Site-archief

De eer

Agnita Feis

.

Agnita Feis (1881-1944) was een experimenteel dichter, schrijfster, vertaler en beeldend kunstenares. Feis was autodidact. Omstreeks 1903 leerde ze de eveneens autodidactische beeldend kunstenaar Theo van Doesburg kennen. Waarschijnlijk zette zij hem aan gedichten te schrijven, want in september 1904 schreef hij enkele gedichten in zijn dagboek opgedragen aan haar. Vanaf 1913 publiceerde ze als A.H. Feis regelmatig in het tijdschrift ‘Eenheid’.

Eind 1915 verscheen Feis’ dichtbundel ‘Oorlog’. Verzen in staccato in eigen beheer in een oplage van 200 exemplaren waar Theo van Doesburg de omslag van ontwierp. Hiermee was ze de eerste Nederlandse dichter die een experimentele dichtbundel schreef over de Eerste wereldoorlog. Uit deze bundel komt het gedicht ‘De eer’.

.

De eer

.

t Is een
kanon.
‘t Is een
geweer….

Men schiet.
Men moordt:
Maar ‘t is
voor d’eer!

Men steekt
elkaar
een mes
in ‘t hart,

En zie
zoo’n daad
is wit,
niet zwart.

Want ‘t is
voor d’eer!
Men steelt.
Men brandt.

En zie
‘t is goed,
want ‘t is
voor ‘t land!

Vervloekt
die eer!
Vervloekt
dat land!

Vervloekt
de mensch!
Vervloekt
de hand,

die grijpt
naar ‘t zwaard,
die grijpt
naar d’eer,

die grijpt
in bloed.
Steeds meer.
Steeds weer.

Weg met
die eer!
Z’is voos!
Z’is rot!

Wat maakt
zij van
den mensch?
Een zot!

.

Advertentie

Voor Aragon

Pablo Picasso

.

Ik kocht de bundel ‘gedicht en omgedicht’ Wereldpoëzie door Vlamingen vertaald, uit 1960, samengesteld door dichter en vertaler Bert Decorte (1915-2009). Tot 1995 publiceerde Decorte vele bundels maar ook poëtische reisverhalen, essays en een autobiografie. Als vertaler  van bijvoorbeeld Villon, Baudelaire, Mallarmé en Apollinaire) werd gevraagd of hij deze bundel wilde samenstellen waarin vertalingen van gedichten uit de wereldpoëzie sedert de middeleeuwen door Vlamingen werd opgenomen.

Bladerend door de bundel viel mijn oog op een gedicht van schilder, graficus, beeldhouwer en (dus ook) dichter Pablo Picasso (1881-1973). Het gedicht dat van hem is opgenomen in deze bloemlezing is vertaald door Marcel Wauters en is getiteld ‘Voor Aragon’ met als ondertitel ‘dinsdag 5 november 1940’. Het gedicht schreef Picasso voor zijn vriend, de Franse schrijver, dichter, essayist en journalist Louis Aragon (1897-1982).

,

Voor Aragon

dinsdag 5 november 1940

.

Aan de laaiende vuurstapel waarop

naakt de heks roosterde

heb ik mijn plezier gevonden

Op de rand van de lippen

van deze namiddag

de huid van al

de vlammen

met mijn nagels

zachtjes af te rukken

om vijf na één

’s morgens en nadien

nu drie uur

min tien geurden mijn vingers nog

naar het warme brood de honing

en de jasmijnen

.

 

Voor wie de weg kwijt is

Gedichten op vreemde plekken

.

In het kader van gedichten op vreemde plekken is het volgende voorbeeld wel heel toepasselijk. Want wat nou als je de weg kwijt bent? En dat bedoel ik in dit geval letterlijk. Je loopt ergens in een verlaten landschap, zonder wegen, zonder huizen of gebouwen, verlaten, geen mens in de nabije omgeving en je bent de kwijt.

