Categorie archief: (bijna) vergeten dichters
Waterspiegelbeelden
Nel Noordzij
.
De Rotterdamse dichter en schrijver Nel Noordzij (1923-2003) studeerde pedagogiek en psychologie. Dat is heel goed te zien in haar werken. De belangrijkste thema’s uit haar vrij omvangrijke oeuvre zijn het isolement ten gevolge van lichamelijke of geestelijke trauma’s. Zij beschrijft de gevoelens van haar personages inzake liefde en seksualiteit met een grote openhartigheid.
In haar poëzie probeerde zij het diepste van de menselijke ziel bloot te leggen. Noordzij verbloemde niets en haar taalgebruik was vaak hard. En toch schreef ze ook gevoelige gedichten. In haar bundel ‘Leven zonder opperhuid’, verschenen als Literaire Pocket bij de Bezige Bij in 1962, staat het liefdesgedicht ‘Waterspiegelbeelden’ en daarin is van harde taal niets te lezen. Oordeel zelf.
.
Waterspiegelbeelden
.
En de liefde, deze,
die zo stilstaand voor zich uitstaart,
waterspiegelbeelden spigelt
en verwaand als deze liefde
lief bewaard gebleven is,
.
Zo stil staan in je ogen, liefde,
spiegeltranen en pupillen omgekeerd
als waterspiegelbogen,
bogenbeelden en herinneringen
tot de rand gevuld.
.
Zo stil staat liefde in je ogen,
in je ogen staat
en omgekeerd.
.
Wys my die plek
Zuid Afrikaans dichter
.
Christian Frederik Louis Leipoldt (1880 -1947) was dichter, toneelschrijver, arts, verslaggever en voedselexpert. Hij was een van de leidende figuren in de poëzie van de Tweede Taalbeweging. De slogan van het Afrikaanse Taalgenootschap dat de Tweede Taalbeweging was gestart was “Afrikaans schrijven en spreken, Hollands leren, allebei lezen”. De beweging was vooral gericht tegen de om de verengelsing van het Zuid-Afrikaanse volk – iets dat toen ook al een actueel onderwerp was – tegen te gaan.
Behalve poëzie schreef Leipoldt romans, toneelstukken, verhalen, kinderboeken, kookboeken en een reisdagboek. Hij wordt gerekend tot de grootste Afrikaanse dichters. Van zijn hand is het onderstaande titelloze gedicht dat ik voor de liefhebbers in de Nederlandse vertaling en in het Afrikaans heb opgenomen.
.
Toon me de plaats waar we naast elkaar stonden,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, voordat je liefde voor mij stierf,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, zij is hetzelfde: de zilveren zee
Schittert in de zonnestralen, net zoals zij voorheen
Eens schitterde, als een welkom
Voor onze liefde die standhoudt en alles goedmaakt.
.
Toon me de plaats waar we samen knielden,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, toen één ziel ons samen hield,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, hij is hetzelfde: de hemel, zo blauw,
Lacht ons net als voorheen toe,
En blijft stralen als een welkom
Voor onze liefde die standhoudt en alles goedmaakt.
.
Toon me de plaats waar we samen liepen,
Eens, toen je de mijne was –
Vroeger, toen onze harten zoveel hoopten,
Vroeger, toen je de mijne was.
Kijk, het is hetzelfde! Behalve voor jou.
Wie van ons heeft het meeste leed te dragen?
Jij, die bent vergeten – of ik, die moet boeten
Voor mijn liefde die standhoudt en alles goedmaakt?
.
En in het Afrikaans:
.
Wys my die plek waar ons saam gestaan het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, voor jou liefde vir my getaan het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde: die silwer see
Blink in die sonskyn, soos lang verlee
Dit eenmaal geblink het, ’n welkomsgroet
Vir ons liefde wat uithou en alles vergoed.
.
Wys my die plek waar ons saam gekniel het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, toe een siel vir ons saam besiel het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde; die hemel, blou,
Lag soos voorheen op my en op jou
Dit skitter nog altyd ?n welkomsgroet
Vir ons liefde wat uithou en alles vergoed.
.
Wys my die plek waar ons saam geloop het,
Eens, toe jy myne was ?
Vroeer, toe ons harte nog soveel gehoop het,
Vroeer, toe jy myne was.
Kyk, dis dieselfde! Net jy nie. Vra,
Wie van ons twee moet die meeste dra?
Jy, wat vergeet het ? of ek wat boet
Vir my liefde wat uithou en alles vergoed?
.
Aad Nuis
Dichter bij de dood
Liefdesgedicht
Willem R. Roggeman
.
De Vlaamse Willem R. Roggeman (1935) is ook prozaschrijver. Hij schrijft, naast gedichten, essays over literatuur en beeldende kunst. Hij debuteerde in 1958 met de bundel ‘Rhapsody in blue’ in Antwerpen waarna nog vele tientallen poëziepublicaties zouden volgen. Hij was lid van de redacties van de literaire tijdschriften Diagram (1963-1964), Kentering (1966-1976), De Vlaamse Gids (1970-1992), Argus (1978-1981), Atlantis (2001-2002) en Boelvaar poef (vanaf 2006).
Roggeman maakte deel uit van de ‘Vijfenvijftigers’ en de Honest Art Movement. Ook ontving Roggeman verschillende prijzen voor zijn werk zoals de Dirk Martensprijs van de stad Aalst, de Louis Paul Boonprijs en de Prijs van de stad Brussel.
Ondanks dit alles kende ik Roggeman niet. Het is dat ik een gedicht van zijn hand voor het eerst tegenkom in de bundel ‘Geen dag zonder liefde’. Het gedicht ‘Liefdesgedicht’ komt uit zijn bundel ‘De droom van een robot’ uit 1976.
.
Liefdesgedicht
.
Ik weet dat je mooi
dood zal gaan.
Met een glimlach
om je lippen b.v.
of met een bloem in je hand.
En in de volgende dagen
zal het stof wat dikker liggen
op de vensterbank.
Het zal heel mooi weer zijn.
Mooi en hard blauw.
Ik zal rondlopen
met vreemde gedachten
en het hoofd
nog wat dieper tussen de schouders.
Dan komt er een troostend woord
van iemand van wie
je het nooit had verwacht.
En verder
zal alles blijven
bij het oude.
.
Dichtersgraven
Highgate cemetery
.
Vorige week was ik in Londen op Highgate cemetery, een Victoriaanse begraafplaats waar een aantal beroemde mensen begraven ligt. Wat me opviel toen ik daar rondliep (zowel op de westkant als op de oostkant) was dat er op veel graven was aangegeven welke beroepen en functies de daar begraven mensen hadden gehad. Zo waren er verschillende dichters onder hen. Dichters die vaak niet alleen dichter waren maar ook: boer en econoom (William Morgan) en humanist, schilder en beeldhouwer (Koque Martinez). Maar ook gewoon dichter zoals Jesse Ferguson.
In het oudste gedeelte, de west cemetery, ligt naast dichter Christina Rossetti ook dichter en schrijver Radcliffe Hall (1880-1943). Hall was een openlijk lesbische schrijfster. Haar bekendste werk is ‘The Well of Loneliness’ (1928), dat wel als de eerste lesbische roman wordt beschouwd. Radclyffe Hall was tijdens haar leven bekend vanwege haar controversiële levensstijl en voor latere generaties lesbiennes zowel een held als een omstreden rolmodel.
In 1906 debuteerde ze als dichter met de bundel ‘Twixt Earth and Stars’ waarna nog drie dichtbundels zouden volgen voor ze haar eerste roman zou schrijven. In 1907 ontmoette ze haar eerste grote liefde, de drieëntwintig jaar oudere componiste en mezzosopraan Mabel Batten (1858-1916). Mabel was getrouwd met George Batten, die privésecretaris was van de Britse onderkoning in India. Toen hij overleed gingen Radclyffe en Mabel samenwonen en maakten geen geheim van hun relatie. Radclyffe werd door Mabel liefkozend John genoemd en die naam zou ze haar leven lang blijven gebruiken, in die zin was ze ook haar tijd ver vooruit als genderfluïde persoon. Na de dood van Mabel kreeg Radclyffe een relatie met een nichtje van Mabel. Toen Radclyffe stierf zorgde zij ervoor dat ze bijgezet werd in het graf van Mabel Batten.
Uit haar debuutbundel komt het gedicht ‘A Twilight Fancy’.
.
A Twilight Fancy
Dear, give me the tips of your fingers
To hold in this scented gloom,
‘ Mid the sighs of the dying roses,
That steal through the breeze-swept room ;
.
I would have you but lightly touch me,
A phantom might stir the dress,
In its passing, of some lost lover
With just such a faint caress;
.
Or a butterfly wan with summer
Brush thus with his down-flecked wings
The bells of the altar lilies
He touches, and lightly rings.
.
So give me the tips of your fingers,
Not your hand, lest I break the spell
Of the moment with too much passion,
And lose what I love so well.
.
Louter droefheid
Karel Bralleput
.
Simon Carmiggelt (1913 – 1987) is als schrijver en columnist natuurlijk heel bekend. Zijn Cursiefjes op televisie zijn legendarisch. Als dichter schreef hij aanvankelijk onder het pseudoniem Karel Bralleput. Drie gedichtenbundels zijn er verschenen van Karel Bralleput, te weten ‘Het jammerhout’ (1948), ‘Al mijn gal’ (1954) en ‘Fabriekswater’ 1956). Later werden deze titels allemaal samen gebracht in een verzamelbundel met de echte Carmiggelttitel ‘Torren aan de lijm’. De keuze voor het pseudoniem zegt iets over de manier waarop Carmiggelt aankeek tegen het dichtersvak. Vanuit de diepte van een put komen geluiden met veel eigenwaan.
Rijm en strak metrum zijn de twee hoofdingrediënten in het werk van de dichter Carmiggelt. Het zijn ambachtelijke gedichten met een ironische ondertoon. Zoals in het gedicht ‘Louter Droefheid’ uit de bundel ‘het jammerhout’ waarin viervoetige jamben, omarmend rijm (abba), aan het einde een klein enjambementje: ‘te kijk / in ‘Gouden aren’ (…).
