Site-archief
Ligstoel I
Herman de Coninck
.
In de vakantie is een ligstoel ineens een belangrijk meubelstuk waar dat in de rest van het jaar eigenlijk helemaal niet zo is. Een ligstoel in de tuin of op het strand maar zo gauw de zomer over is verdwijnt de ligstoel uit beeld. Herman de Coninck (1944-1997) schreef er in zijn debuutbundel ‘De lenige liefde’ uit 1969 een gedicht over getiteld ‘Ligstoel I’.
.
Ligstoel I
– Voor Jan Fabre –
.
Het is een soort niets dat ik zoek. Wat je overhoudt
als je uit de kom van je beide handen hebt willen drinken:
je beide handen. Geuren lanterfanten door de tuin.
Ik heb een ligstoel onder me waarin ik zo laag als ik maar
.
in mezelf kan liggen, op mijn rug, het onderste wat ik heb, lig.
Hoe is dit liggen? Zoals je een cognac afmeet door het glas
horizontaal te leggen, zo is dit liggen, ik heb niet veel van mezelf
nodig om vol te zijn, wat ik nodig heb is vooral: weinig:.
.
Er is te weinig weinig. De vergevensgezindheid
van het niets waarin wij, als we eveneens
niets zouden zijn, zouden passen.
.
De lucht is zo blauw als vergeetachtigheid.
De lucht is zo blauw als het blauwsel waarmee destijds
linnen werd gewassen om witter te zijn.
.
Herman de Coninck
Lieveling
.
In mijn boekenkast staat al jaren een prachtig boek waaruit ik al vele malen iets heb gedeeld. Het betreft hier ‘De gedichten’ van één van mijn favoriete dichters aller tijden Herman de Coninck uit 2014. . Nadat deze bundel en het werk van de Coninck (1944 – 1997) in mijn leven kwam heb ik maandenlang elke zondag een gedicht van hem gedeeld als dichter van de maand omdat ik de taal en de poëzie van de Coninck zo wonderschoon vind.
Inmiddels is het alweer even geleden dat ik voor het laatst iets over Herman schreef of van hem deelde en daar komt vandaag verandering in. In de bundel lezend kwam ik het gedicht zonder titel tegen dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘De lenige liefde’ zijn debuutbundel uit 1966. Omdat het hier weer zo’n sprankelend en lief gedicht betreft vind ik dat ik, zeker in deze tijden van crisis, waarin iedereen wel een beetje liefde en iets moois verdient, dit hier vandaag met jullie moet delen.
.
middenin de vlakte van juli
kwam ik je tegen. ik woon hier, zei je.
ik keek naar de bloemen. ja, dat zie ik, zei ik.
.
je was lenig; en je woorden waren zo
doorschijnend, ik kon je er helemaal
door zien.
en daar lag ik al in het gras
en wat hield ik in mijn hand?
een oortje, waarin ik het lange woord
‘Lieveling’ uitgoot, zonder morsen.
.
O, ik weet het niet
Herman de Coninck
.
Vorige week kwam ik weer eens op de website over Herman de Coninck waar ik regelmatig kwam toen ik begon met de categorie ‘dichter van de maand’. Als lezer van dit blog die hier al lang komt, weet je dat ik ooit begonnen ben met een aantal maanden lang op elke zondag een gedicht van Herman de Coninck (1944 – 1997) te delen. Toen ik hem als dichter had ontdekt (en zwaar onder de indruk was van zijn poëtische taal, zijn spel met de taal, zijn eenvoud met diepgang) na het lezen van zijn verzameld werk ‘De gedichten’ uit 2014 en het luisteren naar het gesproken boek van zijn vrouw Kristien Hemmerechts ‘Taal zonder mij’ uit 2006 was ik fan voor het leven.
Omdat ik mijn bewondering voor Herman de Coninck nog steeds wil delen, hier na lange tijd weer eens een gedicht. Dit gedicht ‘O, ik weet het niet’ komt uit zijn debuutbundel ‘De lenige liefde’ uit 1969.
.
O, ik weet het niet
.
o ,ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien
zeg: het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets.
leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets.
.
Winterochtend
Herman de Coninck
.
