Categorie archief: Meander
Doggy bag
Moniek Spaans
.
Multitalent Moniek Spaans (1961) is dichter, beeldend kunstenaar, schrijver, fotograaf, redacteur en coverontwerper. Daarnaast struint ze graag met haar camera door de stad en maakt ze foto’s voor haar blog. Haar werk werd opgenomen in verzamelbundels en o.a. gepubliceerd op de Meandersite, Het Gezeefde gedicht en SLA Avier. Op haar website kun je meer over haar en haar werk lezen en ook gedichten van haar hand. Een gedicht dat ik daar aantrof en kan waarderen wil ik hier met je delen.
.
doggybag
.
ik mis de man die een kuil groef
voor een stapel onbestelbare post
.
de man die een hoektand miste
maar niet de moeite nam om deze te laten vervangen
.
ik mis de hoogleraar vleeswetenschappen
.
ik mis de man die midden in de stad
naar olie boorde
.
de man die aangehouden werd
voor het verven van papegaaien
.
de chirurg die zich na een geslaagde
operatie liet ontvallen:
uw lichaam maakt mooie littekens
.
ik mis de man die vroeg of hij de rest van de avond
mee mocht nemen in een doggybag
.
Dan
Waarvandaan
.
Hans Tentije (1944) is het pseudoniem van Johann Krämer. Deze dichter, schrijver en leerkracht ontving meerdere prijzen voor zijn werk. Zo ontving hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Herman Gorterprijs, de Constantijn Huygens-prijs ( De jury prees Tentijes poëzie om zijn ‘trefzekere observatie, oog voor detail en rake typeringen van personages en landschappen.’), de Karel van Woestijneprijs en de Guido Gezelleprijs van de stad Brugge. Cynisme is een constante in het werk van deze, geboren Beverwijkse, dichter, maar in zijn latere werk is ook het avontuurlijk leven een thema.
Tentije debuteerde in 1975 met de bundel ‘Alles is er’ waarna meer dan 20 publicaties zouden volgen. En nu, in 2022 is er de bundel ‘Waarvandaan’. Marc Bruynseraede schrijft in zijn recensie van ‘Waarvandaan’ op de site van Meander : “De gedichten zijn geen afspiegeling van de werkelijkheid maar een verbeelde of ingebeelde werkelijkheid, hoe levensecht ze er ook uitziet. Het gaat hier om een werkelijkheid achter de werkelijkheid of een werkelijkheid met dubbele bodem.” Niet voor niets dus dat de clubkeuzebundel van poëzietijdschrift Awater deze maand ‘Waarvandaan’ is van Hans Tentije.
.
Dan
.
Hoe gebeurtenissen elkaar kunnen beïnvloeden
en zo vertekend raken, terwijl ze iemand
op het lijf geschreven leken voor ze zich ingroeven
diep vanbinnen –
.
als er een onuitputtelijk geheugen zou bestaan
waarin zelfs het minste of geringste terug te vinden was
afhankelijk van de situatie, lichtval
en stemmingen, zorgwekkende berichten
in het nieuws die dag
.
dan schiftte het afweervermogen
wat er zich voordeed, ontkende het of verdrong
al het pijnlijke, vernederende, ergste –
.
maar onberekenbaar is het vergeten
.
Winterzin
H.C. ten Berge
.
Dichter, prozaschrijver, essayist en literair vertaler Hans te Berge (1938) kennen we als de dichter H.C. ten Berge. Ten Berge debuteerde in 1964 met de dichtbundel ‘Poolsneeuw’ waarvoor hij meteen de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam kreeg (voor Journaal I, II en XII) . Hij vertaalde werk van onder anderen Ezra Pound.
Voor Ten Berge is dichten een vorm van onderzoek. Hij heeft een grote belangstelling voor natuurvolken als de Inuit en de Azteken. In 1967 richtte hij het tijdschrift Raster op waar hij tot 1997 aan verbonden blijft. Lange tijd was ten Berge de enige redacteur.
Zijn werk is vele malen bekroond, zo ontving hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs (1968), de Multatuliprijs (1987), de Constantijn Huygensprijs (1996) en de A. Roland Holst-Penning (2003).
Op de website van Meander las ik het gedicht ‘Winterzin’ uit de bundel ‘Splendor’ uit 2016 van ten Berge in de Meander Klassiekers, geschreven door Hans Puper. Hoewel ik helemaal niet hou van de winter en de titel me dus ook niet aanspreekt (zin in de winter) bleef het gedicht me bij door zijn schoonheid en wil ik het graag hier met jullie delen.
.
