Site-archief
Vakantie poëzie
Het baden in zee
.
Vanaf vandaag gaat voor mij de vakantieperiode in. Dat wil zeggen dat de komende weken ik elke dag een gedicht ga plaatsen zonder al teveel informatie. Gewoon een fijn gedicht voor elke dag. Waar mogelijk een gedicht dat enige relatie heeft met de vakantie maar zeker ook gedichten die bijzonder zijn of die ik interessant of mooi vind.
Vandaag het eerste gedicht van Pieter Leonard van de Kasteele (1781-1810) uit de bundel ‘Dichtwerken van Mr. P. L. van de Kasteele, Deel 1 uit 1844. Het gedicht werd geschreven door van de Kasteele in de zomer van 1790 op het strand van Texel. Hij gaf hiermee blijk van een frisse, realistische natuurwaarneming, die zich tegen het einde van de 18e eeuw zelden voordeed. (Bron: De Muze en de zeventien provinciën).
.
Het baden in zee
.
Op! Texelbewoner!
Geen avond ooit schoner;
’t loopt alles ons mee.
Op! Jeugdige knapen!
De zon wil gaan slapen;
komt! baadt u in zee!
.
Het westelijk luchtje
doorgeeft met een zuchtje
mijn flodderend haar.
Twee zeeën begroeten
mijn kletsende voeten;
ze omarmen elkaâr.
.
Zie ’t Noorderzon blinken!
De zon gaat er zinken,
zie ginds in het Oost
de Zuiderzee dartlen,
de Maan haar ontspartlen;
zij beeft en zij bloost.
.
Rondom zich die glansen
op zee te zien dansen,
hoe lacht dit ons aan!
Wat vreugd! Onbeladen
in zee zich te baden
met zon en met Maan!
.
‘T nicotiaansche kruid
Bilderdijk
.
Velen zullen de naam van Willem Bilderdijk kennen maar maar weinigen zullen zijn werk kennen. Bilderdijk (1756 – 1831) was geschiedkundige, taalkundige, dichter en advocaat. In 1776 bekroonde het Leidse dichtgenootschap ‘Kunst wordt door Arbeid Verkreegen’ zijn vers over de Invloed van de dichtkunst op het staetsbestuur met de gouden medaille. Zijn ambitie om zich geheel aan de dichtkunst te wijden, werd door zijn strenge vader, die arts was en later belastinginspecteur, niet gesteund. In hetzelfde jaar begon hij met tegenzin als boekhouder op het kantoor van zijn vader te werken. In 1780 kon hij, inmiddels bekend als dichter en in contact met Rhijnvis Feith, beginnen aan zijn studie rechten te Leiden. Twee jaar later rondde hij deze studie af en vestigde hij zich als advocaat te Den Haag. In 1781 zag zijn bundel met licht erotische verzen, ‘Mijn Verlustiging‘, met de door hem zelf geëtste vignetten, het licht.
In 1981 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker een bloemlezing uit zijn gedichten getiteld ‘Ik reikhals naar het graf’ samengesteld door Peter van Zonneveld. In deze bundel korte en langere stukken, fragmenten en gedichten. Toen ik de bundel doorlas bleef ik hangen bij ‘T nicotiaansche kruid. In dit lange gedicht gaat Bilderdijk tekeer tegen de slechte invloed en het ‘vergift voor borst en ingewand’ de tabak. Misschien moet Bénédicte Ficq Bilderdijk als boegbeeld nemen in haar strijd tegen de tabaksindustrie.
Hier een fragment uit dit lange gedicht. De hele tekst is digitaal terug te lezen op http://www.dbnl.org/tekst/bild002dich08_01/bild002dich08_01_0023.php
.
‘T nicotiaansche kruid
.