Site-archief
Zo kan het niet langer
Paul Bogaert
.
De Vlaamse dichter Paul Bogaert (1968) debuteerde in 1996 met de bundel ‘WELKOM HYGIENE’ waarmee hij in 1997 de Prijs voor Letterkunde Poëzie van de provincie Vlaams-Brabant won. Hierna publiceerde hij nog 5 bundels waarvan ‘Ons verlangen’ in 2013 de Herman de Coninckprijs won. Zijn laatste bundel komt uit 2018 en is getiteld ‘Zo kan het niet langer’.
Op zijn website http://www.paulbogaert.be is veel van zijn vroege poëzie te lezen en zijn een aantal poëziefilmpjes te bekijken. Bogaert is de voorman van wat weleens de ‘post-postmoderne’ generatie Vlaamse poëten genoemd wordt, die in de tweede helft van de jaren negentig opkwam.
In die poëzie wordt de mens neergezet als een lijdend voorwerp, een speelbal van de vertogen die hem sturen: dat van de marketing, dat van het bedrijfsbeheer en het timemanagement, dat van het consumentisme.
Uit zijn laatste bundel ‘Zo kan het niet langer’ het titelgedicht (deel 3) een mooi voorbeeld van zo’n post-postmoderngedicht.
.
Zo kan het niet langer
,
Sluit af met
ik meen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Ga langs de achterdeur. Die valt
vanzelf in het slot.
.
Ga dan toch lekker
een bosbad nemen of met iemand
uit de wabi-sabi-lobby lekker vrijen in de zon
of een lekker gedicht daarover schrijven
in een witte foert. met binnen handbereik
een multipack vederlichte
woehahaha’s.
.
Morgen dus.
Hoe moeilijk kan dat zijn.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
.
De mens
H.A. Spandaw
.
Hajo Albertus Spandaw (1777-1855) was een bekend bestuurder en dichter in zijn tijd. Zo was hij lid van de Provinciale Staten van Groningen, Gedeputeerde van de provincie Groningen, buiten gewoon lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal voor de provincie Groningen (zo ging dat destijds) en raadsheer van het Provinciaal gerechtshof in dezelfde provincie.
Maar Spandaw was ook dichter.In 1800 debuteerde hij met de publicatie van een toneelspel maar met zijn ‘De Vrouwen: Dichtstuk in vier zangen’ werd hij bekend. Naast zijn werk en zijn geschriften was hij ook een veel gevraagd redenaar. In 1851 presenteerde hij ‘Mijn afscheid als dichter’ maar in 1857 (twee jaar na zijn overlijden) werden zijn verzamelde gedichten uitgegeven in vier delen.
Een bekend gedicht van Spandaw is ‘De mens’ uit zijn ‘Gedichten 1857-1859’. En hoewel het gedicht meer dan 150 jaar oud is, is het nog steeds zeer lezenswaardig en actueel.
.
De mens
.
Wat is de mens? Zie hem in volle overvloed
Van aards geluk: zijn borst zal steeds onrustig zwoegen;
De toekomst, die hem vleit en zijn verbeelding voedt,
Vertoont nog hoger heil, belooft hem meer genoegen.
Zijn aanzien stijgt in top – zijn wens blijft onvoldaan;
Zijn roem, luid klinkend, heeft zijn eerzucht niet
bevredigd;
Hij hijgt naar zinvermaak – de wellust lacht hem
aan…
En met een enkle teug heeft hij de kelk geledigd.
Hij streeft naar nieuw genot – en walgt, als hij ‘t
ontvangt;
Hij dorst naar schatten – geeuwt, wanneer ze ’t oog
verblinden;
Hij hoopt en droomt en zwoegt en reikhalst en
verlangt…
Totdat hij in de groeve in ’t eind de rust mag vinden.
Ontneem hem hoop en droom, begoocheling en
schijn,
En hij houdt op, een mens te zijn.
.