Winterzin
–
Winterzin
–
Een grijze lucht die urenlang
—–op sneeuwen stond,
zich inhield, schuchter toen
een handvol vlokken zond
als een belofte voor de nacht
waarin je wakend lag
te slapen tot de dageraad
het sneeuwen niet meer tegenhield
en je gonzend van geluk
de dag begon en uit het zolderraam
de eeuwen en de witbestoven akkers
naast de landweg overzag,
—–en er niets was dat die vervoering brak –
.
Aanzegging
Peter WJ Brouwer
.
In 2016 verscheen de dichtbundel ‘Brief aan wie niet bestaat’ van Peter WJ Brouwer bij uitgeverij In de Knipscheer. In de inleiding staat over de gedichten van Brouwer: “In deze gedichten draait het om de paradox van het ongrijpbare: het vieren ervan, het tonen en verhullen, het aan-uit, zijn steeds terugkerende tegenstellingen die Brouwers werk eigen maken. In ‘Brief aan wie niet bestaat’ wordt het ongrijpbare tastbaar. Maar we hoeven ,maar met onze ogen te knipperen, en het zou zo weer kunnen verdwijnen”.
In inleidingen, voorwoorden en achterflappen wordt vaak wollige taal gebruikt om dichtbundels aan te prijzen, en zo kun je hier ook naar kijken maar in dit geval zit er wel degelijk een kern van waarheid in deze zinnen. Voor wie de diepere betekenis achter deze zinnen beter wil leren begrijpen kan ik de recensie van Levity Peters op meandermagazine.net aanraden.
Ik ken Peter WJ Brouwer (van voordrachten bij poëziestichting Ongehoord!) waar hij als solo voordroeg en waar hij samen met Michael Abspoel delen van hun theaterprogramma rond Jacques Brel bracht. Toen deelde ik het gedicht ‘In mijn gedicht’, dit keer wil ik het gedicht ‘Aanzegging’ delen.
.
Aanzegging
.
Er wordt aangebeld, je ouders doen nog open
laat licht glimt op hun gezichten
.
een jongeman wordt binnengehaald,
hij groet sonoor, wendt zich tot jou:
.
ik ben de benjamin, je jongste broer
.
hij doet of hij thuis is, je vader geeft hem jouw stoel
je toont hem alles en haast je nog meer te zoeken
heb je een broer?
hij houdt een boek onder zijn arm en kijkt je spottend aan
hij zegt: je bent te laat, ik heb jou al geschreven
.
‘s ochtends aan het open raam glipt de schemer
weg met de kat
.
maar hem raak je niet kwijt die dag
.
een lege plek groeit door onder je huid
wat hij jou ontfutselde is wat hij je bracht
.
De Veerman
Romain John van de Maele
.
Via Alja Spaan, goede vriendin en medebestuurslid van Meander, kreeg ik een mail waarin ik gewezen werd op ‘De Veerman’ gewezen, een Tijdschrift voor West- en Noord-Europese literatuur en kunst dat gemaakt wordt door Romain John van de Maele. Romain is onder andere voormalig recensent bij Meander. In ‘De Veerman’ staan maar liefst 85 pagina’s met literatuur en kunst, zoals beloofd. In dit tijdschrift ook veel aandacht voor poëzie.
Zoals voor de poëzie van Edward Hoornaert (1981). Deze dichter debuteerde in 2016 met de bundel ‘Wij vreemden’. In de periode 2021-2023 is hij stadsdichter van Roeselare (Vlaanderen). Hij publiceerde gedichten in Gierik & NVT, Kluger Hans, Met Andere Zinnen en Plebs. Voorts is hij de bezieler van het dichterscollectief Obsidiaan en redacteur van het online tijdschrift Roer.
Als mede (poëzie-)tijdschriftmaker (van MUGzine) wil ik graag de aandacht vestigen op dit mooie initiatief van Romain. Daarom uit zijn debuutbundel van Edward Hoornaert, ‘Wij vreemden’ het gedicht ‘Morgenland’ dat ook te vinden is in ‘De Veerman’.
.
Morgenland
.
altijd juichen wij een vorig leven toe
gaan wij op zoek naar wat er achter onze rug
opdoemt – terwijl wij denken aan het verlies
.
denkt het verlies aan ons, er is geen weg vooruit
er is alleen het bed dat naar de liefde leidt en daar verstomt
wat ons betreft is dit het einde niet, we weten hoe het is
een voorstelling te maken van wat nog komen moet
.
in functie van wie achterblijft – ons huis het nest
dat ruimte liet
.
de tak waarop de vogel zat de verte ontegensprekelijk nabij
.
Verkwist
Nina Vanhevel
.