.
Louter droefheid
.
Ik voel mij somber. Ei, wat zal ik doen?
Een platte geest dronk nu een glaasje.
Maar ik ben een poëtisch baasje
en ga mijn weemoed in een versje doen.
.
Dat is het voordeel van mijn gave.
De burger kan zijn ei niet kwijt,
terwijl ik, rustig, mijn neerslachtigheid
gelijk een paardje voor mijn kar laat draven.
.
Is het volbracht, dan ben ik opgelucht.
‘k Heb schoonheid uit mijn pijn gewrongen.
Mijn lieve pen heeft mooi gezongen.
Ik stap in bed. Ik geeuw en zucht.
.
En staan mijn versjes later soms te kijk
in ‘Gouden aren’ of in ‘Dichterschat’,
dan zegt de leraar bij deez’ pennenspat
‘Kijk jongens, hier had hij het moejelijk.’
.
Roodharigen
Dante Gabriël Rossetti
.
In het bijzonder vermakelijke en interessante boek ‘Het geheime leven van kleuren’ van Kassia St. Clair, waarin de 75 bekendste kleuren worden beschreven, is ook een hoofdstuk gewijd aan de kleur ‘gember’. In dit hoofdstuk is er aandacht voor roodharigen (met de verwijzing naar de oranje kleur gember). St. Clair schrijft onder andere over dichter en schilder Dante Gabriël Rossetti (1828-1882).
Rossetti en zijn mede prerafaëlieten waren gek op modellen met rood haar zoals Elisabeth Siddal, een dichteres met koperkleurig haar. Zij was ook Rossetti’s minnares en later vrouw. Hij gaf haar een bundel met zijn eigen gedichten mee in haar graf, maar liet haar jaren later weer opgraven om zijn boekje terug te krijgen. Volgens een getuige was Siddals vlammende haar al die tijd blijven groeien zodat het nu de hele kist opvulde toen ze die open wrikten. Rossetti is er nooit helemaal overheen gekomen.
Vorige week was ik in Londen op de Highgate Cemetery in het familiegraf (dat dus jaren na haar dood geopend werd) naast Elisabeth Siddal ook de zus van Dante Gabriël Rossetti, de dichter Christina Rossetti begraven ligt. Rossetti was vooral bekend van zijn schilderwerk. Het gedicht ‘The Blessed Damozel’ is het enige gedicht dat op directe wijze is omgezet naar een schilderij. Omdat het gedicht maar liefst 24 strofen kent van 6 zinnen heb ik ervoor gekozen een ander gedicht ‘First love remembered’ hier te plaatsen.
.
First love remembered
.
PEACE in her chamber, wheresoe’er
It be, a holy place :
The thought still brings my soul such grace
As morning meadows wear.
.
Whether it still be small and light,
A maid’s who dreams alone,
As from her orchard-gate the moon
Its ceiling showed at night :
.
Or whether, in a shadow dense
As nuptial hymns invoke,
Innocent maidenhood awoke
To married innocence :
,
There still the thans unheard await
The unconscious gift bequeathed :
For there my soul this hour has breathed
An air inviolate.
,
Foto’s geknipt voor Dromen
Helen Knopper
.
Wanneer ik in kringloopwinkels en tweedehands boekenwinkels rondneus tussen de dichtbundels valt me vaak op dat er heel veel dichtbundels zijn uitgegeven door mij, volledig onbekende dichters. De meeste van deze bundels zijn dan ook vaak in eigen beheer uitgegeven of door uitgeverijtjes mij onbekend. En tussen al die onbekende bundels vind ik dan ook met enige regelmaat een bundeltje dat door een bekende uitgeverij is uitgegeven maar van een mij desalniettemin volledig vreemde dichter.
Dat laatste overkwam me afgelopen week toen ik de bundel ‘Foto’s geknipt voor Dromen’ in handen kreeg van dichter Helen Knopper. Een naam die mij niets zei maar uitgegeven door Bert Bakker. En dan word ik nieuwsgierig; was dit een eendagsvlieg? werd deze bundel uitgegeven als bijproduct van proza? Of is er nog iets anders aan de hand (jong gestorven? verdwenen van de radar, alles is mogelijk).
In het geval van Helen Knopper (1934) blijken we hier te maken te hebben met een schrijver van vele talenten. Van haar hand verschenen ruim twintig titels, waar onder romans, korte verhalen, poëzie, en een drieluik over de jaren negentig. Maar ander dichtwerk dan deze bundel kon ik niet ontdekken.
‘Foto’s geknipt voor Dromen’ is uit 1985 en bevat aardige gedichten. Ik koos voor het strandgedicht ‘Eclips’.
.
Eclips
.
Je wandelt langs het strand
en dat met vele anderen.
Tot je de indruk krijgt dat
je hele stukken overslaat
geen mens te zien.
.
Besta je nog in die hiaten?
Zo ja waar ben je dan gebleven
onder of boven de zee?
.
Hoe het ook zij voor mij
maakt het niet uit ik weet
zo vaak niet waar ik blijf
al blijf ik thuis.
.