Staand voor mijn boekenkast realiseerde ik me dat het alweer enige tijd geleden was dat ik in een bundel van Herman de Coninck las. Een aantal jaar geleden na de Coninck (1944 – 1997) als dichter ontdekt te hebben, las ik hem veel en schreef ik ook veel over hem. Maandenlang was hij dichter van de maand, de oervader van deze rubriek. Maar zoals dat soms gaat, na een overdosis van een dichter volgt er een tijd zonder.
Maar deze week las ik opnieuw in de bundel ‘Zolang er sneeuw ligt’ uit 1975 zijn tweede bundel na zijn debuut ‘De lenige liefde’. Ik koos uiteindelijk voor het gedicht ‘Winterochtend’ misschien wel door de hitte van de afgelopen dagen, maar waarschijnlijk vooral omdat het zo’n mooi gedicht is.
.
Winterochtend
.
Ik hou van ochtendlijk vrijen,
vóór alles weer moet
nog even mogen. En nadien buik aan rug
nog wat tegen elkaar aanliggen in de klaarte
van net-klaargekomen-zijn.
.
Buiten ligt alles helder vastgevroren,
een klare vriesochtend is altijd klaarder
dan een zomerochtend, ongeveer zoals
helderheid in een zwart-witfilm
helderder is dan in kleuren.
Alles is zichtbaar. De naakte feiten
hebben koud.
.
Maar wij niet. Na de liefde buiten komen
is zoiets als van de sauna
in ijskoud water springen: je voelt het
nauwelijks. Je voelt het net genoeg
om je ijzersterk te weten.
.
Flamingo’s
De lenige liefde
.
In 1969 debuteert Herman de Coninck met de dichtbundel ‘De lenige liefde’. Tot op de dag van vandaag lezen vele mensen deze bundel opnieuw en opnieuw, door de schoonheid van de gedichten, de liefde die uit zijn gedichten straalt en de optimistische sfeer die de bundel uit ademt. Omdat er nog altijd mensen zijn die Herman de Coninck en zijn werk niet of niet zo goed kennen daarom een gedicht uit deze bundel.
.
Flamingo’s
.
Ze zijn er bijna niet
zoals heel slanke vrouwen
na heel licht verdriet.
Met hun poten als met een dun pincet
pikken ze preuts hun tenen
uit het water op, o, ze
zijn zo rose
als gedachten van een maniërist.
Ze zijn vraagtekens achter al ons weten
en zo fraai dat we even
niet meer om een antwoord geven.
.
De Coninck
Nog maar eens
.
Omdat de ‘Herman de Coninckzondag’ alweer een paar maanden achter ons ligt en ik sindsdien eigenlijk geen gedicht meer van hem heb geplaatst, vind ik het tijd weer eens aandacht aan deze geweldige dichter te besteden. Nog altijd één van mijn favoriete dichters en daarom een gedicht uit de bundel ‘De lenige liefde’ zonder titel.
.
Je truitjes en je witte en rode
sjerpen en je kousen en je directoirtjes
(met liefde gemaakt, zei de reklame)
en je brassières ( er steelt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt) –
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.
.
kom er maar in, lezer maak het je
gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen,
gaat u zitten
.
(intussen zoenen wij even in deze
zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet) hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat, is het niet helemaal
als in een gedicht?
.
De laatste Herman de Coninck
Herman de Coninckzondag
.
Zoals ik vorige week al aankondigde wordt dit de laatste Herman de Coninckzondag zoals ik het in de loop der maanden ben gaan noemen. In het laatste halfjaar heb ik hier elke zondag een gedicht uit het oeuvre van Herman de Coninck met jullie gedeeld. Ik deed dit omdat Herman één van de grootste dichters in het Nederlandse taalgebied is en één van mijn favoriete dichters. De CPNB (de collectieve propaganda voor het Nederlandse boek) start juist deze week een campagne onder de titel “het belangrijkste boek” en helaas zijn Vlaamse titels daarvan uitgesloten (stom, vraag me niet waarom). Anders had ‘De gedichten’ het verzameld werk van Herman voor mij absoluut op de eerste plaats gestaan.
Omdat er een tijd van komen is en een tijd van gaan, laat ik Herman nu (voorlopig) gaan met een laatste gedicht op zondag van zijn hand. Vanaf volgende week elke maand een hele maand één dichter op zondag. Voor nu, de voorlopig laatste van Herman de Coninck uit zijn debuutbundel ‘De lenige liefde’ met als titel ’19’.
.
19
.
Dit zou geen zomergedicht zijn, als jij
er niet in voorkwam, verbonden door een rietje
met de nieuwe-stijl-realiteit van een flesje cola.
.
En natuurlijk zijn er ook onze dromen,
maar evenzeer de ligstoelen waarin
ze worden gedroomd.
.
Ik bijvoorbeeld, ik lig
in een droom
van een ligstoel.
.
Zondag (1)
Pasen
.
Omdat Pasen in de beleving van veel mensen uit twee zondagen bestaat kreeg ik de tip van een goede vriendin om dan maar op beide paasdagen een gedicht van Herman de Coninck te plaatsen. Omdat ik met alle liefde gedichten van Herman de Coninck deel vond ik het meteen een goed idee. Vandaar vandaag deel 1 van de Herman de Coninckzondag met een gedicht uit ‘De lenige liefde’ uit het onderdeel Ars Poetica met als titel ‘1’.
.
1
.
Zie hoe mijn zachtste
gedachte
als een zevenmaandertje
onder teveel licht
te ademen ligt
in de glazen broeikas
van dit gedicht.
.
En ik moet buiten blijven staan
en kijken door de ruiten
want ik kan er niet meer aan.
.
Lasso’s van woorden
De lenige liefde
.
In 1966 debuteerde Herman de Coninck met de bundel ‘De lenige liefde’. Hij zette daarmee een toon van ironie, lichtheid en speelsheid in de Nederlandse poëzie die daarna door veel dichters is opgepikt en gekopieerd.
Van deze bundel zijn inmiddels meer dan 10 drukken verschenen en de bundel is integraal opgenomen in ‘De gedichten’ waarvan meer dan 50.000 exemplaren zijn verkocht (en dan reken ik het gesproken boek van de lenige liefde nog niet eens mee).
Een enorm succesvolle dichtbundel kortom. Uit deze debuutbundel heb ik gekozen voor het gedicht nummer 11: ‘Denkend aan vroegere gedichten’.
.
Denkend aan vroegere gedichten
.
Wij waren jong, wij sprongen
te paard op de taal en reden
heersend de velden door,
slingerende lasso’s van woorden
naar alles wat we wilden veroveren. ,
het waren dolle roekeloze tochten, pas toch
een beetje op, riep Kees Fens ons nog na.
.
En ’s avonds stond de taal nog na te trillen,
op stal in een gedicht, hinnikend
van heimwee naar de maan
en naar de verste betekenissen.
.
De eerste op de laatste
Herman de Coninck gedicht
.
Op de laatste zondag van 2015 wil ik het eerste gedicht uit de eerste bundel van Herman met jullie delen. Herman heeft zoveel prachtige gedichten geschreven dat een keuze maken uit zijn gedichten elke zondag, aan de ene kant heel makkelijk is (er zijn er zoveel) en aan de andere kant elke keer weer zoeken is (wat wil deze zondag met jullie delen?). Toch blijkt me dat veel lezers heel blij worden van een de Coninck gedicht op zondag. Daarom zal ik voorlopig nog even doorgaan met de Herman de Coninckzondag.
Vandaag dus het eerste gedicht uit ‘De lenige liefde’ uit 1969 zonder titel of het moet 1. zijn.
.
1
.
Zo is hier elke dag: de bloemen
gaan de perken te buiten, bomen
waaien in het honderd, en van overal
stroomt klaarte toe
als volk voor een voetbalwedstrijd.
Reeds komt de zon het terrein op-
gelopen, stralend van zelfvertrouwen.
.
En even sterk zijn hier de dichters.
Hun stevige beelden bewerken de realiteit
als boeren het land,
een hele werkelijkheid kunnen zij
in hun armen dragen.
.
Ik hou van dit land.
Als ik ooit uitwijk neem ik het mee.
Ik zal zijn naam noemen
en het zal me volgen.
.