De West-Vlaamse dichter Nina Vanhevel (1989) is fondsredacteur bij Academia Press in Gent. In 2021 werd haar gedicht ‘advies’ gepubliceerd op Het gezeefde gedicht en ook in 2021 werden drie gedichten van haar hand gepubliceerd op Meandermagazine. Hoewel ze denkt en schrijft in het West-Vlaams werkt ze haar poëzie om naar het Nederlands om een groter bereik te hebben en gelukkig maar denk ik dan. Of haar ‘dichterscarrière’ een vervolg krijgt of dat ze zich op het redacteursvak zal focussen is de vraag, als ik haar gedichten lees hoop ik op het eerste.
.
verkwist
.
vandaag je zaad
uit de vuilnisbak gehaald
het lag er al een maand
eerder kon ik het niet maken
om al dat wat van ons nog rest
zomaar weg te dragen
.
is dit dan hoe het is
een lichaam komt
in korte stoten
maar gaat in lange halen
.
en in mijn hoofd dat eeuwig beeld
jouw ogen tot spleetjes geknepen
hoe ik je haren je wenkbrauwen
de kloven in je lippen streelde
als een kind
.
dat nooit zal leren
hoe je liefde moet doseren
.
Meisjes van 40
Jolies Heij
.
Dichter en performer Jolies Heij (1964) ken ik al vele jaren. Regelmatig kwam en kom ik haar tegen op podia en andere poëzie-evenementen, zo was ze deelnemend dichter aan de Poëziebustoer van 2019. Jolies studeerde Duitse Taal- en letterkunde in Utrecht en Freiburg im Breisgau in Duitsland. Vanaf 1999 is ze actief als (slam) dichter en sinds 2008 doet ze mee aan diverse slampoetrywedstrijden in Nederland en Duitsland. Ze was winnares van Slam by the Sea, ze deed mee bij Kargadoorslam, U-slam, iPoetry, Slamersfoort, in Delft, Zeist en Vlissingen. Ze won de tweede prijs bij ‘Het woord in de wijk’, een schrijfwedstrijd over de Utrechtse wijk Zuilen.
Ze treed zoals gezegd regelmatig op bij allerlei podia in het land en haar werk werd gepubliceerd bij onder andere Meander, De Contrabas en Pomgedichten. Haar stem klinkt amusant, versneld en bewust articulerend. Ze is serieus en grappig, gebruikt daadkrachtige beelden, schuwt provocaties niet en neemt totaal geen blad voor haar mond. En elke keer als ik haar hoor of zie optreden denk ik: Ik moet eens over Jolies schrijven.
Op 2 juli jongstleden, op de dag van de roos, droegen we beide voor in het Westbroekpark in Den Haag (samen met nog enkele dichters). Opnieuw werd ik gegrepen door haar puntige en ironische poëzie. Ik kocht haar debuutbundel ‘Lolita zei…’ waar ze in 2016 mee ‘debuteerde’ en uit die bundel koos ik het gedicht ‘Meisjes van 40’ waar alles in zit wat me zo inneemt voor Jolies.
.
Meisjes van 40
.
ze raadt korte rokjes aan
ook al staan
haar benen als zuilen
haar spijkerhakkentiktakken
menig gat in de grond
bezaaid met handkussen
.
talloze gulle minnaars
heeft ze achter zich gelaten
.
maar niemand bezat het paspoort
niemand die koning mocht heten
of de bolster strelen
dit territorium ligt braak
nooit door laarzen aangestampt
of door pummels bemest
.
ze doet maar alsof
ze ergens tussen het hangende vel
een onderkomen heeft bewaard
voor koeriers
voor avonturiers
ook rovers
zijn niet te versmaden
.
daarom schikt zij haar lichaam
voordat het verlepte rozen braakt
en kobolds op doorzakpaarden
te gebocheld en afgedankt
.
er schuilt een zekere lijdzaamheid
in dit volharden
.
niemand ziet
hoe zij aaiend het hart
onder de riem draagt
.
meisjes van 40
zijn niks wijzer
hooguit wat aftandser
en zitten beter in hun harnas
.
Rob de Vos poëziewedstrijd
Doe mee!
.
De Meander Dichtersprijs die de naam draagt van de geestelijk vader van Meander, Rob de Vos, is weer van start gegaan. Tot 1 oktober 2022 mag je meedoen met één gedicht, geïnspireerd op net thema van dit jaar, namelijk twee kunstwerken van kunstenaar Inge Bak. Laat je inspireren door deze werken of één van de werken die je het meest aanspreekt en laat je fantasie en je poëtische gaven de vrije loop.
De voorwaarden voor deelname zijn: het gedicht is in het Nederlands geschreven, moet in een Word bestand worden aangeleverd, mag niet langer zijn dan een A4 formaat in een normaal leesbare lettertype (niet vetgedrukt, niet in kleur), niet ondertekent met je naam, geïnspireerd dus op 1 of beide kunstwerken van Inge Bak, nooit ergens eerder gepubliceerd, genomineerd of bekroond, niet kwetsend of discriminerend en na inzending niet meer te veranderen. Over de uitslag, dat mag duidelijk zijn, woprdt niet gecorrespondeerd.
Wanneer je meedoet geef je daarmee toestemming tot het plaatsen van het gedicht op de site van Meander. De jury bestaat dit jaar uit: Peter Vermaat (recensent), Hettie Marzak (recensent), Inge Bak (kunstenaar, dichter, recensent), Herbert Mouwe (dichter, recensent), Hans Franse (letterkundige, recensent, dichter) en Jeanine Hoedemakers (dichter, recensent). Uit de inzendingen worden tien gedichten genomineerd waaruit drie winnaars komen en zeven eervolle vermeldingen.
De eerste prijs is de Rob de Vos trofee , € 100,- en publicatie, de 2e prijs een boekenbon van € 50,- en publicatie en de 3e prijs een boekenbon van € 25,- en publicatie. De eervolle vermeldingen worden gepubliceerd op de website van Meander.
Deze wedstrijd kun je ook terugvinden op https://schrijvenonline.org/ en op de website https://schrijverspunt.nl/ .
Om alvast in de stemming te komen hier het winnende gedicht van de Rob de Vosprijs 2021 van de Vlaamse dichter Nicholas Van Herck (1986) getiteld ‘Het park’ waarvan je hier het juryrapport leest.
.
Het park
.
Ik weet nog hoe het gras
rimpels op mijn benen achterliet
tot ze er uitzagen zoals de jouwe
.
hoe het winter werd
en ik te oud voor mijn leeftijd leek
omdat mijn lippen wondjes vellen als het vriest
.
of hoe je me tegen mijn ouderdom wilde beschermen
door zorgzaam de kreuken uit mijn jas te strijken
en hoe per plooi die uit mijn mouw verdween,
er één verscheen op jouw handen.
.
Trojaanse gedachten
Guislain
.
Enige jaren geleden was ik voor het eerst in Gent in Museum Dr. Guislain. Dit museum is gewijd aan de psychiatrie in België en is gehuisvest op het terrein van de oudste psychiatrische inrichting in België die nog steeds als zodanig in gebruik is. Het museum is een cultureel ijkpunt met betrekking tot de geschiedenis van en actuele discussies over psychiatrie en geestelijke gezondheid, zorg, en kunst en waanzin.
Wat me vooral heel erg goed is bijgebleven van mijn bezoek is de tentoonstelling van de geschiedenis van de psychiatrie in het museum. De zeer indringende foto’s van patiënten van 100 jaar geleden, de zalen met bedden en de machines voor schriktherapie (elektroshocktherapie). Ik moest hieraan terugdenken toen ik in de bundel ‘Trojaanse gedachten’ van de in Warschau geboren dichter Alicja Gescinska (1981) het gedicht ‘Guislain’ las dat overduidelijk over deze instelling en zijn historie is geschreven.
Ik kreeg de bundel cadeau bij de laatste editie van het poëzietijdschrift Awater (ik heb een abonnement waarbij je steeds de clubkeuze cadeau krijgt). Grappig genoeg had ik pas daarvoor de recensie op Meander van Wim Platvoet gelezen die niet onverdeeld positief was. Zet dat af tegen het ‘clubkeuze’ maken en eens te meer blijkt dat over smaak wel degelijk te twisten is.
Omdat ik het gedicht ‘Guislain’ herkenbaar vond, het me deed terugdenken aan mijn bezoek aan het museum, wil ik het hier met jullie delen en ik kan een bezoek aan het museum zeer aanbevelen.
.
Guislain
.
Op het bed ligt een vrouw die aan vroeger denken doet.
De slaap woekert tegen de opgang van gedachten, eindelijk.
De kraan wordt even stil gedraaid, ook ik durf weer te ademen.
Nog hier en daar een woord dat valt, alles in haar nieuwe taal.
Verdwaalde intervallen van begrip is waar ik het mee moet doen.
De rest vervluchtigt, zinkt weg tussen de plooien van het matras.
Een verpleegster komt langs, stelt gerust, mij meer dan haar:
Geduldig zijn, neuroleptica vragen tijd, witte pillen van hoop.
Even later zijn we weer alleen, wat woorden strompelen uit haar.
Morgen zal het beter gaan, morgen spreekt ze weer mensentaal.
Een wankele zekerheid, in haar kamer zonder deurslot,
Even hermetisch open als de gangen in haar hoofd.
Haar helderheid loopt voortaan aan de leiband.
.