Okay, toegegeven de kans dat je dit gebeurt is niet groot maar stel dat het zo is, dan wil je een kompas om je de weg te wijzen. En welk kompas wil je dan? Precies één waar een gedicht op is gegraveerd. In dit geval met een gedicht van de Amerikaanse dichter Robert Frost (1874-1963) ‘The Road Not Taken’ uit 1915. Hoe toepasselijk wil je het hebben?

Overigens is dit gedicht niet alleen populair bij de makers van dit kompas, al eerder schreef ik over een mok waar dit gedicht op was geprint.

.

The Road Not Taken

.

Two roads diverged in a yellow wood,
And sorry I could not travel both
And be one traveler, long I stood
And looked down one as far as I could
To where it bent in the undergrowth;
.
Then took the other, as just as fair,
And having perhaps the better claim,
Because it was grassy and wanted wear;
Though as for that the passing there
Had worn them really about the same,
.
And both that morning equally lay
In leaves no step had trodden black.
Oh, I kept the first for another day!
Yet knowing how way leads on to way,
I doubted if I should ever come back.
.
I shall be telling this with a sigh
Somewhere ages and ages hence:
Two roads diverged in a wood, and I—
I took the one less traveled by,
And that has made all the difference.
.

Sluiting

Leo Vroman

.

Op een dag dat er een crematie is van van de vader van een heel goede vriendin vind ik het gepast om een gedicht te plaatsen over de overgang van leven naar dood. Elke dag sterven er mensen, deze week nog Remco Campert, één van de grootste dichters die ons land heeft gekend. Bij het sterven, bij de dood zijn vele prachtige gedichten geschreven, ik heb er op dit blog menigmaal aandacht aan besteed.

Vandaag dus opnieuw en wel in de vorm van het gedicht ‘Sluiting’ van dichter Leo Vroman (1915-2014) dat komt uit een van de laatste dichtbundels die hij publiceerde op 94 jarige leeftijd in 2011 met als titel ‘Daar’. In dit gedicht beziet hij zijn naderende dood op een rustige manier waarin hij zijn sterfelijkheid niet alleen accepteert maar ook met enige humor bekijkt.

.

Sluiting

.

Als ik morgen niet opsta

moet je niet schrikken:

per slot, elke opera

en alle toneelstukken

hebben hun ogenblikken,

het vallen van gordijnen

of andere ongelukken.

Dit is dan het mijne.

.

Sluit dus mijn gezicht,

doe die mond en twee ogen

maar netjes dicht

en ik ben voltooid.

.

Laat zo maar gaan,

en die oren mogen

nog openstaan,

want je weet nooit.

.

Poëzie in film

The Bookshop

.

Afgelopen week bekeek ik de film ‘The Bookshop’ uit 2017 van regisseur Isabel Coixet. De film is gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1978 van Penelope Fitzgerald , waarin de hoofdpersoon, Florence Green (gespeeld door Emily Mortimer) tegen de stroom in probeert een boekwinkel te openen in de kustplaats Hardborough, Suffolk. Omdat deze film gaat over een boekenwinkel in de jaren vijftig van de vorige eeuw, mag je verwachten dat er ook poëzie in voorkomt. En mijn verwachtingen werden ingelost.

Regelmatig worden titels van gedichtenbundels getoond (niet zo prominent als ‘Lolita’ van Nabokov in de film maar toch) en er wordt geciteerd uit een paar gedichten waaronder een sonnet (XXXIV) van Charles Hamilton Sorley. Maar ook komt in een gesprek tussen de hoofdpersoon en de mysterieuze veellezende kluizenaar Edmond Brundish (gespeeld door een van mijn favoriete Engelse acteurs Bill Nighy) de zin langs ‘Never give a lady a restive horse’. Ik dacht dat dit een zin uit een gedicht zou zijn maar het blijkt de titel van een boek over Victoriaanse etiquette van Thomas Edie Hill (1832-1915) te zijn.

Omdat ik verder zocht kwam ik echter toch een gedicht tegen met diezelfde titel. Op de website deepundergroundpoetry staat een (erotisch) gedicht van Geoffe Cat met deze titel geïnspireerd op het boek van Hill dat uit een bundel komt uit 1968.

.

