuw onderbroken nachten
.
En dus zit ik haast ieder jaar weer woedend
En foeterend op Herman Gorters ‘Mei’
Een half jaar op de wintertijd te wachten
.