Site-archief

Liefdesgedicht

Herman de Coninck

.

Hoe beter het nieuwe jaar te beginnen (na een nieuwjaarsgedicht op 1 januari en het gedicht Doggybag op 2 januari) dan met een liefdesgedicht. Want als het nieuwe jaar iets kan gebruiken dan is het wel wat meer liefde. En van welke dichter kun je dan het beste een gedicht plaatsen? Van één van mijn favoriete dichters uit Vlaanderen (en daarbuiten) Herman de Coninck (1944-1997). Uit ‘De hectaren van het geheugen’ uit 1985 komt dit gedicht zonder titel.

.

Als ze genadeloos traag, geeuwend, héhé,

een peperduur slipje van niks op de vloer laat landen

(sex hoort net als luxe met mysterieuze x) waarna ze haar voor zijn handen veel

te vele twee

.

borsten laat zien, kijkt hij beneden aan haar bleke

benen öp naar wat, geen meter hoog, hij ’t hoogste acht:

lippen die slechts lippen zijn en die niet spreken,

en iemand die boven zijn smeken staat en niet laat merken dat ze lacht.

.

Want vrouwen hebben machtige geslachten, hoge wonden,

venusbergen, spelonken, vouwen

waarin verloren nachten nooit meer worden teruggevonden,

.

en daar spelen ze mee

zoals de Mona Lisa met toeristen en de maan met de zee,

adembenemend, en met iets van een licht verachten.

.

Schuldbekentenis

Jotie T’Hooft

.

Vandaag heb ik de bundel ‘Verzamelde gedichten’ van Jotie T’Hooft uit 1981 uit mijn kast genomen. Johan Geerard Adriaan T’Hooft (1956-1977) was een Vlaams dichter en schrijver.  De belangrijkste thema’s in zijn te korte leven waren: druggebruik, dood en zelfmoord, erotiek en seks, kortom die dingen die voor hem een vluchtweg betekenden voor de vervreemding en de desoriëntatie die zijn leven beheersten. In die zin kan men hem ook beschouwen als een neoromantisch dichter. Hij werd ook wel de ‘Rimbaud van de Vlaamse poëzie’ genoemd.

T’Hooft was enig kind  Al heel snel bleek hij een gevoelig jongetje en hij raakte gefascineerd door taal en de dood. Aanvankelijk een voorbeeldige jongen met uitstekende schoolrapporten, deden er zich op de middelbare school ernstige aanpassingsproblemen voor:  door zijn zwakke resultaten, opstandige karakter en zijn onhandelbaar gedrag, werd hij van verschillende scholen gestuurd. Zijn vader was bibliothecaris, en mede daardoor  begon hij al vroeg met het lezen van auteurs als Franz Kafka en Hermann Hesse.  Poëzie en muziek (David Bowie, Nico, Frank Zappa, Lou Reed) en drugs markeerden zijn vluchtwegen, op zijn veertiende was hij al verslaafd.

Uiteindelijk zou zijn drugsverslaving hem teveel worden. Nadat zijn vrouw en grote geliefde Ingrid Weverbergh hem verliet na ernstig door hem mishandeld te zijn (door zijn drugsverslaving veranderde het goedaardige karakter van T’Hooft) diende hij zichzelf een overdosis cocaïne toe waarna hij overleed. Na tweemaal eerder een poging tot zelfmoord te hebben ondernomen was deze poging geslaagd. Hij liet 12 afscheidsgedichten voor Ingrid achter met toestemming deze te laten publiceren. Een van die gedichten, de eerste uit dit deel van de ´Verzamelde gedichten´ is getiteld ´Schuldbekentenis´.

.

Schuldbekentenis

.

