Site-archief
De Etruskische weduwe
Albertina Soepboer
.
Op 27 augustus heb ik een bezoek gebracht aan een nieuw poëziepodium ‘Unica’, een initiatief van Irene Siekman (onder andere directeur van stichting de Poëziebus) en Gilbert van Drunen in Koffie & Ambacht (Rotterdam zuid). Het idee van dit nieuwe poëziepodium is dat er 1 dichter te gast is die een hele avond vult onder het motto ‘One poet, one show’. Geen muziek, geen andere dichters of gasten maar een podium voor 1 dichter. Op deze manier leer je een dichter veel beter en ook van een andere kant kennen.
De avond die ik bezocht had Albertina Soepboer (1969) als gast. De Friese Soepboer is schrijfster, dichteres, vertaler en beeldend kunstenaar. Ze publiceert zowel in het Nederlands als in het Fries. In haar verhaal kwamen de verschillen tussen de Nederlandse taal en de Friese taal ter sprake, legde ze verbanden tussen mensen die Fries als thuistaal hebben en Marokkaanse of Turkse leerlingen van haar die het Berbers of Turks als thuistaal hebben. Ze droeg voor uit de verschillende dichtbundels die ze publiceerde en vertelde over haar leven, haar werk en haar dichterschap. Een bijzondere avond in een bijzondere setting. Het is duidelijk dat Irene en Gilbert hiermee iets moois neerzetten.
In 2005 publiceerde Soepboer de bundel ‘Zone’ een bundel die ontstond naar aanleiding van de reizen die zij maakte door het nieuwe en vaak nog chaotische Europa. Zone gaat over grenzen: over oude en nieuwe grenzen tussen noord en zuid, tussen man en vrouw en tussen toen en nu. Zone gaat ook over geweld: wie grenzen trekt of openbreekt, lijkt daar niet aan te kunnen ontkomen. Uit deze bundel komt het gedicht ‘De Etruskische weduwe’.
.
De Etruskische weduwe
.
Je sterft gewoon, sprak ze
uit de binnentuin kwam ze op stamelende voeten
en die nacht was het niet de wind in de oleanders.
.
Later leunde ze tegen een zuil
in de villa arriveerde de herfst als eenzame bijslaap
en iemand anders zou de jurk op het gras leggen.
.
Geen woord van de keizer
dan de gescheurde beloftes, het te hgete waterbad
en zijn schroeiende woestijn in weer andere zuiden.
.
De rotte appels rolden
zo van de bomen, rijpten nog een hele zomer na
en haar polsen bleven de drempels over glijden.
.
Eerste jonge dichter des vaderlands
Joanne Hoekstra
.
In 2012 werd voor de eerste maal in Nederland de jonge dichter des vaderlands gekozen. Er waren zestig inzendingen voor de nieuwe titel in poëzieland en van die 60 werden er 4 jongens en 10 meisjes genomineerd om mee te dingen naar de titel. Deze 14 jongeren (allen tussen de 16 en 18 jaar oud) kregen een aantal workshops aangeboden (onder andere ‘schrijven & schrappen’ en ‘voordragen’) en mochten in een privéles nog verder hun poëzie aanscherpen.
Uiteindelijk werden er drie finalisten gekozen: Sannemaj Betten, Kenza Bolsius en Joanne Hoekstra. Deze drie dichters mochten een poëzieclip opnemen en in de maanden erna kon er gestemd worden op de beste dichter of de beste clip. Uiteindelijk won de Friese 16 jarige Joanne Hoekstra de felbegeerde titel met het gedicht ‘In het hoofd van haar broer’.
De nieuwe jonge dichter des vaderlands werd tevens voor twee jaar aangesteld als huisdichter op Scholieren.com. Hieronder twee gedichten uit 2012 die ze schreef gedurende de verkiezing tot jonge dichter des vaderlands.
.
In het hoofd van haar broer
In het hoofd van haar broer
kwam nog een laatste gedachte op
toen het water zijn lichaam omarmde,
zijn hoofd verborg in de golven.
Ze had willen redden
Maar de schepen voeren nog, boeien dreven.
En ook zij was in gedachten verzonken.
.
twaalf jaar
.
De te jonge jongen,
Broek op half 7,
rugzak zelfs op kwart over 6.
.
Hij zuigt de sigarettenrook
alsof hij cola drinkt
zijn lichaam binnen.
.
Voor hij zich omdraait
en de lucht met rook
vermengt, richting de hemel spuugt.
.
Een hoestje ingehouden.
Hij is al wat eerder opgehouden
net twaalf jaar te zijn.
.
Tsjebbe Hettinga
Faderpaard
.
Afgelopen zondag was schrijver/archeoloog/dichter David van Reybrouck zomergast bij het gelijknamige programma van de VPRO. In de uitzending kwam de poëzie enige malen ter sprake. Bij het fragment van Tsjebbe Hettinga sprak van Reybrouck zijn liefde uit voor de ‘vlezige dichters waar het vet vanaf druipt’ zoals Claus, Ter Balkt en dus Hettinga.
Van de dichter Hettinga liet men een stuk uit de documentaire van Pieter Verhoef zien waar een deel van het gedicht ‘Faderpaard’ te zien was. Rondom Faderpaard is begin van dit jaar een groot muziekspektakel opgezet in Leeuwarden met 100 Friese paarden. Zie hiervoor http://www.npo.nl/fryslan-dok/18-01-2014/POW_00728907
Hieronder Tsjebbe Hettinga met Faderpaard.
Gedicht op een tapijt
Obe Postma
.
Van de Friese dichter Obe Postma (1868 – 1963) is in Tresoar, het Fries Historisch en Letterkundig Centrum in Leeuwarden, op het tapijt in de hal een gedicht geplaatst. Het betreft hier het gedicht ” ‘T hat west, it is ‘t” uit 1951.
Postma debuteerde in 1902 in het tijdschrift ‘Forjit my net’ . In 1947 kreeg hij de Gysbert Japicxprijs voor de bundel ‘It sil bestean’ en in 1954 won zijn gedicht ‘Fan de fjouwer eleminten’ de Rely Jorritsmaprijs.
‘T hat west, it is ‘t
Hat west, it is; it stiet beskreaun
En heart ta wrâlds bestean,
’t Is by it grutte barren komd
En kin net mear fergean.
Wy drage it mei yn ùs ûnthâld
In libben barrens stik,
Mar fêster wierheid hat it wûn
Yn ivichheids beskik.
O freonen dy’t myn jonkheit hie,
O mienskip my sa nei!
Fergûn, ferstoarn? Mar heger geast
Hat it yn ljochte dei.
Uit: Samle fersen
Nederlandse vertaling
’t Is geweest;
het is, het staat beschreven
En hoort tot werelds bestaan,
’t Is bij het grote gebeuren gekomen
en kan niet meer vergaan.
Wij dragen het mee in ons
Een gebeurtenis uit het leven,
Maar vaster werkelijkheid heeft het gewonnen
in eeuwigheids plan.
O vrienden wie mijn jeugd had
O gemeenschap mij zo dichtbij
Vergaan, gestorven? Maar hoger geest
Heeft het in lichte dag.
Vertaling: Andrys Stienstra