Never Give a “Lady” a Restive Horse – Sonnet Nineteen

 .

A restive horse, no gift a “Lady” make,
For “Lady’s” stride should simple gestures grace,
Lest in her sport, her seat that posting take,
Decorum speaks, should “Lady” never brace.

.

Though such a rider she, she may protest,
In taming such a horse, her pleasures wrought,
That with its buck and lunge, her sure contest
To still such beast, she shows her measures tau(gh)t.

.

For in such work, from “Lady’s” measure may
In strike and strump, come most “un-Lady’s” gait,
In leap and loft, her seat and measure’s sway,
May “Lady-like”, unsullied state negate.

.

So never gift a “Lady” restive horse,
‘Though she, with seat and measure, may endorse.

.

Biologica

Leo Vroman

.

Het thema van de Poëzieweek mag dit jaar dan Natuur zijn, in 2018 verscheen van dichter Leo Vroman (1915-2014) postuum de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ de mooiste gedichten over het leven in en rondom ons. Vroman was een Nederlands-Amerikaans dichter, (toneel)schrijver, tekenaar, schilder, bioloog en hematoloog. In Nederland is hij echter vooral bekend als dichter. Zelf beschouwde hij zich allereerst als wetenschapper. Vroman woonde en werkte vanaf 1947 in de Verenigde Staten en werd in 1951 Amerikaans staatsburger. Desalniettemin geldt hij als een van de belangrijkste Nederlandse dichters van de vorige eeuw.

Vromans werd tijdens zijn leven meerdere malen bekroond. Zo ontving hij onder andere in 1950 de  Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor ‘Gedichten, vroegere en latere’ in 1964 de P.C. Hooft-prijs voor zijn oeuvre, en in 1996 de VSB Poëzieprijs voor ‘Psalmen en andere gedichten’.

Vromans gedichten zijn levendig en herkenbaar, al sinds zijn debuut in 1946. Hij behoort tot geen enkele stroming binnen de literatuur, maar heeft een speelse, grillige, soms surrealistische stijl. Criticus Kees Fens noemde Vroman ooit ‘de vlakbijste dichter’ van Nederland, wat iets zegt over de toegankelijkheid van zijn poëzie.

Zoals gezegd verscheen in 2018 de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ en uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Biologica’ dat eigenlijk voor zichzelf spreekt.

.

Biologica

.

Ik was altijd al omgeven

door al die schattige vormen

van het aardse leven.

Neem nou die regenwormen.

Als kind al, hoe mij zo’n regen-

worm dringend moest doorboren

tussen mijn vingertjes door en

terug naar de natte grond,

daar kon ik gewoon niet tegen.

Drukte ik niet vaak met mijn meest

innige liefde mijn mond

zoetsappig op zo’n beest?

Hoe dieren elkander vinden!

Eerst even snuffelen,

dan elkaar knuffelen

en dan verslinden.

Heerlijk te worden omgeven

door al dat leven.

.

C.S. Lewis en Joy Davidman

Poëzie in ‘Shadowlands’

.

Afgelopen weken keek ik naar ‘Shadowlands’, een film van Richard Attenborough uit 1993 over (een deel) van het leven van de Engelse schrijver C.S. Lewis. In de film gaat het over de liefdesgeschiedenis tussen C.S. (Jack) Lewis (1898 – 1963) en de Amerikaanse schrijver en dichter Helen Joy Davidman (1915 – 1960). Lewis was een beroemde, in Ierland geboren schrijver, letterkundige en christelijk apologeet, vooral bekend van de serie ‘De kronieken van Narnia’ welke door de BBC als televisieserie en later door Disney als films (enkele van de 7 delen) zijn uitgebracht.

Joy Davidman is de vrouw met wie Lewis enige jaren getrouwd was tot haar dood door kanker in 1960. Ze ontmoeten elkaar in 1952 en de jaren daarna tot aan haar dood vormen het verhaal van ‘Shadowlands’ waarin Anthony Hopkins en Debra Winger de hoofdpersonen vertolken.