Ja, ik geef het toe, ik beken het openlijk:
mijn lichaam was altijd een toren zonder uitkijk.
Ik heb hem steen voor steen in folianten gepend
ik heb mij geplooid naar de tijd en de trend.
.
De stenen die ik uit de wand verwijderd heb
zijn de woorden waar ik dit gedicht mee schep:
ik kijk naar de wereld waarin gij woont
en al zie ik onscherp en ben ik vreselijk stoned
.
er is iets dat mij niet ontgaan kan
mijn toren is gebouwd in mijn eigen toren.
Ik weerhield mijn lijf niet in de groei tot man
maar ik zaag geduldig aan de pijlers die mij schoren.
.
Het lijkt niet erg duidelijk misschien
mijn keel snoert dicht en mijn tong heb ik gebroken
toen ik spreken leerde. Ik heb niemand ontzien.
Ik ben wereld, in mij is onstuitbaar de doodsbloem
.
ontloken.

.

Dorre lust

Luuk Gruwez

.

In 1996 verscheen van dichter Luuk Gruwez (1953) de bundel ‘Bandeloze gedichten’ een bloemlezing uit de poëzie van voor ‘Vuile manieren’ (een bundel uit 1994). In deze bloemlezing heeft Gruwez zelf een keuze gemaakt uit zijn gedichten tot 1994. In deze bloemlezing staan soms grondig herziene gedichten van deze Vlaamse dichter.

In de bundel ‘Bandeloze gedichten’ staat een gedicht ‘Aan een lezeres’, een gedicht dat ook is opgenomen in de verzamelbundel ‘Seks de daad in 69 gedichten’ samengesteld door Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze uit 2001.

.

Aan een lezeres

.

Niets wil ik nalaten van het oneindige,

een klein legaat vol dorre lust,

zodat het onverhoopt is dat, nu jij dit leest,

je vingers gaan van knoop tot knoop.

.

Dan, enkel even, wil ik tot leven komen

in de bedreven hand van wie, mij overlevend,

haar spiegel enkel dit ontvreemdt:

het minst geringe van plezier.

.

Want enkel lust, een nutteloos beleg,

is het strategisch strelen van de woorden

rondom de rondingen van eigen letters.

-Zo wil ik dood nog kakelend bestaan

.

alsof ik een paar verzen leg,

geheel toevallig om de lieve leest

van een bevallige, allene, die mij leest,

zich verwarmend aan haar kippenvel.

.

In het verborgene

Max Dendermonde

.

Op deze zaterdag voor Pasen kom ik in een tweedehandsboekenwinkel de bundel ‘Soms een paar uur tweezaamheid’ liefdesgedichten van Max Dendermonde (1919 – 2004) tegen. De ondertitel ‘103 sonnetten om loom te lezen op een koel laken’ lijkt me bij uitstek geschikt voor de warme Paasdagen die we in het vooruitzicht hebben.

Dendermonde was het pseudoniem van Hendrik Hazelhoff. Hij ontleende zijn pseudoniem aan de Belgische plaatsnaam die in zijn ogen verwees naar denderen over le monde. Daarin herkende hij zichzelf. ‘Ik ben altijd een zwerver geweest’ zei hij eens. Dendermonde wordt wel een veelschrijver genoemd, naast zijn journalistieke werk schreef hij ook gedenkboeken voor (meer dan 50) bedrijven.

In 1941 debuteerde hij echter als dichter met de bundel ‘Tijdelijk isolement’. De bundel ‘Soms een paar uur tweezaamheid’ bevat naast veel liefdesgedichten ook erotische gedichten. En een erotisch gedicht kan altijd dus vandaar mijn keuze voor vandaag, het gedicht ‘In het verborgene’.

.

In het verborgene

.

Kwam ze de school uit in haar grauwe winterjas,

haar schouders doodmoe van de verwoestende uren

met boze werkmansdochters in haar huishoudklas,

.

en onder dat strakke, vlasblonde haar de zure,

miskende trek van een oud meisje dat zich alvast

onthoudt van hoop op beter of eigen allure,

.

dan zou hier geen enkele geile wildebras

aan hemelse lust hebben gedacht, avonturen

van schreeuwen, slijmvlies, vlees, een ontheven bestaan.

.

Ze had inderdaad de smaak van een dorpsbazaar,

maar liep ze eenmaal in haar schitterende blootje,

gladgeschoren, met haar gaaf toegevouwen nootje,

dan kwam ik van louter kijken al bijna klaar

op die volmaakte kut. Vaak denk ik daar nog aan.

.

Poëzie variaties

Digitaal stiftgedicht en poëzie op een kassabon

.

Vandaag een paar voorbeelden van poëzie op een vreemde plek en in een bijzondere vorm. Allereerst een bijdrage van Inge Koppert. Zij stuurde me een kassabon van café Buddingh’ in Dordrecht met daarop een gedichtje van Buddingh’. Ik weet niet of ze de gedichten op de kassabon steeds wisselen maar een bijzonder leuk idee is het zeker en natuurlijk heel terecht als je je café naar een dichter vernoemt.

Het tweede voorbeeld is van mijn collega Ronald die het stiftdichten heeft ontdekt (al een tijd geleden overigens). Hij gaf me een aardig voorbeeld van een erotisch digitaal stiftgedicht. Uiteraard niet met een stift gedaan maar door stukken tekst weg te ‘stiften’ middels photoshop of illustrator naar ik vermoed.

.

Kijk om je heen,

kijk om je heen,

zoals de wereld nu is,

zie je hem nooit weer.

.

Erotica!

Antoinette Sisto

.

In een kringloopwinkel kocht ik ‘Erotica!’ deel III, 110 erotische gedichten voor bijna niets (dat laatste klopt want ik betaalde slechts een euro). Tot mijn grote genoegen staan een groot aantal, mij bekende, dichters in deze bundel waaronder Alja Spaan, Hans F. Marijnissen en Antoinette Sisto. Erotica! deel III is een uitgave van stichting Spleen, een Nederlandse culturele instelling die zich toelegt op het organiseren van poëziemiddagen en literaire salons, alsmede op het uitgeven van bloemlezingen.

Door deze bundel werd ik weer herinnerd aan Antoinette Sisto (1963-2017), de veel te jong overleden dichter wier werk ik op dit blog gerecenseerd heb en met wie ik goede contacten onderhield. Dat ze ook erotische verzen schreef wist ik wel maar juist door deze bundel kwam dit weer boven en is dit een goede reden weer eens een gedicht van haar te plaatsen. Het gedicht ‘De smaak van regen’ staat ook in haar bundel ‘Hoe een zee een woord werd’ uit 2017.

.

De smaak van regen

.

Toen regen luid, in roffels viel

lag het donker binnenshuis

op ons te wachten.

.

Ik verbeeldde mij een open haardvuur

jij die mijn tranen droogde

met de hartstocht van je handen

.

je las mijn lichaam zoals het was

huid en haar, zo samen

op een bodem van mos en schaduw.

.

Jouw vingers verkenden mijn naaktheid

een moedervlek, een heupwelving

de siddering onder mijn gloeiende huid.

.

Oh geur van natgeregend gras

kwam in mij op, weldadige tuin

.

van lakens, vlinders  en donkere aarde

langdurig vielen onze lijven

.

zonder wijsheid

die andere hemel in.

.

 

Goede god oude god Eros

Hans Andreus

.

Dat dichter Hans Andreus (1926 – 1977) prachtige liefdesgedichten schreef wist ik, dat hij ook erotische gedichten schreef eigenlijk ook wel en uit het gedicht ‘Goede god oude god Eros’ blijkt dat hij de twee ook nog eens heel mooi wist te combineren.

Het gedicht komt uit de bundel ‘Dat licht van mij’ Een bloemlezing uit de poëzie van Hans Andreus, samengesteld door Jan van der Vegt uit 1978, een jaar na Andreus’ dood.

Het werk van Hans Andreus mag zich nog altijd in een grote populariteit verheugen, juist ook veel jonge dichters weten zijn werk nog steeds te vinden en te waarderen. Wanneer je zijn gedichten leest snap je waarom, ze zijn prachtig, tijdloos en weten ook vandaag de dag nog altijd lezers te raken. Hans Andreus was lid van de beweging van de Vijftigers, een stroming binnen de Nederlandse poëzie die nog altijd veel navolgers heeft.

.

Goede god oude god Eros

.

