Site-archief
Oorzaak en gevolg
Charles Bukowski
.
Om de zoveel tijd moet ik gedichten of proza van Charles Bukowski (1920-1994) lezen. Zijn stijl, zijn rauwheid, zijn eerlijkheid, ik word er altijd vrolijk en blij van, zelfs als het over serieuze of moeilijke thema’s gaat. Vandaag las ik het gedicht ‘Cause and Effect’. Dit gedicht is een open boodschap aan de lezer en de regels ervan zijn als een waarschuwing aan degenen die zich niet bewust zijn van de verontrustende waarheid van onze manier van leven. Sommige lezers vinden dat dit gedicht ‘zelfmoord’ als titel zou moeten hebben maar oorzaak en gevolg zijn veel meer op zijn plaats vind ik. Meer over dit gedicht staat op de website Beamingnotes.com .
.
Cause and Effect
.
the best often die by their own hand
just to get away,
and those left behind
can never quite understand
why anybody
would ever want to
get away
from
them
.
Tellen
Ester Naomi Perquin
.
In de nieuwe bundel ‘Ongevraagd advies’ van Ester Naomi Perquin (1980) staan weer vele pareltjes van gedichten. Ik mag mij ondertussen toch wel een groot liefhebber van haar werk noemen. Poëtisch, rond en vaak met humor. Zo lees ik ‘Tellen’ en ik kan een grote glimlach hier niet onderdrukken. Reden genoeg om hier te delen en mijn enthousiasme voor deze bundel te laten blijken en over te brengen. Iedereen die weleens met een vogelaar op pad is geweest zal zich in dit gedicht herkennen. De manier waarop D. vriendelijk reageert op het benoemen van vogels door de ik in dit gedicht is hoe ik dit ook heb meegemaakt. Misschien zijn alle vogelaars wel bijzonder geduldig en vriendelijk van aard. .
.
Tellen
.
D. kijkt graag vogels, ik mag mee. Kijk, zeg ik,
een bonte ekster. Nou, zegt D.,
dat is een Vlaamse gaai.
.
En daar, bij de waterkant, zit een jonge
wintertaling. Nou nee, zegt D.
Dat is een Smient.
.
Verrijkend is het, vogelkijken. We zijn pas
net begonnen en we hebben er
Niet in goede doen
Charles Bukowski
.
Ik lees vrijwel dagelijks poëzie, in allerlei stijlen en vormen, vrij en vast. En soms heb ik dan ineens de behoefte aan een vaste waarde in mijn poëtische leven, een dichter waar ik altijd van geniet, die zegt waar het op staat, die geen blad voor de mond neemt, niet met meel in de mond spreekt, die geen meer gelaagde gedichten schrijft (hoe prachtig die ook zijn) en die me altijd weer weet te verassen met zijn keuze in onderwerpen. Ik heb het hier over de dichter en schrijver Charles Bukowski (1920-1994) die in een interview op de vraag hoe hij dacht over het beeld dat mensen in Amerika van hem hebben antwoordde: “O, dat, wel, het is nogal overdreven – dat ik een harde ben, dat ik met alle vrouwen in en uit bed spring, dat soort dingen. Ze zijn een beetje achter op de tijd met mij. Ik deed zoiets wel eens, tot op zekere hoogte, maar in het algemeen is dat zwaar overdreven. Ze vergroten uit wat ik ben, wat ik deed, wat ik doe.”
Wat zeker niet overdreven is, is het dichter- en schrijverschap van Bukowski, los van de periode waarin je (ik) hem lees, ik word altijd vrolijk van zijn gedichten. Dit gedicht ‘Bad form’ of ‘niet in goede doen’ komt uit de bundel ‘Betting on the Muse’ uit 1996. De vertaling is van Manu Bruynseraede
bad form
.
the famous actor sat at the table with
his friends and the friends of the owner
of the horse
who was to run in the big race.
everybody had purchased tickets on the
owner’s horse.
they sat together and watched the
race.
the owner’s horse ran
badly, he ran
last.
some moments passed,
then the famous actor took his
stack of tickets
and tossed them down in front of the
owner.
they were spread there upon the white
tablecloth.
I no longer liked any of the movies
I had seen the famous actor
in.
I no longer liked the famous
actor.
I left the table.
I left the Director’s Room.
I took the elevator down and out of
there.
I walked across to the
grandstand area
to where the non-famous
poor people were
and they were beautiful,
they had faces like
flowers
and I stared at them,
drinking in their
voluptuous
normalness.
niet in goede doen
.
De beroemde acteur zat aan tafel met zijn vrienden
en de vrienden van de eigenaar van het paard
dat zou gaan rennen in de grote wedstrijd.