Joy Davidman had in de Verenigde Staten, waar ze vandaan kwam, al haar sporen verdient op poëtisch gebied. Zo won ze met haar bundel ‘Letter to a Comrade’ de Yale Series of Younger Poets Competition in 1938 en de Russel Loines Award for Poetry in 1939.

In het begin van de film wordt bij Lewis bekend dat Joy gedichten schrijft. Hoewel ze eerst aarzelt draagt ze vervolgens het gedicht ‘Snow in Madrid’ voor aan hem.  Omdat ik dit zo’n mooi gedicht vind (het gedicht is gebaseerd op de mannen die in de Spaanse burgeroorlog vechten tegen de fascisten, hoewel Davidman daar nooit bij is geweest, zoals ze in de film aan Lewis toegeeft) heb ik het opgezocht en wil ik het hier delen.

.

Snow in Madrid

.

Softly, so casual,

Lovely, so light, so light.

The cruel sky lets fall

Something one does not fight.

.

Men before perishing

See with unwounded eye

For once a gentle thing

Fall from the sky.

.

Soldaten kwartier

Antony Kok

.

Naar aanleiding van een bericht op Tzum, waarin stadsdichter A.H.J. Dautzenberg in een open brief aangeeft waarom hij stopt met het uitoefenen van het stadsdichterschap van Tilburg https://www.tzum.info/2021/03/nieuws-a-h-j-dautzenberg-stopt-met-stadsdichterschap-tilburg/ sloeg ik aan op de naam Antony Kok (1882 – 1969). Ik wist dat ik al eens een bericht over deze dichter had geschreven https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/05/11/dada-gaga/ en wilde graag meer van deze dichter te weten komen.

Op de website https://www.antonykok.nl/ kun je alles over het leven en werk van deze experimenteel dichter lezen.  Deze Rotterdamse  schrijver en dichter was experimenteel vooral in zijn klankpoëzie. Hij was mede-oprichter van het vernieuwende tijdschrift ‘De Stijl’. Antony Kok stond bekend als een bedachtzaam en vrijgevig man. Hij was volgens hen die hem kenden een groot kunstminnaar en ook een mecenas, niet alleen voor een bekende schilder als Piet Mondriaan maar ook voor regionale kunstenaars. Kok leerde de kunstenaar Theo van Doesburg kennen toen deze gelegerd was vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog met zijn legeronderdeel aan de Belgische grens, niet ver van Tilburg. Na 1916 leerde hij Piet Mondriaan kennen en samen met een aantal andere kunstenaars richten zij in 1917 ‘De Stijl’ op.

In 1915 schreef Anthony Kok het gedicht ‘Soldatenkwartier’ waarschijnlijk geïnspireerd op een serie gedichten van Van Doesburg, getiteld ‘Soldaten’. Van Doesburgs reactie op het gedicht ‘Soldaten Kwartier’ loog er niet om: ‘Die uitdrukking ‘klootenschuren’ vind ik toch erg goed; helemaal in toon, je ziet er de geslachtsdelen ten opzichte der houten banken in heen en weer schuiven’.

Kok heeft slechts twee gedichten gepubliceerd in ‘De Stijl’, de gedichten  ‘Stilte + stem (Vers in W)’en ‘Nachtkroeg’ wat voor iemand die mede oprichter was van een tijdschrift dat 14 heeft bestaan (met De Stijl werd gestopt toen Theo van Doesburg in 1931 kwam te overlijden) erg karig is.

.

Soldaten kwartier

.

Banken. Banken.
Ruwe planken.
Snaaksche schalken.
Kleeren zwalken.
Kastjes. Kribben.
Vloeren glibben.
Zingen. Fluiten.
Hoemhoemhoem.
Luieren. Poetsen.
Schuieren. Boem.

.

Sterke longen.
Bokkesprongen,
over tafels,
banken heen.

.

Eten. Drinken.
Schrijven. Stinken.
Koffie. Brood.
Stik. Valdood.

.

Kaptein. Venijn.
Kaptein. Venijn.
Sergeant. ’t Land.
Sergeant. ’t Land.
Hoelang. Hoelang.
Zal het nog duren
Dat verdomde
klooten schuren.