De tedere schijnbaar hulpeloze lippen

niet van de schaamte maar van het genot,

het schaduwhaar, nachthaar, en het diepe

liefhebben van het lichaam: au! – roepen van de stof

.

en lachen van de huid; – wij hier, zij, ik,

zien de god van het ogenblik

midden in de lichtbron van het gezicht –

.

en het licht verplettert ons: stervend, vallend, vrijuit

vliegen, zijn wij nergens meer, spoorloos in dat licht.

.

Ik wil je niet

Carlos Drummond de Andrade

.

Na al die herfstgedichten van de afgelopen tijd is het goed om weer eens iets heel anders te delen met jullie. En wat is een beter medicijn tegen de grauwe grijsheid, het kille nat en de totale ontbladering dan een erotisch gedicht. Bij erotische gedichten denk ik altijd meteen aan het werk van Carlos Drummond de Andrade (1902 -1987).

Carlos Drummond (naar zijn moeder) de Andrade (naar zijn vader) was een Braziliaanse dichter en schrijver, door velen beschouwd als de grootste Braziliaanse dichter aller tijden. Hij is een soort nationaal cultureel symbool geworden in Brazilië, waar zijn zeer invloedrijke gedicht ‘Canção Amiga’ (Vriendelijk Lied) op het 50- cruzado novo- biljet staat.

Hij werkte het grootste deel van zijn leven als ambtenaar en werd uiteindelijk directeur van de geschiedenis van de nationale dienst voor historisch en artistiek erfgoed van Brazilië. Hoewel zijn vroegste gedichten formeel en satirisch zijn, nam Drummond snel de nieuwe vormen van Braziliaans modernisme over die zich in de jaren twintig van de vorige eeuw ontwikkelden. Het werk van Drummond is over het algemeen verdeeld in verschillende segmenten, die in elk van zijn boeken zeer duidelijk voorkomen. Die segmenten zijn zijn alledaagse gedichten, zijn socialistische gedichten (Drummond de Andrade was jarenlang redacteur van de officiële krant van de Braziliaanse Communistische Partij , Tribuna Popular) en zijn metafysische poëzie. Toch is de invloed van elk van deze segmenten in de poëzie van de andere segmenten herkenbaar.

Een laatste segment, en voor dit stuk de aanleiding) kwam aan het einde van zijn leven meer naar voren. Eind jaren tachtig begon zijn poëzie erotischer te worden. ‘O Amor Natural’ ( De Liefde Natuurlijk) is pas na zijn dood gevonden. Zijn bewust erotische poëzie is slechts in één boek gepubliceerd, ‘Moça deitada na grama’ (vrouw die in het gras ligt) die met toestemming en daadwerkelijke tussenkomst van zijn schoonzoon gepubliceerd is.

Volgens mij was het afgelopen zomer bij het televisieprogramma Zomergasten dat een fragment van de grandioze documentaire van Heddy Hodigmann getoond werd, waar oudere en jonge Brazilianen de zinneprikkelende gedichten van Drummond de Andrade uit het hoofd citeerden met hun eigen associaties erbij. Dat geeft wel aan hoe geliefd en gewaardeerd Carlos Drummond de Andrade is en was in zijn geboorteland maar ook ver daarbuiten.

August Willemsen vertaalde ‘O Amor Natural’ voor de Arbeiderspers tot ‘De liefde natuurlijk’ en uit de versie van 2006 nam ik het gedicht ‘Ik wil je niet als allerlaatste neuken’.

Wil je meer erotische gedichten lezen van Carlos Drummond de Andrade kijk dan hierhier, of hier.

.

Ik wil je niet als allerlaatste neuken

.

Ik wil je niet als allerlaatste neuken.

Vroeger geen lef, en nu is het te laat.

De oude vlam laait niet, je openbeuken

zou gerief zijn dat mij niet meer baat

nu dat mijn mond verdroogd is van het jeuken

van verlangen dat zich niet ontlaadt,

en ik, dorstend en hongerend, de kreuken

tel van anderen op je gelaat.

Ik wilde dat je al die oude glorie

wilde wassen van je ziel, van elke porie,

en zou komen, ongerept, tot een ontwaken

en tot mij, van aangezicht tot aangezicht,

om dan ons leven, in ultiem gevecht, te maken

tot een vlammend en universeel gedicht.
.
.