Iedereen had kaartjes gekocht
voor het paard van de eigenaar.
Ze zaten bij elkaar en volgden
de wedstrijd.
Het paard van de eigenaar rende
niet goed, het
kwam als laatste.
Enkele ogenblikken gingen voorbij,
toen haalde de beroemde acteur
de stapel kaartjes boven
en gooide ze neer voor de eigenaar.
Daar lagen ze uitgespreid op het
witte tafellaken.
Ik hield niet meer van alle films
waarin ik de beroemde acteur
had zien spelen.
Ik hield niet meer
van de beroemde acteur.
Ik verliet de tafel.
Ik verliet de Directeurskamer.
Ik nam de lift naar beneden
weg van daar.
Ik stak over naar de plaats van de tribunes
waar de niet-beroemde arme mensen zaten
en ze waren mooi,
ze hadden gezichten als bloemen
en ik keek naar hen
en dronk
in hun wellustige
normaalheid.
.
De dag richt een standbeeld op
Remco Campert (1929-2022)
.
Op maandag 4 juli werd door uitgeverij De Bezige Bij, namens de familie bekend gemaakt dat dichter en schrijver Remco Wouter Campert is overleden. Remco Campert leerde ik kennen op de middelbare school waar ik ‘Tjeempie! of Liesje in luiletterland’ las. Ik was meteen verkocht door de sprankelende taal, de luchtigheid van zijn schrijven en wilde meteen meer van hem lezen. Dus las ik ‘Het leven is verrukkulluk’, ‘Liefdesschijnbewegingen’ en ‘Het gangstermeisje’en in de jaren die volgde nog verschillende van zijn verhalen en romans.
Pas later, toen ik me meer voor poëzie ging interesseren en poëzie ging lezen was één van de eerste bundels die ik aanschafte ‘alle bundels gedichten’ 1951-1970 in 1976. Daarmee was Remco Campert naast (toen) Jules Deelder de dichters waar ik diep van onder de indruk was. Nog altijd staat deze bundel daar in mijn boekenkast waar mijn poëzieverzameling begint naast de vroege bundels van Deelder.
Ik schreef vaker over Remco Campert, zijn poëzie vind ik nog steeds behoren bij de drie tot vijf dichters die ik noem, gevraagd naar mijn favoriete dichters. Inmiddels heb ik naast die eerste bundel (waarin zijn eerste 10 poëziebundels zijn gevat) meerdere poëziebundels van zijn hand. En nog steeds lees en herlees ik zijn gedichten. Zijn directe en schijnbaar eenvoudige taalgebruik herbergt vaak zoveel lagen. Zijn weemoedige en ironische toon is altijd vriendelijk en herkenbaar.
Campert werd bijna 93, een prachtige leeftijd (bijna net zo oud als zijn moeder Joeki Broedelet die ik ook nooit meer zal vergeten door haar legendarische optreden in een scene van van Kooten en de Bie als Jacobse en van Es, als twee Haagse tuinmannen in ‘Winterklaar maken van uw tuin’ , maar veel ouder dan zijn vader de dichter Jan Campert die op 40 jarige leeftijd de dood vond in een Duits concentratiekamp).
Remco Campert zal gemist worden en nog vele jaren gelezen en aangehaald worden. Een groot dichter en schrijver is overleden. Hij verdiend een standbeeld. Daarom, bij wijze van, wil ik hier zijn gedicht ‘De dag richt een standbeeld op’ uit zijn debuutbundel ‘Vogels vliegen toch’ uit 1951 met jullie delen.
.
De dag richt een standbeeld op
.
de dag richt een standbeeld op
van zwijgen
zwijgend wachten,
op alle hoeken van de stad
sta ik stil en staar
mijn ogen na die traag
traag uit het oog verdwijnen
.
ik kan de uren van wapperend wasgoed
niet in mijn handen houden
mijn vingers vallen terug
op het balkon van
niet eens meer zien
.
het kind wil weifelen
weifelen in de duisternis
die ik achter mij vermoed
maar er is de dag
een standbeeld vol zwijgen
.
welaan dan
het vers weer geschoeid
het verlies van jaren dichten
op de rug gepakt
ginds zijn dezelfde bergen
waarop ik weer de gedachten van
mijn voeten versplinteren zal
.
welaan dan
.
Herman de Coninck
Lieveling
.
In mijn boekenkast staat al jaren een prachtig boek waaruit ik al vele malen iets heb gedeeld. Het betreft hier ‘De gedichten’ van één van mijn favoriete dichters aller tijden Herman de Coninck uit 2014. . Nadat deze bundel en het werk van de Coninck (1944 – 1997) in mijn leven kwam heb ik maandenlang elke zondag een gedicht van hem gedeeld als dichter van de maand omdat ik de taal en de poëzie van de Coninck zo wonderschoon vind.
Inmiddels is het alweer even geleden dat ik voor het laatst iets over Herman schreef of van hem deelde en daar komt vandaag verandering in. In de bundel lezend kwam ik het gedicht zonder titel tegen dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘De lenige liefde’ zijn debuutbundel uit 1966. Omdat het hier weer zo’n sprankelend en lief gedicht betreft vind ik dat ik, zeker in deze tijden van crisis, waarin iedereen wel een beetje liefde en iets moois verdient, dit hier vandaag met jullie moet delen.
.
middenin de vlakte van juli
kwam ik je tegen. ik woon hier, zei je.
ik keek naar de bloemen. ja, dat zie ik, zei ik.
.
je was lenig; en je woorden waren zo
doorschijnend, ik kon je er helemaal
door zien.
en daar lag ik al in het gras
en wat hield ik in mijn hand?
een oortje, waarin ik het lange woord
‘Lieveling’ uitgoot, zonder morsen.
.
Angst
M. Vasalis
.
Ik vroeg me af hoe vaak ik al over M. Vasalis (1909 – 1998) had geschreven (vaak zo bleek), naast dat ze in december 2016 Dichter van de maand was, heb ik veelvuldig aandacht aan haar en haar werk besteed. En terecht natuurlijk, zij is een van mijn favoriete dichters aller tijden. Nu zat ik te lezen in de bundel ‘Ik heb de liefde lief’ de mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie, samengesteld en ingeleid door Willem Wilmink uit 1993, en daar las ik het bijzondere liefdesgedicht ‘Angst’ van M. Vasalis.
Nu denk je bij een titel ‘Angst’ niet meteen aan een liefdesgedicht (ik niet in ieder geval) maar al lezend wordt het duidelijk welke angst Vasalis hier beschrijft. En omdat je nooit teveel kan schrijven over zo’n bijzonder dichter hier het gedicht ‘Angst’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Parken en woestijnen’ uit 1940.
.
Angst
.
Ik ben voor bijna alles bang geweest:
voor ’t donker, voor figuren op het kleed,
voor stilte, voor de schorre kreet
van de avondlijke venter, voor een feest,
voor kijken in de tram en voor mezelf.
Dat zijn nu angsten, die ik wel vertrouw.
Er is één ding gekomen, dat ik boven alles vrees
en dat mij kan vernietigen; dat ik bedelf
onder een vracht van rede, tot het wederkeert:
dat is het nuchtere gezicht van mijn mevrouw
wanneer zij ’s morgens in de kamer treedt
samen met het ontluisterd licht en dat ik weet
wat ze zal zeggen: nog geen brief juffrouw.
.
Poëtische kunst
Ingrid Jonker
.
Ingrid Jonker (1933 – 1965) was tijdens haar korte leven zowel bij witte als gekleurde mensen geliefd. Toen Nelson Mandela het volk toesprak tijdens de opening van het Zuid-Afrikaanse parlement in 1994, droeg hij haar gedicht ‘Het kind’ voor. In haar bundel ‘Ik herhaal je’ een tweeluik van poëzie en biografie ineen, staan haar mooiste gedichten gekozen en vertaald door Gerrit Komrij. Ik schreef al eerder over deze bundel uit 2000. Omdat er zoveel moois in staat en omdat ik graag gedichten in het Afrikaans lees (met vertaling) om me telkens weer te verbazen over de gelijkenissen tussen het Afrikaans en het Nederlands maar juist ook over de verschillen.
In het gedicht ‘L’art poétique’ komen een paar mooie voorbeelden van de verschillen en overeenkomsten terug. Zelf vind ik de k-klank die wij als een sch-klank uitspreken en de y die wij als ij schrijven heel fijn, om nog maar te zwijgen van woorden als ‘soos’. Voor de liefhebbers van de poëzie van Ingrid Jonker en voor de liefhebbers van het Afrikaans hier het originele gedicht en in vertaling van Gerrit Komrij.
.
L’art poétique
.
Om mezelf op te bergen als een geheim
in een slaap van lemmeren en van stekjes
Om mezelf te bergen
in het saluutschot van een immens schip
Op te bergen
in het geweld van een eenvoudige herinnering
in je verdronken handen
om mezelf op te bergen in mijn woord
.
L’art poétique
.
Om myself weg te bêre soos ’n geheim
in ’n slaap van lammers en steggies
Om myself te bêre
in die saluut van ’n groot skip
Weg te bêre
in die geweld van ’n eenvoudige herinnering
in jou verdrinkte hande
om myself weg te bêre in my woord
.