Site-archief
Verdwalen
Ivo de Wijs
.
In een grijze week in januari kan wat verlichting geen kwaad. Daarom op deze ‘vrolijke vrijdag’ een gedicht van Ivo de Wijs (1945) uit de bundel ‘Vroege vogels radioverzen’ uit 1994 het gedicht ‘Verdwalen’. Deze bundel is ingedeeld per maand en dit gedicht komt uiteraard uit januari.
.
Verdwalen
.
Ik wil verdwalen in het jaar
Voorbij de kou van januari
Voorbij de bloesempracht van mei
Tot in het warmste jaargetij
Verzeilen tussen noord en zuid
Het zonlicht voelen op mijn huid
En haar
Ik wil verdwalen in het jaar
.
Ik wil verdwalen in het jaar
Als met een gloednieuwe geliefde
Beginnen aan een avontuur
Door water lopen, en door vuur
Gelukkig zijn op mijn manier
En banjeren van daar naar hier
Naar daar
Ik wil verdwalen in het jaar
.
Laat me verdwalen in het jaar
En in een onbeschreven wereld
Om zonder zorg en zonder plicht
Te zwalken tussen nacht en licht
Kom, leg je hand in die van mij
Ik weet de weg niet, net als jij
Maar in de doolhof zijn we bij
Elkaar
Dus kom nou maar
We gaan verdwalen in het jaar
.
Lennaert Nijgh
Music to jerk off by
.
Lennaert Nijgh (1945-2002) was één van ’s Neerlands bekendste en beste tekstdichters, vooral voor Boudewijn de Groot. Bekende nummers als Meisje van 16, Het land van Maas en Waal, Meester Prikkebeen, maar ook nummers als Malle Babbe, Jan Klaassen de trompetter, Dag zuster Ursula, en Pastorale schreef Nijgh. Liedjes die heel veel mensen bijna achteloos kunnen meezingen.
In 1991 verscheen bij uitgeverij Conserve de bundel ‘Tekst en uitleg’ met de teksten van alle liedjes van Nijgh. Bladerend door de bundel werd mijn aandacht getrokken door een nummer dat ik niet ken maar waarvan de titel nieuwsgierig makend is. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden blijkt het hier om een prachtige poëtische tekst te gaan. Daarom hier de tekst.
.
Music to jerk off by
.
De droomflat van de gastheer
is ingericht door weetjewel,
nou ja een soort Cees Dam,
Er hangen echte etsen aan de muur
van de schilders die hij kent,
in dank aanvaard voor drank.
.
Heel langzaam achterover glijen,
handen op je buik in een stoel
en dan komt weer dat gevoel:
alles is voor niets geweest,
niemand die ik kende op dit feest,
het leek zo mooi en interessant
er zou ook iemand komen van de krant.
.
Want hij heeft het gemaakt,
hij heeft het gemaakt,
heeft het gemaakt.
.
De ochtend na het feest komt
met overgeven, zweven en staren uit het raam.
De stad daarbuiten wordt door God
waanzinnig uitgelicht:
een mastershot.
.
Want hij heeft het gemaakt,
hij heeft het gemaakt,
heeft het gemaakt.
.
Als ik hier nou eens niet alleen
met die koppijn was,
maar in de armen van een lange en donkere godin
die het midden op dit dikke kleed
voor het open raam langdurig met me deed.
.
Ja dan had ik het gemaakt,
had ik het gemaakt,
dan had ik het gemaakt.
.
Droombruggen
Henrik Nordbrandt
.
Het is maar zelden dat het voorwoord van een dichtbundel geschreven is door de drukker van die bundel. En het is al helemaal bijzonder dat een bundel waarbij dat het geval is, een samenwerking is van drukkerij en Poetry International. Bij de dichtbundel ‘Droombruggen’ van de Deense dichter Henrik Norbrandt is dat echter het geval.
Beste wensen
Op naar 2022
.
Vandaag, 31 december 2021, daags voor weer een nieuw jaar, wil ik al mijn lezers een heel mooi, gezond, poëtisch en gelukkig nieuwjaar wensen. En omdat jullie gewend zijn dat ik dagelijks een gedicht deel, wil ik vandaag een toepasselijk gedicht van Ivo de Wijs (1945) hier plaatsen. Het gedicht ‘Drie dingen’ komt uit 2010 maar is nog altijd heel actueel en de adviezen die hij geeft kan ik alleen maar onderschrijven. Gelukkig nieuwjaar!
.
Drie dingen
.
In het leven zijn drie dingen
Die de engste bibberingen
Door je donder laten suizen:
Scheiden, sterven en verhuizen
Wie de moed niet wil verliezen
Houdt zich dus aan mijn adviezen:
Niet verhuizen en niet scheiden
En vooral niet overlijden!
.
De dood van Wilfred Owen
Frans Budé
.
De Eerste Wereldoorlog heeft heel veel ellende opgeleverd, miljoenen doden, verminkten en de opmaak voor de Tweede Wereldoorlog met nog veel meer afschuwelijke ellende, dood en genocide. En zoals zo vaak levert ellende soms ook wat moois op. Of moois, iets waardevols. Zoals de poëzie die de Eerste Wereldoorlog voortbracht van bijvoorbeeld een dichter als Wilfred Owen.
In de bundel ‘Achter het verdwijnpunt’ van Frans Budé (1945) uit 2015 staat een gedicht over de dood van Owen getiteld ” De dood van Wilfred Owen op 4 november 2018′. Dit gedicht dat heel mooi past in de categorie ‘Dichters over dichters’ wil ik hier met jullie delen. Om het gedicht maar zeker ook om opnieuw stil te staan bij de waanzin die oorlog is.
.
De dood van Wilfred Owen op 4 november 1918
.
Toen het ophield, door overtrekkende wolken werd
meegezogen, toen het leek op te houden en het rampzalige
vuur aarzelend begon te doven, maar niet genoeg,
jouw ogen zich naar binnen richtten, de dode paarden
.
achter het overvolle lazaret wegzakten in hun eigen lijf,
jij naar het schelle licht zocht dat eerder nog op je viel.
Kameraden die hoorden hoe je hoofd begon te bartsen, je zocht
maar vond hen niet toen het zinkend vlot onder vuur lag,
jou meeversplinterde, alles zwart werd die koude ochtend
.
op het Sambre-Oisekanaal, de woorden die je ooit schreef
weggedreven uit je hoofd: ‘Welke doodsklokken voor hen die
sterven als vee? Slechts de monsterlijke woede der kanonnen.’
.
De slotregels zijn afkomstig uit Owens gedicht ‘Anthem for Doomed Youth’.
.
Jaargetijden
Dubbel-gedicht
.
Van Juliana kreeg ik een doos met dichtbundels van haar opa en oma Cor en Juul Nobel. Bundels uit de jaren ’30, ’40 en ’50 met een paar hele mooie titels (daarover later zeker meer). Lezend in de bundels kwam ik op het idee van een dubbel-gedicht.
In ‘Het zilveren boek van de W.B.-Vereniging’ uitgegeven ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan der Wereldbibliotheekvereniging in 1950 las ik het gedicht van Mies Bouhuys (1927 – 2008) ‘Winter’. Ze schreef dit gedicht op jonge leeftijd dat waarschijnlijk ( ik heb het niet kunnen ontdekken in de bundel) is genomen uit haar debuutbundel. Zij debuteerde in 1948 bij D.A. Daamen’s Uitgeversmaatschappij met de gedichtenbundel ‘Ariadne op Naxos’, waarvoor zij de Reina Prinsen Geerligsprijs ontving.
Het andere gedicht las ik in ‘Dichters van deze tijd’ uit 1941. Hier betreft het het gedicht ‘Najaar’ van de dichter N.E.M. Pareau. Dit gedicht verscheen oorspronkelijk in De Gids in 1941. N.E.M. Pareau is het pseudoniem van Herman Jan Scheltema (1906 – 1981) een jurist en een Nederlandse hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen van 1945 tot 1977 en tevens schrijver/dichter.
.
Winter
.
Vogel, nu het bos verdorde
om uw zomernachtverblijf,
is de wereld klein geworden,
kleiner dan uw eigen lijf.
.
En de ander lokt geen fluiten
meer naar ’t nest o middelpunt;
enkel leegte ligt daarbuiten,
tot op het eigen hart gedund.
.
En gij lokt nog, maar al zachter,
uit een keel, die angst voorspelt,
en een vogelstrik kan achter
iedre stam zijn opgesteld.
.
Stilte hangt tussen de bomen
en uw vleugels zijn verstard,
nu de lege dagen komen
en het sneeuwt over uw hart.
.
Najaar
.
Nu gagel bruint en thijm en heidebloemen
gekruide geuren stuwen in het laat getijd’,
nu blinde bijen in het zonlicht zoemen
en ’t kouter door de stoppelvelden snijdt,
.
praat nu niet over ergerlijke dingen
maar ziet in ’t bloemrijk bermgras zittend naar
den dans der barrevoetse dorpelingen
met eikenloof gewonden in het hair.
.
De oogst gaat uit. Twee maal de zeisen zwaaiden
door ’t zware gras. De graanschuur beidt zijn last.
Bergt met getaande landlieden ’t gemaaide
op ’t stoffig veld in garven opgetast;
komt dan als nachtegalenzangen klinken
krachtigen wijn uit tinnen kroezen drinken.
.
Orde!
T. van Deel en Hannes Meinkema
.
Vandaag een dubbel-gedicht van twee oudgedienden; Tom van Deel (1945 – 2019) en Hannenes Meinkema (1943) over orde in het klaslokaal.
Allereerst het gedicht ‘Overwegingen van T. van Deel dat is genomen uit de bundel ‘Strafwerk’ de debuutbundel van deze dichter en literatuurcriticus uit 1967, waarin hij het eeuwige dilemma van de leerkracht verdicht; eruit sturen of niet.
In het tweede gedicht van schrijver, dichter en feminsite Hannes Meinkema ‘Ik betrap ze allemaal…’uit de bundel ‘En dan is er koffie’ uit 1976 komt opnieuw de leraar aan het woord maar nu als almachtige in het klaslokaal.
.
Overwegingen
.
Als ik nu tegen die jongen
zeg dat hij eruit moet gaan
zegt hij misschien waarom
meneer ik dee toch niks
en moet ik eerst staan
uitleggen dat hij weliswaar
inderdaad geen schuld heeft
maar dat het mij om di-
daktische redenen beter
lijkt dat hij verdwijnt
en hoe mooi het van hem
zijn zou als hij dat zonder
verdere discussie doen zou –
dus zeg ik maar niets.
.
Ik betrap ze allemaal…
.
Ik betrap ze allemaal, ik hoor alles,
niets ontgaat me.
Zo, zeg ik streng, jij hebt voorgezegd,
ik hoor het wel.
En terwijl ik heel ernstig kijk maak ik
met rode vilstift een puntje in mijn
agenda bij de naam van het kind dat
heeft voorgezegd.
Streng maar rechtvaardig, is mijn motto.
De klas is helemaal stil.
Ze denken dat het een slechte aan-
tekening is.
In werkelijkheid is het een klein onbe-
duidend tekentje waar niets uit op te
maken valt.
Maar ik heb macht over ze.
Ik zaai angst en slechte rapportcijfers.
.