Tom Lanoye

Wara Avatara (Vlammenzwijn)

.

Erotische poëzie kan heel direct zijn, omfloerst, beschrijvend of juist of heel subtiel verwijzend zijn. Net als elke andere vorm van poëzie eigenlijk. Tom Lanoye (1958) schreef in zijn bundel ‘In de piste’ uit 1987 het gedicht ‘Wara Avatara (vlammenzwijn). dat openhartig is en een beetje van al deze elementen in zich heeft. Wat Wara Avatara (of Vlammenzwijn) betekent heb ik niet kunnen achterhalen. In de informatica is een avatar (ook bekend als een profielfoto of userpic ) een grafische weergave van een gebruiker of het karakter of de persona van de gebruiker. Als je Wara leest als Ware dan zou je hieruit een idee kunnen afleiden: het ware karakter van de dichter. De term Vlammenzwijn daar heeft denk ik iedereen wel een idee bij in deze context.

Hoe dan ook, het gedicht spreekt voor zichzelf.

.

Wara Avatara (Vlammenzwijn)

.

Ik ga het hier niet

hebben over seks, dit is

tenslotte poëzie, maar ook

als ik loop of zwem of

mijn gespannen lichaam in

een spiegel zie, krijg ik het

zo warm. Het lijkt wel transpiratie

.

maar dan vooral vanbinnen.

In het diepst van mijn zinnen.

Het vervelende is wel, dat je je

daar moeilijk wassen kunt. Het

wordt er dan ook dierlijker en

natuurlijker met de dag. Maar dat kan

me eigenlijk niet schelen. Ik vind het

.

heerlijk zo, ik weet dat alles mag.

.

Poesie 1

Thom Gunn

.

In de Morvan (Frankrijk) kocht ik in een kringloopwinkel een deel van de in serie uitgegeven pocketbundels ‘Poesie’, in dit geval Nummer 69-70 uit 1979 met de titel ‘La nouvelle Poesie Anglaise’. Het feit dat in dit deel Engelse dichters met Engelse gedichten staan heeft me doen besluiten het bundeltje te kopen. Helaas is mijn Frans dermate slecht dat ik Franse poëzie niet kan lezen, maar Engelse wel. In dit bundeltje gedichten van Seamus Heaney, Adrian Henri, Ted Huges, Philip Larkin, Sylvia Plath en Thom Gunn.

De laatste dichter kende ik wel van naam maar niet van werk en omdat de gedichten (ook) in het Engels zijn opgenomen kocht ik dit bundeltje en ik werd niet teleurgesteld. Het gedicht ‘Courage, a tale’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Jack Straw’s Castle’ uit 1976, bracht meteen een glimlach op mijn gezicht. Reden genoeg dit gedicht hier met jullie te delen.

Thom Gunn (1929 – 2004) was een Engelse dichter die werd geprezen om zijn vroege verzen in Engeland, waar hij werd geassocieerd met The Movement (waartoe ook Philip Larkin behoorde), en zijn latere poëzie in Amerika, zelfs nadat hij naar een lossere, vrij-vers stijl overstapte. Nadat hij van Engeland naar San Francisco was verhuisd, schreef Gunn over homogerelateerde onderwerpen, met name in zijn beroemdste werk, ‘The Man With Night Sweats’ uit 1992, evenals over drugsgebruik, seks en zijn bohemien levensstijl. Hij won grote literaire prijzen; zijn beste gedichten zouden een compacte filosofische elegantie hebben. Of dat ook opgaat voor ‘Courage, a tale’ laat ik aan de lezer over.

.

Courage, a tale

.

There was a Child

who heard from another Child

that if you masturbate 100 times it kills you.

.

This gave him pause;

he certainly slowed down quite a bit

and also kept count.

.

But, till number 80,

was relatively loose about it.

There did seem plenty of time left.

.

The next 18

were reserved for celebrations,

like the banquet room in a hotel.

.

The 99th time

was simply unavoidable.

.

Weeks passsed.

.

And then he thought

Fuck it

it’s worth dying for,

.

and half an hour later

the score rose from 99 to 105.

.

.

%d bloggers liken dit: