Categorie archief: light verse
Kerstmis 2020
Dubbel-gedicht
.
Poëzie is er over elk onderwerp. Het probleem is het te vinden als je er naar zoekt. Zo wilde ik voor kerstmis twee gedichten plaatsen in de categorie Dubbel-gedicht waaruit twee totaal verschillende manieren of ervaringen rondom (het vieren van) kerstmis zouden blijken. Volgens mij is dat gelukt. In het eerste gedicht of lied van Drs. P. uit de bundel ‘Tante Constance en Tante Mathilde’ liedteksten van Drs. P. uit 1999 nam ik het gedicht/lied ‘Jubelzang’ waarin op een vrolijke manier het ‘leven’ van een kerstengel onder de loep wordt genomen.
In het tweede gedicht ‘Kerstziekte’ van Anna Enquist uit de bundel ‘Klaarlichte dag’ uit 1996 is veel minder duidelijk waarover dit gedicht nu gaat. Op de zeer informatieve website dbnl.org kwam ik een stuk uit ‘Onze Taal’ tegen uit 1997 waarin door Guus Middag een poging tot verklaring wordt gedaan https://www.dbnl.org/tekst/_taa014199701_01/_taa014199701_01_0235.php
.
Jubelzang
.
Aan een versierde conifeer
Geen parel in de kunsthistorie
Maar wel in ’t menselijk verkeer
Ik hang mezelf hier uit te stallen
Omringd door slingers en door ballen
En zie met innig welgevallen
Op al die stervelingen neer
Van plastic en fosforescerende verf
Ja een kerst-engel, een kerst-engel
En niet onderhevig aan breuk of bederf
Te pronken op dit grondgebied
Het heerlijk avondj’ is gekomen
Pardon, dat is een ander lied
Men kan weer achter alle deuren
Een folklorama-show bespeuren
In velerlei frappante kleuren
Je weet gewoon niet wat je ziet.
De haren gegolfd en de armen gestrekt
Ja een kers-tengel, een ker-stengel
En maak vooral ’s avonds een machtig effect
Of onverschillig langs mij gaan
Met liefde en met mededogen
Zie ik die vuile schoften aan
Ik wil zo graag een keer naar buiten
Om mijn gevoelens daar te uiten
Totdat miljoenen oren tuiten
Maar naar zo’n kans kan ik wel fluiten
Want met die tralies voor de ruiten
Kom ik hier in geen eeuw vandaan
Met draaibare vleugels en lichtgevend hoofd
Ja, een …-engel
Al is er hier binnen geen mens die ’t gelooft
Sinterklaas
Bruun
.
Het is bijna pakjesavond en dan ontkom je niet aan gedichtjes of rijmpjes schrijven voor degene met wie je Sinterklaas viert. Sinterklaasgedichten zijn altijd rijmend en vaak nog slecht rijmend ook maar dat heeft ook wel weer zijn charme.
Ik ben op zoek gegaan naar een grappig Sinterklaas gedicht en heb die gevonden op de website thebestsocial.media
Het gedicht is van ene Bruun, geen idee wie het is maar het gedicht dat hij schreef is de moeite waard.
.
Vertwijfeld zat de Sint aan zijn bureau,
met een writer’s block en een lege fles bordeaux.
Hij roestte bijna aan zijn stoel vast,
en sjokte uitgehongerd naar de koelkast.
Daar verzuchtte hij,
terwijl hij achterin een zakje sla vond,
‘wat rijmt er in hemelsnaam op pakjesavond?’
.
De vakantie voorbij
Driek van Wissen
.
Nu de vakantie voorbij is en heel veel mensen een andere vakantie hebben gehad dan ze misschien van te voren gedacht hadden, is het tijd voor een terugblik op de vakantie van één van Nederlands bekendste light verse dichters en voormalig dichter des vaderlands Driek van Wissen (1943 – 2010). In de bundel ‘De volle mep’ Gedichten 1978-1987, zijn drie eerdere bundels van Van Wissen opgenomen, te weten ‘Het mooiste meisje van de klas’, ‘Meisjesgenade’ en ‘De badman heeft gelijk’. In deze bundel staat onder andere het gedicht ‘Vakantiebericht’ een terugblik op een vakantie in Portugal, een terugblik die voor veel mensen dit jaar waarschijnlijk bekend voorkomt (maar dan niet in Portugal) als zoete pleister op de wonde.
.
Vakantiebericht
.
Wij dronken, onderweg in Portugal,
per dag tenminste één fles Vinho Verde,
maar meestal twee en doorgaans nog een derde,
want drie is toch zo’n heerlijk rond getal.
.
En daar wij dan pas werk’lijk dorstig werden
werd nummer vier besteld als spoedgeval-
‘of is dit nu ons vijfde flesje al?’
bracht een van ons, de tel kwijt, dan te berde.
.
U raadt het al – daarna kwam nummer zes
en dikwijls is het daarbij niet gebleven;
wij meden bijgelovig nummer zeven
en namen maar meteen een achtste fles.
.
Ja de vakantie was een groot succes:
In Portugal valt heel wat te beleven!
.
Vers gekruid
Inge Boulonois
.
Een aantal jaar geleden (2008) mocht ik voordragen in het knusse huiskameratelier van Alja Spaan in Alkmaar waar zij regelmatig dichters en muzikanten vroeg op te treden. Tijdens die voordracht daar was ook Inge Boulonois aanwezig en zolang volg ik haar al. Inge (1945) volgde de opleiding tot beeldend kunstenaar aan de Akademie voor Beeldende Kunst Arnhem en voltooide later ze de studie kunstpsychologie aan de Universiteit van Nijmegen.
In het nieuwe millennium is ze overgestapt op het schrijven van gedichten. Ze is medewerker (en dus collega) van het literaire e-zine Meander. Voor meandermagazine.nl schrijft ze analyses, recensies van light verse en interviews.
Voor http://www.gedichten.nl schrijft ze elke dinsdag een actueel snelsonnet. Ook op http://www.hetvrijevers.nl staan gedichten van haar hand en maakt ze deel uit van de redactie.
Het genre waarin Inge schrijft, light verse, is een bijzonder genre binnen de poëzie. Er wordt wel eens wat schamperig over gesproken maar niet door mij. Ik weet hoe moeilijk het is om een goed light verse gedicht te schrijven. Voor Inge Boulonois is het schrijven van light verse echter geen enkel probleem (denk ik toch als ik haar gedichten lees).
In haar nieuwe bundel ‘Vers gekruid’ staan 100 humoristische en lichtvoetige gedichten die maar wat vaak een serieuze ondertoon hebben als het om de onderwerpskeuze gaat. Als voorbeeld het gedicht ‘Recensent’ uit deze bundel. In de vorm van een ‘onzijn’ of ‘elftal’ geschreven. Voor de specifieke vorm informatie kijk je op https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/10/26/onzijn-elftal/
De bundel met vele verrassingen is te koop in de boekhandel of via http://www.ingeboulonois.nl
.
Recensent
.
Zijn vak is honorabel maar ook zwaar
Hij is de zielzorger van bellettrie
En als zodanig van niveau bezeten
.
Zijn smaak en stijl zijn van een bel-esprit
Slechts híj weet hoe je kwaliteit moet meten
En heeft de schrijvers onwijs veel te leren
.
Maar wordt miskend, voor haarklover versleten
Het is zijn plicht zeer streng te kritiseren
Toch taalt hij soms naar lovend commentaar
.
Dan prijst hij één roman, ooit zelf geschreven
Die hij nog steeds maar niet krijgt uitgegeven
.
Belgisch bier
Willem Wilmink
.
Tijdens één van mijn zeldzame opruimbuien kwam ik een ansichtkaart tegen die ik voor mijn laatste verjaardag kreeg. Het betreft hier een kaart met voorop een foto van Willem Wilmink met daarnaast een gedicht van zijn hand getiteld ‘Belgisch bier’. Ik was de kaart alweer bijna vergeten. Willem Wilmink is gefotografeerd op het terras van hotel De Swaen van Cas Spijkers in Oisterwijk. Ik neem aan dat hij dit gedicht daar ook schreef of daar zijn inspiratie op deed.
Feitelijk is het een opsomming van de vele soorten Belgisch bier die in hotel De Swaen (waarschijnlijk) op de kaart stonden, en toch is het ook een staaltje vakmanschap van de dichter door het gedicht niet alleen rijmend maar ook muzikaal en vloeiend te maken. Net als het bier eigenlijk.
.
Belgisch bier
.
Zeg wat wilde gij voor bier,
Sanctus, Duvel, Tempelier,
Gildenbier of Afflighem
of Jack-op uit Wolvertem?
Speciale Aerts misschien
of een Breendonk’s Vitamien?
Rochefort of Kriek Lambic,
Palten, Koninck, Liefmans Kriek?
.
Maters, Paters Vat, Floreffe,
Rubens bier of Christmas Leffe?
Maters, Paters Vat, Floreffe,
Rubens bier of Christmas Leffe
of een Tripel van Westmall’?
Stella, Maes of B S T,
Witkap Tripel of Chimay,
Witkap Stimulo, Maibbock
of een Gueuze Van den Stock?
.
Een Grand Cru? Een Maredsous?
Een West-Vleteren uit Watou?
Extra-Moortgat of Orval,
Pieter Pauwels of Christal?
Hoegaards Wit bier of Lamot,
Rodenbach of Tongerlo,
Chevalier of Ide Pils?
Vriend, ik heb er voor elk wat wils.
.
Reizigers
Driek van Wissen
.
In de bundel ‘De dichter des Vaderlands’ zijn mooiste gedichten, koos Jean Pierre Rawie uit het werk van voormalig Dichter des Vaderlands en vriend Driek van Wissen (1943 – 2010). In deze bundel uit 2005 staat het gedicht ‘Bericht aan de reizigers’. In deze vakantie is deze titel heel actueel, er bereiken nogal wat berichten de reizigers tenslotte.
.
Bericht aan de reizigers
.
Des zondags in de trein kan onverhoopt
een horde voetbalfans U bruusk verrassen,
langharigen, werkschuw en ongewassen,
maar door elkander wel met bier gedoopt.
.
Het tuig, met boksbeugels en leren jassen,
slaat stoelen stuk, gaat in de banken krassen,
waarvan het leer ruwweg wordt afgestroopt,
en plundert ook uw koffers en uw tassen.
.
En als de trein, tot het karkas gesloopt,
de halte van bestemming binnenloopt
hangt aan een stel bebloede voetbaldassen
de conducteur vakkundig opgeknoopt.
.
Dus reizigers, als U een kaartje koopt
vermijdt het uitschot en reist eerste klasse!
.
Mensje van Keulen
Bertus Bok
.
Zoals eerder geschreven, zal ik in de vakantieperiode ook gedichten van dichters plaatsen van wie de naam of de titel van het gedicht verwijst naar een vakantiebestemming of iets dat met vakantie te maken heeft. Daarom vandaag een gedicht van Mensje van Keulen (prachtige stad, prima vakantiebestemming).
Uit haar bundel ‘Van Aap tot Zet’ uit 2001 het heerlijk allitererende light verse gedicht ‘Bertus Bok’.
.
Bertus Bok
.
Bertus Bok was best bijzonder
want hij was beslist nooit bang
niet voor brand of donkere bossen
of zijn bed of het behang.
Voor geen boef en geen bedrieger
en niet één bloeddorstig beest
is die beresterke Bertus
ooit aan ’t bibberen geweest.
Op een dag, toen Bertus boven
breeduit in de badkuip lag
en zich met de borstel boende,
ging de bel. En Bertus dacht:
’t Zal de buur zijn om een biertje
of om boter, bloem of brood
en hij sloeg zijn blauwe badjas
om zijn bruine, bonte bloot.
Maar het bleek een biezen mandje
met een brief: ‘Ik ben op reis.
Pas jij braaf op kleine Bartje?
Bye Bye, tante Beatrijs.’
.
Daar heeft de bok zijn bokspoot:
voor baby’s is hij als de dood.
.
Tienkamp
Theo Danes
.
Een van de leuke en bijzondere kanten van het schrijven over poëzie is toch wel dat poëzie zo uiteenlopend, verschillend en gevarieerd is. Van geëngageerde gedichten over het wereldleed, naar heel persoonlijke, verinnerlijkte gedichten tot speelse verzen en rijmen. Ik mag dan ook graag tussen alle ‘serieuze’ poëzie door ook graag bundel met light verse lezen. Niet dat light verse niet serieus is, integendeel, het is een serieuze vorm van poëzie maar in haar vorm en inhoud toch vaak wal lichter en luchtiger van toon.
Een bundel die ik graag herlees is ‘Atletische verzen’ van Ivo de Wijs en Theo Danes. In deze bundel uit 2006 louter luchtige en grappige gedichten in light verse over atletiek. Zo ook het gedicht ‘Tienkamp’ van Theo Danes. Onwillekeurig moest ik bij het lezen van dit gedicht denken aan mijn oud bibliotheekcollega en Volkskrant columnist Ionica Smeets en haar columns met als titel ‘Ionica zag een getal’. Voor degene die deze column kennen zal dit niet als een verrassing komen.
.
Tienkamp
.
Ben je tienkamper, dan zoek je
Als een wiskundefanaat
In het meerkamppuntenboekje
Waar je met je punten staat:
.
‘Virtueel heb ik de beker
Ver ging beter dan gepland
Maar na Kogel zal ik zeker
Zakken in het klassement
.
Ha! De supertijd bij Horden
Bracht mij 80 punten meer
Polsstok moet 5 meter worden
Door het puntverlies bij Speer
.
46+ bij Discus
Was niet ingecalculeerd
Bij de Sprint liep ik wat mis, dus
Is dat flink gecompenseerd’
.
Tienkampers zijn nooit verwonderd
Als de uitslag wordt vermeld
Ze zijn na de 1500
Afgemat en uitgeteld
.
Spike Milligan
Spike Milligan
.
In de krant van zaterdag las ik een stukje van Patrick van IJzendoorn, een in Londen wonend journalist, over de fietstocht die hij maakte door het zuid-oosten van de stad. Naast een bezoek aan het huis van Peter Kropotkin (een van de grondleggers van het anarchisme, van wie ik ooit het boek ‘Memoires van een revolutionair’ las) fiets hij ook langs het arbeidershuisje van Terence Alan ‘Spike’ Milligan in Catford.
Spike Milligan (1918 – 2002) was een Brits/Iers komiek, schrijver, radiomaker en acteur. Milligan, vooral bekend en beroemd als komiek, waagde zich aan veel aspecten van de kunsten, de poëzie was een klein deel daarvan. Vooral als schrijver van light verse geniet hij ook nu nog grote bekendheid: zijn “On the Ning Nang Nong” is in 1998 zelfs uitgeroepen tot beste Engelstalige kinderversje en is met name in Australië mateloos populair. In 2014 besteedde ik al eens een blog aan dit vers https://woutervanheiningen.wordpress.com/2014/05/06/spike-milligan/
In het artikel citeert van IJzerdoorn echter een stuk uit een serieus gedicht van Milligan, namelijk de laatste drie regels. Nieuwsgierig naar de rest ging ik op zoek en het blijken de slotregels uit het gedicht ‘Catford 1933’ te zijn.
In 1932 moest het gezin met zoon Spike vanuit Brits-Indië (India) door de grote en wereldwijde recessie terugkeren naar het Verenigd Koninkrijk. Van een leven in weelde met personeel kwamen ze terecht in een klein arbeiderswoninkje in de ‘arme’ wijk Catford. Daar schreef Spike het volgende gedicht over.
.
Catford 1933
.
The light creaks and escalates to rusty dawn
The iron stove ignites the freezing room.
Last night’s dinner cast off popples in the embers.
My mother lives in a steaming sink. Boiled haddock condenses on my plate
Its body cries for the sea
My father is shouldering his braces like a rifle,
and brushes the crumbling surface of his suit.
The Daily Herald lies jaundiced on the table.
‘Jimmy Maxton speaks in Hyde Park’,
My father places his unemployment cards in his wallet – there’s plenty of room for them.
In greaseproof paper, my mother wraps my banana sandwiches
It’s 5.40. Ten minutes to catch that last workman train.
Who’s the last workman? Is it me? I might be famous.
My father and I walk out are eaten alive by yellow freezing fog.
Somewhere, the Prince of Wales and Mrs Simpson are having morning tea in bed.
God Save the King.
But God help the rest of us.
.