O kus mij, omarm mij
Hans Lodeizen
.
Gelukkig lijkt het erop dat er vanaf deze week weer wat meer mogelijk is als het gaat om ontmoeting en intermenselijk verkeer. Om iedereen een hart onder de riem te steken dacht ik maar weer eens een liefdesgedicht te plaatsen. Dit keer van Hans Lodeizen (1924 – 1950), de op jonge leeftijd overleden dichter die niet meer achterliet dan één bundel en een aantal nagelaten gedichten. Hoewel Lodeizen geldt als een van de Vijftigers schreef Peter Berger over Lodeizen en zijn poëzie in het boek ”t Is vol van schatten hier’ uit 1986:
“Weliswaar vertoont Lodeizen een zekere verwantschap met deze naoorlogse dichters (de Vijftigers), maar bij lezing van zijn werk valt het eigen, persoonlijke karakter op. ‘De gedichten van Hans Lodeizen, met hun sfeer van jong-zijn en kleurige feestelijkheden, lijken in hun luchtige elegantie een beetje boven de wereld te zweven. Ze zijn licht en onaards, maar toch zeer autobiografisch.”
Uit de bundel ‘Het innerlijk behang en andere gedichten’, samengesteld door J.C. Bloem, Jan Greshoff en Adriaan Morriën en gepubliceerd 6 jaar na zijn dood (1956) staat het gedicht ‘3’ waarin de beginzin voor veel mensen momenteel heel na aan het hart zal liggen.
.
3
.
o kus mij, o omarm mij
ik heb lang in de regen gestaan
ik heb lang op de bus gewacht
ik heb geen taxi kunnen krijgen
ik heb lang wakker gelegen
ik heb ontzettend gedroomd
ik heb niets gegeten
ik heb gestolen
.
o kus mij, o omarm mij
ik ben de witte slanke jongen
ik ben degene die droomde
ik ben de schim in de regen
ik ben de danser, de dirigent
ik ben de man bij het avondrood
ik ben het lichaam
ik ben de enige
.
Geplaatst op 2 februari 2021, in Dichtbundels, Favoriete dichters, Liefdespoëzie en getagd als #3, 't Is vol van schatten hier, 1 bundel, 1924, 1950, 1956, 1986, Adriaan Morriën, autobiografisch, Corona, De Vijftigers, dichter, gedicht, gedichten, Hans Lodeizen, Het innerlijk behang en andere egdichten, intermenselijk verkeer, J.C. Bloem, Jan Greshoff, kleurrijke feestelijkheden, liefde, liefde in tijden van Corona, Liefdesgedicht, liefdespoëzie, luchtige elegantie, nagalaten gedichten, naoorlogse dichters, onaards, ontmoeting, persoonlijk karakter, Peter Berger, poëzie, poëziebundel, samenstellers, sfeer van jong-zijn, verwantschap. Markeer de permalink als favoriet. 2 reacties.
Jesse Dorrestijn heeft dit gedicht prachtig op muziek gezet.
Dit is een opname tijdens de promotietour van ‘Zijwaarts springen’, de dichtbundel van Méland Langeveld: een optreden in De Hofkerk, Amsterdam, 13 december 2015.
Leuk!