.

Rombombom.
Rombombom.
De trom.
De trom.
De trom.

.

AK

Lino: Ivo van Leeuwen

AKivl

Paul van Ostaijen

Herdenkingsjaar

.

Op 22 februari was het 125 jaar geleden dat de Vlaams-Nederlandse dichter (Nederlandse vader, Vlaamse moeder) Paul van Ostaijen (1896 – 1928) werd geboren. 100 jaar geleden verscheen van van Ostaijen de bundel ‘Bezette stad’. Deze twee gebeurtenissen vormen de start van het Paul van Ostaijen-jaar. Op 22 februari was er in cultureel centrum De Brakke Grond een marathon vol poëzie, theater en muziek.  De line up bestond uit onder andere Gustaaf Peek, Spinvis, Aafke Romeijn en Hannah van Binsbergen.

Vanuit het geboortehuis van van Ostaijen in Antwerpen wordt een digitale uitzending gemaakt door Matthijs de Ridder en Willem Bongers-Dek over wie deze avant-garde dichter nu eigenlijk was.  De uitzendingen waren te zien (en zijn waarschijnlijk terug te kijken) via de Facebookpagina van De Brakke Grond en op deburen.eu

Reden genoeg om nog eens iets van deze bijzondere dichter te plaatsen. Ik koos uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1981 het gedicht ‘Fragmenten’ uit 1915.

.

Fragmenten

.

1

.

Mijn lief, mijn hart schenk ik je hier

Als ’n tennisbal;

Je speelgenoot weze ’n fraai zeeofficier,

Die knap wezen zal

En in het spel bedreven

.

2

.

Ik heb je al wat

Ik bezat

Mijn enige schat,

Mijn groot hart gegeven.

En wat heb jij den liefdedronken

Jongen

Die ik was, geschonken?

.

3

.

Mijn hart is door de smart gebenedijd,

Heb ik troostend tot mezelf gezeid.

Want mijn lijden,

Elke fijne dolk, elke grief

Is zoet verblijden

Voor mijn wreed lief.

.

Wanneer de lente komt

Fernando Pessoa

.

Ik heb op dit blog al vaker gedichten geplaatst van de Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935). Toch ontbrak nog een belangrijk en bijzonder gedicht van zijn hand op dit blog. Een gedicht van troost, van hoop en van realistisch optimisme. De levenscirkel (geboorte, leven, overlijden) komt in dit gedicht mooi tot zijn recht en er wordt door het gebruik van de lente (een nieuwe lente, een nieuw geluid) een tegenwicht geboden aan de zwaarte van de het overlijden. In vele opzichten dus een bijzonder mooi gedicht uit 1915. Uit de bundel ‘De hoeder van kudden’ uit 2003 in een vertaling van August Willemsen.

.

Wanneer de lente komt… 

 

Wanneer de lente komt
En als ik dan al dood ben
Zullen de bloemen net zo bloeien
En de bomen zullen niet minder groen zijn dan het vorig voorjaar.
De werkelijkheid heeft mij niet nodig.

.

Ik voel een enorme vreugde
Bij de gedachte dat mijn dood volstrekt onbelangrijk is

.

Als ik wist dat ik morgen zou sterven
En het was overmorgen lente,
Zou ik tevreden sterven, omdat het overmorgen lente was.
Als dat haar tijd is, wanneer dan zou ze moeten komen tenzij op haar tijd?
Ik houd ervan dat alles werkelijk is en alles zoals het moet zijn;
Daar houd ik van, omdat het zo zou wezen ook als ik er niet van hield.
Daarom, als ik nu sterf, sterf ik tevreden,
Want alles is werkelijk en alles is zoals het moet zijn.

.

Men mag Latijn bidden boven mijn kist, indien men wil.
Indien men wil, mag men rondom dansen en zingen.
Ik heb geen voorkeur voor wanneer ik toch geen voorkeur meer kan hebben
Dat wat zal zijn, wanneer het zijn zal, zal het zijn dat wat het is.

.

%d bloggers liken dit: